Ons KINDERHOEKJE
D E It OKKENR IJ DEUS
Ons Vrouwenhoekje
VOOR ONZE KLEUTERS
DE MANDENMAKER
UITSLAG STIF^ENKEURING
TREKKINGEN
O/VS WEKE11JKSCH
RAADSEL
DE VERDUISTERING
I
BOEKENNIEUWS
MAAN
door ECREVISSE
foperin^
hetmanneke
UIT DE
EX-KONING ALFONSO X!I
VAN SPANJE ZWAAR ZIEK
BOTERMELKKAAS
HOE BAKT MEN BROOD
IN ’N CUISINIÈRE-OVEN
BROOD BAKKEN
MET TOEVOEGING VAN
AARDAPPELEN
GEKRUIDE
AARDAPPELPUREE
BEREIDEN
VAN PLATTE KAAS
TE LANDMARK
VOOR UW DRUKWERK
MBBBUSBHMBiaasnMMnHI
MELKSAUS
BEREIDING VAN
BRUSSELSCHE STINKKAAS
S32S23ESSSEffiEBIBa$Ea!3BSB3Sa®BiE22a2SaSE£i3aSKBHBE®3BS3BE21BaaE
Het Vraagstuk der Veurne-Ambachtsche
Boomgaarden
DE POPERINGENAAR van 1-3-41. 8’ Bljnasi
VERWOESTE GEWESTEN 1923
213® Trekking van 2D Februari 1941.
en
Vi-
ont-
de
van 1 Maart 1941.
Wl'!
’t Komt uit oude Almanakken
Oude boekskens en zoo voort
Wellicht hebt ge ook zoo iets liggen
Dat hier past en thuisbshoort
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
50.000 fr.
50.600' fr.
50.000 fr.
op
8.23
8.23
8.24
8.22
8.20
8.18
8.16
UITGEBLAZEN EN RONDGEBLAZEN
worden er veel nieuwskens over Winter
hulp en allegaar die nieuwskens zijn leu
gens. ’t Is gemakkelijk cp de werking van
Winterhulp af te geven, als ge zelf nie-
mendalle te kort hebt.
’k Kreeg een brief, een brief uit Veurne
Van een goeden, besten heer
’t Was een brief met Allerhande
Lachedingen en zoo meer.
De botermelk verwarmen op 55 graden
Celsius gedurende een vijftal minuten,
zonder te roeren. Dan giet men alles
door een doekje, laat verlekken en dient
op met peper en zout of met suiker. Bo-
termelkkaas kan ook bekomen worden
met de botermelk, zonder verwarmen,
door een fijn doekje te gieten. De kaas
is fijner, maar men bekomt een kleinere
hoeveelheid.
67.325 Nr 5
115.037 Nr 1
284.028 Nr 1
362.888 Nr 4
370.894 Nr 2
Doe 1.250 kgr. meel in een casserol.
Smelt 25 a 30 gr. gist in lauw water.
Meng het met het meel.
Giet er stilaan 2 tassen warm water
bij, waarin een soeplepel zout, terwijl ge
dit alles mengt tot ge een malsch deeg
bekomen hebt.
Neem het deeg uit de casserol en be
werk het goed op tafel. Indien het deeg
nog wat plakt er wat meel bijvoegen.
Goed kneden tot ge een vast deeg beko
men hebt dat niet meer vaneen brokkelt.
Het deeg op een doek, op een warme
plaats (b. v. op étagère van cuisinière)
een kwart uur laten gaan. Dan opnieuw
goed bewerken op tafel.
De broedplaat warm maken en instrij
ken met wat vet. Leg het deeg erin en
bedek het met een doek. Laat het deeg
nu 3 kwartiers op eene warme plaats
gaan. Intusschen laat ge de vuursteenen
op de stoof heet worden tot ze wit zien.
Plaats de vuursteenen in oven ^en zet
’t Is meer dan honderd jaar geleden.
Zoo komt voor ons ook eens de tijd
Dat wij een simpel kaartje nemen
Voor ’t reisje naar de eeuwigheid.
EEUWIGHEID! ’t Duurt ’n eeuwigheid
zeggen de menschen als er iets te lang
duurt naar hun gedacht. Zoo had Ste-
fanieken van de Zantjes al dikwijls in
stilte verzucht: Getrouwd zijn dat duurt
toch langStefanieken was ongelukkig
getrouwd Met Pee van de Zantjes die
vijf en twintig jaar ouder was en veel
geld bezat maar zoo lastig van humeur
als ’n duvel ter helle die zijn staart voelt
branden.
Maar allee! Aan die eeuwigheid van
Stefaniekens trouwtijd kwam er onver
wachts een. einde. Pee stierf aan ’n ge
raaktheid, nadat hij zich weer ne keer
fameus kwaad had gemaakt. Stefanieken
woonde nu alleen in het groot huis van
de Zantjes. Heur nichteken Irma, een
meisken van achttien negentien jaar
kwam bij haar tante Stefanieken inwo
nen. Die Irma was ’n pronte dochter;
flink en struisch en tante Stefanieken
was er maar ’n vemepelingsken bij.
Binst de lange winteravonden werd er
nogal ne keer met de kaarten gespeeld.
OBasBaDBKflHinmnaKEiHDKBKiasaHEaBiQaianBBMiBMaxBaMaB
oven goed dicht.
Draai de plaat alle 10 minuten wat
rond om het verbranden te vermijden
langs den kant van den stoofpot. Vuur
niet te hevig laten branden.
Eén uur laten bakken, en ge bekomt
een smakelijk brood.
Mocht het van onder niet goed gebak
ken zijn zet dan de plaat met het deeg
op de stoof en laat het stilaan bakken.
Het is aan te raden het brood eerst te
gebruiken wanneer het 2 dagen oud is.
Om bloem uit te sparen kan men het
vierde deel cr van vervangen door aard
appelpuree. Men kookt de aardappelen,
laat ze goed opdrogen, steekt ze door de
teems, en terwijl de puree warm is. ver
kruimelt men ze onder de bloem. Verder
gaat men op de hierboven, aangegeven
manier tc werk.
Daarvoor kan men een rest gekookte
aardappelen gebruiken, wat melk, een
beetje kaas, indien men die heeft, een ui,
een stukje boter of margarine, een beetje
geraspte nootmuskaat, peper en zout.
Heel lekker is het, de ui eerst te snip
peren en te laten bruin worden in wat
boter of margarine, om ze dan met de
IBHSBflBBBBflBBSBSaBBBBBS&BBBB
gen te bekomen en de portretten van de
kandidaten te zieh, schrijven naar den
Directeur van de gevangenis.
Alderliefste Lezeressen
Ge peinst wellicht dat er geen vrouw
Op zulk een aanbod in de bladen
Ook maar één antwoord geven zou.
Hewel, ge zijt er leelijk neven... Twee
honderd tachtig antwoorden kwamen er
binnen. Meer dan genoeg wijl er slechts
drie en 'zeventig veroordeelden van die
occassie konden profiteered.
kien neemt 3 liter melk, kookt ze
Iaat ze afkoelen tot op 40 graden Celsius,
dan voegt men er 1 liter botermelk aan
toe, roer ze goed ondereen en bewaart
de melk, liefst opi dcnzelfden warmte
graad, tot ze dik is, gewoonlijk na 24
uren. Dan schept mén. met een schuim
spaan, de dikke melk in een fijn doekje
en laat uitlekken. Dan steekt men de
kaas door een fijne zeef, klopt ze duchtig
en dient op met suiker, of peter en zout.
EEN MAN die tafelgast was bij nen
rijken heer, was danig aangedaan toen
hij hoorde dat zijn heer door de doktoors
was veroordeeld. Zijn heer had door een
slag een wonde aan het been gekregen
waarvan hij stierf. Men heeft door eenen
slag het been van mijnen master en
mijnen buik gewond. - J. G. te
GEWOND WORDEN als ge aan het
werk zijt, is altijd een triestig geval, voor
al als de verwonding erg is. Als er dan
seffens hulp opdaagt kan alles nog op
z’n effen komen. Maar als ge in ’n kolen
mijn honderd twintig meters naar bene
den stuikt en daar twaalf uur moet blij
ven liggen, in smart en pijnen, zonder
dat moedige redders tot bij u kunnen ge
raken, dat moet verschrikkelijk zijn. Het
gebeurde met ’n zekeren Ablowitz en als
’t eindelijk gelukte den verongelukte te
helpen, had hij nog juist den tijd te zeg
gen: Water! Water! En toen was zijn
levenskeersken uitgeblazen.
Ex-Koning Alfonso XII van Spanje is
zwaar ziek te Rome. Hem werden de
laatste HH. Sakramenten toegediend. Hij
heeft het volle bewustzijn behouden en
ontving nog het bezoek van den Koning
cn dc Koningin van Italië.
Schijnt in de kamer ’t zonneken
En komt er nog geen nonneken, j
Hun babbelbek zai gaan.
En meestal wordt dat kibbelen.
Hardnekkig tegenstribbelen,
Met hooge schreeuwkens slaan.
Maar krijgen ze iets te peuzelen,
Of komt masceur eens neuzelen, 1
’t Is almeteens gedaan.
i
Als ’t avondt. langs het gangetje,'.
Ze pikkelen op een ringetje
Naar de oude kloosterkerk.
bood, een stuk land bijkochten en het
bedrijf vermeerderden. Daarenboven be
vestigde hun gegeven voorbeeld, meer
dan ooit de waarheid der Limburgsche
streek: aalmoezen uitdeden verarmt niet!
want hun voorspoed groeide aan, naar
mate zij zich liefdadiger toonden.
Op dezen voet staan de zalrtn ter berg
woning. op het einde van het jaar 1741,
toen Herman en Martha een uitstapje
deden hetwelk in zoo nauw verband staat
met het vervolg dezer geschiedenis, dat
wij ons genoodzaakt zien, dienaangaande
in breedvoerige ontwikkeling te treden.
Sedert den dood der moeder, had Mar
tha, menigmaal den wensch ge uit met
den broeder, die in haar voornemen toe
stemde, de plaats te bezoeken, waar zij
geboren waren; waar hare ouders en
haar broeder gelukkige dagen gesleten
hadden. Zij betrouwden wel, dat zij door
niemand in Gcleen nog zouden herkend
worden;- nochtans besloten zij den ouden
priester ts raadplegen. Deze keurde hun
voornemen gced; maar raadde hen aan,
zeer voorzichtig te zijn en zich niet be
kend te maken.
Onder al de gebruiken welke de ge
meente Gcleen van uit de grijze oudheid
heeft, onderhouden, en de kinderen ook
menigmaal van hunne ouders hoorden
vertellen, beviel hun de worsteling om
het korstbroedje of kennisbroodje wel het
meest. Ingevolge eene standvastige ccs-
tuim. die misschien zoo oud" is als dit
oude kirspel zelf, moet de koster der kerk,
in de eerste dagen van den Advent, een
welgekneed roggenbroodje bakken; eenige
nu is een uitstekende bloemlezing samen
gesteld, welke thans in een goede verta
ling den Nedcrlandschen lezer wordt
voorgelegd. Men kan er op levendige
wijze in beschreven vinden wat alzoo ge
beurde aan Aisne en Oise, in de Maginot-
linie. aan de oevers van de Seine, men
maakt den val van Parijs mede cn ver
gezelt dc snel oprukkende troepen op hun
weg naar de Kanaaloevers.
Dc deskundige schrijver over militaire
aangelegenheden, overste Dr Hesse, heeft
aan dit boekje een inleidend woord me
degegeven, dat ons nog eens, in enkele
woorden geschetst, het verloop van den.
krijg voor oogen stelt en tevens een blik
in de nabije toekomst werpt.
Naar onze meening een zeer geslaagd
werkje, dat niet alleen door z’n actuali
teit van waarde zal blijken te zijn. M.
IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
Er werden 30 stieren voorgesteld,
van 20 aanvaard en 10 geweigerd.
De eigenaars der aanvaarde stieren
zijn: Vandeputte Wed. Gustaaf. Poelka,
pellé (4); Vandeputte Georges, id.; Syn,
dikaat (Deblonde Jules) Langemark;
Vandamme Jerome, ld. (2); Courtenj
Hector, Poelkapelle; Terriere Maurice,
Langemaark; Gotelaere Hector, id.; Ver,
ledens Victor, Poelkapelle; Kimpe Oscar,
Langemark; Sercu Arthur, Poelkapelle
(2); Hooghe Valère, Langemark; Dewulf
Gebroeders, ld.; Vandecandelaere Wed,
Henri, Poelkapelle; Versaevel Wed. Henri,
id.; Vergote Alidoor, Langemark.
De volgende premiën werden toegekendt
STIEREN ZONDER TANDEN;
1. Vandamme Jerome. Langemark.
2. Syndikaat (Deblonde Ju.) Langemark,
3. Vandeputte Wed. Gust., Poelkapelle.
4. Vandeputte Wed. Gust., Poelkapelle,
5. Courtens Hector, Poelkapelle.
6. Vaudammo Jerome, Langemark.
STIEREN MET 1 OF 2 TANDEN:
1. Vandecandelaere Wed. H., Poelkapelle,
2. Vergote Alidoor, Langemark.
3. Hooghe Valère, Langemark.
4. Sercu Arthur, Poelkapelle.
VAARZEN TOT 2 TANDEN:
1. Bouten Wed. Arthur, Poelkapelle.
2. Vanhaverbeke Jules, Poelkapelle. j
3. Vandamme Jerome, Langemark. 1
4. Van Eecke Hilaire, Langemark.
5. Vaulerberghe Maurice, Langemark,
6. Deblonde Jules, Langemark.
7. Louwagie Gerard, Langemark.
8. Vandamme Jerome, Langemark.
VAARZEN 4 EN 6 TANDEN:
Hei eerste zegt men van den kouden wind
Het tweede is een drank. niet voor he
’t Geheel mag altijd maaien [kind
Zelfs zonder eens te zaaien.
aBB3iaBSB5!BBÏSX3BB33iaBBBEBBII
dan is ’t Martha in vleesch en beende
ren... De „schrik heeft mij bevangen al
ik haar herkende...
Wat raasfcaalt gij toch lieve Betta
van doqden verrijzen, van Martha ii
vleesch en beenderen... b:sie deze perso
nen wel, en de schrik zal overgaan...
T- Maar, broeder lief, fluisterde zij be
vende, herkent gij dan mijn speelgenoot'
Martha van de verbrande hofstede niet!
Wij hebben al elf jaar voor de zielerus'
van de huisgenooten gebeden, welke wi
waanden in den brand te zijn omgeko
men, en daar staat Martha voor mlji
oogen.
Herman en Martha beefden, bij h«
hooren dezer woorden; zij waren reed'
herkend.
Hij begreep, dat het gevaarlijk zijn zo'
te loochenen of te veinzen. Hij beslist
weldra bij deze gedachten te volhard.!
toen de vader, na een nauwkeurig o"
derzoek, zegde:
Vrienden, indien gij werkelijk c
kinderen zijt van Joos Hendriks, da>
schroomt niet het te zeggen; nooit zul
gij ons een gelukkiger dag geschenke:
hebben, dan d.ngene, waarop wij moch
ten vernemen, dat de brave geburen va:
Jan Jansen nog in leven zijn. Meer dr.1
tien jaar waren wij boez. mvrienden, toet
zijn woning door de vlammen verniel!
werd. Al de omstandigheden deden ver
moeden dat deze brawl door de Bokken'
rijders werd ontstoken en dat al de huis'
genooten er levend verbrand werden, zon
der dat zij konden gered worden! U"
vader, brave kinderen, indien Joos Hen-
driks, uw vader werkelijk was, Ieerd<
den hoofdman dier bende, bij toeval ken
nen; met hem te verbranden, meendeï
zij het geheim voor eeuwig te begraven..-
Geeft ons, bid ik u, eenige uitlegging!
ft Vervolgt)
wendt U ter
Drukkerij SANSEN-VANNESTl
©astnuistraüt m r
SAMENWERKENDE MAATSCHAP
PIJ! Ja, dat moet de rubriek van ’t Man
neken worden; gaat Knulleken voort
Eén voor allen! Allen voor één!
En ik vraag u hier potdorie
Wie kent niet een fijne grap
Of een aardige historie.
Ja, alderliefste Lezeressen en vriendelij
ke vrienden Lezers: Knulleken heeft ge
lijk. En ge moet met. denken dat ’t Man
neken zijn hoedje zal tooien met pluim-
kens. die hem niet toebeheoren. Alzoo
moest ge iets zenden dan krijgt het een
plaatsken en de beginletters van uw vóór
naam en familienaam staan er onder.
Hier onder aldus ettelijke eksempels:
Madammeken Castula besteedde veel geld
om heuren haarbos te laten krullen en
permanenteeren, te frictxonneeren en te
parfumeeren. Heuren kop zal nog meer
kosten als hij waard is! zei iemand en
die iemand was haar man. - J. G. te V.
1. Deblonde Jules, Langemark.
KOEIEN:
1. Deblonde Jules, Langemark.
2. Deblonde Jules, Langemark.
3. Verledens Victor. Pcelkapelle.
4. Deblonde Jules, Langemark.
5. Kimpe Oscar, Langemark.
ZOEKT G’IETS t’huren of te koopen,
Zoekt g’ een meid, 'n plaats of wat?
Zoekt niet langer... plaatst nog bede»
’n Kleine ZOEKERin ons blad.
Maar de menschen in den nood,
Snakkend naar een korste brood
Snakkend naar een warmen clisch
Danken Winterhulp gewis
Uit het diepst van hun gemoed
Voor wat Winterhulp thans doet.
’T DOET ALTIJD GENOEGEN zoo het
een en het ander uit den ouden tijd te
vernemen vooral wanneer het gaat over
dingen uit de streek. Alzoo kunt ge hier
lezen hoe ’t gesteld was met het bestuur
van de stad Poperinge in het jaar 1835
(achttien honderd vijf en dertig).
C. van Renynghe, burgemeester; E.
Danneel en P. de Beir, schepenen; J.
Fraeys, Van Re-ninghe-Dufiocq, E. Kom
mens, J. Boucquez, L. Danneel, L. De-
cuidt, D. Lebbe, A. van de Broeke en J.
Cordenier, raeden.
L. Delbaere, secretaris; J. Colbert, com
missaris van policie; P. Pharazyn, ont-
f anger.
Dekenie: J. Vergote, Pastor van Sint-
Bertinus.
Pastor van O. L. Vr. te Poperinge: P.
van Houwer. - J. G. te V.
Alderliefste Lezeressen
Vrienden Lezers, hoort eens goed
Naar hetgeen 'k openhartig
U nu hier vertellen moet.
---- ZON
onder
19.23
19.25
19.26
19.28
19.30
19.32
19.33
Men laat een weinig boter oï marga
rine smelten. Dan voegt men den inhoud
van een tas- volle of afgeroomde melk,
waarin men een lepel maïzena of aard
appelmeel heeft gebroken, bij de boter.
Goed roeren om het stolten te voorko-
--co».-
andere ingrediënten te vermengen. Vele
kinderen lusten graag aardappelpuree op
de boterham, en ook volwassenen mogen
het wel!
BENOODIGDHEDEN: 5 liter ont-
room-de melk, een paar druppeltjes strem
sel, zout.
BEREIDING: de 5 liter ontroomde
melk geven 1 kgr. wrongel. De melk
wordt verwarmd in een warm waterbad
(15 tot 18p C.). Voeg er het stremsel bij.
Na 24 uren zal de ontroomde melk be
ginnen te stremmen. De wrongel uitschep
pen in wijmen mandjes- of zakjes. Twee
maal per dag keeren. Wanneer al het wa
ter er uit gelekt is, kneedt en vermengt
men met 5 tot 6% zout. Daarna plat-ronde
kazen maken.
Nu volgt het drogen: onder dak in
open lucht of binnen in een zeer luchtige
plaats. (Dit duurt ongeveer 3 weken. Elke
week keert men den kaas..)
Na het drogen komt het rijpen: men
legt de kaas in water te weeken en
schrapt goed af, totdat de oppervlakte
wit is. Nu legt men de vormen in een
zeer donkere plaats (rijpplaats) waar een
temperatuur heerscht van 21 tot 22° C.
De vormen liggen op stroo. Om de veer
tien dagen wrijft men de oppervlakte der
kazen in met lauw water. Aldus rijpen
de kazen gedurende 2 tot 3 maanden.
Goede Brusselsche stink- of Marolle-
kaas verkrijgt aldus een specifieke geur
en kleur en barst open.
Wanneer Manten op hem af komt,
springt hij recht, zijn oogen staan wild,
groot in het leelijk gezicht. Hij schreeuwt:
Ik ben verloren!
Ja, onmensch zegt Manten. nu zijt
ge verloren. Want tegen deze twijg kan
uw tooverkracht niets uitrichten. Maar
ik zal met u niet handelen zooals ge het
met onschuldige menschen doet, al hebt
ge het honderdmaal verdiend. Ik zal n
laten wonen in dit vuil hol, maar eerst
moe-t gij er voer zorgen dat alle planten
en boomen, die door u b-etooverd zijn,
hun duivelsche kracht verliezen. En gij
moet de menschen met rust laten, daar
zal ik op waken. Ik geef u nog één week.
Is er niets veranderd, dan kom ik u nog
eens opzoeken.
De Kruisspin zucht en steent mam
kijkt Manten niet aan. Deze laat hen
daar in zijn toren zitten en keert terug
naar de menschen.
Er moest geen week gewacht worden
’s Anderendaags reeds waren alle planteï
hun tooverkracht verloren. Manten toon
de het aan het volk. Hij vertelde zijt
avonturen met de Kruisspin. De men
schen konden herademen en werden ge
lukkig in hun land. Zij dankten en vier
den hun redder. De koning bood hem d(
schoonste plaats aan in zijn paleis.
Maar die simpele mar. bleef Ijever man
denmaker. Hij begon wederom U werfce*
en de menschen zorgden er wel voor da:
hij altijd genoeg maasden te maken lial
en immer bij hen bleef. ,1
EINDER
DE MEETJES VAN HET KLOOSTEB
Hun mond moet altijd babbelen,
Of weesgegroetjes knabbelen
En kan niet stil meer staan.-
En paternosterboilekens,
Die rijden rap als rollekens
Op ’t stramme vingerwerk.
Het klokske zal gaan bommelen;
Hun hoofd begint te schommelen.
Ze zijn in slaap asm ’t dommelen.
De meetjes in de kerk.
OPLOSSING VORIG RAADSEL
Een sigaar.
gllll!II!l!lliliil!IIHBIIIIIIIIIIlllllllll!M^
z-DilIl-inllililüliunüllIlliiililllllllllllllllllllllllIllIllllllllllilllllllllllllllll^
Ten einde geheel de bevolking der berg-durend verbeterde en dat zij, van tijd tot
wcninsPte doen kennen, voegen wij nog I tijd, wanneer de gelegenheid zich aan-
bij, dat sedert moeders dood, Herman
zich verplicht gevonden heeft een dienst
maagd te huren, welke Martha helpt den
zwaren arbeid te verrichten; Rosa is haar
naam. Zij is een vier en twintigjarige
bo;rendochter van Meersen; zij was maar
een kind, toen zij hare ouders verloor. Li
chamelijk beschouwd, was Rosa wel geen
schoonheid,maar beviel onder vele op
zichten. Haar least was wel genomen,
haar blond hoofdhaar paarde zich op de
bevalligste wijze, met hare gr^ote blauwe
oogen,- waarin groot e goedheid te lezen
stond. Haar eenigszins gebogen neus, ge
nepen lippen en spitse kin deden gissen,
dat zij een goeden voorraad gemoeds-
sterkte bezat.
Martha had al aanstonds onder de ru
we schors, een edel hart, ’n zuivere ziel
ontdekt: bij elke g-legenheid gaf zij aan
de dienstmaagd blijken, dat zij derzelver
goede hoedanigheden wist te waardeeren.
Zij onderwees het arme meisje in de lees-,
schrijf- en cijferkunst, met engelachtig
geduld. De eenvoudige boerenmeid leerde
tc beter hare zelfwa-z-de beseffen, naar
mate Herman en Martha meer belang
stelden in haar lot, cn hetzelfde trachtten
te verbeteren.
Martha is niet min gelukkig met het
ooft, het pluimgedierte en de koeien.
Rosa draagt eiken Zaterdag een korf op-
gevuld met fruit, beter en eieren naar
Maastricht. Is de List te zwaar, dan moet
het bruintje stedswaarts trekken met
twee korven op den rug. Het moet der
halve niet wonderlijk voorkomen, dat de
geldelijkA toestand eter kinderen voort-
20.
Maar nieuwe, verschrikkelijke gevaren
beloeren den onverschrokken manden*-
maker.
In de kamer waar hij nu aankomt is
het zoo donker als een hel. Plots draait
de vloer van onder zijn voeten weg en
hij tuimelt neer in een diepen kuil Doch
zijn val wordt gebroken door de wonder-
twijgen, die zich zoo maar niet gewillig
naar beneden laten trekken. Manten komt
zachtjes op den natten bodem terecht.
Daar krijgt hij opeens een geweldigen
beet in het been en slaakt een luiden
schreeuw van pijn. Maar onmiddellijk
kan hij die pijn en de wende genezen,
door de aanraking met één der wender-
twijgen. Er meet een afschuwelijk beest
in den kuil zitten. Manten zal eerst
trachten het te dooden. Hij slaat met de
twijgen wild in ’t ronde. Weldra hoort
hij een akelig gegrol, een gekreun en dan
is alles wederom stiL Hij kan niet zien
welk een dier het is. Hij wil zoo spoedig
mogelijk uit den put en begint de wan
den te betasten. Voor een gewonen
mensen zou het ónmogelijk zijn er nog
ooit uit te geraken. Maar Manten heeft
een middel dat hem hier misschien ook
hulp kan bieden. Hij steekt een wonder-
twijg tusschen de steenen; ze zit zoo
vast als een haak en hij mag er met heel
zijn gewicht aanhangen. Nu worden
eenige twijgen op verschillende hoogten
in den wand vastgezet en Manten klimt
omhoog als op een ladder. Een voor één
komen de andere twijgen er boven, de
wonderladder wordt langer en langer en
weldra zal de mandenmaker uit den put
kunnen kruipen. Toch moet hij daar iets
achterlaten, dat hem leed doet en mis
schien machteloos zal maken tegenover
den tcovenaar. De twijgen die in den
Cecilia (22 November) tot na Nieuwjaar, muur zitten zijn niet meer los te krijgen
en het gaat ook niet om ze af te snijden
onder hem. Als hij er maar genoeg heeft
om tot boven te geraken. Doch juist wan
neer hij de laatste moet gebruike: veelt
hij den rand van den kuil. Met veel moei
te kan Manten zich optrekken en geluk
kig geraakt hij op den vloer. Nog één
enkele twijg heeft hij behouden. Maar
het is genoeg. Daarmede wil hij den
strijd tegen den toovenaar aangaan.
Nu ziet hij toch beter uit waar hij
den voet zet. Het is ook niet overal zoo
donker. Manten komt nog in andere rui
me zalen. Hij moet nog strijden tegen
bloedroode vlinders, die met een pijl-
scherpen snuit zijn oogen willen door
boren; tegen onzichtbare slingerplanten
de honden die als razend naar hem toe
springen. Maar hij ove-rwint alles met
zijn toov-erfluitje en zijn twijg.
Do^h de Kruisspin heeft hij nog niet
ontmoet. Is de laffe toovenaar zco bang,
dat hij zieh niet vertoonen durft. Man
ten zal g.ansch het kasteel doorsnuffelen.
Hij beklimt ook de trap van een ouden
toren. Daar komt hij aan een deurtje,
dat heel stevig op slot is. Met een tik van
de toovertwijg vliegt het open. De man
denmaker gaat binnen en daar in den
hoek van een kleine cel. zit iemand neer
gehurkt. Een afzichtelijke mensch, die
wegkruipt als een bange hond. Het is de
Kruisspin, de beruchte toovenaar.
IBaBBBBBaBBSBflBBflBBBaBBBBBBB
dat de personen van den huize noch de
oorzaak beseften noch eenig aandeel in
de handeling hadden genomen, Martha
’stond een oogenblik als bedwelmd met
haar last; maar eensklaps schoot een
welgemaakt jongeling toe; nam Betta uit
Martha’s arm in de zijnen, droeg haar
naar een ouden zetel met zooveel ge
mak, alsof hij een kind op zijn handen
had. Het was Jozef, Betta’s broeder, wel
ke bemerkt had. dat de vreemdelingen
schier zoo onsteld waren als de zuster en
tot hen op een minzamen toon zegde:
Neemt plaats, vrienden, en vreest
niet voor mijne zuster, het zal niets zijn.
Twee ouderlingen, vader en moeder,
waren middelerwijl hunne dochter ter
hulp gekomen. Betta herkreeg weldra
haar bewustzijn in zoo verre, dat men
voor geen kwade gevolgen moest vreezen.
Jozef vroeg dan aan de zuster of zij zich
beter bevond, en toen zij, ten teeken van
ja, de hand baars broeders drukte, zegde
deze op een toon die zijne diepe liefde
verried
Betta! Betta!... Gij zoudt ons den
dood op het lijf jagen! Mag dat een ont
haal genoemd worden voor deze vreemde
lingen? Zou men niet zeggen dat gij een
spook gezien hebt? Ta, ta, werp uw blik
ken maar zondei- vrees op deze lieden;
zij zien er in ’t geheel niet, sprookachtig
Vooraleer er dezen laatsten volzin bij
te voegen had Jozef de beide jonge lieden
in oogenschouw genomen en voor hen een
dier plotselinge samenneigingen opgevat,
welke men gevoelt, zonder ze te kunnen
ontleden.
De vijf aanwezige personen hadden
schier rond Betta een kring gevormd. De
ze stuurde hare blikken beurtelings op
den broeder, den vader, de moeder, op
Herman; eindelijk vestigde zij dezelve op
Martha en scheen ze van de maagd niet
te kunnen aftrekken. Eindelijk riep zij
uit:
Neen, Jozef, mijn oogen en mijn ge
moed hebben mij niet bedrogen... Indien
het mogelijk is, dat de dooden verrijzen,
Ge wordt niet zot wanneer ge wilt
Maar ’k zeg toch onverholen...
Die brievenschrijfsters hadden vast
Een slag weg van den molen.
EEN MOLEN dient om ta malen. Halt
zegt Knulleken... geen leugens vertellen.
Een molen dient niet altijd cm te malen
of om er iets door te draaien. Zie maar
eens een peerdekensmolen op de kermis
sen.
Toet! Toet! Knulleken! Cp een peer-
dekensmolen cp de kermissen worden er
de centjes doorgedraaid.
Manneken, zegt Knulleken, gij moet al
tijd gelijk hebben...
GELIJK had Boeboela ook. Boeboela
was een bekeerde neger. Op nen goeden
dag kwam hij Pater Nicodemus tegen,
missionaris in Congo.
Wel! Wel! Boeboela, zei Pater Ni
codemus, hoe gaat het er meê?
Goed, zei Boeboela.
En met Sylvia, uw dochterken?
Ik, ze heb opeten! zei Eoeboela.
Opgeëtenl? riep Pater Nicodemus
uit, terwijl hij kiekenvleesch kreeg; maar
ongelukkige wat hebt ge gedaan?...
Boeboela gedaan wat witte pater ge
zegd heeft. Witte pater gezegd heeft: als
kinderen grooter worden, zij eten moeten
geven aan de ouders. Ik Sylvia heb op-
geëten!...
ETEN RIJMT MET WETEN en hier
heb ik de eer U te laten weten dat ik van
’n jongen poeweet ’n verzeken heb
vangen getiteld
DE EKSTEROOG.
De eksteroog staat op den teen
De teen zit van onder aan het been.
Een eksteroog ge weet het misschien
Kan een mensch verdories af doen zien,
’t Meest té beklagen dat zijn
De vrouwen, ze koopen hun schoenen te
[klein.
Ze willen hebben een voetje zeer fijn
Dat kost dan veel geld en ook veel pijn.
Mijn tante Trees heeft ongelogen
Wel zes of zeven eksteroogen...
Daardoor weten we thuis altijd keer op
Als er komt verandering van weer, [keer
Haar eksteroogen doen dan dubbel zeer.
Zoo komt het dat er thuis
Geen barometer hangt in huis...
Voor barometer zorgen ongelogen
Tante Trees heui- eksteroogen.
Kareltje Knullekens
klein kluchtig kozijntje.
Alderliefste Lezeressen
Vrienden Lezers, ’t is mijn plicht,
’k Dank hier Knulleksns kozijntje
Voor zijn Ekstercog-gedicht.
’t Manneken uit de Maan.
(Nadruk, zelf gedeeltelijk, verboden).
JBMEHaSSSSEBSEHaEBESCZaSfflESJ!
dagen later ondergaat dit broodje een
tweede, dan esn derde, vervolgens een
vierde, vijfde, zesde en zevende bakking,
tot Kerstmisdag toe, tot wanneer dit
broodje zoo hard als een steen geworden
is. Op den tweeden Kerstmisdag, na de
vespers, scharen zich al de gespierde en
kloeke jongelieden van Geleen en onder-
hoorige gehuchten als Lutterath, Krawin-
kel, Neerbeek en St Jans Geleen, voor den
ingang van ’t kerkhof. Dan komt de kos
ter met het broodje bij den ingang en
rolt hetzelve, langs den grond, tusschen
de menigte, en de worsteling begint. Om
dezslve wel te beseffen, dient men te we
ten, dat de menigte drie partijen vormt;
de eerste samengesteld uit de jongelingen
van Gelsen met St-Jans-Geleen, de twee
de uit die van Krawinkel met Neerbeek;
de derde uit die van Lutterath. Nochtans
zijn al deze forsche jongelingen onder
elkandsren vermengd; zij vormen slechts
rotten van vier, vijf cf ten hoogste zes
makkers, die- gereed zijn elkander te on
dersteunen.
Vooraleer de worsteling aanvang neemt,
hebben de ouderlingen, de vrouwen en de
zwakken, benevens duizenden vreemde
lingen plaats genomen, vcor ds vensters,
cp de muren en boomen, tot op de daken.
Er héarscht eer.e spanning dié onbe
schrijfelijk is.
Nauwelijks laat zich hst geroep hooren:
het Korsbroodjs! het Korsbrcodje! of al
len houden zich gereed. Henskl-aps rolt
het tusschen ds volksmenigte, en elkeen
werpt zich vooruit om het in zijn macht
te hebben. Diegene, welka het broodje bo
ven zijn hoofd kan steken, roept uit:
Korsbrcod, mijn brood! Da worsteling
houdt op en hij is bï’oodjeskoning. Doch
dit gaat niet gemakkelijk toe; want wie
het broodje in handen heeft, wordt
oogenblikkelijk door de medekampers
van de andere partijen aangerand; zij
pogen het uit zijn handen te rukken;
hechten zich aan zijn arm vast; werpen
zich op dezelve, en beletten hem het
broodje boven zijn hoofd te steken. Wel
is waar degenen, die tot zijn partij be-
Serie
De volgende
61.326. Nr 3
93.870 Nr 5
250.392 Nr 1
332.955 Nr 2
367.773 Nr 3
De andere Nrs van de uitgelote series
zijn terugbetaalbaar met 550 of 575 fr.,
naar gelang ze niet of wel werden om
gezet krachtens, het Koninklijk Besluit
van 11 Met 19-35.
De terugbetaling geschiedt vanaf 15
Juni 1941.
4BBBHE9BE3SBBBBBB1BBEQSBS3SIË9BB
Het najaar was zoo zacht geweest eu ’t
sap. was toen nog niet gedaald tot in de
wortels van de boomen. Vele boomen zijn
toen gespleten.
’t Verwondert ons niet in de statistie
ken van rond 1880 de boomgaardkweek
in Belgie te zien dalen met 10370 ha.
vergeleken met de telling van 1866, ter
wijl 1866 ongeveer 2583 ha. meer ver
meldde dan. 184-6..
Niet alleen de fruftboomen zelf waren
kapot, doch ook de boomen, het hout
gewas, de natuurlijke beschutting in
Vcurne-Ambachtseli Houtiand, zoodat in
’t. vervolg wind, zeelucht en vorst meer
haar schadelijken invloed uitoefenden op
bloei, gezondh-eid' en oogst.
De Winter 1881-82. was weinig beter; die rond zijn voeten kronkelen; tegen wil-
er volgde ’n koude en vochtige Zomer.
In 1890-91 werden nog vele boomgaar
den door geweldige vorst ten gronde ge
holpen. ’t Begon op Ste-Katarina (25 No
vember) en ’t vroor 6 weken dat ’t
kraakte.
Dit samenspannen van zeer schadelijke
weersinvloeden is noodlottig geweest voor
o n ze boo mgaarden
De meeste fruitboomen stierven plots
'weg of kwijnden stilaan om eindelijk ook
weg te kankeren. (’t Vervolgt.)
JOZ. GHYSELEN,
Land- eri Tuinbouwleeraar,
Bulskamp.
nBUnMBBBaflBaaBEBBBBBBBBBEB
ter aangename uitspanningen te ver
schaffen, als ’t in zijn macht was, sloeg
met Martha op den tweeden Kerstmisdag,
’s morgens vroeg den weg in naar Lut
terath. Bij hunne aankomst begaven zij
zich, zoo zij. meenden, rechtstreeks naar
den kant, waar de woning had gestaan;
zij betrouwden op de herinneringen hun
ner jeugd, spraken van den grooten
eikenboom, waaronder zij als kinderen
speelden; van hunne kolfbaan; van de
tuintjes, die zij hadden aangelegd en ge
plant met allerlei boompjes. Loutere be
spiegelingen! In plaats van levende ha
gen rondom tuin en boomgaard, vonden
zij nog enkel bebouwde akkers. Ónmoge
lijk was het hun de juiste plek te vin
den, waar eens hunne wieg stond; noch
tans wilden zij Lutterath niet verlaten,
vooraleer zij. hunne voeten op deze plek
geprent hadden.
Na eenig raadplegen werd besloten, dat
men, onder het een of ander voorwend
sel, zich in het naastbijgelegen huis zou
begeven, ten einde daar, zonder opzien
te verwekken de noodige inlichtingen te
vernemen. Diensvolgens richtten zij hun-
ns schreden naar eene landbouwerswo-
ning dér nabijheid. De groene venster
glazen, het zuivere stroodak, de gekleurde
ingangsdeur en eene orde in al datgene
wat men doorgaans op een boerderij ziet,
zegden genoegzaam, dat daar zindelijke, uit.
zooniet welstellende lieden gehuisvest
waren. Hoe meer zij naderden, des te
meer meenden zij op békenden grond te
zijn. Weldra deed Herman de ijzeren
klink uit de houten groeve der deur
springen, en eene allerliefste boerendoch
ter naderde, heette de onbekenden wel
kom. en bood hun stoelen aan om te zit
ten. Betta zoo werd het meisje ge
naamd vestigt weldra hare blikken op
Martha; strijkt met haar beide handen
de oogen, vei-bleeltt, beeft, en onder heft
uïtstooten van eenen luiden gil, valt, zij
voorover! Martha heeft het gevaar
gezien en het meisje in hare armen ge
grepen.
Deze ontsteltenis was zoo plotseling,
«EEN LEGER TREKT DOoR
ERANKRIJK» door P. K.. met
voorwoord van Overste Dr Hesse.
(Uitgave: Gebr. van Cl-eef, ’sGra-
venh-agc.)
Het oogenblik is nog- niet aangebroken
om een diepgaande beschrijving van de
zen oorlog in zi-j-n ontwikkeling en gevol
gen te geven. De historicus ziet zich hier
gesteld voor een vrijwel ónmogelijke taak,
omdat het materiaal zoo overweldigend
is, dat hij niet zou weten waar te begin
nen. Bovendien zal de oorlog eerst afge
sloten moeten worden, waardoor men
alle feiten in één bepaald, groot verband
kan gaan zien. Eerst later zal het den
geschiedschrijver vergund zijn zich op
eenigen afstand te stellen van dc ge
beurtenissen, die momenteel in Europa
zulke radicale veranderingen te weeg
brengen. En toch zou het niet juist zijn
daarom voorloopig van elke poging in
die richting af te zien, want een iedei
stelt belang in de gebeurtenissen op het
tooneel van den strijd- en daartoe is een
duidelijk inzicht in datgene wat onmid
dellijk aan het heden is voorafgegaan,
onontbeerlijk. Het is daarom een goede
gedachte geweest om alvast een beschei
denden bijdrage in dit genre te leveren
door in Nedërlandsche vertaling enkele
vlot geschreven reportages van de Duit-
sche oorlogscorrespondenten, de leden van
de P(ropaganda) K(ompanie) over den
veldtocht in Frankrijk te bundelen. Hier
door wordt de lezer als het ware in staat
gesteld om als ooggetuige de gevechts
handelingen van nabij mede te maken.
Hij ervaart ook iets van het razende
tempo, waarin de gebeurtenissen zich
voltrokken. Hier krijgt de lezer uit de
eerste hand indrukken van het front.
Bij de lezing van dit boekje trekken
opnieuw als een film de gebeurtenissen
van den zomer van 1940 aan ons oog
voorbij. In dc voorste gelederen van de
snel oprukkende Duitsche troepen bevon
den zich steeds de leden van de Propa
ganda Kompanie, die. een geheel nieuwen
vorm van journalistiek beoefenen. Ze on
derscheiden zich in dit opzicht van hun
collega’s uit den Wereldoorlog, die meest
al op een vciligen afstand achter het
front hun verslagen schreven. Van eigen
indrukken kon toen zelderi sprake zijn.
Thans echter trokken de Duitsche oor-
logsreporters als volwaardige leden van
de weermacht, ingedeeld bij alle moge
lijke wapens, mee naar voren. Heet van
de naald schreven zij hun indrukken neer
artikelen die later het waardevolle mate
riaal zullen leveren voor de samenstel
ling van een standaardwerk over deze
men.. voikeren-worsteling. Uit deze reportages
’t Was niet zelden in *t Veurne-Am-
bachtsch Houtiand appelboonien te vin
den van 45 jaar die 500-600 kgr. fruit
leverden in één oogst. Spijtig dat ze. na
zulke oogsten, door uitputting en flauwe
botvorming, de volgende jaren weinig op
leverden.
En nochtans, die boomgaarden kregen
slechts nu en dan stalmest en ale alsook
deringassche (voortkomende van de ver
branding van dering in den haard') uit
den deringasscheput. die op alle oude
hoeven te vinden was achter den bak-
keuken.
Er bestaan nu nog op vele pletsen in
Veurne-Ambacht appelboonien van 83 tot
100 jaar oud die spijtig genoeg, slechts
enkele scheuten geven.
Uit goede bron vernam ik dat van 20
jaar af eene hektare appel’boomen op
goeden leemgrond 1200 tot 1600 fr. per
jaar opbracht. Op sommige plaatsen
plukten 4 tot 5 man gedurende 14 dagen
tot 3 weken fruit. Ze ontvingen 2 fr. per
100 kgr. of 1,50 fr. plus dc kost.
Weideboomgaarden hadden destijds een
groote waarde. Op zijn minste kon men
eene hektare 10.009 fr. verkoopen, en ’t
was geen moeilijkheid er 12.00G-14.000 fr.
voor te krijgen.
HANDEL
Dat er in Veurne-Ambacht op ’t einde
der vorige eeuw eiï ’t begin dezer eeuw
'n drukke handel bestond is algemeen be
kend.
Vooral de Veurnsche Renette was ge
vraagd. In heel Zuid-Veurne-Ambacht en
>Noord-Frankrijk kochten de handelaars
de appels overal op. Van 4 uur 's mor
gens trokken ze te voet de gemeenten
af en kochten de appels op aan een prijs
afhankelijk van de voet van vraag en
aanbod. Zoo golden de appels in 1894 tot
5 fr. per 100 kgr., terwijl ze 7,50 fr. tot
19 fr. golden in 1886 en 1890. Sommige
boomgaarden werden op stam verkocht
of na 't plukken. Andere landbouwers
stapelden de appels op tot November in
de koeistallen tot aan de opperdeur. Deze
appels werden duurder verkocht en gol
den soms als tafelappeis van 15-20 fr. de
100 kgr. Al dat fruit werd met Itruiwa-
gens of wagens naar de Loovaart te For
ten: of elders of naar de Bergenvaart te
Houtctn, ’t Zwaantje Wulveringem) en
’t Nieuwpoortje (Bulskamp) en per schip
naar Veurne gevoerd om daar te worden
overgeladen, voor de Engelsche conser
venfabrieken.
Peren, pruimen of kersen werden, naar
mijn opzoekingen, nooit verzonden.
Pruimen en peren golden in 1895 on-
hooren. helpen den houder; maar waai
er vier helpen, zijn er acht of tien tegen
hem, daar de partijen nagenoeg gelijk
staan in getal.
Is eenmaal de overwinning behaald,
dan bezingt de overwinnende partij ha
ren zegepraal op jubelende tonen; het
broodje wordt bevochtigd met roggengeest,
met gerstennat of appeldrank; doch dit
alles gaat zoo vredelievend toe, dat men
nooit krakeel, bij dergelijke gelegenheid
heeft zien ontstaan. De overwinnen.de
partij beroemt zich, geheel het jaar door,
op haar zegepraal, terwijl de overwonne-
nen in hunne nederlaag zelve nieuwen
moed scheppen om het volgende jaar ds-
overwinning te betwisten.
De broodjeskoning doortrekt de ge
meente, aan hst hoofd zijner maatsover
al wordt hij gulhartig onthaald en de
bests appeldrank wordt hem geschonken.
De overwinnende wijk draagt den hemel
■en gaat vooruit in alle processiën. De ko
ning neemt de eerste plaats in alle vrije
spelen, en is, om zoo té zeggen, geduren
de zijn koningschap de eerste persoon
van Geleens jongens. De geheele wi;k
neemt haar aandeel in den roem der
overwinning en wordt opgesmukt, alsof
het kermis ware. In de kerk zelve, be
kleedt de koning een eereplaats. Over
weegt men nu, dat deze reusachtige wor
steling, behalve de vreemdelingen die er
heen, gelokt worden, voor ooggetuige
heeft geheel den maagdenstoet en de wij
ken; dat elke partij hare deelnemers
heeft onder de toeschouwers, welke de
mannen aanmoedigen door stem en ge
baren, en dat de lichaamskrachten in
deze uitgezonderde gemeente, op den
hoogrten prijs gesteld worden, dan zal
men zich maar esn flauw denkbeeld vor
men van deze hardnekkige en zoo woeste
worsteling.
Nu wij een schets gegeven hebben van
dit voorbeeldclooze gebruik, zal de lezer
des te beter ’t vervolg van dit verhaal be
seffen en ons veroorloven, den draad te
hernemen, waar hij afgebroken werd.
Herman, welke nooit naliet aan de zus-
geveer 4-10 fr. per 100 kgr., en de kersen
10-20 frank.
’t Moet zijn dat er in andere streken
nog beter fruit werd gekweekt, of dat de
handelaars den landbouwer meer profijt
nalièten. gezien volgende statistieken der
'mid-denprijzeu per 109 kgr. aangeven voor
appels
1898: 9,85 fr.; - 1899: 10,35 fr.; - 1992-
1903 8,66 fr.- 1905: 12,75 fr.; - 1906:
6>00 fr.; - 1907: 14,00 fr.
Uit deze prijzen blijkt duidelijk de
beurtjarenopbr engst.
Vernieldenswaardig is nog het feit dat
Mgr Waffelaert zaliger, elk jaar rond
Oktober 200 kgr. Veurne-Ambachtsche
Renetten bestelde bij AL Kuyssen te
Roesbrugge-Haringe.
VERVAL
Tijdstippen en Oorzaken.
Ongelukkig is na de bloeiperiode rond
1875. er vanaf 1880 'n verval is ingetreden
in de geschiedenis der Veurne-Ambacht
sche boomgaarden.
De groote oorzaak zou de VORST ge
weest zijn.
In 1879-80 begon het te vriezen op Ste-
Victoriene van den bitterbrander en haar
broer Achille. Vic tori ene was ’n vriendin
van Stefanieken en Achille was ’n vriend
van den huize. Maar sedert de dood van
Pee, was hij meer geworden dan een
vriend van den huize. Zoo vertelden de
menschen toch in ’t dorp en Uylespiegel
zsgt: waar dat er rook is, daar is er vuur,
’t Kan zijn dat Stefanieken er serjeus
aan peinsde met Achille te trouwen,
Achille mocht er zijn: ’n kloeke kerel,
wel gedraaid van lijf en leên, ’n frisch
gezicht’ met. ’n koppel gitzwarte oogen en
’n haarbos al even zwart. Hij was te
midden in de dertig... dus ’n jaarken of
zeven jonger dan Stefanieken.
Dat Stefanieken stijf verliefd werd op
Achille is goed te begrijpen... Of Achille
verliefd was op Stefanieken... is wat an
ders. Maar als ge met ’n vrouwmensch
kunt trouwen die ’n schoon huis bezit,
geld heeft en landerijen... ja... dan peinst
ge misschien, al ne kser aan dat spreek
woord van de b.oerenmenschen’t Is
rapper getrouwd, dan. met werken gewon
nen
Maar, ei! Als Achille, Stefanieken zag
dan zag hij ook die pronte Irma, de belle
fleur van ’t dorp... En, als er met de
kaarten werd gespeeld dan moet het ge
gaan zijn, precies lijk er in een van de
liedjes van Hullebroeek gezongen wordt: er^de"plaat niét'het' dceg“op.'''$l'ït‘ d"cn
«De voetjes zeggen ’t onder tafel». Zcó -
hadden die voetjes onder tafel de voe
ten van Achille en de voetjes van Irma
al veel gezegd, tot dat Stefanieken op
’n goeien dag, het spelleken in de gaten
kreeg. Ge kunt peinzen wat er toen ge
beurde: ruzie! Oorlog, tusschen Stefanie-
'ken en Achille. Oorlog tusschen Stefanie
ken en heur nichteken Irma, die ’t met
pak en zak mocht aftrappen...
Maar Achille stapte ’t ook af cn beken
de dat hij liever met Irma zou trouwen
al had die geen cent, dan met ’n ouw
matant met dutten. Achille zal toen ook
wel aan dat ander liedje van Hullebroeek
gepeinsd hebben: Tieneken van Heule
ons maart je! Ge weet wel: dat Tieneksn
van Heule had ook geen cent...
Nu gepasseerde week zou ’t huwelijk
plaats hebben: ’t huwelijk tusschen Achil
le en Irma... Maar ’t huwelijk is uitge
steld en zal misschien uitgesteld blijven
tot in der eeuwigheid... Want, Stefanie
ken heeft ’n fameus rolleken gespeeld...
Ze stond op wacht en had in ’r hand ’n
kommeken met vitriool en die vitriool
heeft ze Achille in z’n gezicht gekletst...
De sukkelaar zit d^ar nu met uitgebran
de oogen en een geschonden gezicht. Ste-
fanicken zit achter slot en grendel en
Irma zit te treuren. Drié gebroken levens,
’t Klinkt bijna als ’n ekspress-roman van
Knulleken maar ’t is geen ekspress-ro
man. ’t Is echt gebeurd ts Hakseïaar, dat
ergens in Holland moet zijn gelegen.
HOE ’T NU GELEGEN IS met ons ka-
lenderken, zult ge seffens kunnen lezsn.
Zondag 2 Maart: SS. Karei (de Goede)
Absolon.
Als ge staat te strijken
Wil dan even kijken
Of ’t gestreken lijnwaad past
Keurig voor de linnenkast.
Want een knoopje kan ontbreken
Of een draaadje is geweken!
Kleinigheden! Maar die vaak
Zijn een kostelijke zaak
Vcor de vrede van ’t gezin...
Vrouwtje! Steekt ’t uw hersens in.
Maandag 3: SS. Kunsgcnde. Camilla.
Emerit.
Meisjes! zijt ge fijn van vel
Mooi van snoet en beenen
Och! onthoudt dit goed en wel
Tijd! jaagt alles henen.
Dinsdag 4: SS. Casimir. Lucius. Arche-
laus. Aeneas.
Waar eten is voor zeven
Daar is er ook voor acht
Hebt gij in deze tijden
Daar ook al aangedacht?
Woensdag 5: SS. Theophiel. Oliva. 'Theo-
phania.
Een zwaluw brengt de zomer niet
Maar waar is ’t toch, verdomd,
Dé vriezeman verliest zijn kracht
Wanneer de zwaluw komt.
Donderdag 6: SS. Coleta. Fridolijn.
biaan.
Bssteedt den kostelijk en tijd
Van dagen en van nachten
Terwijl gij in uw krachten
Eü' üïivefslctèi! zijl. (C. Huygens).
Vrijdag 7: SS. Thomas (v. Aquine). Vic
torina. Perpetua.
Trouwen, onder ons gezeid
Doen de menschen nooit op tijd
Doet ge ’t goed, dan zegt ge kwaad
Trouwen deed ik vast te laat
Doet ge ’t slecht dan peinst ge er aan:
'k Heb het veel te vroeg gedaan.
Zaterdag 8: SS. Philemon. Herenia.
Een haastig woord
Heeft vaak de vreê van ’t huis ver-
[stoord.
Serie 212.957 Nr 2 wint lOO.fMO fr.
Serie 206.721 Nr 3 wint 100009 fr.
Serie 190.100 Nr 1 wint
Serie 52.479 Nr 5 wint
52.309 Nr 2 wint
series winnen 10.030 frank
93.384 Nr 1
245.594 Nr 1
300.629 Nr 2
366.391 Nr 2
379.135 Nr 5
VERSTOORD is vast en zeker de
vreugde van 't leven als ge in de gevan
genis terecht komt. Wat most het dan
zijn als gé- tot ’n levenslange opsluiting
veroordeeld zijt.
Zeg dan maar gerust
De schoonste tijd voor mij
Ds schoonste levenstijd
Helaas, die is voorbij.
Hewel! In Amerika hebben ze- er iets
gevonden... De gevangenis werd te klein,
want daar kwamen veel nieuwe klanten
binnen. Toen heeft de directeur van die
gevangenis iets fijns uitgedacht. De man
nin die reeds meer dan tien jaar daar
gratis hadden gelogeerd, mochten ver
trekken op conditie dat ze zouden trou
wen... als ze nog niet getrouwd waren...
Maar om te trouwen mort ge met twee
zijn, ’t Is daarom dat die directeur in
verschillende gazetten het volgend be
richt liet drukken: Levenslang veroor
deelden, die hun leven wenschen te be
teren, en zelfs voorbeeldig te leven, kun
nen uit de gevangenis vrijkomen indien
ze kunnen trouwen. Om nadere inlichtin-
Zie vervolg hiernevens
Kunt ge ’t missen of wel leenen
Honderd kilo’s en nog meer...
Min is ook goed en het Manneken,
Hier, op voorhand, dankt u zeer.
Knulleken wil er ook een woordeken
bij voegen:
Alderliefste Lezeressen
Vrienden Lezers, ’k zeg heel blij:
Door uw toedoen wordt het hier een
Samenwerkende maatschappij»-.
1 Maart:
2. Maart:
3 Maart:
4 Maart:
5 Maart:-
Donderdag 6 Maart:
Vrijdag 7 Maart:
Eerste kwartier 6n Volle maan 13"
IBBSBBBSBaBBSBaSEBXBBBfligSIBSlBa