o/i’ BOKKEN RUBERS
’T ROÜS KRUIS
Ons Vrouwenhoekje
p Onze Raadselprijskamp
^’lll!l!!IMIIIIini!l!tlil!!!lliilllllllllini!IMIilHIIIII!l!!llllllllllll1illllllllllllllllllllllllllilUIIIIMIHirilUI^
Ons KINDERHOEKJE
STEVENS Gebroeders
de Landbouwers
BRANDVERZEKERINGS-
MAATSCHAPPIJ
VAN POPERINGE
VOOR ONZE KLEUTERS
Bericht aan
LITURGISCH KALENDER
GELDPLAATSINGEN
DE HELDENDADEN VAN
KNUPPELS
DE SAMENWERKENDE
DE VERDUISTERING
AAAN
Voorraad MELK 31 DO NS
beschikbaar.
het manneke -
UIT DE
- gesticht in 1904 -
IS DE BESTE EN VOOR-
DEELIGSTE
door ECREVISSE
Bezorgt seffens uw OUDE KOORDEN
en wacht niet tot het te Iaat is
DE POPERINGENAAR»
G. EOURDEAU
VOOR UW DRUKWERK
A
nsog griep
OSEI rheumatiek
igQsS zenuwkoortsen
NUTTIGE WENKEN
OPLOSSINGEN
GEBRUIK VEEL UIEN
BROODBAKKEN MET
ZUURDEEG
NIEUWE RAADSELS
Ct Vervol
12-4-41. 8e BL
van
BOB
Essaa
i. -
2. -
3. -
4. -
't zlj 8 liter, J
Drie
’t
en
een
aan
Ik zit ock mst een kerel
Die ’s Zondags na de Mis
Heel gaarne met zijn vrienden
Dan op zijn ronden is.
DRESSAGE.
Al ben ik pas een en twintig
’k Ben reeds twee jaar getrouwd
...En ’k zit er met een kerel
Die veel van drinken houdt.
Een maandje na ons trouwen
Gebeurde ’t d’eersten keer
Dat hij, zoo rond den éénen
Kwam uit de misse weêr.
PASCHEN!
Paschen! Alleluja! Paschen!
Hoort de klokken zingen luid
't Feest der Wondere herleving
Over stad en dorpen uit.
Maai' die logen werd gewroken
Door de waarheid van Zijn woord
En. trots alle helsche machten
Leeft die waarheid altijd voort
Door de Macht van eigen wil en
Ongerept in heerlijkheid,
Is Hij uit het graf verrezen
Als hij zelf het had voorzeid.
De broek die moogt gij dragen
Ik draag ’nen simplen rok
Maar dat zal niet beletten
Dat ’t gaat hier op de klok.
Toen vroeg Door heel verwonderd
Bij ’t broeblen van een vloek...
W... wie... z... zou hier dragen
Verd...d...d...domd den broek?
Wilt gij uw eten halen
Dat kunt ge doen verstaan?
Maar ik, onthoudt ’t voor later
Steek er geen duim meer aan.
Ik maakte bij het eten
Mij daarom geen kwaad bloed
En ’t smaakte zonder Dorus
Verdraaid, mij even goed.
Dan waschte ik pot en pannen
Veegde de keuken uit
En zong een lustig deuntje
Lijk ’t vogeltje in de muit.
Het eten, zei ’k verwonderd
Ik heb ermeê gedaan...
Want ik geloof dat seffens
De klok twee uur zal slaan.
Dacht gij dat ik met ’t eten
Zoo vroeg ik, beslist en stout,
Twee uur zou blijven wachten?!...
Zóó zijn we niet getrouwd!
Ik dacht: houdt git van drinken
Vermaak U maar terdeeg,
Doch keert ge huiswaarts, kerel.
Dan is... de tafel... leeg.
Toen hoorde ik rond twee uren
Gerammel aan de deur
En Dorus stapte binnen
Poenrood was zijne kleur.
^.■'iliillIlllliiiiliiilllllllliflIllIllllllllüllMcngelwerk van 12 April 1941. Nr M-nnililllHlllllllllllllllllllllllllllllllllH^
ii
F
aan de Firma
POPERINGE IEPER
leperstr., 5 - Veurnestr., 38-40 Vandenpeereboompl., 7 9
U zijt dan verzekerd NIEUWE KOORDEN
te bekomen voor den komenden oogst.
12 April:
13 April:
14 April:
15 April:
16 April:
17 April:
18 April:
Dat lesje heeft geholpen
En ik ben heel tevreê
Want ’s Zondags met den noen
Eet Dorus met mij meê.
1. - Omdat de Bestuurraad samengesteld
is uit Poperiugenaars die van iedereen
gekend zijn;
2. - Omdat al de aandeelhouders Pope-
ringe bewonen
Door de Joden werd de logen
uitgestrooid... met goud betaald:
Zijne volgelingen hebben
’t Lijk uit ’t graf teruggehaald
Hij hikte en zag in ’t ronde
En vroeg me toen alras,
Wijl hij keek naar den tafel,
Waar dat het eten was?
gezondheid en op de welsprekendhsd
van onzen kapitein! Ik voeg er nog bijl
Op de zegepraal over de kinderen va»
den verrader Ruyter! Op... op
onder
20.32
20.34
20.35
20.37
20.38
20.40
20.42
i»
Doch als ’k TT iets mag vragen
U, Lezer van De Poperingenaar
Laat ’t leven komen zonder klagen
En houdt uw geest steeds helder... klaar.
En zijt ge naasten Zondag
Dat spelleken nog niet moe...
Dan vindt ge voor uw neuze
Gewis de deur ook toe.
De lepels en vorken waren uit het fijn
ste zilver vervaardigd, en droegen nog
het merk van den eigenaar, wien zij ont
stolen werden. Er heerschte overal en in
alles eene buitengewone zindelijkheid.
Spijzen en wijnen werden met een onbe
schrijfbare gulzigheid verzwolgen. Zoo
lang de eerste honger niet gestild was,
hoorde men anders niet dan het get!!:
van vorken en messen; de tongen sche
nen geboeid of liever dienden enkel tot
werktuigen der gulzigheid... Zoohaast
nwel het druivensap begon naar het
h-ofd te stijgen liet zich een gemompel
hooren onder de tafelgasten en Steven
maakte de bemerking, dat de katten niet
miauwen terwijl zij muizen...
Klaas die den bedwelmde wilde spelen
met opzet en zich matiger hield dan al
de overigen, sprak met een stijve tong:
De vergelijking riekt wel niet naar
den kapitein Modepop; nochtans is zij
zeer juist. Makkers, drinken wij op de
UIT TER HAND TE KOOP
TE IEPER
Twee uiterst welgelegen
GROOTHANDELSHUIZEN
Verscheidene Huizen (handels- en pri
vate).
Garage-herstellingsatelier met 540 .ui
grond.
Bouwgronden.
Alles langs voorname straten.
VIER WERKMANSBUIZEN met HOF.
Inlichtingen bij
Makelaar in Goederen,
Ste-Elisabethstraat 1b, leper.
SBBEBBBIBBBBBBBBBBBBBEflSSIlH
AAN DE GROOTHANDELAREN
IN IJZER Formulieren voor aanwa-
- gen tot bevoorrading in
ijzer voor liet bouwen van woningen door
tusschenkoinst van het Commissariaat-
Generaal voor ’s Lands Wederopbouw
kunnen besteld worden ter
DRUKKERIJ SANSEN-VANNESTE
Gasthuisstraat 15 POPERINGE.
De Bokkenrijders durfden schier niet’genade, zonder uitstel!... Ziedaar hoe ik
ademen; want zij hadden bemerkt dat
Steven, een cogenblik den voorvinger
tusschen de kin en de onderlip gelegd
en den halsdoek met een krampachtige
beweging verscheurd had.
Deze opwelling van gramschap duurde
slechts een oogwenk; want Steven toom
de derzelve dermate in, dat hij de kalmte
zelve scheen, toen hij in volgender voege
sprak
Makkers, ik wil alles gelooven, wat
Klaas aangaande Hein Ruyter en zijn fa
milie geopenbaard heeft omdat ik durf
vertrouwen, dat hij zich overtuigd heeft
v;.n de gegrondheid zijner openbaringen.
To. daar is alles in regel; doch Klaas
hoeft zich daarenboven veronderstellin
gen en gissingen veroorloofd, die onrecht
vaardig ca ongegrond zijn. Onrechtvaar
dig: want hij legt mij aantijgingen van
kilheid ten laste, en gij weet allen, dat ik
nooit lafhartig geweest ben. Ongegrond:
want ik neem hier op mij de plechtige
ve.-b.ntanis op een schitterende wijze de
Bt.rkenrijders te wreken. Luistert wel
nr.f.r mijne woorden, zette de hoofdman
bij. de stem verheffende en de rechter
hand bo’. en de tafel uitstrekkende, ik ver
pand hier mijn woord van kapitein dat,
binnen de tijd van vier maanden,-Her
man Ruyter Bokkenrijder is, gelijk wij
zulks zijn. Heden en vier maanden beroep
ik u allen hier, op deze plaats, ten elf
uren 's avonds, met de verplichting Ruy-
te:s zoon en dochter gekoord en gebon
den voor te stellen. Gij allen zult over
hun lot uitspraak doen naar willekeur;
wat slag van martelarij of dood gij zult
uitspieken, zullen zij ondergaan, zonder
met zijne gewone en prijzenswaardige
rondborstigheid. Maar aan mij ook staat
het vrij, u te bewijzen hoe ongegrond zijn
vermoeden is. Welaan, op het bepaald
middernachtuur bindt en koordt ge mij
en mijne dienstboden zonder genade!
Daarna neemt ge alles uit mijne woning
mede wat u behaagt en onder de handen
valt... Dit gebied ik u allen, in mijne
hoedanigheid van kapitein! Wat meer is,
diegene onder ons, welke later ooit, onder
wat voorwendsel het ook zijn moge, zal
spreken van wedergeven of wedernemen,
ondergaat tienmaal de spitsroede met
ontblooten weg!... Dit is klaar en duide
lijk, makkers! Antwoordt op dezelfde
wijze.
Indien gij gebiedt, kapitein, is het
onze plicht te gehoorzamen, fluisterde de
rosse Dirk van Hulsberg; zonder dit stel
lige gebod, zou ik Klaas' zienwijze om
helzen Het goed der Bokkenrijders
moet den Bokkenrijder heilig zijn
Klaas bemerkte met zijne gewone fijn
heid, dat, aangezien de kapitein er op
bestond bestolen te worden door zijne
makkers, zij zich behooren te onderwer
pen; doch, hij stelde voor, niemand, bui
ten de aanwezigen, mede te nemen, daar
zij, volgens hem, genoeg waren. Ook stel
de hij voor, dat elke Bokkenrijder slechts
een voorwerp, naar zijn behagen zoude
stelen uit het huis van den kapitein.
Aangenomen, dit voorstel, riepen al
de Bokkenrijders uit!...
Steven onderwierp zich aan het alge
meen gevoelen; doch, hij was zichtbaar
misnoegd. Immers had hij zijne bedoe
ling; het scheen hem toe, dat Klaas ook
de zijne had, en hij begon den zoon van
den Rooden Dolf te wantrouwen. Hij trok
een gouden uurwerk uit en ziende dat het
middernachtuur naderde, verklaarde hij
de zitting gesloten. Dan riep hij Deerks
zoon toe:
Dorus, daar hebt gij den sleutel van
den kelder; haal wijn op, zooveel als de
makkers willen drinken. Begin met den
Scholtiswijn, later neemt gij dien van
den deken van Schlnnen.
wendt U ter
Drukkerij SANSEN-VANNESTE
Gasthuistraat - 15 - Poperinge
i3Riiniisgafii»SEiiiBiHi9
dorstige lieden! Zij bezagen elkander;
want geen van allen kon gelooven, dat
Steven, de gierigste van hen, zich wilde
laten berooven van al zijn schatten en
kostbare zaken. Klaas brak vruchteloos
het hoofd om klaar te zien in de ontwer
pen van den kapitein, nochtans kwam
hem het voorbeeld zeer verdacht voor.
Steven, zoo redeneerde hij bij zich zelven,
is te hebzuchtig om een zwavelstok op
te offeren tot het behoud zijner faam...
Wat faam heeft hij?Die van een huiche
laar en valschaard. Doch pogen wij klaar
te zien in dit duister ontwerp. Eensklaps
scheen de zoon van Roodolf zijn besluit
te hebben genomen, want zich tot den
kapitein wendende, zegde hij:
Meester met uw verlof, moet ik u
doen opmerken, dat wij ons niet mogen
toelaten, hetgeen gij ons gebiedt... Ik ten
minste zal mij wel wachten mijn kapi
tein te berooven van hetgeen hem be
hoort en, onder geen voorwendsel, zal ik
dulden, dat iemand de handen aan zijn
lijf slaat, om hem te koorden of te bin
den. Ik wil wel, dat wij den kapitein be
stelen, indien hij zulks raadzaam oor
deelt; maar onder voorwaarde, dat wij
hem later al datgene teruggeven wat wij
hem ontnemen.
Integendeel, viel Steven in de rede,
gebied ik u alles te houden, wat gij zult
nemen. Past den regel der Bokkenrijders
toe, die zegt: Wat goed is om nemen, is
goed om houden!... Zoo bedoel ik de zaak.
Kapitein, bejegende Klaas met ge
veinsde onachterdocht, ik bedroog mij,
toen ik u beoordeelde gelijk mij zelven
en mijne overige makkers: ik verbeeldde
mij dat wij allen Bokkenrijders zijn om
te nemen, wat ons behoort en niet om af
te geven, wat wij eenmaal bezitten.
Steven, welke zijne makkers kende tot
in het merg hunner beenderen, las op
hunne gelaatstrekken, dat de uitgedrukte
zienswijze van Klaas, ook de hunne was;
hij hernam:
Makkers, de gedachten, zegt het
spreekwoord, zijn tolvrij, de vriend Klaas
maakt van deze waarheid gebruik, zelfs
JAN FERDINAND, DE WATERMUIS
Er leefde eens in ’t muizenland,
Een wonderbare muis;
Hij heette Jantje Ferdinand,
En was niet al te struisch.
Dus jonggetrouwde vrouwkens
Nu weet g’er alles van
Hoe dat ge moet dresseeren
Hem dien ge naamt voor man!
Ziedaar, beste Lezeressen en Lezers,
hoedat d’historie effen getrokken werd...
Maar daarvoor moet ge veel zelfvertrou
wen hebben want als ge soms ’n pandoe
ring zoudt oplcopen waarbij ge zoo plat
geslagen wordt als 'n vijg, dan moogt ge
toch niet zeggen dat ’t de schuld is van
t Manneke uit de Maan.
Raadsel 11.
kameraden kaartspelers «taken
een akkoord dat bij iedere partij de ver
liezer het geld der twee andere moet ver
dubbelen. Na 3 partijen, waarvan om de
beurt door elkeen 1 verloren werd, (lebben
ze elk 24 fr. Hoeveel geld hadden, ze elk
afzonderlijk als ze begonnen te kaarten.
Raadsel 12.
Een trein verlaat New-York met be
stemming van San Fr ancisco. Ieder mor
gen en in tegenstelling daarvan verlaat
er een op 't zelfde uur San Francisco.
De twee treinen rijden er juist 5 dagen
op, 1.1. z. 5 x 24 uren. Als ge nu moest
meereizen met een dezer treinen, hoeveel
treinen zoudt ge onderweg kruisen; ko
mende uit tegenovergestelde richting?
iBBHBBBBBBflBBBBBBBBBBnBBBBIBlilBBBBBflaBBBflBBBBBBH BB331519I
SLAGEN REGENT MET VRAGEN en
Pros van Pommelen was te leper verlo
ren geloopen en vroeg aan een agent:
Meneere, hoe kan ik in de Soepstraat
geraken?
Per vwatuur, per tram, per itlo of
te voet, zsi de agent.
Dat weet ik ook, zei Fros, maar langs
waaar moet ik gaan?
Oh! da’s wat anders, zei de agent.
Ge gaat eerst rechts, dan links, dan
schuins over links en dan averechts!...
Merci, zsi Pros. Lust ge een sigaar?
Met plezier, zei de agent.
Hewel, antwoordde Pros, ge kunt
dien zelf gaan koopen of door iemand
anders zenden halen. Ge kunt hem beta
len, cadeau vragen of laten opschrijven
en als ge hem dan hebt, kunt ge hem op-
sieken, opsmoren of dom- esn ander laten
opsmoren!... Salu, garde!... en Pros was
weg...
voor de voeten van Dalilah zal kruipen!
Indien ik ooit -mocht vergeten, wat ver
plichting ik heb op mij genomen, zoo
moogt gij mij aanzien en behandelen als
den lafhartigsten kerel, die ooit den aard
bodem heeft betreden!
Hij trok de hand terug en zich tot zijn
tegenstrever wendende, zegde hij:
Klaas, openbaar thans, waar de kin
deren van den verrader wonen; want ik
brand van ongeduld en begeer zonder
vertoeven aan het werk te gaan.
Thans nam de zoon van den Rooden
Dolf het woord en verhaalde alles, wat
hij aangaande de familie Hein Ruyter
had vernomenhij maakte hunne levens
wijze bekend, hunne betrekkingen met
den ouden pastoor va" Geulle en met de
familie Jansen van I. cerath, hun ver
blijf ter bergwoning ca al die nevenom
standigheden, welke Steven konden dien
stig zijn tot het bereiken van zijn doel.
Klaas jubelde inwendig; hij had eene
rol op zich genomen te spelen, welke hier
op neerkwam: de kinderen van Hein
Ruyter wilde hij doen omkomen door toe
doen van Steven, en nochtans zou hij
den kapitein beletten, zijn gegeven woord
te houden jegens de makkers. In allen
gevalle, de haat van Klaas was grooter
tegen Steven dan tegen Ruyte’s kinderen.
Hield de kapitein geen woord, dan zou
het hem ónmogelijk zijn, nog langer zijn
onbeperkt gezag uit te oefenen, en dan
had ook Klaas zijn doel bereikt.
Dit onderwerp werd als afgedaan be
schouwd, men ging onmiddellijk over tot
datgene, wat met den toestand der maat
schappij in betrekking stond.
De magere Jan, in 't avondrood,
Zat droomend bij den vliet.
Het water spoelde aan zijn poot.
Hij zong een zeemanslied.
Plots spreng hij op gelijk een gek;
Hij. -had een mooi gedacht.
Hij zocht in 't bosch een stille plek
En werkte-, gansch den nacht.
Ze kwamen zien, de muizen al,
Door 't heldere morgenrood.
Jan had een oude muizenval
Veranderd in een boot.
Men liet de boot in ’t water gaan,
Met Ferdinand aan boord.
De wind deed ’t zeil gespannen staan;
Geen muis sprak toen een woord.
En hij dreef weg, en hij verdween.
Al wuivend met zijn poot.
Toen liepen al de muizen heen.
Zij wilden ook zco’n boot.
Een week daarna, in zonnenschijn.
Voer naar een verren sloot,
Jan Ferdinand, als kapitein
Der watermuizenvloot.
Waarom lijden aan
SÊW® hoofdpijn
migraine teSmigSa
iOS tandpijn 'BWWISM
Fijn der
MAANDSTONDEN EBSgOgl
als de
Wonderbare BRUINE POEDERS j|
van - P
der Apotheek DE POORTERE g
Sint-Niklaas-Waas
U oogenblikkelijk, zonder schadelijke I
gevolgen van deze pijnen zullen be- R
vrijden.
Dc doos S poeders 4 Ir.
driedubbele doos -.011
«fiCTESgM *5 poeders 10,ou jr. BSSHI
Te verkrijgen in alle
goede Apotheken 01
vrachtvrij tegen MgHKgfe
postmandaat.
SHEESH Gebruik ze eens, U
zult nooit geen an-
dere meer gebruiken.
j
3. - Omdat het gestorte geld in Pope-
ringe blijft;
4. - Omdat de Maatschappij reeds
aanzienlijk reservefonds bezit;
5. - Omdat de brandschaden ten spoe
digste geregeld en vereffend worden:
6. - Omdat de premiën verminderd wor
den 15 9ó vanaf het vijfde jaar.
Alle inlichtingen te bekomen bij de
H. JULIEN VANDOOREN, Zaakvoer.
der, leper «traat 23, POPERINGE.
ZONDAG 13 APRIL PASCHEN
Gedurende den ganschen Vasten- en
Passietijd, hebben we met onzen godde-
lijkcn Zaligmaker mede geleden door
boete en door echt hartelijk mede-lijden.
Maar vandaag noodigt onze Moeder de
H. Kerk ons uit op het groote Paasch-
feest des Heeren. Aan de tafel van den
Paaschdisch, waar Jezus, ons Leven en
onze Verrijzenis, Zichzelf aan onze zielen
geeft als Bron van eeuwig leven en als
onderpand onzer eigene verrijzenis.
Deze is de Dag, roept de H. Liturgie
ons toe, dien de Heer gemaakt heeft lot
een levens- en verrijzenisvreugde. Ver
heugt u dan en verblijdt 11 allen in den
Fleer.» (Graduale van de Mis.)
In haar Martelaarsboek zingt dan ook
de H. Kerk haren Stichter, den Koning
der Martelaren ter eer: «Op dezen dag.
dien de Heer gemaakt heeft, vieren wij
het Feest aller feesten en ons Paasch-
feestde Verrijzenis van onzen Zaligma
ker Jezus-Christus volgens het Vleesch
(Martyrologium).
Deze gansche week door, gaat het
Evangelie verhalen van de Verrijzenis des
Heeren. Op Paaschdag zelf zijn liet de
Engelen die bij het H. Graf aan de hei
lige Vrouwen getuigenis afleggen van
hunnen en onzen God en Heer.
De heerlijke Paaschles en Paaschtaak
voor ons allen en voor ieder van ons:
Uit het graf der zonde ópstaan, om daar
nimmer meer in neer en ten onder te
gaan. En levend gemaakt door Hem die
en ’t leven en de verrijzenis is, ’n nieuw
leven beginnen, van stonde af, ’n Gods-
kinderenleven. Ons heele leven toegewijd
aan de eer en de glorie van Hem die
voor ons gestorven is, begraven en ver
rezen.
Zondag 13 April: Paschen.
Maandag 14 April: 2e Paaschd. II. Justinus'
Dinsdag 15 April: H. Paternus.
Woensdag: 16 April: H. Benedictus Labre
Donderdag 17 April: H. Anicetus.
Vrijdag 18 April: H. Idesbaldus.
Zaterdag 19 April: H. Ursmarus.
Zondag 20 April: Beloken Paschen.
Want klare kop en klare zinnen
Bedwingen al den last
En dezen kunt gij overwinnen
Met moed en zelfvertrouwen vast.
Ja, Vrienden Lezers, moed en zelfver
trouwen spelen in ’s nsenschen leven een
groote rol, dat heeft Jeanneke ook onder
vonden nadat ze met Isidoor in ’t bootje
gestapt was. Jeanneke hield duivelsveel
van haren Isidoor en Door idem van
Jeanneke. ’t Was liefde al wat den hemel
maar geven kon maar... ’t is niet alles
goud wat blinkt. Door dronk geerne een
pint, dronk er z:lfs te veel en had ’n dooi
en door slechte gewoonte van geen uur
te hebben in zijn huishouden. Als ’t me
neer beliefde ging hij naar huis en Jean
neke moest maar zien dat ’t eten klaar
stond en meneer seffens ofte nog rapper
zijn voeten onder tafel kon scexen om
aan ’t smullen te gaan... En was Door
zoo... Jeanneke was anders.
Moed en zelfvertrouwen had Jeanneke
te koop... en zie nu maar hoe d’historie
afrolde en... op goeie pootjes kwam. Van
kontentement maakte Jeanneke een ge
dichtje van d’historie en plakte ’t
onder den titel:
Zoo kreeg ik in mijn leven
Veel zaken reeds te zien
Veel moois... veel kwaads... om te bele-
[ven
Wat gij, wie weet, ook deelen zult mis-
[schien.
En hop
Ik zeg stop!
Want mijne kop
Is op.
’k Leg
M’n penne neer
En zeg
Niets meer,
Dan met een blije lach
Aan allen: goeden dag.
’t Manneke uit de Maan.
(Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden).
Steven hing een tafereel op van hunne
levenswijze en strevingen; hij poogde hun
bestaan als Bokkenrijders te wettigen;
deed hen gevoélen, hoe zij listen moesten
gebruiken, om de menigte in het gedacht
te houden, dat er iets bovennatuurlijks
lag in het bedrijf der Bokkenrijders.
Immers, zoo vervolgde Steven, ieder
een gelooft, dat wij een verbond met den
duivel hebben aangegaan, welke ten prijze
onzer zielen, alle muren helpt doorbre
ken, alle schatten aanwijst! Elkeen ver
beeldt zich dat noch staal, noch ijzer, te
gen ons bestaan kunnen! Dat de duivelen,
op onzen wenk, de gedaante aannemen
van Bokken met gedrochtelijke horens,
waarop wij in een oogwenk, van de eene
naar de andere plaats, door de lucht rij
den!.,. Gij weet het, makkers, altoos heeft
men gepoogd met bidden, met bezwerin
gen en relikwieën ons te verjagen; dit
goochelspel houdt zichtbaar op; reeds be
gint onder het volk het gemompel te loo-
pen, dat niet de duivel de aanvoerder der
Bokkenrijders is; maar dat ik het ben.
Indien er nu geen maatregelen worden
genomen om dit uit te roeien, dan is het
met ons gedaan; want dan zullen wij
meer kogelen in ons lijf dan kogels in
onzen zak krijgen, en van kogelen ben ik
een doodsvijand. Daar gij denzelfden af
keer van looden ballen koestert als ik,
heb ik een middel verzohilen, om de loo-
pende geruchten te versmachten in hun
ne geboorte, en onze macht op vasten
voet te stellen. Luistert wel naai' mijn
ontwerp en zegt rechtuit of het u be
haagt.
Al de Bokkenrijders staken de hoofden
vooruit en Steven vervolgde:
Toekomenden Zondag, als de klok
van Schinnen's toren middernacht slaat,
dan begint gij in mijne woning te breken;
gij neemt er alles uit wat onder uwe
handen valt, na mij alvorens gekoerd en
gebonden te hebben, alsof ik u allen on
bekend en vreemd ware. Ziedaar een ge
makkelijke taak om af te doen.
Onbeschrijfelijk was de verbazing, wel
ke dit voorstel verwekte onder deze goud-
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Laatste kwartier 18" Nieuwe maan 26]
mans van A. Hans en dragen als titel;
Het Graf aan de Zee
Het Geheim van het Woud
Het Geheimzinnig Kasteel
In Eer hersteld
Goede oplossingen dezer week kre
gen we van:
Uit Abrele: üalliu Walther.
Uit Adinkerke: Bossant Roland.
Uit Aiverinpem: Vanheule K., Ryckelvoer Jieml, Be
tuwe Henri, Ryon Michel.
Uit bikschote: Duiny Eric.
Uit lirieieH: Vt-rurugghe Maria.
Uit beteren: Versniessen M.
Uit Berezinge: Charles André, Defoor Laura.
Uit Dikkeeruseb: Vande laurotte Marcel.
l it Diksniuide: Nevejan Achilles. Vauhesle Germain.
Uit Doornik: De Coninck Jcanninc.
Uit St-Denijs: Vanhaele D.
Uit Emelgern: Claerhout Alberic.
Uit Elvcfuin’geDesniudryl André, De Cal Oscar.
Uit l.edeberg-Gertl: Goethals Denise.
Vit Geluwe: Driessens Kami.
Uit Hollebcke: ahdenbusscirc Gaston.
Uit Herzeeuw: Gruwez Camille.
Uit Hoogstqde: Decroos M., Verstraete Lotns-Henri,
Rooryck Willy.
Uit Haringe: hebben Agnes, Bcone Maria.
Uit Hooglede: Noppe Cyriel.
Uilt leper: Pake Gerard, Kecour Lucienne, Vermote
G., Eerdekens Jacques, De Kcerie M., Truwant
Georges, Six Agnes.
Uit St-Jan: Doise Gabriel, Doise Suzanne, Deprez Gast.
Uil Kcminel: Leon Victoor, Debruyne André. Bi-un
Albert, Gillebert Philomena, Croquey Solange. An
toinette Clays. Struye Omer, Croquey Gerard, An
na Myie, Myle Benoit.
Uil Kuksijde: Van Necke A.
Uit Krombekc: Pocheié Jozef.
Uit Sinte-Kr::is: D’Houdt Marcel.
Uit Poo: Decleyre Marcel.
Uit Langemark: Vandermeersch André, Warner Odile,
Dewaele Leon.
Uit Lciscle: Noterdaeme Roger, Blanckaert Ev., AI-
laeys Albert, Cossey Albert.
Uit Poker: Arnout André, Verdru Robert.
Uit Meesen: Tittillion Simone, Boutu-lgier_Jerome.
Uit Meenen: Demeester Vaièrc, i’yncket Nestor.
Uit Merkem: Depover Jozef. Vannobel R.. Vra’.lyn
Maurice, Swaeuepoel Albert, Decoodt Godellevï,
Noyeile M.
Uit A ieuwkapdlc: Ampoorter Maurice, Vandenbraec-
cke Gerard.
Uit Niesrarkerke: Devroe Maria.
Uit NieuwpeiortMortier Julien, Van de Walle R.,
Dejaegher Gilbert.
Uit OoslvlelerenDegraeve Marcel, Sedyen Joel.
Uit De Panned Lingier Elza.
Uit Proven: Durant Marcel, Devos Lucien, Legrand
Lucien, Legrand Paul, Cavcel Leon, Coeckelberghs
Jozef.
Uit Pitte.m: Crombez Gentii.
Uit Pollinkhove: Cornette Cyr., Vanneperstraete An.
Uit Pervijze: Degraeuwe André. Handschoewerkcr
Maria. Denuweloure Gentii, Laplaese Gerard, Bar
bier Marg.
Uit Popcringe: Defrancq Roger. Bouve René, Degrj-se
Felix, Verdoene Arthur. Van Walleghem Joseph.
Demol Aiidor, Deschodt S., Cleencwerck Paul. Ros-
seel Maurice, Dewickere Raoul, Deibaere Panh..
Devos Roger. Warlop Maria, Dehonck D.. Van-
thournoudt Odiel, Lambelin Emmanuel, Boudry
Michel, Desomer Maurice, Allaeys Cecile, Denys
Gabriel, Loonis Guil’aume, O.eel Edna, Ryckebosch
Herman. Debyser Regina. Debaene Maurice. De
crock Camille. Wyffels René, Handtpcorter A.,
Couttenye André, Top Agnes, Vercraysse Esther.
Techel Julien, Pattyn Achiel, Vansevenant Adrien.
6.
De man heeft even geaarzeld en een
Icleinsn stap achterwaarts gedaan. Dat
maakt de tijjger stout. Er komt vuur in
zijn oogen. Hij luistert niet meer naar
zijn dierentemmer en begint wild op en
neer te loopen.
Opeens stoot hij geweldig tegen het
hek. Een stuk dat niet goed vast zat valt
neer. Er is een opening. Vlug als de blik
sem springt de lenige tijger er door. Hij
wipt tusschen de banken tot tégen het
zeildoek. Zijn klauwen vallen op het doek.
Een vreeselijke scheur. Het wilde dier
verdwijnt en vlucht dé straat op in den
donkeren avond.
Dat alles is zoo rap gegaan dat de
menschen nog geen tijd hadden om ver
schrikt te schreeuwen. Nu hij weg is,
begint het angstgehuil en het rumoer.
Sommigen zijn om te sterven van schrik.
Men roeptSchiet hem dood 1 Schiet
hem dood!
De vertooning is natuurlijk gedaan
maar niemand zal naar huis gaan, voor
dat het lijk van den wilden tijger wordt
binnengebracht.
Dan denken die doodverschrikte men
schen plots op hun champetter. Ze stellen
al hun hoop op Knuppels en roepen:
'■De champetter, de champetter!».
Het is avond: half-helf. Gansch het
dorp zit in het cirkus Barnum, terwijl
een wilde tijger door de verlaten straten
doolt. Er zullen daar menschen van
schrik sterven, als er niemand opstaat
om het vreeselijke dier te gaan neer
venen.
En hij die moet opstaan is reeds aan
geduid. In het angstig schreeuwen en
huilen, hoort men zijn naam weerklinken.
Hij is ds eenige man die hier vuurwapens
draagt en die mikken kan. Veldwachter
Knuppels.
Waar is veldwachter Knuppels? O ja,
hij is hier in het cirkus en nog wel in
groot uniform. Hij zit neer op een bank
en staat nog niet récht. Kon die veld
wachter zich nu plots in een worm ver
anderen en door een klein gaatje in den
grond kruipen, dan zou hij daar geen
seconde langer meer op die bank geble
ven zijn. Want Knuppels had den wild-
geworden tijger langsheen zijn beenen
zien vorbijschieten. Hij had een oogen-
blijk den dood gevoeld. Hij had gerild als
een espenblad. En hij rilde nog.
Nu lag dat volk daar te huilen: Cham
petter, schiet dat beest dood! Al de
oogen waren op hem gericht: duizende
en nog duizende groote angstoogen, die
om hulp smeekten. Dat doet den beven-
den Knuppels ineens omslagen. Hij wordt
sterk en groot. Hij richt zich op. Hij
hoort den roep van zijn volk en hij zal
gehoorzamen. Daarbij, die akelige tijger
is nu toch niet meer te hooren of te
zien.
Knuppels legt de hand op zijn pistool
en daalt langzaam naar beneden. Een
moedige officier, een heldhaftige generaal
in tijden van oorlog.
De menschen zijn wat rustiger gewor
den. Het verschijnen van dien gewapen-
den man heeft hun grootsten schrik ver
jaagd. En t en ziet er geen gemakkelijke
uit, met zijn streng gezicht en ziin groo-
ten snor. Tegen zulk een reus zal de tij
ger het niet durven wagen.
De plechtige reus laat zich eerst langs I
alle kanten bekijken en bewonderen door
het zwijgende volk. Hij wordt hoe lan
ger. hoe hoovaardiger. Nu onderzoekt hij
kBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
-to»-
is het verkeerd den ui te fruiten, daar hij
dan veel van zijn kracht inboet en daarbij
moeilijker verteerbaar wordt.
Voor uw soep, uw aardappelkreem, uw
stamppotten vooral zult gij de gepoetste
uien enkel over een platte Birker-rasp
fijn raspen en ze aldus in het eten ver
mengen.
Een degelijk en lekker smeerseltje voor
de boterhammen en dat tevenfe boter of
margarine uitspaart, is nog het volgende.
Neem een hard gekookte ei en plet het
fijn met een te voren geweekte beschuit
of boterham (liefst beschuit). Voeg er zout
aan toe en een beetje mostaard, voor hen
die den smaak graag hebben, ook een
klein geutje azijn. Roer door die brij ge
raspte of zeer klein gesneden rauwe ui en
smeer uw mengsel over de boterhammen.
Iedereen zal het lekker vinden!
Roestvlekken moet men met petro
leum inwrijven. Zijn de vlekken sterk ge
roest, dan wrijve men ze eerst met vaseli
ne in en wrijve na een poosje met pe-
trool en geest van salmiak. Nikkelroest is
veel moeilijker te verdrijven dan ander
en vereischt buitengewoon krachtig wrij
ven. Het is daarom zeer aan te bevelen,
roestvlekken te voorkomen door ieder wa-
terspatje onmiddellijk te verwijderen en
het nikkel eiken dag met een wollen lap
te wrijven.
Om roest van strijkijzers te verv/ij-
deren, smeert men ze, wanneer ze heet
zijn, met witte was in en wrijft men dan
schoon met een wollen lap.
Vastgeroeste schroeven kan men los
krijgen door er terpentijn op te gieten en
die een poosje te laten inwerken. Na eeni
ge minuten klopt men van onderen tegen
de schroeven en kan ze dan spoedig los
draaien.
lBBIK3BBBEKBHaBBMBMaBBB3IE!n
ZON
op
6.56
6.54
6.52
6.50
6.48
6.45
6.43
D’Aniour Roger, Bonduelle Paula, Vandecasteeli
Willy, Deschodt Maxime, ïgodt Godeticve, Rc|,
fiaen Emile, De Byser Paula. Verstraete Paul, Du,
inelie Gilbert, D’AlIequLa Hilaire, Hoadw’le Ro,
xrr, Baeldc .Nestor, Goemaere Michet Vandamm»
Cecile, Andries Albert, Devos Esther, Claus Jozef
Uit RcnifiRcistJonckheere Paul, D’Heedt Clari
Vandevelde Gerard.
Uit Ramskapclle: Verhacghe CyrieL
Uit Roesbruae.: Tofo Frans.
Uit Reninge: Sticher André. Segers
Uit Stavcle: Danneels J., Coene Simuaae,. ihwe» A.
Uit SKenkerk?: ('livelier Madeleine.
1 Uit .Stadeft: Spruvtte Gerard.
Uit Ticlt: Galanoe Rudolf, Van Danune Cyydcl,
Rouck Gabriel.
Uit Vinkt:m: Vandenberghe I.êon.
Uit Vorst: Ampoorter 1’.
■Uit Vliulsloo: Liefooghe Rcmi.
Uit Voormwle: Vandecaveye Achille.
Uit Vlamertinge: Decaesteker Basile.
Vandromme R Debrycke André, Bui.
ckaert Remi, Decadt Lucienne.
Uit Vrume: Vanderhaeghe Maria, Boud-lart Grornj,
Uit We.slvlcleren: Hameeuw André,
I Pierre, Cornette H.. Cornette Roger, Üoise Anna,
Verbrigghe Robert, Lams Godelicve.
Uit Wervik: Vergote G.
Uit Westnieuwkerke: Leys Guido.
Uit Westouter: Bailleul Joel, Delhaye Vafftre, Van.
eeckoutte Lucien.
Uit Wu.vcringrni: Cappelaere Roger.
Uit Woest en: Lemahieu André, Bamelis Albert, Bj.
melis Sylvain.
Uit Watou: Top André, ïgodt Lucien, Brutsaert Mau.
rice. Chesquiêre Gerard.
Uit Wijtsehate: Dochy Robert, Bervoet 1/vhs, Ftarent
D'Heere, Maricau nélènt-. De D’aftdct August,
Taffin R Vermote Roger. D’Heer* Adam
Kudoxe. Taffin Michel. Titeci K. Tiffin ’t. His.
sei André, Durinck Gisèle. Dcsmyter GeacgeSi Mau.
ten Jeanne, Cardinnci Walter, Bruten FrrwH,
Bervoet Louis, Vandecaveye Valere. Laftulie H.,
Bailleul Henri. Maerten R.. Lippinois Julien, Raj.
salie Daniel. Dcbnl André. Lambert H.
Uit Wiclsbeke: Delagrange Maurice.
Uit Zandvoorde: Els’.ande Michel. Cardoeti Marcel,
Uit Zillebeke: Bourdeaux Joz.ef. Thoma Raymond.
Uit Zuidschotc: Pecceu Madeleine.
Raadsel 7.
JU—DAS.
BEWAREN VAN GIST
Om gist te bewaren, drukt men ze ste
vig in een glas. Men keert dit glas om op
een schoteltje met frisch water.
Om de werking van gist aan -te wak
keren, lost men ze vóór het gebruik op
in lauw water (circa 35’ C.) en voegt er
een lepel suiker aan toe.
VZe weten meestal wel, dat ui of ajuin
dienen kan om den smaak van een of
ander gerecht merkelijk te verhoogen,
maar wij verliezen daarbij de groote voe
dende waarde van den ui vit het oog.
Menschen die aan borst of hart lijden,
zullen bovendien goed doen veel rauwen
ajuin te gebruiken. Er bestaan hiertoe
zeel veel manieren:
Meng bijvoorbeeld in uw rauw geraspte
en gesneden groentensla (witloof, selder,
peeën, bladsla, veldsla, enz.) flink wat
rauwe, klein gesneden uitjes. Doch ook op
de boterhammen zelve zal fijngesneden
rauwe ui den smaak van worst, lever-
pasta. tomaatschijfjes, enz., aangenaam
verscherpen. Tevens in gekookte spijzen
(BBBBBBBBBBBBBBBMBflBBBBBBBB
of 1 per seconde. De middelbare leeftijd
der menschen is 33 jaar en 6 maanden.
Van al de kinderen die geboren worden,
sterft het vierde deel vóór den ouderdom
van 7 jaar...
Hef, manneken, roept Knulleken, en
van de kinderen die niet geboren worden,
hoeveel sterven er daarvan?...
Och! hou je snavel, Knul...
Dus van ds kinderen sterft het vierde
vóór den ouderdom van 7 jaar en de helft
voor den ouderdojn van 17 jarsn. Op 100
menschen zijn er 6 die tot 60 jaar gera
ken, 1 tot 70. Op 500 menschen telt men
maar 1 die ’t geluk heeft (of ’t ongeluk)
80 jaar oud te worden...
Het menschelijk geslacht
Valt steeds als blaren af...
Wij worden en vergaan...
De wieg grenst aan het graf!
Graf is ’t einde van ’t leven...
’t einde van mijn epistelken voor dees
week zal ’t wekelijksch kalenderken zijn.
Zoo hebben we:
Zondag 13 April: Paschen. SS. Hermene-
gildis. Justinus. Ida van Leuven.
Houdt uw Paschen,
Houdt hem goed
Gelijk ’t eenieder'
.Kristen doet.
Maandag 14 April: 2’ Paaschdag. O. L. V.
Boodschap. SS. Ludwina. Valsrianus.
Tiburtius.
Zet je tering naar je nering
Of je nering krijgt de tering.
Dinsdag 15 April: SS. Octavie. Prudentia.
Anastasia. Gonzales.
Alles stemt en kweelt zijn lied
Alleen de boozen zingen niet.
Woensdag 16 April: SS. Christina. Celes
ta. Martialis, Raphael. Jozef Labre.
Ware rijkdom is niet vsel geld
Maar vele deugden in uw hart gesteld.
Donderdag 17 April: SS. Anicetus. Lau-
drie. Rodelt. Ursmarus. Isidore.
Met vriendschap gaat het net
Als met den ouden wijn
De jaren en de tijd
Doet haar veel beter zijn.
Vrijdag 18 April: SS. Amedeus. Berthilde,
Idesbald. Waltrude. Anthia.
Een man, een woord
Zoo ward in vroeger tijd gehoord,
Weg zijn de mannen van weleer
En ’t spreekwoord hoort men nu niet meer.
Zaterdag 19 April: SS. Emma. Timon. Us-
marus. Gèroldus.
Het hoentje drinkt geen waterdrop
of slaat den blik ten hemel op;
Het duifje pikt geen korrel graan
of bidt den gever buigend aan.
Doet gij in geest, wat duif en hoen
Lichamelijk en bewustloos doen.
MAAR WIE DAT ER NIET WEG GE
RAAKTE, dat was Fonske. Fonske had
’n mandeke appels gestolen in den hof
van den Burgemeester en Seppen den
sjampetter had Fonsken bij zijn lurven
gestekt... en zoo moest Fonske op ’t tri
bunaal verschijnen. Ge weet, beste Lezers,
dat er daar advokaten zetelen. Deze heb
ben zoo een langen zwarten mantel aan
waarin al hun prestige zit want zonder
zijn mantel is ’n advokaat maar ’n dóód
simpele mensch. D'r zat daar dus ook
zoo’n advokaat en die wilde Fonske in
’t nauw brengen en vroeg hem:
Uw vader heeft U zeker de les ge
speld voor gij naar hier kwaamt om te
liegen?
Ja, meneere, zei Fonske.
En wat zei hij?...
Hij zegde: Jongen, pas op, de advo
katen zullen U willen vangen, maar ge
moet niets doen dan de waarheid zeggen...
dan hebt ge ze zelfs bij hun neus...
En of het de waarheid was!... ’t En was
maar de sjampetter die luidop lachte, al
d’anderen zwegen.
EN TERWIJL WE VAN SJAMPET-
TERS BEZIG ZIJN... De sjampetter van
Kittelneuzegem vroeg aan Nele den ko
perslager of hij geen gat of bodem in een
ketel wou vermaken.
Zeker, zei Nele.
En wanneer mag ik erom komen?
vroeg de sjampetter.
Van avond, zei Nele.
Toen de sjampetter ’s avonds kwam zat
Nele op z’n duivenkot en ’t was ’t wijf
van Nele die den vermaakten ketel te
ruggaf.
Hoeveel is ’t? vroeg de sjampetter.
Wacht, zei Nele z’n wijf, ik zal da
ne keer rap vragen. En ze riep...
Nele, hoeveel is ’t voor ’t gat van den
sjampetter?...
’k Zie U van uit m’n Maantje monke
len, beste Lezers, precies of ’t niet ge
beurd is... maar ’t is pure waarheid.
WAT ER OOK WAAR IS, is dat vol
gens de laatste berekeningen van vernuf
tige bollen deze een statistiek opgemaakt
hebben over den leeftijd van de men
schen.
Er leven op aarde, zoo beweren ze, dui
zend miljoen menschen. Daarvan sterven
er 33 miljoen per jaar, 100 duizend per
dag, 14 duizend per uur, 60 per minuut
Zie vervolg hiernevens OSF
B^SE2’afi23BBSSaiaH3B3SSS2ZXIüaiHSHS3aBHaElEEaaSBaaSBSBaBBB
Bij gebrek aan bakkersgist, kunnen wij
bakken met zuurdeeg.
Om zuurdeeg te bekomen is het nood
zakelijk den eersten keer niet gerezen
brooddeeg te nemen, die met gist be
werkt werd.
Als hoeveelheid neemt men ongeveer
150 gr. per kgr. deeg'.
GEBRUIKSWIJZE
Den vooravond van het bakken, het
zuurdeeg oplossen in water verwarmd op
50 a 60’ C. Maakt in het te bakken meel
een kuiltje en giet er het opgeloste zuur
deeg in; dekt het meel en laat in een
warme plaats rusten tot ‘s anderdaags.
De verdere bewerkingen zijn dezelfde als
bij het gewone bakken.
Wanneer men over een weinig gist be
schikt, is het geraadzaam deze te krui
melen over het meel, alvorens het tot
deeg te bewerken.
Vergeet echter niet het noodige zuur
deeg af te nemen voor het volgende
baksel.
BEWAREN VAN ZUURDEEG
1. - Door het stukje deeg te wikkelen in
een proper en vochtig doekje en te bewa
ren in een koele plaats. Deze doenwijze
belet de korstvorming en bewaart onge
veer 2 tot 3 dagen.
2. - Zoo het niet mogelijk is om de 3
dagen te bakken, wordt het klompje deeg
in een met bloem bestrooide kom gelegd
en met zout overstrooid. Na 2 tot 3 da
gen verzuurt het deeg en bewaart onge
veer een week. Vóór het bakken moet
men het bovenste korstje wegnemen,
daar het zout de werking van de gist-
cellen verhindert.
Christus! Christus! is verrezen
Hoort! de klokken zingen luid
’t Jubellied van Alleluja
Over stad en dorpen uit.
Allee, Manneken, zegt Knulleken, dat
is wel, datte: komt dat gedicht uit uwen
koker? Zeker, Knulleken! En Knulleken
antwoordt met een gullen lach:
Ziet ge wel, dat als ge wilt
’t Altijd geen karamelleverzen zijn
Uw versjes groot en klein.
En... voegt onze Knul eraan toe, voor
ik het mocht vergeten
In naam van ’t Manneke uit de Maan
Wensch ik aan al De Poperingenaar
[z'n leden
Een Hoogdag van Paschen goed belaan
Met heel veel zaligheden.
Ik natuurlijk ook, beste Lezereskens en
Vrienden Lezers, wensch U van harte 'n
zaligen Hoogdag van Paschen. Mocht
Paschen, ’t feest der verrijzenis ook voor
ons een Paschen worden: een verrijzenis
van ’t oude in ’t nieuwe, net zooals de
natuur zelf doet: ze verlaat het oude...
de winter met al zijn koude dagen en na-
tuurmiserie... om ons aan te brengen de
mooie dagen van den zomer, bestraald
met een flink deugddoend zonnetje dat
weelderig z’n stralen laat doorzijpelen tot
in de sentimenteele hartjes der jeugdige
menschenkinderen... van U, beste Leze-
resjes en Vrienden Lezers. Mocht Paschen
en tweede Paaschdag bestraald worden
door een heropbeurend zonnetje... hoeveel
fietsen zouden we in die beide verlofdagen
niet zien uitgehaald worden en klaarge
maakt voor hun eerste jaarwandelings-
ke... hoeveel liefhebbende koppeltjes zou
ik van op m'n maantje niet zien voorbij
trekken naarwaar ’t stil en kalm is en
de vogeltjes de minnezangen der men
schenkinderen met hun liedjes begelei
den... waar ze alleen zijn, en ze hun lief
kozen kunnen en zoete woordjes toefluis
teren van minne... en trouw... voor al
tijd...
Als ’t zonneke aan den hemel blinkt
En ’t vogelke z’n liedje zingt
Als zoete windjes fluisteren...
Als koppeltjes dan langs de baan
Zoet keuvlend naast elkander gaan
...Dan ziet hen iemand lachend aan:
Het Manneke uit de Maan...
Die kleine man,
Die zwijgen kan
Maar alles hoort en ziet.
Vergeet dit niet!
Deze week kwamen ons 253 oplossingen
toe; 225 zijn er goed, maar 28 slecht.
Donderdagmorgen kwamen er ook nog
toe, doch aangezien de prijskamp maar
tot den Woensdag avond duren kan, ko
men deze latekomers niet in aanmer
king. Spijtig,, maar reglement is regle
ment... voor iedereen.
Er zijn dus weerom 4 boeken deze week.
Deze werden gewonnen door:
HET GRAF AAN DE ZEE
GERARD CROQUEY,
leperstraat, 222, Kemmel.
VERBORGEN SCHAT
OMER STRUYE,
Reningelststraat, 373, Kemmel.
DOKTER MARCUS
PAKE GERARD,
Kapucijnstraat, 30, leper.
DE WITTE HOEVE
LAURA DEFOOR,
Statiestraat, Boezinge.
Allen hartelijk proficiat.
De Boeken dezer week zijn allen Ro-
Raadsel 8.
De hoeveelheid teloorgegaan water be.
helst juist het noodige rantsoaa voor
8 dagen bij den overledene:
Raadsel 9.
We weten dus dat er geen parels meer I
overblijven, dat d? laatste dochter eeuaah.
tal parels kreeg en dat het zevende van
wat nog overbleef 0 was, want anders was
er overschot. De laagste dochter kreeg dus
alles wat nog na de vcorlaatste werbleef,
Welnu, meer dan 6 parels konden er nfet
meer over zijn want anders zou de voor
laatste er een meer gekreg t hebben.
aantal 6 is dus juist en dan ook de
hoeveelheid dat de doe’..ars gefcregf®
hebben, t.t.z. 1 en 5, 2 en 4, 3 en 3,4 en 2,
5 en - en 6. Er zijn dus 6 dochters en 36
parels.
Raadsel 10.
Het is geen flauwe vent, voorwaar;
Terwijl Dorus deze bevelen voltrok,
moest Steven zijn al lang verkropte spijt
langs elders lucht geven. Als naar ge
woonte was het tegen Hein gericht, wien
hij duizenden spotnamen wist naar het
hoofd te werpen.
He, baas Magerekost, hebt ge voor
eten gezorgd! Zeg eens, wat gij ons op te
disschen hebt, aartsschijnheilige beurzen
snijder uit de Gans!
Bij deze zinspeling op het uithangbord
stiet het gezelschap een schaterlach uit.
Wanneer de lachbui overgegaan was,
noemde Hein eenige spijzen op, als: een
kalfs- en een schapenbout, braadworst,
eieren, hesp en eenige andere eetwaren.
Ten slotte, voegde hij er bij, heb ik
een paar hazen gekocht.
Gekocht, onderbrak Steven, dit
woord gekocht hebt gij verzonnen om ze
duur te verkoopen; waarom zegt gij de
waarheid niet, dat zij door Dorus gé
stroop t zijn? Doch zoo zijt gij geschapen
en gesteld. Baas Watersop, leugenaar
’s morgens, leugenaar ’s avonds, leugenaar
met Jan en alleman, tot zelfs in de on
verschilligste zaken! Indien gij, Baas
Mengelbier, ooit aan de galg sterft, dan
mogen zij in de andere wereld op hunne
hoede zijn; immers zult gij hun wijsma
ken, dat gij van liefdadigheid gestorven
zijt.
Aan het eenparige gelach, dat er op
ging bij deze hevige schertserijen, kon
men bemerken, ejat Hein geene beste
vrienden onder de gezellen telde.
Eindelijk zegde de baas, dat er een ko-
ningskoek gekocht was...
Wel zoo, wel zoo, Baas Spaarboter,
floot Steven met een glimlach, rap opge
diend! bewaar den koningshoek vaor den
laatsten beet; wij zullen den koning kie
zen.
Hein verdween met des te meer rapheid,
naarmate de kapitein meer in luim was,
hem met spotternijen te overladen. In
weinige ©ogenblikken werd de tafel opge
kropt met flesschen wijn, spijzen, glazen,
messen, vorken en al wat er noodig was
i om het eetmaal te ioeginuen.
Een staart er aan en ’t wordt altijd ge.
I. dragen;
Met nog een a is ’t iets van ’t jaar;
De staart er af en ’t zal de duisternis
t verjagen,
met groot.’ gebaren zijn pistool, kijkt
door den loop, telt de kogels.
Daarna neemt hij zijn sabel en voelt
eens aan de punt of ze. wel scherp ge
noeg is.
Hoe langer Knuppels hier zoo in het
cirkus den held speelt, hoe verder de tij
ger kan geloopen zijn. En dat is alles wat
de moedige generaal wenscht. Ja, terwijl
hij nu zoo groot staat te doen, wenscht
hij uit den grond van zijn hart het ver
vloekte beest naar het hartje van Afrika.
Doch het volk wordt ongeduldig"Ga
dan toch, champetterGa dan toch
Andere menschen hebben reeds lang
die grootdoenerj begrepen en tusschen hst
gesmeek hoort men reeds roepen: «Hij
durft niet!
Knuppecs snapt zijn kop cm naar den
kant vanwaar hit geroep komt. Hij kijkt
uitdagend. Wie heeit er geroepen: «Hij
durft niet»? Wie durft niet?
Ct Vervolgt)..
Doch daar het elkeen toescheen, dat
de tong van Klaas te stijf was oin nog
verstaanbare klanken voort te brengen»
klapten de Bokkenrijders in hunne han
den, botsten de glazen tegen dat va»
Steven; en glon, glon, waren alle glaz®
ledig tot óp den bodem... i
Haal den koningsboek, Hein
koffie, riep Steven den baas toé, wij w-1'
len dadelijk overgaan tot het kiezen va3
den dagkoning; drinken wij al inaar op
zijne gezondheid. Men hoorde ^/edcroi»
een eenparig glon, glon, en ledig stonde0
de glazen.
Nu kwam Hein dcor den pndfïaara'
schen gang, dragende d:n koningshoek
een grooten tinnen schotel dien hij ’v°l'
den hoofdman op tafel plaatste. .Steve»
sneed hem in twee en twintig .stukk^
hij wierp een tafelkleed over den koe
en ieder kwam op zijne beurt een stuk)*
van onder het kleed, wegnemen.