o/i’ BOKKEN RUBERS ’T ROÜS KRUIS Ons Vrouwenhoekje p Onze Raadselprijskamp ^’lll!l!!IMIIIIini!l!tlil!!!lliilllllllllini!IMIilHIIIII!l!!llllllllllll1illllllllllllllllllllllllllilUIIIIMIHirilUI^ Ons KINDERHOEKJE STEVENS Gebroeders de Landbouwers BRANDVERZEKERINGS- MAATSCHAPPIJ VAN POPERINGE VOOR ONZE KLEUTERS Bericht aan LITURGISCH KALENDER GELDPLAATSINGEN DE HELDENDADEN VAN KNUPPELS DE SAMENWERKENDE DE VERDUISTERING AAAN Voorraad MELK 31 DO NS beschikbaar. het manneke - UIT DE - gesticht in 1904 - IS DE BESTE EN VOOR- DEELIGSTE door ECREVISSE Bezorgt seffens uw OUDE KOORDEN en wacht niet tot het te Iaat is DE POPERINGENAAR» G. EOURDEAU VOOR UW DRUKWERK A nsog griep OSEI rheumatiek igQsS zenuwkoortsen NUTTIGE WENKEN OPLOSSINGEN GEBRUIK VEEL UIEN BROODBAKKEN MET ZUURDEEG NIEUWE RAADSELS Ct Vervol 12-4-41. 8e BL van BOB Essaa i. - 2. - 3. - 4. - 't zlj 8 liter, J Drie ’t en een aan Ik zit ock mst een kerel Die ’s Zondags na de Mis Heel gaarne met zijn vrienden Dan op zijn ronden is. DRESSAGE. Al ben ik pas een en twintig ’k Ben reeds twee jaar getrouwd ...En ’k zit er met een kerel Die veel van drinken houdt. Een maandje na ons trouwen Gebeurde ’t d’eersten keer Dat hij, zoo rond den éénen Kwam uit de misse weêr. PASCHEN! Paschen! Alleluja! Paschen! Hoort de klokken zingen luid 't Feest der Wondere herleving Over stad en dorpen uit. Maai' die logen werd gewroken Door de waarheid van Zijn woord En. trots alle helsche machten Leeft die waarheid altijd voort Door de Macht van eigen wil en Ongerept in heerlijkheid, Is Hij uit het graf verrezen Als hij zelf het had voorzeid. De broek die moogt gij dragen Ik draag ’nen simplen rok Maar dat zal niet beletten Dat ’t gaat hier op de klok. Toen vroeg Door heel verwonderd Bij ’t broeblen van een vloek... W... wie... z... zou hier dragen Verd...d...d...domd den broek? Wilt gij uw eten halen Dat kunt ge doen verstaan? Maar ik, onthoudt ’t voor later Steek er geen duim meer aan. Ik maakte bij het eten Mij daarom geen kwaad bloed En ’t smaakte zonder Dorus Verdraaid, mij even goed. Dan waschte ik pot en pannen Veegde de keuken uit En zong een lustig deuntje Lijk ’t vogeltje in de muit. Het eten, zei ’k verwonderd Ik heb ermeê gedaan... Want ik geloof dat seffens De klok twee uur zal slaan. Dacht gij dat ik met ’t eten Zoo vroeg ik, beslist en stout, Twee uur zou blijven wachten?!... Zóó zijn we niet getrouwd! Ik dacht: houdt git van drinken Vermaak U maar terdeeg, Doch keert ge huiswaarts, kerel. Dan is... de tafel... leeg. Toen hoorde ik rond twee uren Gerammel aan de deur En Dorus stapte binnen Poenrood was zijne kleur. ^.■'iliillIlllliiiiliiilllllllliflIllIllllllllüllMcngelwerk van 12 April 1941. Nr M-nnililllHlllllllllllllllllllllllllllllllllH^ ii F aan de Firma POPERINGE IEPER leperstr., 5 - Veurnestr., 38-40 Vandenpeereboompl., 7 9 U zijt dan verzekerd NIEUWE KOORDEN te bekomen voor den komenden oogst. 12 April: 13 April: 14 April: 15 April: 16 April: 17 April: 18 April: Dat lesje heeft geholpen En ik ben heel tevreê Want ’s Zondags met den noen Eet Dorus met mij meê. 1. - Omdat de Bestuurraad samengesteld is uit Poperiugenaars die van iedereen gekend zijn; 2. - Omdat al de aandeelhouders Pope- ringe bewonen Door de Joden werd de logen uitgestrooid... met goud betaald: Zijne volgelingen hebben ’t Lijk uit ’t graf teruggehaald Hij hikte en zag in ’t ronde En vroeg me toen alras, Wijl hij keek naar den tafel, Waar dat het eten was? gezondheid en op de welsprekendhsd van onzen kapitein! Ik voeg er nog bijl Op de zegepraal over de kinderen va» den verrader Ruyter! Op... op onder 20.32 20.34 20.35 20.37 20.38 20.40 20.42 i» Doch als ’k TT iets mag vragen U, Lezer van De Poperingenaar Laat ’t leven komen zonder klagen En houdt uw geest steeds helder... klaar. En zijt ge naasten Zondag Dat spelleken nog niet moe... Dan vindt ge voor uw neuze Gewis de deur ook toe. De lepels en vorken waren uit het fijn ste zilver vervaardigd, en droegen nog het merk van den eigenaar, wien zij ont stolen werden. Er heerschte overal en in alles eene buitengewone zindelijkheid. Spijzen en wijnen werden met een onbe schrijfbare gulzigheid verzwolgen. Zoo lang de eerste honger niet gestild was, hoorde men anders niet dan het get!!: van vorken en messen; de tongen sche nen geboeid of liever dienden enkel tot werktuigen der gulzigheid... Zoohaast nwel het druivensap begon naar het h-ofd te stijgen liet zich een gemompel hooren onder de tafelgasten en Steven maakte de bemerking, dat de katten niet miauwen terwijl zij muizen... Klaas die den bedwelmde wilde spelen met opzet en zich matiger hield dan al de overigen, sprak met een stijve tong: De vergelijking riekt wel niet naar den kapitein Modepop; nochtans is zij zeer juist. Makkers, drinken wij op de UIT TER HAND TE KOOP TE IEPER Twee uiterst welgelegen GROOTHANDELSHUIZEN Verscheidene Huizen (handels- en pri vate). Garage-herstellingsatelier met 540 .ui grond. Bouwgronden. Alles langs voorname straten. VIER WERKMANSBUIZEN met HOF. Inlichtingen bij Makelaar in Goederen, Ste-Elisabethstraat 1b, leper. SBBEBBBIBBBBBBBBBBBBBEflSSIlH AAN DE GROOTHANDELAREN IN IJZER Formulieren voor aanwa- - gen tot bevoorrading in ijzer voor liet bouwen van woningen door tusschenkoinst van het Commissariaat- Generaal voor ’s Lands Wederopbouw kunnen besteld worden ter DRUKKERIJ SANSEN-VANNESTE Gasthuisstraat 15 POPERINGE. De Bokkenrijders durfden schier niet’genade, zonder uitstel!... Ziedaar hoe ik ademen; want zij hadden bemerkt dat Steven, een cogenblik den voorvinger tusschen de kin en de onderlip gelegd en den halsdoek met een krampachtige beweging verscheurd had. Deze opwelling van gramschap duurde slechts een oogwenk; want Steven toom de derzelve dermate in, dat hij de kalmte zelve scheen, toen hij in volgender voege sprak Makkers, ik wil alles gelooven, wat Klaas aangaande Hein Ruyter en zijn fa milie geopenbaard heeft omdat ik durf vertrouwen, dat hij zich overtuigd heeft v;.n de gegrondheid zijner openbaringen. To. daar is alles in regel; doch Klaas hoeft zich daarenboven veronderstellin gen en gissingen veroorloofd, die onrecht vaardig ca ongegrond zijn. Onrechtvaar dig: want hij legt mij aantijgingen van kilheid ten laste, en gij weet allen, dat ik nooit lafhartig geweest ben. Ongegrond: want ik neem hier op mij de plechtige ve.-b.ntanis op een schitterende wijze de Bt.rkenrijders te wreken. Luistert wel nr.f.r mijne woorden, zette de hoofdman bij. de stem verheffende en de rechter hand bo’. en de tafel uitstrekkende, ik ver pand hier mijn woord van kapitein dat, binnen de tijd van vier maanden,-Her man Ruyter Bokkenrijder is, gelijk wij zulks zijn. Heden en vier maanden beroep ik u allen hier, op deze plaats, ten elf uren 's avonds, met de verplichting Ruy- te:s zoon en dochter gekoord en gebon den voor te stellen. Gij allen zult over hun lot uitspraak doen naar willekeur; wat slag van martelarij of dood gij zult uitspieken, zullen zij ondergaan, zonder met zijne gewone en prijzenswaardige rondborstigheid. Maar aan mij ook staat het vrij, u te bewijzen hoe ongegrond zijn vermoeden is. Welaan, op het bepaald middernachtuur bindt en koordt ge mij en mijne dienstboden zonder genade! Daarna neemt ge alles uit mijne woning mede wat u behaagt en onder de handen valt... Dit gebied ik u allen, in mijne hoedanigheid van kapitein! Wat meer is, diegene onder ons, welke later ooit, onder wat voorwendsel het ook zijn moge, zal spreken van wedergeven of wedernemen, ondergaat tienmaal de spitsroede met ontblooten weg!... Dit is klaar en duide lijk, makkers! Antwoordt op dezelfde wijze. Indien gij gebiedt, kapitein, is het onze plicht te gehoorzamen, fluisterde de rosse Dirk van Hulsberg; zonder dit stel lige gebod, zou ik Klaas' zienwijze om helzen Het goed der Bokkenrijders moet den Bokkenrijder heilig zijn Klaas bemerkte met zijne gewone fijn heid, dat, aangezien de kapitein er op bestond bestolen te worden door zijne makkers, zij zich behooren te onderwer pen; doch, hij stelde voor, niemand, bui ten de aanwezigen, mede te nemen, daar zij, volgens hem, genoeg waren. Ook stel de hij voor, dat elke Bokkenrijder slechts een voorwerp, naar zijn behagen zoude stelen uit het huis van den kapitein. Aangenomen, dit voorstel, riepen al de Bokkenrijders uit!... Steven onderwierp zich aan het alge meen gevoelen; doch, hij was zichtbaar misnoegd. Immers had hij zijne bedoe ling; het scheen hem toe, dat Klaas ook de zijne had, en hij begon den zoon van den Rooden Dolf te wantrouwen. Hij trok een gouden uurwerk uit en ziende dat het middernachtuur naderde, verklaarde hij de zitting gesloten. Dan riep hij Deerks zoon toe: Dorus, daar hebt gij den sleutel van den kelder; haal wijn op, zooveel als de makkers willen drinken. Begin met den Scholtiswijn, later neemt gij dien van den deken van Schlnnen. wendt U ter Drukkerij SANSEN-VANNESTE Gasthuistraat - 15 - Poperinge i3Riiniisgafii»SEiiiBiHi9 dorstige lieden! Zij bezagen elkander; want geen van allen kon gelooven, dat Steven, de gierigste van hen, zich wilde laten berooven van al zijn schatten en kostbare zaken. Klaas brak vruchteloos het hoofd om klaar te zien in de ontwer pen van den kapitein, nochtans kwam hem het voorbeeld zeer verdacht voor. Steven, zoo redeneerde hij bij zich zelven, is te hebzuchtig om een zwavelstok op te offeren tot het behoud zijner faam... Wat faam heeft hij?Die van een huiche laar en valschaard. Doch pogen wij klaar te zien in dit duister ontwerp. Eensklaps scheen de zoon van Roodolf zijn besluit te hebben genomen, want zich tot den kapitein wendende, zegde hij: Meester met uw verlof, moet ik u doen opmerken, dat wij ons niet mogen toelaten, hetgeen gij ons gebiedt... Ik ten minste zal mij wel wachten mijn kapi tein te berooven van hetgeen hem be hoort en, onder geen voorwendsel, zal ik dulden, dat iemand de handen aan zijn lijf slaat, om hem te koorden of te bin den. Ik wil wel, dat wij den kapitein be stelen, indien hij zulks raadzaam oor deelt; maar onder voorwaarde, dat wij hem later al datgene teruggeven wat wij hem ontnemen. Integendeel, viel Steven in de rede, gebied ik u alles te houden, wat gij zult nemen. Past den regel der Bokkenrijders toe, die zegt: Wat goed is om nemen, is goed om houden!... Zoo bedoel ik de zaak. Kapitein, bejegende Klaas met ge veinsde onachterdocht, ik bedroog mij, toen ik u beoordeelde gelijk mij zelven en mijne overige makkers: ik verbeeldde mij dat wij allen Bokkenrijders zijn om te nemen, wat ons behoort en niet om af te geven, wat wij eenmaal bezitten. Steven, welke zijne makkers kende tot in het merg hunner beenderen, las op hunne gelaatstrekken, dat de uitgedrukte zienswijze van Klaas, ook de hunne was; hij hernam: Makkers, de gedachten, zegt het spreekwoord, zijn tolvrij, de vriend Klaas maakt van deze waarheid gebruik, zelfs JAN FERDINAND, DE WATERMUIS Er leefde eens in ’t muizenland, Een wonderbare muis; Hij heette Jantje Ferdinand, En was niet al te struisch. Dus jonggetrouwde vrouwkens Nu weet g’er alles van Hoe dat ge moet dresseeren Hem dien ge naamt voor man! Ziedaar, beste Lezeressen en Lezers, hoedat d’historie effen getrokken werd... Maar daarvoor moet ge veel zelfvertrou wen hebben want als ge soms ’n pandoe ring zoudt oplcopen waarbij ge zoo plat geslagen wordt als 'n vijg, dan moogt ge toch niet zeggen dat ’t de schuld is van t Manneke uit de Maan. Raadsel 11. kameraden kaartspelers «taken een akkoord dat bij iedere partij de ver liezer het geld der twee andere moet ver dubbelen. Na 3 partijen, waarvan om de beurt door elkeen 1 verloren werd, (lebben ze elk 24 fr. Hoeveel geld hadden, ze elk afzonderlijk als ze begonnen te kaarten. Raadsel 12. Een trein verlaat New-York met be stemming van San Fr ancisco. Ieder mor gen en in tegenstelling daarvan verlaat er een op 't zelfde uur San Francisco. De twee treinen rijden er juist 5 dagen op, 1.1. z. 5 x 24 uren. Als ge nu moest meereizen met een dezer treinen, hoeveel treinen zoudt ge onderweg kruisen; ko mende uit tegenovergestelde richting? iBBHBBBBBBflBBBBBBBBBBnBBBBIBlilBBBBBflaBBBflBBBBBBH BB331519I SLAGEN REGENT MET VRAGEN en Pros van Pommelen was te leper verlo ren geloopen en vroeg aan een agent: Meneere, hoe kan ik in de Soepstraat geraken? Per vwatuur, per tram, per itlo of te voet, zsi de agent. Dat weet ik ook, zei Fros, maar langs waaar moet ik gaan? Oh! da’s wat anders, zei de agent. Ge gaat eerst rechts, dan links, dan schuins over links en dan averechts!... Merci, zsi Pros. Lust ge een sigaar? Met plezier, zei de agent. Hewel, antwoordde Pros, ge kunt dien zelf gaan koopen of door iemand anders zenden halen. Ge kunt hem beta len, cadeau vragen of laten opschrijven en als ge hem dan hebt, kunt ge hem op- sieken, opsmoren of dom- esn ander laten opsmoren!... Salu, garde!... en Pros was weg... voor de voeten van Dalilah zal kruipen! Indien ik ooit -mocht vergeten, wat ver plichting ik heb op mij genomen, zoo moogt gij mij aanzien en behandelen als den lafhartigsten kerel, die ooit den aard bodem heeft betreden! Hij trok de hand terug en zich tot zijn tegenstrever wendende, zegde hij: Klaas, openbaar thans, waar de kin deren van den verrader wonen; want ik brand van ongeduld en begeer zonder vertoeven aan het werk te gaan. Thans nam de zoon van den Rooden Dolf het woord en verhaalde alles, wat hij aangaande de familie Hein Ruyter had vernomenhij maakte hunne levens wijze bekend, hunne betrekkingen met den ouden pastoor va" Geulle en met de familie Jansen van I. cerath, hun ver blijf ter bergwoning ca al die nevenom standigheden, welke Steven konden dien stig zijn tot het bereiken van zijn doel. Klaas jubelde inwendig; hij had eene rol op zich genomen te spelen, welke hier op neerkwam: de kinderen van Hein Ruyter wilde hij doen omkomen door toe doen van Steven, en nochtans zou hij den kapitein beletten, zijn gegeven woord te houden jegens de makkers. In allen gevalle, de haat van Klaas was grooter tegen Steven dan tegen Ruyte’s kinderen. Hield de kapitein geen woord, dan zou het hem ónmogelijk zijn, nog langer zijn onbeperkt gezag uit te oefenen, en dan had ook Klaas zijn doel bereikt. Dit onderwerp werd als afgedaan be schouwd, men ging onmiddellijk over tot datgene, wat met den toestand der maat schappij in betrekking stond. De magere Jan, in 't avondrood, Zat droomend bij den vliet. Het water spoelde aan zijn poot. Hij zong een zeemanslied. Plots spreng hij op gelijk een gek; Hij. -had een mooi gedacht. Hij zocht in 't bosch een stille plek En werkte-, gansch den nacht. Ze kwamen zien, de muizen al, Door 't heldere morgenrood. Jan had een oude muizenval Veranderd in een boot. Men liet de boot in ’t water gaan, Met Ferdinand aan boord. De wind deed ’t zeil gespannen staan; Geen muis sprak toen een woord. En hij dreef weg, en hij verdween. Al wuivend met zijn poot. Toen liepen al de muizen heen. Zij wilden ook zco’n boot. Een week daarna, in zonnenschijn. Voer naar een verren sloot, Jan Ferdinand, als kapitein Der watermuizenvloot. Waarom lijden aan SÊW® hoofdpijn migraine teSmigSa iOS tandpijn 'BWWISM Fijn der MAANDSTONDEN EBSgOgl als de Wonderbare BRUINE POEDERS j| van - P der Apotheek DE POORTERE g Sint-Niklaas-Waas U oogenblikkelijk, zonder schadelijke I gevolgen van deze pijnen zullen be- R vrijden. Dc doos S poeders 4 Ir. driedubbele doos -.011 «fiCTESgM *5 poeders 10,ou jr. BSSHI Te verkrijgen in alle goede Apotheken 01 vrachtvrij tegen MgHKgfe postmandaat. SHEESH Gebruik ze eens, U zult nooit geen an- dere meer gebruiken. j 3. - Omdat het gestorte geld in Pope- ringe blijft; 4. - Omdat de Maatschappij reeds aanzienlijk reservefonds bezit; 5. - Omdat de brandschaden ten spoe digste geregeld en vereffend worden: 6. - Omdat de premiën verminderd wor den 15 9ó vanaf het vijfde jaar. Alle inlichtingen te bekomen bij de H. JULIEN VANDOOREN, Zaakvoer. der, leper «traat 23, POPERINGE. ZONDAG 13 APRIL PASCHEN Gedurende den ganschen Vasten- en Passietijd, hebben we met onzen godde- lijkcn Zaligmaker mede geleden door boete en door echt hartelijk mede-lijden. Maar vandaag noodigt onze Moeder de H. Kerk ons uit op het groote Paasch- feest des Heeren. Aan de tafel van den Paaschdisch, waar Jezus, ons Leven en onze Verrijzenis, Zichzelf aan onze zielen geeft als Bron van eeuwig leven en als onderpand onzer eigene verrijzenis. Deze is de Dag, roept de H. Liturgie ons toe, dien de Heer gemaakt heeft lot een levens- en verrijzenisvreugde. Ver heugt u dan en verblijdt 11 allen in den Fleer.» (Graduale van de Mis.) In haar Martelaarsboek zingt dan ook de H. Kerk haren Stichter, den Koning der Martelaren ter eer: «Op dezen dag. dien de Heer gemaakt heeft, vieren wij het Feest aller feesten en ons Paasch- feestde Verrijzenis van onzen Zaligma ker Jezus-Christus volgens het Vleesch (Martyrologium). Deze gansche week door, gaat het Evangelie verhalen van de Verrijzenis des Heeren. Op Paaschdag zelf zijn liet de Engelen die bij het H. Graf aan de hei lige Vrouwen getuigenis afleggen van hunnen en onzen God en Heer. De heerlijke Paaschles en Paaschtaak voor ons allen en voor ieder van ons: Uit het graf der zonde ópstaan, om daar nimmer meer in neer en ten onder te gaan. En levend gemaakt door Hem die en ’t leven en de verrijzenis is, ’n nieuw leven beginnen, van stonde af, ’n Gods- kinderenleven. Ons heele leven toegewijd aan de eer en de glorie van Hem die voor ons gestorven is, begraven en ver rezen. Zondag 13 April: Paschen. Maandag 14 April: 2e Paaschd. II. Justinus' Dinsdag 15 April: H. Paternus. Woensdag: 16 April: H. Benedictus Labre Donderdag 17 April: H. Anicetus. Vrijdag 18 April: H. Idesbaldus. Zaterdag 19 April: H. Ursmarus. Zondag 20 April: Beloken Paschen. Want klare kop en klare zinnen Bedwingen al den last En dezen kunt gij overwinnen Met moed en zelfvertrouwen vast. Ja, Vrienden Lezers, moed en zelfver trouwen spelen in ’s nsenschen leven een groote rol, dat heeft Jeanneke ook onder vonden nadat ze met Isidoor in ’t bootje gestapt was. Jeanneke hield duivelsveel van haren Isidoor en Door idem van Jeanneke. ’t Was liefde al wat den hemel maar geven kon maar... ’t is niet alles goud wat blinkt. Door dronk geerne een pint, dronk er z:lfs te veel en had ’n dooi en door slechte gewoonte van geen uur te hebben in zijn huishouden. Als ’t me neer beliefde ging hij naar huis en Jean neke moest maar zien dat ’t eten klaar stond en meneer seffens ofte nog rapper zijn voeten onder tafel kon scexen om aan ’t smullen te gaan... En was Door zoo... Jeanneke was anders. Moed en zelfvertrouwen had Jeanneke te koop... en zie nu maar hoe d’historie afrolde en... op goeie pootjes kwam. Van kontentement maakte Jeanneke een ge dichtje van d’historie en plakte ’t onder den titel: Zoo kreeg ik in mijn leven Veel zaken reeds te zien Veel moois... veel kwaads... om te bele- [ven Wat gij, wie weet, ook deelen zult mis- [schien. En hop Ik zeg stop! Want mijne kop Is op. ’k Leg M’n penne neer En zeg Niets meer, Dan met een blije lach Aan allen: goeden dag. ’t Manneke uit de Maan. (Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden). Steven hing een tafereel op van hunne levenswijze en strevingen; hij poogde hun bestaan als Bokkenrijders te wettigen; deed hen gevoélen, hoe zij listen moesten gebruiken, om de menigte in het gedacht te houden, dat er iets bovennatuurlijks lag in het bedrijf der Bokkenrijders. Immers, zoo vervolgde Steven, ieder een gelooft, dat wij een verbond met den duivel hebben aangegaan, welke ten prijze onzer zielen, alle muren helpt doorbre ken, alle schatten aanwijst! Elkeen ver beeldt zich dat noch staal, noch ijzer, te gen ons bestaan kunnen! Dat de duivelen, op onzen wenk, de gedaante aannemen van Bokken met gedrochtelijke horens, waarop wij in een oogwenk, van de eene naar de andere plaats, door de lucht rij den!.,. Gij weet het, makkers, altoos heeft men gepoogd met bidden, met bezwerin gen en relikwieën ons te verjagen; dit goochelspel houdt zichtbaar op; reeds be gint onder het volk het gemompel te loo- pen, dat niet de duivel de aanvoerder der Bokkenrijders is; maar dat ik het ben. Indien er nu geen maatregelen worden genomen om dit uit te roeien, dan is het met ons gedaan; want dan zullen wij meer kogelen in ons lijf dan kogels in onzen zak krijgen, en van kogelen ben ik een doodsvijand. Daar gij denzelfden af keer van looden ballen koestert als ik, heb ik een middel verzohilen, om de loo- pende geruchten te versmachten in hun ne geboorte, en onze macht op vasten voet te stellen. Luistert wel naai' mijn ontwerp en zegt rechtuit of het u be haagt. Al de Bokkenrijders staken de hoofden vooruit en Steven vervolgde: Toekomenden Zondag, als de klok van Schinnen's toren middernacht slaat, dan begint gij in mijne woning te breken; gij neemt er alles uit wat onder uwe handen valt, na mij alvorens gekoerd en gebonden te hebben, alsof ik u allen on bekend en vreemd ware. Ziedaar een ge makkelijke taak om af te doen. Onbeschrijfelijk was de verbazing, wel ke dit voorstel verwekte onder deze goud- Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Laatste kwartier 18" Nieuwe maan 26] mans van A. Hans en dragen als titel; Het Graf aan de Zee Het Geheim van het Woud Het Geheimzinnig Kasteel In Eer hersteld Goede oplossingen dezer week kre gen we van: Uit Abrele: üalliu Walther. Uit Adinkerke: Bossant Roland. Uit Aiverinpem: Vanheule K., Ryckelvoer Jieml, Be tuwe Henri, Ryon Michel. Uit bikschote: Duiny Eric. Uit lirieieH: Vt-rurugghe Maria. Uit beteren: Versniessen M. Uit Berezinge: Charles André, Defoor Laura. Uit Dikkeeruseb: Vande laurotte Marcel. l it Diksniuide: Nevejan Achilles. Vauhesle Germain. Uit Doornik: De Coninck Jcanninc. Uit St-Denijs: Vanhaele D. Uit Emelgern: Claerhout Alberic. Uit Elvcfuin’geDesniudryl André, De Cal Oscar. Uit l.edeberg-Gertl: Goethals Denise. Vit Geluwe: Driessens Kami. Uit Hollebcke: ahdenbusscirc Gaston. Uit Herzeeuw: Gruwez Camille. Uit Hoogstqde: Decroos M., Verstraete Lotns-Henri, Rooryck Willy. Uit Haringe: hebben Agnes, Bcone Maria. Uit Hooglede: Noppe Cyriel. Uilt leper: Pake Gerard, Kecour Lucienne, Vermote G., Eerdekens Jacques, De Kcerie M., Truwant Georges, Six Agnes. Uit St-Jan: Doise Gabriel, Doise Suzanne, Deprez Gast. Uil Kcminel: Leon Victoor, Debruyne André. Bi-un Albert, Gillebert Philomena, Croquey Solange. An toinette Clays. Struye Omer, Croquey Gerard, An na Myie, Myle Benoit. Uil Kuksijde: Van Necke A. Uit Krombekc: Pocheié Jozef. Uit Sinte-Kr::is: D’Houdt Marcel. Uit Poo: Decleyre Marcel. Uit Langemark: Vandermeersch André, Warner Odile, Dewaele Leon. Uit Lciscle: Noterdaeme Roger, Blanckaert Ev., AI- laeys Albert, Cossey Albert. Uit Poker: Arnout André, Verdru Robert. Uit Meesen: Tittillion Simone, Boutu-lgier_Jerome. Uit Meenen: Demeester Vaièrc, i’yncket Nestor. Uit Merkem: Depover Jozef. Vannobel R.. Vra’.lyn Maurice, Swaeuepoel Albert, Decoodt Godellevï, Noyeile M. Uit A ieuwkapdlc: Ampoorter Maurice, Vandenbraec- cke Gerard. Uit Niesrarkerke: Devroe Maria. Uit NieuwpeiortMortier Julien, Van de Walle R., Dejaegher Gilbert. Uit OoslvlelerenDegraeve Marcel, Sedyen Joel. Uit De Panned Lingier Elza. Uit Proven: Durant Marcel, Devos Lucien, Legrand Lucien, Legrand Paul, Cavcel Leon, Coeckelberghs Jozef. Uit Pitte.m: Crombez Gentii. Uit Pollinkhove: Cornette Cyr., Vanneperstraete An. Uit Pervijze: Degraeuwe André. Handschoewerkcr Maria. Denuweloure Gentii, Laplaese Gerard, Bar bier Marg. Uit Popcringe: Defrancq Roger. Bouve René, Degrj-se Felix, Verdoene Arthur. Van Walleghem Joseph. Demol Aiidor, Deschodt S., Cleencwerck Paul. Ros- seel Maurice, Dewickere Raoul, Deibaere Panh.. Devos Roger. Warlop Maria, Dehonck D.. Van- thournoudt Odiel, Lambelin Emmanuel, Boudry Michel, Desomer Maurice, Allaeys Cecile, Denys Gabriel, Loonis Guil’aume, O.eel Edna, Ryckebosch Herman. Debyser Regina. Debaene Maurice. De crock Camille. Wyffels René, Handtpcorter A., Couttenye André, Top Agnes, Vercraysse Esther. Techel Julien, Pattyn Achiel, Vansevenant Adrien. 6. De man heeft even geaarzeld en een Icleinsn stap achterwaarts gedaan. Dat maakt de tijjger stout. Er komt vuur in zijn oogen. Hij luistert niet meer naar zijn dierentemmer en begint wild op en neer te loopen. Opeens stoot hij geweldig tegen het hek. Een stuk dat niet goed vast zat valt neer. Er is een opening. Vlug als de blik sem springt de lenige tijger er door. Hij wipt tusschen de banken tot tégen het zeildoek. Zijn klauwen vallen op het doek. Een vreeselijke scheur. Het wilde dier verdwijnt en vlucht dé straat op in den donkeren avond. Dat alles is zoo rap gegaan dat de menschen nog geen tijd hadden om ver schrikt te schreeuwen. Nu hij weg is, begint het angstgehuil en het rumoer. Sommigen zijn om te sterven van schrik. Men roeptSchiet hem dood 1 Schiet hem dood! De vertooning is natuurlijk gedaan maar niemand zal naar huis gaan, voor dat het lijk van den wilden tijger wordt binnengebracht. Dan denken die doodverschrikte men schen plots op hun champetter. Ze stellen al hun hoop op Knuppels en roepen: '■De champetter, de champetter!». Het is avond: half-helf. Gansch het dorp zit in het cirkus Barnum, terwijl een wilde tijger door de verlaten straten doolt. Er zullen daar menschen van schrik sterven, als er niemand opstaat om het vreeselijke dier te gaan neer venen. En hij die moet opstaan is reeds aan geduid. In het angstig schreeuwen en huilen, hoort men zijn naam weerklinken. Hij is ds eenige man die hier vuurwapens draagt en die mikken kan. Veldwachter Knuppels. Waar is veldwachter Knuppels? O ja, hij is hier in het cirkus en nog wel in groot uniform. Hij zit neer op een bank en staat nog niet récht. Kon die veld wachter zich nu plots in een worm ver anderen en door een klein gaatje in den grond kruipen, dan zou hij daar geen seconde langer meer op die bank geble ven zijn. Want Knuppels had den wild- geworden tijger langsheen zijn beenen zien vorbijschieten. Hij had een oogen- blijk den dood gevoeld. Hij had gerild als een espenblad. En hij rilde nog. Nu lag dat volk daar te huilen: Cham petter, schiet dat beest dood! Al de oogen waren op hem gericht: duizende en nog duizende groote angstoogen, die om hulp smeekten. Dat doet den beven- den Knuppels ineens omslagen. Hij wordt sterk en groot. Hij richt zich op. Hij hoort den roep van zijn volk en hij zal gehoorzamen. Daarbij, die akelige tijger is nu toch niet meer te hooren of te zien. Knuppels legt de hand op zijn pistool en daalt langzaam naar beneden. Een moedige officier, een heldhaftige generaal in tijden van oorlog. De menschen zijn wat rustiger gewor den. Het verschijnen van dien gewapen- den man heeft hun grootsten schrik ver jaagd. En t en ziet er geen gemakkelijke uit, met zijn streng gezicht en ziin groo- ten snor. Tegen zulk een reus zal de tij ger het niet durven wagen. De plechtige reus laat zich eerst langs I alle kanten bekijken en bewonderen door het zwijgende volk. Hij wordt hoe lan ger. hoe hoovaardiger. Nu onderzoekt hij kBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB -to»- is het verkeerd den ui te fruiten, daar hij dan veel van zijn kracht inboet en daarbij moeilijker verteerbaar wordt. Voor uw soep, uw aardappelkreem, uw stamppotten vooral zult gij de gepoetste uien enkel over een platte Birker-rasp fijn raspen en ze aldus in het eten ver mengen. Een degelijk en lekker smeerseltje voor de boterhammen en dat tevenfe boter of margarine uitspaart, is nog het volgende. Neem een hard gekookte ei en plet het fijn met een te voren geweekte beschuit of boterham (liefst beschuit). Voeg er zout aan toe en een beetje mostaard, voor hen die den smaak graag hebben, ook een klein geutje azijn. Roer door die brij ge raspte of zeer klein gesneden rauwe ui en smeer uw mengsel over de boterhammen. Iedereen zal het lekker vinden! Roestvlekken moet men met petro leum inwrijven. Zijn de vlekken sterk ge roest, dan wrijve men ze eerst met vaseli ne in en wrijve na een poosje met pe- trool en geest van salmiak. Nikkelroest is veel moeilijker te verdrijven dan ander en vereischt buitengewoon krachtig wrij ven. Het is daarom zeer aan te bevelen, roestvlekken te voorkomen door ieder wa- terspatje onmiddellijk te verwijderen en het nikkel eiken dag met een wollen lap te wrijven. Om roest van strijkijzers te verv/ij- deren, smeert men ze, wanneer ze heet zijn, met witte was in en wrijft men dan schoon met een wollen lap. Vastgeroeste schroeven kan men los krijgen door er terpentijn op te gieten en die een poosje te laten inwerken. Na eeni ge minuten klopt men van onderen tegen de schroeven en kan ze dan spoedig los draaien. lBBIK3BBBEKBHaBBMBMaBBB3IE!n ZON op 6.56 6.54 6.52 6.50 6.48 6.45 6.43 D’Aniour Roger, Bonduelle Paula, Vandecasteeli Willy, Deschodt Maxime, ïgodt Godeticve, Rc|, fiaen Emile, De Byser Paula. Verstraete Paul, Du, inelie Gilbert, D’AlIequLa Hilaire, Hoadw’le Ro, xrr, Baeldc .Nestor, Goemaere Michet Vandamm» Cecile, Andries Albert, Devos Esther, Claus Jozef Uit RcnifiRcistJonckheere Paul, D’Heedt Clari Vandevelde Gerard. Uit Ramskapclle: Verhacghe CyrieL Uit Roesbruae.: Tofo Frans. Uit Reninge: Sticher André. Segers Uit Stavcle: Danneels J., Coene Simuaae,. ihwe» A. Uit SKenkerk?: ('livelier Madeleine. 1 Uit .Stadeft: Spruvtte Gerard. Uit Ticlt: Galanoe Rudolf, Van Danune Cyydcl, Rouck Gabriel. Uit Vinkt:m: Vandenberghe I.êon. Uit Vorst: Ampoorter 1’. ■Uit Vliulsloo: Liefooghe Rcmi. Uit Voormwle: Vandecaveye Achille. Uit Vlamertinge: Decaesteker Basile. Vandromme R Debrycke André, Bui. ckaert Remi, Decadt Lucienne. Uit Vrume: Vanderhaeghe Maria, Boud-lart Grornj, Uit We.slvlcleren: Hameeuw André, I Pierre, Cornette H.. Cornette Roger, Üoise Anna, Verbrigghe Robert, Lams Godelicve. Uit Wervik: Vergote G. Uit Westnieuwkerke: Leys Guido. Uit Westouter: Bailleul Joel, Delhaye Vafftre, Van. eeckoutte Lucien. Uit Wu.vcringrni: Cappelaere Roger. Uit Woest en: Lemahieu André, Bamelis Albert, Bj. melis Sylvain. Uit Watou: Top André, ïgodt Lucien, Brutsaert Mau. rice. Chesquiêre Gerard. Uit Wijtsehate: Dochy Robert, Bervoet 1/vhs, Ftarent D'Heere, Maricau nélènt-. De D’aftdct August, Taffin R Vermote Roger. D’Heer* Adam Kudoxe. Taffin Michel. Titeci K. Tiffin ’t. His. sei André, Durinck Gisèle. Dcsmyter GeacgeSi Mau. ten Jeanne, Cardinnci Walter, Bruten FrrwH, Bervoet Louis, Vandecaveye Valere. Laftulie H., Bailleul Henri. Maerten R.. Lippinois Julien, Raj. salie Daniel. Dcbnl André. Lambert H. Uit Wiclsbeke: Delagrange Maurice. Uit Zandvoorde: Els’.ande Michel. Cardoeti Marcel, Uit Zillebeke: Bourdeaux Joz.ef. Thoma Raymond. Uit Zuidschotc: Pecceu Madeleine. Raadsel 7. JU—DAS. BEWAREN VAN GIST Om gist te bewaren, drukt men ze ste vig in een glas. Men keert dit glas om op een schoteltje met frisch water. Om de werking van gist aan -te wak keren, lost men ze vóór het gebruik op in lauw water (circa 35’ C.) en voegt er een lepel suiker aan toe. VZe weten meestal wel, dat ui of ajuin dienen kan om den smaak van een of ander gerecht merkelijk te verhoogen, maar wij verliezen daarbij de groote voe dende waarde van den ui vit het oog. Menschen die aan borst of hart lijden, zullen bovendien goed doen veel rauwen ajuin te gebruiken. Er bestaan hiertoe zeel veel manieren: Meng bijvoorbeeld in uw rauw geraspte en gesneden groentensla (witloof, selder, peeën, bladsla, veldsla, enz.) flink wat rauwe, klein gesneden uitjes. Doch ook op de boterhammen zelve zal fijngesneden rauwe ui den smaak van worst, lever- pasta. tomaatschijfjes, enz., aangenaam verscherpen. Tevens in gekookte spijzen (BBBBBBBBBBBBBBBMBflBBBBBBBB of 1 per seconde. De middelbare leeftijd der menschen is 33 jaar en 6 maanden. Van al de kinderen die geboren worden, sterft het vierde deel vóór den ouderdom van 7 jaar... Hef, manneken, roept Knulleken, en van de kinderen die niet geboren worden, hoeveel sterven er daarvan?... Och! hou je snavel, Knul... Dus van ds kinderen sterft het vierde vóór den ouderdom van 7 jaar en de helft voor den ouderdojn van 17 jarsn. Op 100 menschen zijn er 6 die tot 60 jaar gera ken, 1 tot 70. Op 500 menschen telt men maar 1 die ’t geluk heeft (of ’t ongeluk) 80 jaar oud te worden... Het menschelijk geslacht Valt steeds als blaren af... Wij worden en vergaan... De wieg grenst aan het graf! Graf is ’t einde van ’t leven... ’t einde van mijn epistelken voor dees week zal ’t wekelijksch kalenderken zijn. Zoo hebben we: Zondag 13 April: Paschen. SS. Hermene- gildis. Justinus. Ida van Leuven. Houdt uw Paschen, Houdt hem goed Gelijk ’t eenieder' .Kristen doet. Maandag 14 April: 2’ Paaschdag. O. L. V. Boodschap. SS. Ludwina. Valsrianus. Tiburtius. Zet je tering naar je nering Of je nering krijgt de tering. Dinsdag 15 April: SS. Octavie. Prudentia. Anastasia. Gonzales. Alles stemt en kweelt zijn lied Alleen de boozen zingen niet. Woensdag 16 April: SS. Christina. Celes ta. Martialis, Raphael. Jozef Labre. Ware rijkdom is niet vsel geld Maar vele deugden in uw hart gesteld. Donderdag 17 April: SS. Anicetus. Lau- drie. Rodelt. Ursmarus. Isidore. Met vriendschap gaat het net Als met den ouden wijn De jaren en de tijd Doet haar veel beter zijn. Vrijdag 18 April: SS. Amedeus. Berthilde, Idesbald. Waltrude. Anthia. Een man, een woord Zoo ward in vroeger tijd gehoord, Weg zijn de mannen van weleer En ’t spreekwoord hoort men nu niet meer. Zaterdag 19 April: SS. Emma. Timon. Us- marus. Gèroldus. Het hoentje drinkt geen waterdrop of slaat den blik ten hemel op; Het duifje pikt geen korrel graan of bidt den gever buigend aan. Doet gij in geest, wat duif en hoen Lichamelijk en bewustloos doen. MAAR WIE DAT ER NIET WEG GE RAAKTE, dat was Fonske. Fonske had ’n mandeke appels gestolen in den hof van den Burgemeester en Seppen den sjampetter had Fonsken bij zijn lurven gestekt... en zoo moest Fonske op ’t tri bunaal verschijnen. Ge weet, beste Lezers, dat er daar advokaten zetelen. Deze heb ben zoo een langen zwarten mantel aan waarin al hun prestige zit want zonder zijn mantel is ’n advokaat maar ’n dóód simpele mensch. D'r zat daar dus ook zoo’n advokaat en die wilde Fonske in ’t nauw brengen en vroeg hem: Uw vader heeft U zeker de les ge speld voor gij naar hier kwaamt om te liegen? Ja, meneere, zei Fonske. En wat zei hij?... Hij zegde: Jongen, pas op, de advo katen zullen U willen vangen, maar ge moet niets doen dan de waarheid zeggen... dan hebt ge ze zelfs bij hun neus... En of het de waarheid was!... ’t En was maar de sjampetter die luidop lachte, al d’anderen zwegen. EN TERWIJL WE VAN SJAMPET- TERS BEZIG ZIJN... De sjampetter van Kittelneuzegem vroeg aan Nele den ko perslager of hij geen gat of bodem in een ketel wou vermaken. Zeker, zei Nele. En wanneer mag ik erom komen? vroeg de sjampetter. Van avond, zei Nele. Toen de sjampetter ’s avonds kwam zat Nele op z’n duivenkot en ’t was ’t wijf van Nele die den vermaakten ketel te ruggaf. Hoeveel is ’t? vroeg de sjampetter. Wacht, zei Nele z’n wijf, ik zal da ne keer rap vragen. En ze riep... Nele, hoeveel is ’t voor ’t gat van den sjampetter?... ’k Zie U van uit m’n Maantje monke len, beste Lezers, precies of ’t niet ge beurd is... maar ’t is pure waarheid. WAT ER OOK WAAR IS, is dat vol gens de laatste berekeningen van vernuf tige bollen deze een statistiek opgemaakt hebben over den leeftijd van de men schen. Er leven op aarde, zoo beweren ze, dui zend miljoen menschen. Daarvan sterven er 33 miljoen per jaar, 100 duizend per dag, 14 duizend per uur, 60 per minuut Zie vervolg hiernevens OSF B^SE2’afi23BBSSaiaH3B3SSS2ZXIüaiHSHS3aBHaElEEaaSBaaSBSBaBBB Bij gebrek aan bakkersgist, kunnen wij bakken met zuurdeeg. Om zuurdeeg te bekomen is het nood zakelijk den eersten keer niet gerezen brooddeeg te nemen, die met gist be werkt werd. Als hoeveelheid neemt men ongeveer 150 gr. per kgr. deeg'. GEBRUIKSWIJZE Den vooravond van het bakken, het zuurdeeg oplossen in water verwarmd op 50 a 60’ C. Maakt in het te bakken meel een kuiltje en giet er het opgeloste zuur deeg in; dekt het meel en laat in een warme plaats rusten tot ‘s anderdaags. De verdere bewerkingen zijn dezelfde als bij het gewone bakken. Wanneer men over een weinig gist be schikt, is het geraadzaam deze te krui melen over het meel, alvorens het tot deeg te bewerken. Vergeet echter niet het noodige zuur deeg af te nemen voor het volgende baksel. BEWAREN VAN ZUURDEEG 1. - Door het stukje deeg te wikkelen in een proper en vochtig doekje en te bewa ren in een koele plaats. Deze doenwijze belet de korstvorming en bewaart onge veer 2 tot 3 dagen. 2. - Zoo het niet mogelijk is om de 3 dagen te bakken, wordt het klompje deeg in een met bloem bestrooide kom gelegd en met zout overstrooid. Na 2 tot 3 da gen verzuurt het deeg en bewaart onge veer een week. Vóór het bakken moet men het bovenste korstje wegnemen, daar het zout de werking van de gist- cellen verhindert. Christus! Christus! is verrezen Hoort! de klokken zingen luid ’t Jubellied van Alleluja Over stad en dorpen uit. Allee, Manneken, zegt Knulleken, dat is wel, datte: komt dat gedicht uit uwen koker? Zeker, Knulleken! En Knulleken antwoordt met een gullen lach: Ziet ge wel, dat als ge wilt ’t Altijd geen karamelleverzen zijn Uw versjes groot en klein. En... voegt onze Knul eraan toe, voor ik het mocht vergeten In naam van ’t Manneke uit de Maan Wensch ik aan al De Poperingenaar [z'n leden Een Hoogdag van Paschen goed belaan Met heel veel zaligheden. Ik natuurlijk ook, beste Lezereskens en Vrienden Lezers, wensch U van harte 'n zaligen Hoogdag van Paschen. Mocht Paschen, ’t feest der verrijzenis ook voor ons een Paschen worden: een verrijzenis van ’t oude in ’t nieuwe, net zooals de natuur zelf doet: ze verlaat het oude... de winter met al zijn koude dagen en na- tuurmiserie... om ons aan te brengen de mooie dagen van den zomer, bestraald met een flink deugddoend zonnetje dat weelderig z’n stralen laat doorzijpelen tot in de sentimenteele hartjes der jeugdige menschenkinderen... van U, beste Leze- resjes en Vrienden Lezers. Mocht Paschen en tweede Paaschdag bestraald worden door een heropbeurend zonnetje... hoeveel fietsen zouden we in die beide verlofdagen niet zien uitgehaald worden en klaarge maakt voor hun eerste jaarwandelings- ke... hoeveel liefhebbende koppeltjes zou ik van op m'n maantje niet zien voorbij trekken naarwaar ’t stil en kalm is en de vogeltjes de minnezangen der men schenkinderen met hun liedjes begelei den... waar ze alleen zijn, en ze hun lief kozen kunnen en zoete woordjes toefluis teren van minne... en trouw... voor al tijd... Als ’t zonneke aan den hemel blinkt En ’t vogelke z’n liedje zingt Als zoete windjes fluisteren... Als koppeltjes dan langs de baan Zoet keuvlend naast elkander gaan ...Dan ziet hen iemand lachend aan: Het Manneke uit de Maan... Die kleine man, Die zwijgen kan Maar alles hoort en ziet. Vergeet dit niet! Deze week kwamen ons 253 oplossingen toe; 225 zijn er goed, maar 28 slecht. Donderdagmorgen kwamen er ook nog toe, doch aangezien de prijskamp maar tot den Woensdag avond duren kan, ko men deze latekomers niet in aanmer king. Spijtig,, maar reglement is regle ment... voor iedereen. Er zijn dus weerom 4 boeken deze week. Deze werden gewonnen door: HET GRAF AAN DE ZEE GERARD CROQUEY, leperstraat, 222, Kemmel. VERBORGEN SCHAT OMER STRUYE, Reningelststraat, 373, Kemmel. DOKTER MARCUS PAKE GERARD, Kapucijnstraat, 30, leper. DE WITTE HOEVE LAURA DEFOOR, Statiestraat, Boezinge. Allen hartelijk proficiat. De Boeken dezer week zijn allen Ro- Raadsel 8. De hoeveelheid teloorgegaan water be. helst juist het noodige rantsoaa voor 8 dagen bij den overledene: Raadsel 9. We weten dus dat er geen parels meer I overblijven, dat d? laatste dochter eeuaah. tal parels kreeg en dat het zevende van wat nog overbleef 0 was, want anders was er overschot. De laagste dochter kreeg dus alles wat nog na de vcorlaatste werbleef, Welnu, meer dan 6 parels konden er nfet meer over zijn want anders zou de voor laatste er een meer gekreg t hebben. aantal 6 is dus juist en dan ook de hoeveelheid dat de doe’..ars gefcregf® hebben, t.t.z. 1 en 5, 2 en 4, 3 en 3,4 en 2, 5 en - en 6. Er zijn dus 6 dochters en 36 parels. Raadsel 10. Het is geen flauwe vent, voorwaar; Terwijl Dorus deze bevelen voltrok, moest Steven zijn al lang verkropte spijt langs elders lucht geven. Als naar ge woonte was het tegen Hein gericht, wien hij duizenden spotnamen wist naar het hoofd te werpen. He, baas Magerekost, hebt ge voor eten gezorgd! Zeg eens, wat gij ons op te disschen hebt, aartsschijnheilige beurzen snijder uit de Gans! Bij deze zinspeling op het uithangbord stiet het gezelschap een schaterlach uit. Wanneer de lachbui overgegaan was, noemde Hein eenige spijzen op, als: een kalfs- en een schapenbout, braadworst, eieren, hesp en eenige andere eetwaren. Ten slotte, voegde hij er bij, heb ik een paar hazen gekocht. Gekocht, onderbrak Steven, dit woord gekocht hebt gij verzonnen om ze duur te verkoopen; waarom zegt gij de waarheid niet, dat zij door Dorus gé stroop t zijn? Doch zoo zijt gij geschapen en gesteld. Baas Watersop, leugenaar ’s morgens, leugenaar ’s avonds, leugenaar met Jan en alleman, tot zelfs in de on verschilligste zaken! Indien gij, Baas Mengelbier, ooit aan de galg sterft, dan mogen zij in de andere wereld op hunne hoede zijn; immers zult gij hun wijsma ken, dat gij van liefdadigheid gestorven zijt. Aan het eenparige gelach, dat er op ging bij deze hevige schertserijen, kon men bemerken, ejat Hein geene beste vrienden onder de gezellen telde. Eindelijk zegde de baas, dat er een ko- ningskoek gekocht was... Wel zoo, wel zoo, Baas Spaarboter, floot Steven met een glimlach, rap opge diend! bewaar den koningshoek vaor den laatsten beet; wij zullen den koning kie zen. Hein verdween met des te meer rapheid, naarmate de kapitein meer in luim was, hem met spotternijen te overladen. In weinige ©ogenblikken werd de tafel opge kropt met flesschen wijn, spijzen, glazen, messen, vorken en al wat er noodig was i om het eetmaal te ioeginuen. Een staart er aan en ’t wordt altijd ge. I. dragen; Met nog een a is ’t iets van ’t jaar; De staart er af en ’t zal de duisternis t verjagen, met groot.’ gebaren zijn pistool, kijkt door den loop, telt de kogels. Daarna neemt hij zijn sabel en voelt eens aan de punt of ze. wel scherp ge noeg is. Hoe langer Knuppels hier zoo in het cirkus den held speelt, hoe verder de tij ger kan geloopen zijn. En dat is alles wat de moedige generaal wenscht. Ja, terwijl hij nu zoo groot staat te doen, wenscht hij uit den grond van zijn hart het ver vloekte beest naar het hartje van Afrika. Doch het volk wordt ongeduldig"Ga dan toch, champetterGa dan toch Andere menschen hebben reeds lang die grootdoenerj begrepen en tusschen hst gesmeek hoort men reeds roepen: «Hij durft niet! Knuppecs snapt zijn kop cm naar den kant vanwaar hit geroep komt. Hij kijkt uitdagend. Wie heeit er geroepen: «Hij durft niet»? Wie durft niet? Ct Vervolgt).. Doch daar het elkeen toescheen, dat de tong van Klaas te stijf was oin nog verstaanbare klanken voort te brengen» klapten de Bokkenrijders in hunne han den, botsten de glazen tegen dat va» Steven; en glon, glon, waren alle glaz® ledig tot óp den bodem... i Haal den koningsboek, Hein koffie, riep Steven den baas toé, wij w-1' len dadelijk overgaan tot het kiezen va3 den dagkoning; drinken wij al inaar op zijne gezondheid. Men hoorde ^/edcroi» een eenparig glon, glon, en ledig stonde0 de glazen. Nu kwam Hein dcor den pndfïaara' schen gang, dragende d:n koningshoek een grooten tinnen schotel dien hij ’v°l' den hoofdman op tafel plaatste. .Steve» sneed hem in twee en twintig .stukk^ hij wierp een tafelkleed over den koe en ieder kwam op zijne beurt een stuk)* van onder het kleed, wegnemen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1941 | | pagina 8