i W R OKEË1NR ij ders
Ons Vrouwenhoekje
r
STEVENS Gebroeders
de Landbouwers
1
VOOR ONZE KLEUTERS
(Bericht aan
LITURGISCH KALENDER
DE HELDENDADEN VAN
KNUPPELS
AANBESTEDINGEN
TREKKINGEN
32F" DOE ZAKEN
met kleine aankondigingen
DE VERDUISTERING
s
I
Ik
E2S2
MAAN
VERWOESTE GEWESTEN 1S22
het manneke x
uit DE
Bezorgt seffens uw OUDE KOORDEN
en wacht niet tot het te laat is
«DE POPERINGENAAR».
Zij moeten in eik huis verzameld werden, waar z»
regelmatig zu'len afgehaald worden
IBBBBBBBaSBHBBBBBBBBaBBBBaBB
NOEDELPUDDING
NOEDELGEEAK
SOEPELE HOUTEN ZOLEN
1
OPLOSSINGEN
Oud Pcpier en Karton mag niet meer
vernietigd worden
VOOR UW DRUKWERK
IBBBBBBBBBBBMaBBBBSBBBBBBaBB
NIEUWE RAADSELS
SCHOONMAAKWENKEN
KOEKJES VAN GORTMCUT
IN PLAATS VAN VLEESCH
MACARONI
MET TOMATENSAUS
MACARONIPUDDING
KLEEREN VOOR ONZE
KRIJGSGEVANGENEN DANK
ZIJ EEN AFVAARDIGING VAN
HET ROOD KRUIS VAN
BELGIE TE LAUSANNE
beschikbaar. i
Voorraad MELKB1DONS
NL»
’t Lot viel
op
mij
Caïus.
vrouwelijki
En
aan
een
Paschen.
worden
gesteld
voor
kennen.
der lot uitgekomen.
De'obligaties begrepen in de aangedui-
Hij nam ineens een kloek besluit
Wie winnen wil moet wagen
Greep hoed en stok en trok er uit
Om naar fortuin te jagen.
Antwerpen speelt mij het fortuin,
Zoo dacht hij, in de handen.
Plots kreeg hij in den Dierentuin
De goest voor vreemde landen.
I
onder
20.43
20.45
20.47
20.48
20.50
20.51
20.53
door ECREV1SSE
aan de Firma
POPERINGE IEPER
leperstr., 5 - Veurnestr., 38-40 Vandenpeereboompl., 7-9
U zijt dan verzekerd NIEUWE KOORDEN
te bekomen voor den komenden oogst.
zich ontwapend en i
woordigheid van een zwak kind, van eene
zuster die op niets dan op hare deugden.
Tegenwoordig trouwen kinderen
Die nat nog achter d’ooren zijn.
En... als de last begint te hinderen
Dan zingen z’ook in een refrein:
Tc Zit hier weer eens aan mijn tafel
Met voor mij ’n blad papier.
Mocht ook dees week m’n geswatel
U bezorgen veel plezier.
Vroeger in grootmoeders tijd
Toen werd er getrouwd
Als men was een dikke dertig
Jaren oud.
Hij nam de boot voor Hollywood,
- Wie winnen wil moet wagen
Wie zegt dat hij niet evengoed
Als Chaplin daar zou slagen?
Doch ’t lukte niet in ’t Filmen land
De kineast die morde:
Zeg kerel, is ’t met uw verstand
Van tijd niet wel in orde?
voor enkele frankskens, ja, wie weet, mil
jonair worden.
Krispijn, die lapper was van stiel
Kwam aan den kost, ’k wil zeggen,
Hij won zijn broodje, doch er viel
Niet veel opzij te leggen.
25 April. Te 2 uur, voor den Heer
T.adon, ingenieur van Bruggen en Wegen,
27 Hooistraat, Brugge, herstellen der oor
logsschade aan de Rijkswachtgebotratn
tc WAASTEN. Bestek zonder -Nr (Ned.)
ter inzage bij voorin, ambtenaar en op
het Aanbestedingskantoor, 16 Loxunistr.
te Brussel.
25 April. Te 2 uur, voor den Heer
T.adon, ingenieur van Bruggen en Wegen,
27 Hooistr., Brugge, herstellen der scha
de veroorzaakt door oorlogsfeiten aan de
bedakingen van verschillende gebomvelt
der militaire schoenfabriek te TIF.LT.
Bestek zonder Nr (Ned.) ter inzage bij
voorin, ambtenaar en op het Aanbeste
dingskantoor, 16 Loxumstraat te Brussel.
-«03,-
blikje tomaten puree
een ajuin fijn snippe-
boter. dan de verdun-
en laten koken. Dit
sausje binden met een weinig aardappel-
deelen van hun lichaam gebruiken, niet
om als menschen, maar ala tijgers uit te
munten.
De uitspattingen duurden voort tot vier
uren ’s morgens, wanneer Steven beval
het drinken en spelen te staken. Plotse
ling werd het licht uitgedoofd; de Bok
kenrijders wierpen zich op de stoelen, op
de tafels, zelfs op den grond. Steven legde
zich op het pluimen bed in Hein’s achter
kamer, en in min dan vijf minuten, slie
pen zij allen, alsof hun gewéten ware zui
ver geweest! Hein,alleen waakte tot op
den slag van zes uren, wanneer hij eerst
den hoofdman en ver-eigens de overige
boeven ging opwekken.
Vijf minuten waren nauwelijks verloo-
pen, toen al de kerels, de eenen na de
anderen, uit de Zwaan verdwenen. Elk
sloeg den weg in naar zijne woning: doch,
degenen, die Voerendael, Heerle, Schin-
nen en Nuth bewoonden, begaven zich ter
kerk en woonden ue vroegmisse bij in
hunne parochie; zij hingen eene ui ter lij
ke godsvrucht ten toon, welke de wraak
des hemels over hunne hoefden moest
roepen, indien de Voorzienigheid iniet
langen tijd wachtte, omdat Zij zeker
wacht.
Zoo waren deze booswichten afgericht:
in het openbaar predikten zij louteren
eerbied voor het goed van den even-
mensch, terwijl zij bij dage en bij nachte
hun brein pijnigden met middelen te ver
zinnen en werkstellig te maken. Van de
vergaderingen, waarin zij hunne helsche
plannen smeedden, gingen zij met gebuk-
Trouwen
Berouwen
is. Kunnen er daar geen vrouwtjes ge
vonden worden die door hun charme en
fijnheid, met hun ventje lief als in een
hemeltje op aarde wonen...
Ja, Knulleken, dat gebeurt.al; vroe
ger waren er veel meer gelukkige gezin
nen als nu
Zoo gezegd, zoo gedaan
’k Zal nu rap een kruiske slaan
En... naar ’t klooster van St Ariaan
Waar d’er twee paar sloefen onder ’t bedde
[staan.
’t Manneke uit de Maan.
(BBBBBBSBBSKiEBBJSSiaBSHiËHBlfiBliBB
ten hoofde, als ootmoedige kristenen,
naar Gods tempel!
HOOFDSTUK IX
EENE LELIE ONDER DE DOORNEN
Tot, hiertoe heeft de aandachtige lezer
uit de handelingen van den woesten Klaas
moeten kunnen opmaken, dat hij zeker
niet het minst gevaarlijke monster van
deze monsters was. Onder deze ruwe
schors klopte nochtans een hart, dat voor
een gevoel vatbaar was. Hij had een zus
ter, welke hij een grenzelooze liefde toe
droeg. Vergelijken wij een oogenblik de
zedelijke bij de stoffelijke wereld, bij voor
beeld: wanneer twee elpenbeenen bollen
van ongelijke zwaarte met dezelfde kracht
tegen elkander gedreven worden, dan zal
de zware den lichteren medeslepen. Zoo
gaat het ook op het zedelijk gebiedwan
neer een ongeregelde hartstocht, of een
ondeugd tegen een deugdzaam gevoel
botst, dan zal het zwakste van beiden op
den duur, voor het andere onderdoen.
Indien wij zoo eensklaps van den Bok
kenrijder Klaas een deugdzaam wezen
maakten, dan zou hij aan den lezer niet
alleen onwaarschijnlijk, maar zelfs on
verstaanbaar voorkomen. Stellen wij dan
Klaas en Lena, zijne zuster, tegenover el
kander; het is eene leerzame les, ondeugd
en deugd te zien worstelen.
Roode Adolf, of bij verkorting Roodolf,
de vader van Klaas, de befaamde stok-
vechter, de redenaar Bokkenrijder, was
ruim dertig jaar oud, toen hij in den echt
trad... De beweegredenen,' die hem eens
tot dit besluit aanspoorden, waren twee-
erlei; eensdeels onderwierp hij zich, om
zoo te zeggen: elkeen neemt een vrouw,
waarom zoudt gij niet doen gelijk een
ander? Anderzijds voelde hij als een ijdele
plaats in zijn kort bestaan, en werd hij
als door eene onwederstaanbare begeerte
aahgedreven, om die ijdele plaats aan te
vullen; want hij ook ondervond dat de
mensch niet geschapen is om alleen te
blijven...
Diensvolgens zag hij uit naar eene ge
zellin.
Vraat? aan uw Briefdrager
Abonnement cn
De Afvaardiging van het Roode Kruis
van België te Lausanne, heeft onlangs een
aanzienlijke hoeveelheid kleeren en schoe
nen naar de krijgsgevangenenkampen in
Duitschland gestuurd.
Vier wagons uit Geneve hebben: 10.750
overjassen, 4.500 hemden. 3.750 paar
schoenen, 5.500 broeken, 2.000 militaire
vesten, 2.500 pull-overs, naar de verschil
lende kampsn gevoerd.
Op verzoek van het Belgische Roode
Kruis hebben het A.merikaansche Roode
Kruis en de Belgische Kolonie van New-
York talrijke pakketten en 250 ton voe
dingswaren als gekondenseerde melk,
corned-beaf, pork-bsams, zeep, cacao,
chocolade, koffie, margarine, suiker en
tabak, via Geneve, naar de gevangenen
kampen gestuurd.
Ds verdeeling dezer verzendingen is
reeds in zekere kampen begonnen. An
dere verzendingen zullen volgen.
Hij weer naar huis Hoe trek ik
Intusschen uit de litsen?
De Winterhulpe Loterij
Scheen door zijn hoofd te flitsen.
Oud papier en karton die niet met be
derfbare stoffen verontreinigd zijn, iw-
gen niet bij het huisvuil gevoegd'worden.
Zij moeten in elk huis samengebraebt
worden. Zij moeten aan een afvalhande
laar verkocht worden, om bij de voorziene
at'haling afgeleverd te worden.
Voor deze bewaring moet een zak. kor!,
mand of een ander daartoe geschikt
voorwerp ter beschikking van al de be
woners van het huis, op een droge plaats,
op het gelijkvloe-s of in den kelder se-
plaatst worden door de zorgen van net
hoofd van het huisgezin. rf. indien ver
scheidene gezinnen eenzelfde gebouw be
wonen, door het hoofd van een der ge
zinnen die het gelijkvloers bewonen o!
dom- den portier.
De gemeentebesturen moeten, in over
leg met den plaatselijken afvalhandel,
regelmatig ofhafingen van het aldus ver-f
zamelde oud napier minstens eenmaal per T
maand inrichten, en ztoks voor de eerstel
maal in de maand Anrii 1941.
Inbreuken on de bepalingen rn mfln
hevig besluit worden opgespoori, \astie-
steld en gestraft.
In een perskonferentie werd gewezen
op het belang van de inwlnning van oud
papier en karton voor onze papiernijver
heid. België is inderdaad een der landen,
dat het meest papier verbruikt. Het komt
op den vijfden rang, onmiddellijk na
Duitschland, wat het papierverbruik aan
gaat. Om de met den oorlog nog gestegen
behoeften te dekken, ten gevolge van den
mangel aan ingevoerd hout, zou maande
lijks nog 2000 ton oud papier moeten in-
gèwonnen worden.
Gansch de bevolking moet aan de ver
zameling van oud papier en karton deel
nemen, om te verhinderen dat duizenden
landgenooten, die in deze nijverheid te
werk gesteld zijn, hun brood niet meer
zouden kunnen verdienen.
Daarom werd een verordening uitge
vaardigd, wier toepassing cp de breedst
mogelijke wijze dient te gebeuren.
Deze luidt als volgt:
Het is eenieder verboden oud papier en
carton, zooals dagbladen, tijdschriften,
afval van bedrukt of onbedrukt papier,
prospectussen, nakpapier, panieren zak
ken, doozen, diverse verpakkingen enz.,
buiten de noodwendigheden van het on
ontbeerlijk huishoudelijk gebruik, door
verbranding of om ’t even welke wijze te
vernietigen.
Oud nanier en carton die met bederf
bare stoffen verontreinigd zijn mogen
met het huisvuil verwijderd worden.
ZONDAG 20 APRIL 1941
(Beloken Paschen)
Tijdens de Paaschwake te midden van
het blijde vieren van Christus’ glorieyolle
Opstaan uit het Graf, werden te Rome
de nieuw-gedoopt«n gekleed in witte tu
niek of alb-e, symbool van reinen levens
wandel naar ’t voorbeeld van den Verre
zen Verlosser. Op dezen Zondag, eind-
dag der Paasch-Octaaf, lieten zij die
witte gewaden af. Vandaar de naam
Witte Zondag.
Als pasgeborenenspreekt de Hei
lige Kerk ons toe. ons, herborenen met
een nieuw goddelijk leven door de hei-
ligmakende genade.
Een nieuw goddelijk leven is een nieuw
geloofsleven. Wij leven door het ge
loof.» De «ongeloovigc Thomas», ja, of
lieverde oogen-geloovige Thomas voor
'n korten tijd, maar weldra de zoo voor-
beeldig-vurige geloovige, leert ons, in het
Evangelie van deze dag, te gelooven.
Zoo vurig, zoo hartelijk, moeten we in
Jezus’ verrijzenis en leer gelooven, dat
we onafscheidbaar Hem gaan volgen en
navolgen, door ons vernieuwd christelijk
leven. En zoodoende komen we onfeil
baar, door Hem, tot den Vader.
De zonde alleen is een hinderpaal tot
dit genade-leven. Doch laten wij toch
nooit meenen dat de H. Kerk de groot
ste zonden niet zou kunnen vergeven.
Integendeel kan zij alle doenbare of
denkbare wandaden, aan ’t is gelijk wel-
een weinig vanielje, een kaneelstokje of
wel een stukje citroenschil aan toevoe
gen, om den smaak te verhoogen.
Is deze brij dik gekookt dan kan men
er nog een klontje boter of wat suiker
onder roeren.
Werp 103 gr. noedels in gezouten ko
kend water; dek de kastrol zoodra het
kookpunt weer bereikt is, zet af en laat
de noedels gedurende 10 minuten zwel
len. Kook een halven liter melk met 100
gram suiker; voeg er een wat gewas-
schen rozijnen bij. Giet al roerende op de
melk de verlekte en goed opgedroogde
noedels. Vermeng dit alles en giet in een
geboterden vorm. Zet den vorm in een
braadpan, met heet water en bak in een
niet te heeten oven. Dc pudding is klaar
zoodra een cr in gestoken mes er droog
weer uitkomt. Doe uit den vorm en dien
op met vanille saus.
Werp 125 gr. noedels in een halven
liter kokende melk. Dek de kastrol en
zet gedurende 10 minuten bezijden het
vuur. Meng er dan 100 gr. suiker, een
weinig boter onder. Giet het deeg in een
geboterde plaat. Bak in matigen oven,
haal uit den vorm, bestrooi met suiker
en laat kleuren in den oven.
Een Hongaarsche schrijnwerker heeft
een nieuwe soort van schoenzool uit hout
vervaardigd, die zoo elastisch en soepel
zou zijn als die uit leder. Bij damesschoe
nen bestaat deze zool uit 20 ;i 22 paneel
tjes, bij mansschoenen uit 28 a 30. Deze
houten plaatjes zijn- door een bijzonder
procédé samengevoegd derwijze dat de
schoen onder het gaan zich voegt naar
de bewegingen van den voet. Reeds zou
men deze zolen op groote schaal gaan
vervaardigen.
b’
19 April:
20 April:
21 April:
22 April:
23 April:
Donderdag 24 April:
Vrijdag 25 April:
Nieuwe maan 26"
I
gaan zeggen, dat de tijger niet meer te
zien is.
Hij zal dus terugkeeren. Maar plots
hoort hij achter zich een verdacht ge
rucht dat nadert. Knuppels krimpt ineen
van schrik en wil uit alle ♦nacht aan het
loonen gaan. Maar dan flitst opeens door
zijn hoofd, dat een tijger want het is
de tijger die daar nadert veel vlugger
kan loopen dan een mensch. Daarom
springt de dood-verschrikte man naar
den kant van den weg; en kruipt daar
achter een klein boompje.
O neen, hij heeft zich niet vergist. Goe
de jagers vergissen zich nooit. Het is wel
werkelijk een groote tijger die traag en
zwaar komt aangestapt.
Knuppels zit aan zijn boompje vastge-
vrozen van schrik. Is er geen leven meer
in den man? Alleen een groot levend oog
loert van achter den stam naar het zwarte
dier. Daaronder zit koud en stijf den
vuurmond van een wapen.
Het moet zijn dat de tijger dén groeten
sprong van Knuppels niet heeft gewaar
geworden. Hij nadert traaag en kalm den
boom, waar de dood hem bespiedt. De
jager ziet niet veel van zijn tijger. Ten
eerste, het is pikdonker en ten tweede,
hijzelf zit daar half dood. Al wat hij be
merkt is een schim, een tamelijk kleine
schim. Begint het wilde dier zich mis
schien te plooien en sluipt het nu naar
zijn prooi? (’t Vervolgt).
Te Brussel op het Vossenplein,
Daal’ zong hij voor 't gepeupel.
Z’n stem was groot, de winste klein
Al zong hij zich haast kreupel.
EN DAARMEE ZIJN WE weer
't vrouwvolk geraakt.
Knulleken, die hier al den ganschen
tijd bij mij te gekscheren zit, lacht en
schuddebolt: Manneke, Manneke toch
zegt hij, maar waarom hedde gij zoo’n
hekel aan ’t vrouwvolk dat g’altijd denkt
dat
«Mijn lot! Hij sprong uit bed en toen
Zijn oogen helder zagen
’t Was ’t groote lot van een miljoen!
Wie winnen wil, moet wagen!
En zoo bracht Krispijn het van
simp’len lapper tot miljonair!
HEDDE GIJ OOK LOTEN voor de
loterij? vroeg Sjarel aan Seppen.
’k Heb maar eens in een loterij mijn
kansen geriskeerd, zei Seppen.
En hedde iets gewonnen?
Ja’k... in de loterij van ’t huwelijk:
’n vrouwmensch...
En sedertdien heeft Seppen zijn goes
ting van de loterij.
WIE DAT ER WAARSCHIJNLIJK ook
hun goesting van hadden, dat zijn die
koereurs die in den grooten koers Ant-
werpen-Gent-Antwerpen... op kop lagen
en heel op ’t laatst van richting misten...
en aankwamen als d’andere al gewas-
schen waren. Al dingen die gebeuren in
’t leven, maar ’t is toch wel wreed, zegt
Knulleken, als ge daar zoo’n 180 km. af-
gepedaleerd hebt, en als ge op den koop
nog toe de eerste zijt... op ’n boogscheute
van ’t einde uwen weg mist... en d’an-
dsren ziet wegloopen met d’eer en de
centen.
En ter eere van die hard-werkers met
de beenen heeft Knulleken een gedichtje
gemaakt over
DE KOERSMAN
De koereur dat is een man
Die geweldig stampen kan.
Hij stampt er zoo duchtig op los
Omdat hij longen heeft ais een cs,
En zijn beenen, pezen en spieren
Zijn zoo sterk als deze van stieren.
Als de koersman vliegt over straat
Roepen de menschen, daar komt hij aan
En op een, twee, drij
Is hij voorbij
Als den duivel zoo zwart van stof en zweet
...En hij is omtrent niet gekleed.
Als er een een koers heeft gewonnen
Dan schiet men met kanonnen
Dan steken de drapokes uit
En ’t muziek speelt luid
Een koersman, dat is een held
Die krijgt roem, eer en geld.
zijt ge te dom om voor den duivel
[te dansen
Probeer in een koers dan uw kansen
Als ge wint krijgt ge uw portret
Gratis in een gazet.
Da’s ne straffe, wordt er dan gezeid
En ge wordt beroemd in- enk’le uurtjes tijd.
STRAF ZIJN EN GESTRAFT ZIJN is
heel wat anders. Zoo was Fonsken naar
school gegaan en de meester had Fons
ken gestraft, omdat zijn haar niet ge
kamd was.
Waarvoor hebt ge uw haren niet
gekamd, Alfons?
Omdat ik geen kam heb.
En waarom gebruikt ge den kam niet
van uw vader?...
Omdat vader geen haar heeft... en
daar zat de meester...
Ja, dat gebeurt al, maar weet ge wat
er met De Poperingenaargebeurt?
Nieuwe Lezers komen bij
Nieuwe lezers, alle dagen
En wie ’t blad geregeld leest
Zal ’t zich nooit beklagen.
Opeens bergt Knuppels zijn sabel weg,
grijpt het pistool en gaat naar den uit
gang. Hij houdt den vinger op den haan
van zijn wapen; schietensgereed. Hij
steekt den geweldigen kop ver vooruit en
loert. Zoo verdwijnt de man achter het
doek. De soldaat is vertrokken naar het
slagveld. De strijd zal zich afspelen in den
donkeren nacht.
Een zucht van verlichting ontsnapt uit
vele borsten. Al was het maar dat de
champetter hier en daar een schot lost
om het beest schrik aan te jagen.
Knuppels is nog maar pas weg, wanneer
de bestuurder van het cirkus de menschen
komt geruststellen. De dierentemmer zelf
is reeds lang op zoek gegaan naar zijn
tijger. Ook zijn er nog andere goede ja
gers uitgestuurd om te trachten het dier
te vangen.
Blijft allemaal rustig zitten, beste
menschen. Wij zullen ondertusschen nog
een paar lichte nummers vertoonen. Zoo
dra er nieuws is, zal ik het u komen
zeggen.
Nü was alle schrik voorgoed verdwenen.
De menschen konden zelfs wederom zit
ten lachen voor de dwaze fratsen van
clown August.
Dezen keer mogen we niet meelachen,
maar moeten Knuppels volgen op zijn
nachtelijken speurtocht.
Hij is buiten. De zwarte nacht valt op
hem als een wild dier. De heldhaftige
generaal van daar straks is plots veran
derd in eon bangen piot. Hij voelt overal
de duisternis rondom zich en het zijn
scherpe klauwen en vervaarlijke tanden
van fijgers die hem bedreigen. Eerst kan
hij geen stap meer vooruit, maar dan
wordt hij toch gewaar dat het overal
doodstil is en voorzichtig gaat hij verder.
Het moet, de menschen wachten.
Stevig omklemt de angstige Knuppels
zijn pistool en schrijdt door de straat
voetje voor voetje. Zijn kop draait op een
spil en zijn oogen gaan als zoeklichten
over donkere muren, langs deuren en
vensters. Overal zitten zwarte schaduw
vlekken tegen de huizen. Het zijn altijd
pijnlijke scheuten van schrik door het
nart van den jager. Hij blijft staan, roer
loos als een beeld en zijn vuurwapen ge
richt op de donkere plek. Totdat hij ge
waar wordt dat het geen tijger is.
Zoo komt Knuppels, na dien langzamen,
gevaarlijken tocht, uit de huizen en ligt
voor hem de eindelooze duisternis van
het void. Als het beest in de straat niet
is, dan moet het hier ergens op den loer
liggen, ’t Is maar best van zich niet te
ver in die gevaarlijke vlakte te wagen.
De champetter heeft nu al een beetje zijn
plicht gedaan en kan aan de menschen
IBBQaflBBBBBBBBBaBBBBBBBBflBBB
Hier deed zich een verschijnsel op, dat
men een wonder zoude noemen, indien
hetzelve niet dagelijks zichtbaar ware: de
aartsbooswicht Roodolf wilde geen andere
dan eene deugdzame en welbefaamde
dochter huwen.
Door geveinsde en wraakroepende deug
den uit te hangen, begoochelde hij de
brave Jacoba Grein, eene welstellende
landmansdochter van Oirsbeek. Deze had
de hoop gekoesterd, de echtgenoote te
zijn van een braven man, en zij schonk
hare hand en haar hart aan een man,
aan een gedrocht, gelijk er, God zij dank,
weinigen op aarde leven.
Reeds was de jonge Klaas, hun eerstge
borene, meer dan een jaar oud; reeds zou
de huwelijksband met een tweeden telg
gezegend, worden, toen Jakoba vernam
dat haar man tot de Bokkenrijdersbende
behoorde...
Hare droefheid, bij de schrikkelijke ont
dekking, kende geen palen meer; zij sloeg
weldra over tot den hoogsten graad van
wanhoop; toen zij haar echtgenoot bad
en smeekte om van zijn boosaardig leven
af te zien, en dat deze haar ten antwoord
gaf:
Vrouw, ieder draagt zijn eigen pak
en dus zijne zaken: voor de gade, de zor
gen over- het huiswerk, de zorgen over
hare kinderen; voor den man de brood
winning. Aan hem behoort het, de mid
delen te zoeken om aan den kost te ko
men, diensvolgens verzoek ik u vriende
lijk geen woord meer te reppen van mijn
bedrijf, indien gij niet wilt dat ik op
eenen anderen toon spreke!
Jakoba kende den onbuigbaren wil van
Roodolfzij versmoorde haar leed in haar
boezem; doch ten koste harer gezondheid.
Vijf maanden nadien baarde zij een
dochtertje, Lena genaamd.
Deze was nauwelijks een maand oud
toen de deugdzame moeder door de ziele-
smart uit dit leven werd gerukt.
Roodolf volgde de doodskist naar het
kerkhof met betraande oogen, maar zijn
hart bleef versteend, gelijk het hart eens
Bokkenrijders.
Hier volgen nu de
Raadsel 10.
1. Man; 2. Mand; 3. Maand; 4. Maan.
Raadsel 11.
Na de DERDE partij hebben de drie
IBBBBflaBBBBBBBBBBBBBBBBBBBN9BBBBBaBSBB&BBgBB2E!!!3BUBIHn
Hij kocht een lot der loterij,
Waarom ’t ook niet eens wagen!
Fortuin, zegt men, is ’t dichtste bij
En komt terwijl we slapen.
de series en die geen lot bekomen, zijn
terugbetaalbaar met 312,50 fr. of 300 fr.
volgens dat ze al dan niet werden om
gezet krachtens het Koninklijk Besluit
van 11 Mei 1935.
DE POPERINGENAAR van 19-4-41. 8" BI.
VAN KRUIS GESPROKEN, ’k denk er
juist aan. Te Parrapommelen was ’t mis
sie en de pater die sermoende, had gezeid
dat hij op den laatsten dag der missie
in de sluitingsplechtigheid alle kruisen
zou wijden en dat iedereen dus zijn kruis
naar de kerk mee moest brengen.
...En den laatsten dag kwam me daar
Jan Pierepatijn niet aangesukkeld met
zijn wijf op zijn rug!
Hewel, vroeg de pater, wat is dat?
’k Brenge ’k ik m’n kruis mee, zei
Janneken dood-simpel weg...
Wat nu?... Hij wilde Lindbergh zijn,
’t Ging hem van langs om sterker.
En ’t scheelde weinig of Krispijn.
Die vloog... maar in een kerker.
Twijfel niet aan. de waarde van
kleine aankondigingen. Groote
ondernemingen kwamen tot stand
met kleine aankondigingen. Er
zijn handelaars, waarvan geheel
de zaak bestaat, dank zij de kleine
aankondigingen. Ga het zelf
na. Probeer het zelf. Wat
velen deden, kunt gij ook doen.
IBNBBB9BHBBSBEBBKBISBBaBflBBBB
ZON
op
6.41
6.39
6.37
6.35
6.33
6.31
6.29
Eerste kwartier 4"
IjilliiiiiiiiiilülllllllllllllllllillillllllllUllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllW
Na een nauwkeurig onderzoek vond verantwoordelijk
Klaas de boon in zijn stuk. Een eenparige eenige uitgezonderde booswichten, die al
jubelgroet weergalmde in ’t vertrek; men de vermogens van hun geert en de voor
vatte de glazen; onder het geroep: Lang
leve de koning! werden ze geledigd... De
nieuw gekozen koning van het toeval las
den spijt cp Steven”s trekken; hij was
ook beslist tot veinzen, omdat hij den
kapitein kende tot in het merg zijner
beenderen.
Onder voorwendsel van den dagkoning
te vereeren werden gedurig nieuwe
fjesschen wijn gehaald, ontstopt en ge
ledigd...
Da roovers vroegen kaarten en dobbel
steenen; het spelen begon en de spe
lers. door het druivensap opgehitst, ver
dubbelden hoe langer hoe meer den inzet.
Weldra dronken de winners van genoe
gen en de verliezers om hun spijt te ver
smoren.
Er werd gezongen, gejokt, getierd, ge
zworen, gevloekt! Het anderszins nare
verblijf scheen nu in eene hel of in een
duivelschap herschapen te zijn, waar elk
redelijk wezen om het moest poogde af
te leggen, wat hem op iets anders dan op
een duivel kon doen gelijken.
Bedroevend is het om te zeggen, dat
onder deze twee en twintig wezens ver
scheidene mannen gevonden werden, die
met buitengewone geestvermogens be
deeld waren, en zeer nuttige leden in de
samenleving konden zijn, zij die thans
als zoovele, geesels van hun medemensch
optraden.
Laten wij, voor een oogenblik dit al-
duivelschap aan zich zelf over; het zou
aan het menschdom tot eeuwige schande
verstrekken, indien het menschdom kon
wendt U ter
Drukkerij SANSEN-VANNESTE
Gasthuistraat - 15 - Poperinge
6Sa3EM®B3B3aHOMIS3aHHBHB3EMaSSSa0rasasaHafflBeHMEaWSIBEHIiJHH
van 19 April 1941’ N1' 17-lllllll!llllillllllllllllllllllllllllllllllllll^
Alhoewel met Paschen veel onzer lezers
heel wat meer tijd hadden om raadsels
op te lossen, zijn er ons min antwoorden
binnengekomen. Dat komt heel eenvou
dig omdat de raadsels een weinig meer
ingewikkeld waren. Moeilijk waren ze
hoegenaamd niet, met een klare geest is
’t maar twee minutjes tijd om ze op te
lossen. Maar de reis van New-York naar
San-Francisco gaf den doorslag. Er zijn
er geweldig veel die nooit te San-Fran
cisco geraakten en daarin den struikel-,
steen vonden.
171 Antwoorden kwamen ons binnen.
Er zijn daarvan 135 slechte en amper
36 goeie.
Daar er maar 36 goeie oplossingen zijn,
zijn er dus maar ’t minimum van boeken:
2 boeken te verloten. ’t Lot viel
Nrs 6 en 30. Winnen dus:
«HET GRAF AAN DE ZEE»:
PLATTEAU JORIS,
Dorp 23, Voormezele
«HET GEHEIM VAN ’T WOUD»
TRUANT MAURICE,
Diksmuidesteenweg 61, leper.
Hartelijk proficiat.
Goede oplossingen dezer week kre
gen we van:
Uit Bevere (Oudenaarde)Vermessen M.
Uit Boezinge: Storme Antoon.
Uit Hou tem (Veurne)Delhaye Maurice.
Uit leper: Truant Maurice.
Uit Kemmel: D’huysser Godelieve.
Uit Kortrijk: Vandenbroucke Maria.
Uit Leisele: Cossey Albert.
Uit Merkem: Vanobel R.. Wallyn Maur.
Uit Nieuwpoort: Van de Walle R.
Uit Pleeg'steert: Brutsaert Gaston.
Uit Pollinkhove: Wallyn Arthur.
Uit Poperinge: Pattvn Ach., Huyghe M.,
Laleeuw André, Degryse Felix, Devos
Roger. Andries Albert, Devos Esther,
Van Walleghem Jos., Dallequin Alb.,
Delbeke J.
Uit St-.Tan-ter-Biezen: Brutsaert Maur.
Uit Tielt: Lietaert D., Van Damme Cyr.
Uit Vlamertinge: Delolace Madeleine.
Uit Voormezele: Platteeau Joris.
Uit Westniéuwkerke: Leys Guido.
Uit Westoutet: Delhaye Valère.
Uit Wervik: Vergote G.
Uit Westvleteren: Alleweireldt C., Huyghe
Hector. Huyghe Michel.
Uit Zandvoorde: Elslande Michel, Car-
doen Marcel, Coudron André.
We zitten in de miserie
We zijn te jong getrouwd.
We zitten in de miserie
En ’t is ons eigen fout.
’T IS DE FOUT NIET van ’t Manneke
in de Maan als ge nog geen miljoen ge
wonnen hebt in de Winterhulp Loterij
Maar ge moet uw koërazie niet verliezen.
Wie winnen wil moet wagen. België is
nu eenmaal ’t landeke der loterijen en
der trekkingen, en om de misbedeelde en
doodarme menschen krachtdadig te steu
nen, werd het heerlijk initiatief der
Winterhulp Loterijopgenomen en
kunt gij, beste Lezereskens en Lezers,
nesHüXBBXQBBBBBiatasiQiaBssBaassB
Die zich verblijdt
Met wat hij krijgt,
Geraakt ’t jolijt
Nimmer kwijt!
Voila! Ziedaar een spreuk die wonder
wel past heden ten dage. Altijd kontent
zijn, vrienden Lezers, met alles wat g’hebt
en niet gansche dagen zitten te sjikanee-
ren over ’t geen ge niet hebt! Dat houdt
er de vroolijkheid in, en dat hebben de
menschen honderd procent noodig in onze
dagen. En wat ’t weder betreft, we gaan
maar zeggen lijk Knulleken, die vandaag
wonder-pikant en plezant is en in een
uitstekenden rijmelaarsdag verkeert:
Goed of slecht weder
Zelden is de mensch kontent,
Van het weêr dat God hem zendt
Altijd morren, altijd klagen,
Altijd naar wat anders vrasen,
Altijd vormen eenen wensch
Ja... dat doet de domme mensch!
Pier zegt: Daar moet regen zijn
Klaai roept: Ik wil zonneschijn!
IVilde God het weder schikken
Naar den wensch dier slimmerikken
’t Zou veel erger zijn gewis...
Hij weet best wat noodig is.
Bravo! Knulleken! Flink van je, Kerel!
Gelijk hoe ’t weder komt, behagen we er
ons in, ’t is voor ons welzijn en schijnt
het zonneke wat min, dan we ’t gewenscht
hadden, dan is ’t voor ons toch maar
zoo een heel klein kruiske in ons leven.
Raadsel 13.
't Wordt door den hovenier gedaan,
Een kop ervoor men kan er vaak op leven;
Zet daar nu nog een kopje aan, j
Men zal het aan dc suikerbekken geven.
Raadsel 14.
Voor dat stuk hesp en die 50 eieren,
zegt de handelaar tot Lowieke, is het
40 frank.
Maar ik heb maar 20 frank, »gt
Lowieke.
Dan moogt ge 25 eieren hebben en
de helft van dat stuk hesp.
Jamaar, zegt Lowieke, geef mij t
gansche stuk hesp en 10 eieren.
Goed, zegt de handelaar, dat komt
op ’t zelfde neer!
Hoeveel kost dat stuk hesp?
Raadsel 15.
Op een dansfeest waren er 42 dansers,
Een dame danste met 7 cavaliers, era
andere met 8. een derde met 9, enz., tol
de laatste met alle cavaliers gedanst tai
Hoeveel mannelijke en vrouwelijki
dansers waren er?
A
De boeken voor deze week zijn:
In Eer Hersteld door A. Hans.
Het Geheimzinnig Kasteeld. A, Hans.
A
JAN-FERDINAND DE WATERMUIS
2.
Hebt ge van de prachtige vloot wel ge-
De prachtige vloot der muizen? [hcord
Zij had er Fernand als hoofdman aan
De prins der watermuizen. [boord.
Refrein,
Fernand, Fernand,
Femand houdt niet van ’t land.
Gaat varen op de zee,
Gaat varen op de zee,
En al de muizen die varen mee:
Al met de prachtige, machtige mui-
[zen vloot.
Zei toen niet Fernand tegen Knlb-Knab-
Roep al mijne beste matrozen! [beltand:
Wij varen naar ’t grauw-groene kikvor-
[schenland
En doen al die dikzakken blozen.
En op één twee drie, zeilde daar op de beek,
Een prachtige stoet van booten:
Fernand met zijn vloot, vaarde stout naar
[de streek,
Waar de kikkers de muizen verstooten.
En ze voeren dwars door den vettigen plas
En maakten er jacht op puiten.
De puiten die vluchtten en sprongen in
[’t gras,
Ze staken hun kop niet meer buiten.
KRIS KREKEL.
Klaas bleef in het huis des vaders;
Magdalena, of bij verkorting Lena, werd
opgekweekt door Jakoba’s zuster, eene
goede boerin van Oirsbeek, die wel een
schaarsche opvoeding had genoten, maar
bij wie dit gebrek aan verstandsontwik
keling vergoed werd door een zuiver hart
en edelen zin. Deze moei werd de tweede
moeder van het arme wichtje...
Lena groeide op, en bleef zeer tenger;
het was blijkbaar- dat dit fijne lichaams
gestel voor geen ander dan een zuiver ge
voel vatbaar zou worden. Van hare vroeg
ste jaren af, toonde zij, als ’t ware, eene
verrukking voor alles wat natuurlijk
schoon en zindelijk was.
Voor eenen met bloesem prijkenden
boom moest zij blijven staan tegen wil en
dank. Van een kind, op wiens open ge
laat de onschuld stond te lezen, kon zij
hare blikken niet afwenden. Een schoon
landzicht bekoorde haar> zonder dat zij
aan zich zelve rekenschap wist te geven
van de ware oorzaak.
Lena was negentien jaar oud, toen haar
vader, Roodolf, ten grave daalde. Zoodra
Klaas zich alleen bevond, trok hij de
zuster tot zich, deels om over deze tengere
bloem te waken; deels om haar met het
bestuur van het huishouden te gelasten.
Zwaren arbeid, zou zij, volgens alle waar
schijnlijkheid, nooit kunnen verrichten;
misschien was het door een geheime over
tuiging harer zwakheid gedreven, dat zij
als een onwederstaanbare zucht voelde
naar een beschermer. Klaas was juist de
man, dien zij zou gekozen hebben, als
haar steunstaf, zelfs indien hij aan haar
niet ware gehecht geweest door de nauw
ste bloedbanden. Zij zag niet, dat haar
broeder leelijk van gelaat was; ja, zij
wenschte hem niet anders, opdat zij hom,
om zoo te zeggen, des te meer kon be
minnen, naarmate hij min bevallig was
in de oogen van anderen.
Lena’s gelaat was bleek; doch hare huid
paarde de witheid van de sneeuw met de
gladheid van fijn geslepen marmer.
Oogen, haar en wenkbrauwen, blonken
van zwartheid, Haar- rond en glad voor-
l!il{l!lllllfflllll!!lllll!ll!1llllllllll!IIIM
spelers elk 24 fr. Welnu, de derde kou
te verliezen en moet dus 't geld der
andere verdubbelen. Dus vóór de derjf
partij waren de sommen: 12, 12 en ft
Welnu, na de TWEEDE partij had ook
de tweede verliezer ’t geld gedubbeld der
twee andere. Dus: vóór de tweede partij
waren de sommen: 6, fli'en 24. Na de eer,
ste partij had de eerste verliezer ’t zelfd»
■gedaan. Dus waren de Bommen vóór
eerste partij, bij ’t begin dus: 39,21 en
Raadsel 12.
In éénzelfde richting volgen de treinen
elkander op 24 uren. Maar gij met
trein rijdt altijd tegen. Dus na 12
rijden heeft de EERSTE kruising plaats
de TWEEDE 24 uren na uw vertrek,
DERDE 36 uren, en zoo voort alle 12 uren
Er zullen zich dus 9 kruisingen voor.’
doen, zonder mede te rekenen de feij t
die binnenkomt, en stopt op 't oogenblik
dat wij vertrekken; en Qe trein die aan.
zet op ’t oogenblik dat wij stoppen... t»
nen die we dus niet ONDERWEG hl, j
sen, daar er altijd een van beide stilstaat®-
Bijna alle inzenders geven 5 knil;.
singen op en rekenen aldus na de eet<
kruising van 12 uur na ons vertrek. 24 J
bi.i tot de tweede. Hier ligt de fout... II»
rijden tegen... dus na 12 uren hebbt;£.:
verder alle kruisingen plaats.
A
EN TOT SLOT NU ’t wekelijksch ka-
lenderken.
Zondag 20 April: Beloken
S3. Victor. Oda. Theotiem.
Koester eendracht, vriendschap, vreê
Daar komt gij het verste meê;
Uit partijzucht, nijd en haat
Komt niets als verderf’lijk kwaad.
Maandag 21 April: SS. Anastaas. Ansel-
mus. Silvinus.
Te lang op straat maakt korte nachten
Te lang in bed, ’n korten dag.
Maar nooit nog anders ik en zag
Of beide maakten immer klachten.
Dinsdag 22 April: SS. Soter. Cajus. Ul-
rice. Leonidas.
Waarom toch altijd maar geklaagd
Dat aan de rozen scherpe dorens groeien?
Weet gij dan niet, en nimmer gij en zaagt
Dat aan de dorens rozen bloeien?
Zie vervolg hiernevens
Het wasschen van dekens kan als een
der belangrijkste onderdeeeien van de
groote schoonmaak worden beschouwd,
vooral in dezen tijd van zuinigheid en
besparing, waar we zoo’n karweitje liefst
zelf zullen opknappen cn graag goede
resultaten bekomen. We kiezen voor dit
werkje een drogen dag. Bij vooj’keur veel
wind. Zon hoeft er niet bij.
Wollen deken» zullen we eerst een half
uur weeken in lauw water, waarin een
handvol keukenzout. Intusschen maken
we van kokend water en witte zeep een
flink schuimend sop, dat we aanvullen
met koud water, tot het mengsel lauw is,
maar nog altijd schuimt. Bij gebrek aan
witte zeep kunnen vlokken of een goed
zeeppoeder dienst doen, in de vereischte
hoeveelheid tot het bekomen van een vet
sop.
In dit lauwe sop brengen we de wollen
deken en drukken en wentelen ze zach
tjes om en om. Indien het sop zeer vuil
is, moeten we cr een tweede maken en
weer op dezelfde manier handelen. Altijd
lauw.
De deken wordt dan omgespoeld in
koud water, waaraan een flinke scheut
azijn is toegevoegd. Daarna wordt de de
ken zoolang in klaar water nagespoeld,
tot het water volkomen zuiver blijft en
de zeep verdwenen is. Tusschen de vlak
ke handen wordt het vocht uit de deken
geperst. Niet wringen, indien we de kans
niet willen loopen, gaten in het weefsel
te maken. Geheel uitgevouwen hangen
wc de deken buiten aan een lijn. Nu en
dan kloppen we haar voorzichtig uit,
waardoor zij soepel cn donzir» wordt.
Vanzelfsprekend niet opstrijk-en.
Molton «-dekens die geen gekleurden
rand hebben, kunnen we zoo noodig eerst
in een soda-oplossing laten weeken. Zijn
er gekleurde randen, dan worden ze eerst
geweekt in koud water met azijn, om
het doorloopen te beletten.
Het wasschen zelf geschiede zooals
voor de wollen dekens. De ongekleurde
deken mag desnoods in bleekwater ge
spoeld worden. Dwars te drogen hangen
zoodat de gekleurde streken vertikaal
loopen. De deken mangelen wanneer zij
droog is.
Benoodigdheden. 100 Gram gortmout
(of bij gebrek daaraan havermout), 1/4 1.
water met zout of bouillon getrokken van
groenten of en van soepbeentjes, 1/2
ajuin, 1/2 winterwortel, 10 gram boter,
1 ei, 1 flinke theelepel bakpoeder, 1 of
2 eetlepels bloem, vet of olie om in te
bakken.
Bereiding. Week de gortmout of
havermout in het water of den bouillon.
Rasp of hak den ajuin fijn en fruit hem
in de boter. Voeg den gefruiten ajuin,
den geraspten wortel, ei, bakpoeder,
bloem en zout naar smaak toe.
Maak van dit deeg platte koekjes, zoo
als rijstkoekjes en bak ze in de koeken
pan met behulp van ’n weinig heet vet
aan beide zijden lichtbruin. Geef ze in
plaats van vleesch bij gekookte aardap
pelen. Presenteer er een saus en een
salade van rauwe groenten bij. Stoof de
koekjes, als geen hard korstje wordt ge
wenscht, een half uurtje in de saus ua.
Macaroni of spagetti wordt in stukken
van een vinger lang gebroken en gaar
gekookt in ruim water. Daarna de ma
caroni goed laten uitlekken.
Onderhand een
dunnen met water,
ren en bruinen in
de puree opgieten
meel of maïzena.
Naar wensch de macaroni of de toma
tensaus afzonderlijk opdienen ofwel de
goed uitgelekte macaroni door de toma
tensaus mengen. Een stukje boter hier
door geroerd, verbetert den smaak maar
kan achterwege blijven.
Beschikt men over een restje garnalen,
fijn gesneden vleesch of een hard gekookt
ei, dan kan dit een goede afwisseling
brengen in dit gerecht, door een van die
restjes door de macaroni met tomaten
saus te mengen.
Men heeft 100 gr. macaroni noodig.
Het is aan te raden vooraf de macaroni
in water te koken. Het water af tc gieten
en daarna de macaroni in J4 liter melk
te laten kokennaar keuze kan men cr
IBBBBRBBBBaBBBBBBBBHBBBBSiiaa
Woensdag 23 April: SS. Georgius. Gerard.
Adelbert.
Ik ben nog maar een heel klein ventje
Toch spaar ik eiken dag een centje;
Toch word ik eens een groote mensch
En ’t worden franks in plaats van eens!
Donderdag 24 April: SS. Fidelis. Egber-
tus. Valeria.
Korte rokken, korte haren!
’t Doet' geen enkel centje sparen
’t Maakt de hoofden toch zoo licht...
Beenen slechts tot dansen richt.
Vrijdag 25 April: SS. Marcus. Erminus.
Als aan borrels, pint en pijpen
Mannen dikwijls zich vergrijpen,
’t Hoofd niet goed meer werken wil
En de armen vallen stil.
Zaterdag 26 April: SS. Cletus. Felicie.
Marcellinus.
Des ’s morgens vroeg en 's avonds laat
Vergeet niet dat g’een kruisken slaat.
ken zondaar, vergeven.
Zondag 20 April: Beloken Paschen.
Maandag 21 April: H. Ansclmus.
Dinsdag 22 April: HH. Soter en
Woensdag 23 April: H. Joris.
Donderdag 24 April: H. Fidelis.
Vrijdag 25 April: H. Markus.
Zaterdag 26 April: HH. Cletus en Mar
cellinus.
Zondag 27 April: Tweede na Paschen.
aBBBflBBBBBBBBBBaaBBBflBniBlIBB
227’ Trekking van 10 April 1941.
Serie 110.577 Nr 19 wint 250.000 fr.
Serie 110.577 Nr 1 wint 100.000 fr.
Serie 110.577 Nr 16 wint 100.000 fr.
De obligaties 186.519 en 30696 zijn zon-
mocht steunen. Hetgeen Klaas het meest
vreesde, was dat Lena ooit mocht verne
men, wat hij was. Roodolf had zijn ver
foeilijk bedrijf altijd voor zijn dochter
verborgen gehouden; hij was ten grave
gedaald, zonder- van haar te moeten ver
acht worden. Klaas ook stelde alles in het
werk, om aan de verachting zijner zust.r
te ontsnappen.
Zeggen wij hier, vooraleer voort te gaan>
wat en hoe Klaas was, lichamelijk ge
sproken. Men verbeelde zich op eene her-
kulesromp een geëvenredigd hoofd, be
dekt met een haarbos van een vlamrood*
kleur; wenkbrauwen en baard, die het
hoofdhaar- niet konden verloochenen;
kleine, diep in hunne kringen verborgen
oogen. een neus, die als tusschen de co-
genkringen geplakt was! Voeg daarbij d«
bultige kaken, een aangezicht door
koepokken vreeselijk geschonden, een
paar dikke lippen, eene platte kin, e®
stierachtigen hals en men moet met ons
bekennen, dat de natuur onzen Bokken
rijder Klaas stiefmoederlijk had behan-
deld; want bij een dierachtig voorkom®
voegde hij leeuwenmoed, slangenvoorzicl'-
tigheid, stierenmacht en een ijzeren wil!
Deze hoedanigheden waren gekend,
het was geen wonder, dat hij Steven
Doodrijk zoo maar Kapitein ModepoP
noemde, zonder dat deze het al te euv^1
durfde opnemen. Klaas kon geen meest®
dulden. Steven en ook Klaas waren t®
alles in staat, en zij hadden den onder
gang van Herman en Martha gezwor®'
De ondeugd, dc woeste en ruwe macht te
gen de deugd, de onschuld en de goe“e
trouw.
Sedert eenige maanden, had Lena
nachtelijke afwezigheden van den bro®
der bespeurd. Met goedheid, met bekob’'
mernis vroeg zij hem herhaalde mal*?
naar de oorzaak, en telkens bespeurde
min of meer verlegenheid bij den broedet'
-- zij maakte daaruit op, dat de oor®^
der wien niets ter wereld vrees aanjoeg, zijner afwezigheid berispelijk moest ÓF
Vervolgt.)
Lijk gewoonte kom ’k weer heden
Met ’n epistel voor den dag,
En, zooals we vroeger deden,
Meld ik thans ook wat ik zag.
Doch, trouw aan de traditie, wensch
ik eerst en vooral aan al m’n trouwe
Lezereskens en vrienden Lezers een har-
telijken Goeien Dag
...En daarmee zijn we weer een week
na Paschen... waar vliedt den tijd toch
heen hé, beste Lezers van De Pope
ringenaar»? Pasehen en Tweede Paasch-
dag' die voorbij zijn hebben ons tamelijk
goed weer bezorgd. Paschen mag flink
genoemd worden, alleen Tweede Paasch-
dag heeft maar een triestig zonnetje uit
gehangen, of beter gezegd... ’t zonneken
zal langs den anderen kant van de wol
ken geschenen hebben en... heeft om mijn
maantje plezier te doen, waar ’t weer
effenaf prachtig was, z’n voeten geveegd
aan de wereld.
De jonge koppeltjes hebben toch zon
der ’t zonneke mooie wandelingskens kun
nen maken en stille plekjes gevonden
waar ze gerustgelaten samen ondereen
hebben kunnen konfereeren pver liefde,
toekomst en... geluk. Ja, d’er is nu een
maal niets aan te doen dat ’t zonnetje
niet van de partij was en gelijk alle goeie
plantrekkers zullen we ons maar kon
tent houden met wat we gekregen heb
ben.
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Vrijdag
hoofd, de regelmatige neus, mond, kin en
kaken, de purperroode lippen en sneeuw
witte tanden, maakten een geheel uit, dat
den toeschouwer deed verbaasd staan.
Haar gang was edel, haar geheele persoon
verried zooveel zedigheid, zooveel ingeto
genheid, dat niemand hare overgroote
lichaamsgaven benijden kon...
Niet zelden stond Klaas met verruk
king op de zuster te staren; bij elke ge
legenheid vergeleek hij zijne zoozeer mis
maakte, ruwe wezenstrekken met de ver
heven schoonheid der zuster, en dan ont
sprong een zucht aan zijne borst. Wan
neer het meisje hem vroeg of hij door
eenig leed gekweld werd, antwoordde hij:
Lena, ik vraag mij zelven hoe het
toch komt, dat gij zoo engelachtig schoon
zijt, terwijl ik zoo terugstootend leelijk
ben.
Om hem te troosten, deed het goede
kind hem telkens de eene of andere stree-
lende bemerking als:
Broeder, ik ben immers niet schoon:
want wat zijn regelmatige trekken, als
deze niet piet een krachtig lichaamsge
stel gepaard gaan. Ik schijn geschapen
om als een zwak kind te buigen; gij daar
entegen bezit de krachten om te gebie
den. Het is wel gelijk God het geregeld
heeft, broeder, ik vind u wel zoo gelijk
gij zijt. Wie weet, indien het anders wa
re, of ik u zoo dierbaar zou zijn en of gij
mij zoo lief zoudt wezen.
Soortgelijke uitboezemingen troffen het
hart van den ruwen Klaas cn lokten soms
tranen uit zijne oogen. Menigmaal sprong
hij van zijn stoel recht, naderde de zus
ter om haar tegen zijn boezem te druk
ken, maar plotseling gevoelde hij als een
onzichtbare hand, die hem tegenhield.
Dan keerde hij zijne blikken van haar af
en murmelde binnensmonds:
O roover, bezoedel de zuster niet
door uwe aanraking!...
Zoo vond deze booswicht, de euvelda-
als bevreesd, in tegen- daar hij dezelve niet rechtuit durfde t6'