i W R OKEË1NR ij ders Ons Vrouwenhoekje r STEVENS Gebroeders de Landbouwers 1 VOOR ONZE KLEUTERS (Bericht aan LITURGISCH KALENDER DE HELDENDADEN VAN KNUPPELS AANBESTEDINGEN TREKKINGEN 32F" DOE ZAKEN met kleine aankondigingen DE VERDUISTERING s I Ik E2S2 MAAN VERWOESTE GEWESTEN 1S22 het manneke x uit DE Bezorgt seffens uw OUDE KOORDEN en wacht niet tot het te laat is «DE POPERINGENAAR». Zij moeten in eik huis verzameld werden, waar z» regelmatig zu'len afgehaald worden IBBBBBBBaSBHBBBBBBBBaBBBBaBB NOEDELPUDDING NOEDELGEEAK SOEPELE HOUTEN ZOLEN 1 OPLOSSINGEN Oud Pcpier en Karton mag niet meer vernietigd worden VOOR UW DRUKWERK IBBBBBBBBBBBMaBBBBSBBBBBBaBB NIEUWE RAADSELS SCHOONMAAKWENKEN KOEKJES VAN GORTMCUT IN PLAATS VAN VLEESCH MACARONI MET TOMATENSAUS MACARONIPUDDING KLEEREN VOOR ONZE KRIJGSGEVANGENEN DANK ZIJ EEN AFVAARDIGING VAN HET ROOD KRUIS VAN BELGIE TE LAUSANNE beschikbaar. i Voorraad MELKB1DONS NL» ’t Lot viel op mij Caïus. vrouwelijki En aan een Paschen. worden gesteld voor kennen. der lot uitgekomen. De'obligaties begrepen in de aangedui- Hij nam ineens een kloek besluit Wie winnen wil moet wagen Greep hoed en stok en trok er uit Om naar fortuin te jagen. Antwerpen speelt mij het fortuin, Zoo dacht hij, in de handen. Plots kreeg hij in den Dierentuin De goest voor vreemde landen. I onder 20.43 20.45 20.47 20.48 20.50 20.51 20.53 door ECREV1SSE aan de Firma POPERINGE IEPER leperstr., 5 - Veurnestr., 38-40 Vandenpeereboompl., 7-9 U zijt dan verzekerd NIEUWE KOORDEN te bekomen voor den komenden oogst. zich ontwapend en i woordigheid van een zwak kind, van eene zuster die op niets dan op hare deugden. Tegenwoordig trouwen kinderen Die nat nog achter d’ooren zijn. En... als de last begint te hinderen Dan zingen z’ook in een refrein: Tc Zit hier weer eens aan mijn tafel Met voor mij ’n blad papier. Mocht ook dees week m’n geswatel U bezorgen veel plezier. Vroeger in grootmoeders tijd Toen werd er getrouwd Als men was een dikke dertig Jaren oud. Hij nam de boot voor Hollywood, - Wie winnen wil moet wagen Wie zegt dat hij niet evengoed Als Chaplin daar zou slagen? Doch ’t lukte niet in ’t Filmen land De kineast die morde: Zeg kerel, is ’t met uw verstand Van tijd niet wel in orde? voor enkele frankskens, ja, wie weet, mil jonair worden. Krispijn, die lapper was van stiel Kwam aan den kost, ’k wil zeggen, Hij won zijn broodje, doch er viel Niet veel opzij te leggen. 25 April. Te 2 uur, voor den Heer T.adon, ingenieur van Bruggen en Wegen, 27 Hooistraat, Brugge, herstellen der oor logsschade aan de Rijkswachtgebotratn tc WAASTEN. Bestek zonder -Nr (Ned.) ter inzage bij voorin, ambtenaar en op het Aanbestedingskantoor, 16 Loxunistr. te Brussel. 25 April. Te 2 uur, voor den Heer T.adon, ingenieur van Bruggen en Wegen, 27 Hooistr., Brugge, herstellen der scha de veroorzaakt door oorlogsfeiten aan de bedakingen van verschillende gebomvelt der militaire schoenfabriek te TIF.LT. Bestek zonder Nr (Ned.) ter inzage bij voorin, ambtenaar en op het Aanbeste dingskantoor, 16 Loxumstraat te Brussel. -«03,- blikje tomaten puree een ajuin fijn snippe- boter. dan de verdun- en laten koken. Dit sausje binden met een weinig aardappel- deelen van hun lichaam gebruiken, niet om als menschen, maar ala tijgers uit te munten. De uitspattingen duurden voort tot vier uren ’s morgens, wanneer Steven beval het drinken en spelen te staken. Plotse ling werd het licht uitgedoofd; de Bok kenrijders wierpen zich op de stoelen, op de tafels, zelfs op den grond. Steven legde zich op het pluimen bed in Hein’s achter kamer, en in min dan vijf minuten, slie pen zij allen, alsof hun gewéten ware zui ver geweest! Hein,alleen waakte tot op den slag van zes uren, wanneer hij eerst den hoofdman en ver-eigens de overige boeven ging opwekken. Vijf minuten waren nauwelijks verloo- pen, toen al de kerels, de eenen na de anderen, uit de Zwaan verdwenen. Elk sloeg den weg in naar zijne woning: doch, degenen, die Voerendael, Heerle, Schin- nen en Nuth bewoonden, begaven zich ter kerk en woonden ue vroegmisse bij in hunne parochie; zij hingen eene ui ter lij ke godsvrucht ten toon, welke de wraak des hemels over hunne hoefden moest roepen, indien de Voorzienigheid iniet langen tijd wachtte, omdat Zij zeker wacht. Zoo waren deze booswichten afgericht: in het openbaar predikten zij louteren eerbied voor het goed van den even- mensch, terwijl zij bij dage en bij nachte hun brein pijnigden met middelen te ver zinnen en werkstellig te maken. Van de vergaderingen, waarin zij hunne helsche plannen smeedden, gingen zij met gebuk- Trouwen Berouwen is. Kunnen er daar geen vrouwtjes ge vonden worden die door hun charme en fijnheid, met hun ventje lief als in een hemeltje op aarde wonen... Ja, Knulleken, dat gebeurt.al; vroe ger waren er veel meer gelukkige gezin nen als nu Zoo gezegd, zoo gedaan ’k Zal nu rap een kruiske slaan En... naar ’t klooster van St Ariaan Waar d’er twee paar sloefen onder ’t bedde [staan. ’t Manneke uit de Maan. (BBBBBBSBBSKiEBBJSSiaBSHiËHBlfiBliBB ten hoofde, als ootmoedige kristenen, naar Gods tempel! HOOFDSTUK IX EENE LELIE ONDER DE DOORNEN Tot, hiertoe heeft de aandachtige lezer uit de handelingen van den woesten Klaas moeten kunnen opmaken, dat hij zeker niet het minst gevaarlijke monster van deze monsters was. Onder deze ruwe schors klopte nochtans een hart, dat voor een gevoel vatbaar was. Hij had een zus ter, welke hij een grenzelooze liefde toe droeg. Vergelijken wij een oogenblik de zedelijke bij de stoffelijke wereld, bij voor beeld: wanneer twee elpenbeenen bollen van ongelijke zwaarte met dezelfde kracht tegen elkander gedreven worden, dan zal de zware den lichteren medeslepen. Zoo gaat het ook op het zedelijk gebiedwan neer een ongeregelde hartstocht, of een ondeugd tegen een deugdzaam gevoel botst, dan zal het zwakste van beiden op den duur, voor het andere onderdoen. Indien wij zoo eensklaps van den Bok kenrijder Klaas een deugdzaam wezen maakten, dan zou hij aan den lezer niet alleen onwaarschijnlijk, maar zelfs on verstaanbaar voorkomen. Stellen wij dan Klaas en Lena, zijne zuster, tegenover el kander; het is eene leerzame les, ondeugd en deugd te zien worstelen. Roode Adolf, of bij verkorting Roodolf, de vader van Klaas, de befaamde stok- vechter, de redenaar Bokkenrijder, was ruim dertig jaar oud, toen hij in den echt trad... De beweegredenen,' die hem eens tot dit besluit aanspoorden, waren twee- erlei; eensdeels onderwierp hij zich, om zoo te zeggen: elkeen neemt een vrouw, waarom zoudt gij niet doen gelijk een ander? Anderzijds voelde hij als een ijdele plaats in zijn kort bestaan, en werd hij als door eene onwederstaanbare begeerte aahgedreven, om die ijdele plaats aan te vullen; want hij ook ondervond dat de mensch niet geschapen is om alleen te blijven... Diensvolgens zag hij uit naar eene ge zellin. Vraat? aan uw Briefdrager Abonnement cn De Afvaardiging van het Roode Kruis van België te Lausanne, heeft onlangs een aanzienlijke hoeveelheid kleeren en schoe nen naar de krijgsgevangenenkampen in Duitschland gestuurd. Vier wagons uit Geneve hebben: 10.750 overjassen, 4.500 hemden. 3.750 paar schoenen, 5.500 broeken, 2.000 militaire vesten, 2.500 pull-overs, naar de verschil lende kampsn gevoerd. Op verzoek van het Belgische Roode Kruis hebben het A.merikaansche Roode Kruis en de Belgische Kolonie van New- York talrijke pakketten en 250 ton voe dingswaren als gekondenseerde melk, corned-beaf, pork-bsams, zeep, cacao, chocolade, koffie, margarine, suiker en tabak, via Geneve, naar de gevangenen kampen gestuurd. Ds verdeeling dezer verzendingen is reeds in zekere kampen begonnen. An dere verzendingen zullen volgen. Hij weer naar huis Hoe trek ik Intusschen uit de litsen? De Winterhulpe Loterij Scheen door zijn hoofd te flitsen. Oud papier en karton die niet met be derfbare stoffen verontreinigd zijn, iw- gen niet bij het huisvuil gevoegd'worden. Zij moeten in elk huis samengebraebt worden. Zij moeten aan een afvalhande laar verkocht worden, om bij de voorziene at'haling afgeleverd te worden. Voor deze bewaring moet een zak. kor!, mand of een ander daartoe geschikt voorwerp ter beschikking van al de be woners van het huis, op een droge plaats, op het gelijkvloe-s of in den kelder se- plaatst worden door de zorgen van net hoofd van het huisgezin. rf. indien ver scheidene gezinnen eenzelfde gebouw be wonen, door het hoofd van een der ge zinnen die het gelijkvloers bewonen o! dom- den portier. De gemeentebesturen moeten, in over leg met den plaatselijken afvalhandel, regelmatig ofhafingen van het aldus ver-f zamelde oud napier minstens eenmaal per T maand inrichten, en ztoks voor de eerstel maal in de maand Anrii 1941. Inbreuken on de bepalingen rn mfln hevig besluit worden opgespoori, \astie- steld en gestraft. In een perskonferentie werd gewezen op het belang van de inwlnning van oud papier en karton voor onze papiernijver heid. België is inderdaad een der landen, dat het meest papier verbruikt. Het komt op den vijfden rang, onmiddellijk na Duitschland, wat het papierverbruik aan gaat. Om de met den oorlog nog gestegen behoeften te dekken, ten gevolge van den mangel aan ingevoerd hout, zou maande lijks nog 2000 ton oud papier moeten in- gèwonnen worden. Gansch de bevolking moet aan de ver zameling van oud papier en karton deel nemen, om te verhinderen dat duizenden landgenooten, die in deze nijverheid te werk gesteld zijn, hun brood niet meer zouden kunnen verdienen. Daarom werd een verordening uitge vaardigd, wier toepassing cp de breedst mogelijke wijze dient te gebeuren. Deze luidt als volgt: Het is eenieder verboden oud papier en carton, zooals dagbladen, tijdschriften, afval van bedrukt of onbedrukt papier, prospectussen, nakpapier, panieren zak ken, doozen, diverse verpakkingen enz., buiten de noodwendigheden van het on ontbeerlijk huishoudelijk gebruik, door verbranding of om ’t even welke wijze te vernietigen. Oud nanier en carton die met bederf bare stoffen verontreinigd zijn mogen met het huisvuil verwijderd worden. ZONDAG 20 APRIL 1941 (Beloken Paschen) Tijdens de Paaschwake te midden van het blijde vieren van Christus’ glorieyolle Opstaan uit het Graf, werden te Rome de nieuw-gedoopt«n gekleed in witte tu niek of alb-e, symbool van reinen levens wandel naar ’t voorbeeld van den Verre zen Verlosser. Op dezen Zondag, eind- dag der Paasch-Octaaf, lieten zij die witte gewaden af. Vandaar de naam Witte Zondag. Als pasgeborenenspreekt de Hei lige Kerk ons toe. ons, herborenen met een nieuw goddelijk leven door de hei- ligmakende genade. Een nieuw goddelijk leven is een nieuw geloofsleven. Wij leven door het ge loof.» De «ongeloovigc Thomas», ja, of lieverde oogen-geloovige Thomas voor 'n korten tijd, maar weldra de zoo voor- beeldig-vurige geloovige, leert ons, in het Evangelie van deze dag, te gelooven. Zoo vurig, zoo hartelijk, moeten we in Jezus’ verrijzenis en leer gelooven, dat we onafscheidbaar Hem gaan volgen en navolgen, door ons vernieuwd christelijk leven. En zoodoende komen we onfeil baar, door Hem, tot den Vader. De zonde alleen is een hinderpaal tot dit genade-leven. Doch laten wij toch nooit meenen dat de H. Kerk de groot ste zonden niet zou kunnen vergeven. Integendeel kan zij alle doenbare of denkbare wandaden, aan ’t is gelijk wel- een weinig vanielje, een kaneelstokje of wel een stukje citroenschil aan toevoe gen, om den smaak te verhoogen. Is deze brij dik gekookt dan kan men er nog een klontje boter of wat suiker onder roeren. Werp 103 gr. noedels in gezouten ko kend water; dek de kastrol zoodra het kookpunt weer bereikt is, zet af en laat de noedels gedurende 10 minuten zwel len. Kook een halven liter melk met 100 gram suiker; voeg er een wat gewas- schen rozijnen bij. Giet al roerende op de melk de verlekte en goed opgedroogde noedels. Vermeng dit alles en giet in een geboterden vorm. Zet den vorm in een braadpan, met heet water en bak in een niet te heeten oven. Dc pudding is klaar zoodra een cr in gestoken mes er droog weer uitkomt. Doe uit den vorm en dien op met vanille saus. Werp 125 gr. noedels in een halven liter kokende melk. Dek de kastrol en zet gedurende 10 minuten bezijden het vuur. Meng er dan 100 gr. suiker, een weinig boter onder. Giet het deeg in een geboterde plaat. Bak in matigen oven, haal uit den vorm, bestrooi met suiker en laat kleuren in den oven. Een Hongaarsche schrijnwerker heeft een nieuwe soort van schoenzool uit hout vervaardigd, die zoo elastisch en soepel zou zijn als die uit leder. Bij damesschoe nen bestaat deze zool uit 20 ;i 22 paneel tjes, bij mansschoenen uit 28 a 30. Deze houten plaatjes zijn- door een bijzonder procédé samengevoegd derwijze dat de schoen onder het gaan zich voegt naar de bewegingen van den voet. Reeds zou men deze zolen op groote schaal gaan vervaardigen. b’ 19 April: 20 April: 21 April: 22 April: 23 April: Donderdag 24 April: Vrijdag 25 April: Nieuwe maan 26" I gaan zeggen, dat de tijger niet meer te zien is. Hij zal dus terugkeeren. Maar plots hoort hij achter zich een verdacht ge rucht dat nadert. Knuppels krimpt ineen van schrik en wil uit alle ♦nacht aan het loonen gaan. Maar dan flitst opeens door zijn hoofd, dat een tijger want het is de tijger die daar nadert veel vlugger kan loopen dan een mensch. Daarom springt de dood-verschrikte man naar den kant van den weg; en kruipt daar achter een klein boompje. O neen, hij heeft zich niet vergist. Goe de jagers vergissen zich nooit. Het is wel werkelijk een groote tijger die traag en zwaar komt aangestapt. Knuppels zit aan zijn boompje vastge- vrozen van schrik. Is er geen leven meer in den man? Alleen een groot levend oog loert van achter den stam naar het zwarte dier. Daaronder zit koud en stijf den vuurmond van een wapen. Het moet zijn dat de tijger dén groeten sprong van Knuppels niet heeft gewaar geworden. Hij nadert traaag en kalm den boom, waar de dood hem bespiedt. De jager ziet niet veel van zijn tijger. Ten eerste, het is pikdonker en ten tweede, hijzelf zit daar half dood. Al wat hij be merkt is een schim, een tamelijk kleine schim. Begint het wilde dier zich mis schien te plooien en sluipt het nu naar zijn prooi? (’t Vervolgt). Te Brussel op het Vossenplein, Daal’ zong hij voor 't gepeupel. Z’n stem was groot, de winste klein Al zong hij zich haast kreupel. EN DAARMEE ZIJN WE weer 't vrouwvolk geraakt. Knulleken, die hier al den ganschen tijd bij mij te gekscheren zit, lacht en schuddebolt: Manneke, Manneke toch zegt hij, maar waarom hedde gij zoo’n hekel aan ’t vrouwvolk dat g’altijd denkt dat «Mijn lot! Hij sprong uit bed en toen Zijn oogen helder zagen ’t Was ’t groote lot van een miljoen! Wie winnen wil, moet wagen! En zoo bracht Krispijn het van simp’len lapper tot miljonair! HEDDE GIJ OOK LOTEN voor de loterij? vroeg Sjarel aan Seppen. ’k Heb maar eens in een loterij mijn kansen geriskeerd, zei Seppen. En hedde iets gewonnen? Ja’k... in de loterij van ’t huwelijk: ’n vrouwmensch... En sedertdien heeft Seppen zijn goes ting van de loterij. WIE DAT ER WAARSCHIJNLIJK ook hun goesting van hadden, dat zijn die koereurs die in den grooten koers Ant- werpen-Gent-Antwerpen... op kop lagen en heel op ’t laatst van richting misten... en aankwamen als d’andere al gewas- schen waren. Al dingen die gebeuren in ’t leven, maar ’t is toch wel wreed, zegt Knulleken, als ge daar zoo’n 180 km. af- gepedaleerd hebt, en als ge op den koop nog toe de eerste zijt... op ’n boogscheute van ’t einde uwen weg mist... en d’an- dsren ziet wegloopen met d’eer en de centen. En ter eere van die hard-werkers met de beenen heeft Knulleken een gedichtje gemaakt over DE KOERSMAN De koereur dat is een man Die geweldig stampen kan. Hij stampt er zoo duchtig op los Omdat hij longen heeft ais een cs, En zijn beenen, pezen en spieren Zijn zoo sterk als deze van stieren. Als de koersman vliegt over straat Roepen de menschen, daar komt hij aan En op een, twee, drij Is hij voorbij Als den duivel zoo zwart van stof en zweet ...En hij is omtrent niet gekleed. Als er een een koers heeft gewonnen Dan schiet men met kanonnen Dan steken de drapokes uit En ’t muziek speelt luid Een koersman, dat is een held Die krijgt roem, eer en geld. zijt ge te dom om voor den duivel [te dansen Probeer in een koers dan uw kansen Als ge wint krijgt ge uw portret Gratis in een gazet. Da’s ne straffe, wordt er dan gezeid En ge wordt beroemd in- enk’le uurtjes tijd. STRAF ZIJN EN GESTRAFT ZIJN is heel wat anders. Zoo was Fonsken naar school gegaan en de meester had Fons ken gestraft, omdat zijn haar niet ge kamd was. Waarvoor hebt ge uw haren niet gekamd, Alfons? Omdat ik geen kam heb. En waarom gebruikt ge den kam niet van uw vader?... Omdat vader geen haar heeft... en daar zat de meester... Ja, dat gebeurt al, maar weet ge wat er met De Poperingenaargebeurt? Nieuwe Lezers komen bij Nieuwe lezers, alle dagen En wie ’t blad geregeld leest Zal ’t zich nooit beklagen. Opeens bergt Knuppels zijn sabel weg, grijpt het pistool en gaat naar den uit gang. Hij houdt den vinger op den haan van zijn wapen; schietensgereed. Hij steekt den geweldigen kop ver vooruit en loert. Zoo verdwijnt de man achter het doek. De soldaat is vertrokken naar het slagveld. De strijd zal zich afspelen in den donkeren nacht. Een zucht van verlichting ontsnapt uit vele borsten. Al was het maar dat de champetter hier en daar een schot lost om het beest schrik aan te jagen. Knuppels is nog maar pas weg, wanneer de bestuurder van het cirkus de menschen komt geruststellen. De dierentemmer zelf is reeds lang op zoek gegaan naar zijn tijger. Ook zijn er nog andere goede ja gers uitgestuurd om te trachten het dier te vangen. Blijft allemaal rustig zitten, beste menschen. Wij zullen ondertusschen nog een paar lichte nummers vertoonen. Zoo dra er nieuws is, zal ik het u komen zeggen. Nü was alle schrik voorgoed verdwenen. De menschen konden zelfs wederom zit ten lachen voor de dwaze fratsen van clown August. Dezen keer mogen we niet meelachen, maar moeten Knuppels volgen op zijn nachtelijken speurtocht. Hij is buiten. De zwarte nacht valt op hem als een wild dier. De heldhaftige generaal van daar straks is plots veran derd in eon bangen piot. Hij voelt overal de duisternis rondom zich en het zijn scherpe klauwen en vervaarlijke tanden van fijgers die hem bedreigen. Eerst kan hij geen stap meer vooruit, maar dan wordt hij toch gewaar dat het overal doodstil is en voorzichtig gaat hij verder. Het moet, de menschen wachten. Stevig omklemt de angstige Knuppels zijn pistool en schrijdt door de straat voetje voor voetje. Zijn kop draait op een spil en zijn oogen gaan als zoeklichten over donkere muren, langs deuren en vensters. Overal zitten zwarte schaduw vlekken tegen de huizen. Het zijn altijd pijnlijke scheuten van schrik door het nart van den jager. Hij blijft staan, roer loos als een beeld en zijn vuurwapen ge richt op de donkere plek. Totdat hij ge waar wordt dat het geen tijger is. Zoo komt Knuppels, na dien langzamen, gevaarlijken tocht, uit de huizen en ligt voor hem de eindelooze duisternis van het void. Als het beest in de straat niet is, dan moet het hier ergens op den loer liggen, ’t Is maar best van zich niet te ver in die gevaarlijke vlakte te wagen. De champetter heeft nu al een beetje zijn plicht gedaan en kan aan de menschen IBBQaflBBBBBBBBBaBBBBBBBBflBBB Hier deed zich een verschijnsel op, dat men een wonder zoude noemen, indien hetzelve niet dagelijks zichtbaar ware: de aartsbooswicht Roodolf wilde geen andere dan eene deugdzame en welbefaamde dochter huwen. Door geveinsde en wraakroepende deug den uit te hangen, begoochelde hij de brave Jacoba Grein, eene welstellende landmansdochter van Oirsbeek. Deze had de hoop gekoesterd, de echtgenoote te zijn van een braven man, en zij schonk hare hand en haar hart aan een man, aan een gedrocht, gelijk er, God zij dank, weinigen op aarde leven. Reeds was de jonge Klaas, hun eerstge borene, meer dan een jaar oud; reeds zou de huwelijksband met een tweeden telg gezegend, worden, toen Jakoba vernam dat haar man tot de Bokkenrijdersbende behoorde... Hare droefheid, bij de schrikkelijke ont dekking, kende geen palen meer; zij sloeg weldra over tot den hoogsten graad van wanhoop; toen zij haar echtgenoot bad en smeekte om van zijn boosaardig leven af te zien, en dat deze haar ten antwoord gaf: Vrouw, ieder draagt zijn eigen pak en dus zijne zaken: voor de gade, de zor gen over- het huiswerk, de zorgen over hare kinderen; voor den man de brood winning. Aan hem behoort het, de mid delen te zoeken om aan den kost te ko men, diensvolgens verzoek ik u vriende lijk geen woord meer te reppen van mijn bedrijf, indien gij niet wilt dat ik op eenen anderen toon spreke! Jakoba kende den onbuigbaren wil van Roodolfzij versmoorde haar leed in haar boezem; doch ten koste harer gezondheid. Vijf maanden nadien baarde zij een dochtertje, Lena genaamd. Deze was nauwelijks een maand oud toen de deugdzame moeder door de ziele- smart uit dit leven werd gerukt. Roodolf volgde de doodskist naar het kerkhof met betraande oogen, maar zijn hart bleef versteend, gelijk het hart eens Bokkenrijders. Hier volgen nu de Raadsel 10. 1. Man; 2. Mand; 3. Maand; 4. Maan. Raadsel 11. Na de DERDE partij hebben de drie IBBBBflaBBBBBBBBBBBBBBBBBBBN9BBBBBaBSBB&BBgBB2E!!!3BUBIHn Hij kocht een lot der loterij, Waarom ’t ook niet eens wagen! Fortuin, zegt men, is ’t dichtste bij En komt terwijl we slapen. de series en die geen lot bekomen, zijn terugbetaalbaar met 312,50 fr. of 300 fr. volgens dat ze al dan niet werden om gezet krachtens het Koninklijk Besluit van 11 Mei 1935. DE POPERINGENAAR van 19-4-41. 8" BI. VAN KRUIS GESPROKEN, ’k denk er juist aan. Te Parrapommelen was ’t mis sie en de pater die sermoende, had gezeid dat hij op den laatsten dag der missie in de sluitingsplechtigheid alle kruisen zou wijden en dat iedereen dus zijn kruis naar de kerk mee moest brengen. ...En den laatsten dag kwam me daar Jan Pierepatijn niet aangesukkeld met zijn wijf op zijn rug! Hewel, vroeg de pater, wat is dat? ’k Brenge ’k ik m’n kruis mee, zei Janneken dood-simpel weg... Wat nu?... Hij wilde Lindbergh zijn, ’t Ging hem van langs om sterker. En ’t scheelde weinig of Krispijn. Die vloog... maar in een kerker. Twijfel niet aan. de waarde van kleine aankondigingen. Groote ondernemingen kwamen tot stand met kleine aankondigingen. Er zijn handelaars, waarvan geheel de zaak bestaat, dank zij de kleine aankondigingen. Ga het zelf na. Probeer het zelf. Wat velen deden, kunt gij ook doen. IBNBBB9BHBBSBEBBKBISBBaBflBBBB ZON op 6.41 6.39 6.37 6.35 6.33 6.31 6.29 Eerste kwartier 4" IjilliiiiiiiiiilülllllllllllllllllillillllllllUllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllW Na een nauwkeurig onderzoek vond verantwoordelijk Klaas de boon in zijn stuk. Een eenparige eenige uitgezonderde booswichten, die al jubelgroet weergalmde in ’t vertrek; men de vermogens van hun geert en de voor vatte de glazen; onder het geroep: Lang leve de koning! werden ze geledigd... De nieuw gekozen koning van het toeval las den spijt cp Steven”s trekken; hij was ook beslist tot veinzen, omdat hij den kapitein kende tot in het merg zijner beenderen. Onder voorwendsel van den dagkoning te vereeren werden gedurig nieuwe fjesschen wijn gehaald, ontstopt en ge ledigd... Da roovers vroegen kaarten en dobbel steenen; het spelen begon en de spe lers. door het druivensap opgehitst, ver dubbelden hoe langer hoe meer den inzet. Weldra dronken de winners van genoe gen en de verliezers om hun spijt te ver smoren. Er werd gezongen, gejokt, getierd, ge zworen, gevloekt! Het anderszins nare verblijf scheen nu in eene hel of in een duivelschap herschapen te zijn, waar elk redelijk wezen om het moest poogde af te leggen, wat hem op iets anders dan op een duivel kon doen gelijken. Bedroevend is het om te zeggen, dat onder deze twee en twintig wezens ver scheidene mannen gevonden werden, die met buitengewone geestvermogens be deeld waren, en zeer nuttige leden in de samenleving konden zijn, zij die thans als zoovele, geesels van hun medemensch optraden. Laten wij, voor een oogenblik dit al- duivelschap aan zich zelf over; het zou aan het menschdom tot eeuwige schande verstrekken, indien het menschdom kon wendt U ter Drukkerij SANSEN-VANNESTE Gasthuistraat - 15 - Poperinge 6Sa3EM®B3B3aHOMIS3aHHBHB3EMaSSSa0rasasaHafflBeHMEaWSIBEHIiJHH van 19 April 1941’ N1' 17-lllllll!llllillllllllllllllllllllllllllllllllll^ Alhoewel met Paschen veel onzer lezers heel wat meer tijd hadden om raadsels op te lossen, zijn er ons min antwoorden binnengekomen. Dat komt heel eenvou dig omdat de raadsels een weinig meer ingewikkeld waren. Moeilijk waren ze hoegenaamd niet, met een klare geest is ’t maar twee minutjes tijd om ze op te lossen. Maar de reis van New-York naar San-Francisco gaf den doorslag. Er zijn er geweldig veel die nooit te San-Fran cisco geraakten en daarin den struikel-, steen vonden. 171 Antwoorden kwamen ons binnen. Er zijn daarvan 135 slechte en amper 36 goeie. Daar er maar 36 goeie oplossingen zijn, zijn er dus maar ’t minimum van boeken: 2 boeken te verloten. ’t Lot viel Nrs 6 en 30. Winnen dus: «HET GRAF AAN DE ZEE»: PLATTEAU JORIS, Dorp 23, Voormezele «HET GEHEIM VAN ’T WOUD» TRUANT MAURICE, Diksmuidesteenweg 61, leper. Hartelijk proficiat. Goede oplossingen dezer week kre gen we van: Uit Bevere (Oudenaarde)Vermessen M. Uit Boezinge: Storme Antoon. Uit Hou tem (Veurne)Delhaye Maurice. Uit leper: Truant Maurice. Uit Kemmel: D’huysser Godelieve. Uit Kortrijk: Vandenbroucke Maria. Uit Leisele: Cossey Albert. Uit Merkem: Vanobel R.. Wallyn Maur. Uit Nieuwpoort: Van de Walle R. Uit Pleeg'steert: Brutsaert Gaston. Uit Pollinkhove: Wallyn Arthur. Uit Poperinge: Pattvn Ach., Huyghe M., Laleeuw André, Degryse Felix, Devos Roger. Andries Albert, Devos Esther, Van Walleghem Jos., Dallequin Alb., Delbeke J. Uit St-.Tan-ter-Biezen: Brutsaert Maur. Uit Tielt: Lietaert D., Van Damme Cyr. Uit Vlamertinge: Delolace Madeleine. Uit Voormezele: Platteeau Joris. Uit Westniéuwkerke: Leys Guido. Uit Westoutet: Delhaye Valère. Uit Wervik: Vergote G. Uit Westvleteren: Alleweireldt C., Huyghe Hector. Huyghe Michel. Uit Zandvoorde: Elslande Michel, Car- doen Marcel, Coudron André. We zitten in de miserie We zijn te jong getrouwd. We zitten in de miserie En ’t is ons eigen fout. ’T IS DE FOUT NIET van ’t Manneke in de Maan als ge nog geen miljoen ge wonnen hebt in de Winterhulp Loterij Maar ge moet uw koërazie niet verliezen. Wie winnen wil moet wagen. België is nu eenmaal ’t landeke der loterijen en der trekkingen, en om de misbedeelde en doodarme menschen krachtdadig te steu nen, werd het heerlijk initiatief der Winterhulp Loterijopgenomen en kunt gij, beste Lezereskens en Lezers, nesHüXBBXQBBBBBiatasiQiaBssBaassB Die zich verblijdt Met wat hij krijgt, Geraakt ’t jolijt Nimmer kwijt! Voila! Ziedaar een spreuk die wonder wel past heden ten dage. Altijd kontent zijn, vrienden Lezers, met alles wat g’hebt en niet gansche dagen zitten te sjikanee- ren over ’t geen ge niet hebt! Dat houdt er de vroolijkheid in, en dat hebben de menschen honderd procent noodig in onze dagen. En wat ’t weder betreft, we gaan maar zeggen lijk Knulleken, die vandaag wonder-pikant en plezant is en in een uitstekenden rijmelaarsdag verkeert: Goed of slecht weder Zelden is de mensch kontent, Van het weêr dat God hem zendt Altijd morren, altijd klagen, Altijd naar wat anders vrasen, Altijd vormen eenen wensch Ja... dat doet de domme mensch! Pier zegt: Daar moet regen zijn Klaai roept: Ik wil zonneschijn! IVilde God het weder schikken Naar den wensch dier slimmerikken ’t Zou veel erger zijn gewis... Hij weet best wat noodig is. Bravo! Knulleken! Flink van je, Kerel! Gelijk hoe ’t weder komt, behagen we er ons in, ’t is voor ons welzijn en schijnt het zonneke wat min, dan we ’t gewenscht hadden, dan is ’t voor ons toch maar zoo een heel klein kruiske in ons leven. Raadsel 13. 't Wordt door den hovenier gedaan, Een kop ervoor men kan er vaak op leven; Zet daar nu nog een kopje aan, j Men zal het aan dc suikerbekken geven. Raadsel 14. Voor dat stuk hesp en die 50 eieren, zegt de handelaar tot Lowieke, is het 40 frank. Maar ik heb maar 20 frank, »gt Lowieke. Dan moogt ge 25 eieren hebben en de helft van dat stuk hesp. Jamaar, zegt Lowieke, geef mij t gansche stuk hesp en 10 eieren. Goed, zegt de handelaar, dat komt op ’t zelfde neer! Hoeveel kost dat stuk hesp? Raadsel 15. Op een dansfeest waren er 42 dansers, Een dame danste met 7 cavaliers, era andere met 8. een derde met 9, enz., tol de laatste met alle cavaliers gedanst tai Hoeveel mannelijke en vrouwelijki dansers waren er? A De boeken voor deze week zijn: In Eer Hersteld door A. Hans. Het Geheimzinnig Kasteeld. A, Hans. A JAN-FERDINAND DE WATERMUIS 2. Hebt ge van de prachtige vloot wel ge- De prachtige vloot der muizen? [hcord Zij had er Fernand als hoofdman aan De prins der watermuizen. [boord. Refrein, Fernand, Fernand, Femand houdt niet van ’t land. Gaat varen op de zee, Gaat varen op de zee, En al de muizen die varen mee: Al met de prachtige, machtige mui- [zen vloot. Zei toen niet Fernand tegen Knlb-Knab- Roep al mijne beste matrozen! [beltand: Wij varen naar ’t grauw-groene kikvor- [schenland En doen al die dikzakken blozen. En op één twee drie, zeilde daar op de beek, Een prachtige stoet van booten: Fernand met zijn vloot, vaarde stout naar [de streek, Waar de kikkers de muizen verstooten. En ze voeren dwars door den vettigen plas En maakten er jacht op puiten. De puiten die vluchtten en sprongen in [’t gras, Ze staken hun kop niet meer buiten. KRIS KREKEL. Klaas bleef in het huis des vaders; Magdalena, of bij verkorting Lena, werd opgekweekt door Jakoba’s zuster, eene goede boerin van Oirsbeek, die wel een schaarsche opvoeding had genoten, maar bij wie dit gebrek aan verstandsontwik keling vergoed werd door een zuiver hart en edelen zin. Deze moei werd de tweede moeder van het arme wichtje... Lena groeide op, en bleef zeer tenger; het was blijkbaar- dat dit fijne lichaams gestel voor geen ander dan een zuiver ge voel vatbaar zou worden. Van hare vroeg ste jaren af, toonde zij, als ’t ware, eene verrukking voor alles wat natuurlijk schoon en zindelijk was. Voor eenen met bloesem prijkenden boom moest zij blijven staan tegen wil en dank. Van een kind, op wiens open ge laat de onschuld stond te lezen, kon zij hare blikken niet afwenden. Een schoon landzicht bekoorde haar> zonder dat zij aan zich zelve rekenschap wist te geven van de ware oorzaak. Lena was negentien jaar oud, toen haar vader, Roodolf, ten grave daalde. Zoodra Klaas zich alleen bevond, trok hij de zuster tot zich, deels om over deze tengere bloem te waken; deels om haar met het bestuur van het huishouden te gelasten. Zwaren arbeid, zou zij, volgens alle waar schijnlijkheid, nooit kunnen verrichten; misschien was het door een geheime over tuiging harer zwakheid gedreven, dat zij als een onwederstaanbare zucht voelde naar een beschermer. Klaas was juist de man, dien zij zou gekozen hebben, als haar steunstaf, zelfs indien hij aan haar niet ware gehecht geweest door de nauw ste bloedbanden. Zij zag niet, dat haar broeder leelijk van gelaat was; ja, zij wenschte hem niet anders, opdat zij hom, om zoo te zeggen, des te meer kon be minnen, naarmate hij min bevallig was in de oogen van anderen. Lena’s gelaat was bleek; doch hare huid paarde de witheid van de sneeuw met de gladheid van fijn geslepen marmer. Oogen, haar en wenkbrauwen, blonken van zwartheid, Haar- rond en glad voor- l!il{l!lllllfflllll!!lllll!ll!1llllllllll!IIIM spelers elk 24 fr. Welnu, de derde kou te verliezen en moet dus 't geld der andere verdubbelen. Dus vóór de derjf partij waren de sommen: 12, 12 en ft Welnu, na de TWEEDE partij had ook de tweede verliezer ’t geld gedubbeld der twee andere. Dus: vóór de tweede partij waren de sommen: 6, fli'en 24. Na de eer, ste partij had de eerste verliezer ’t zelfd» ■gedaan. Dus waren de Bommen vóór eerste partij, bij ’t begin dus: 39,21 en Raadsel 12. In éénzelfde richting volgen de treinen elkander op 24 uren. Maar gij met trein rijdt altijd tegen. Dus na 12 rijden heeft de EERSTE kruising plaats de TWEEDE 24 uren na uw vertrek, DERDE 36 uren, en zoo voort alle 12 uren Er zullen zich dus 9 kruisingen voor.’ doen, zonder mede te rekenen de feij t die binnenkomt, en stopt op 't oogenblik dat wij vertrekken; en Qe trein die aan. zet op ’t oogenblik dat wij stoppen... t» nen die we dus niet ONDERWEG hl, j sen, daar er altijd een van beide stilstaat®- Bijna alle inzenders geven 5 knil;. singen op en rekenen aldus na de eet< kruising van 12 uur na ons vertrek. 24 J bi.i tot de tweede. Hier ligt de fout... II» rijden tegen... dus na 12 uren hebbt;£.: verder alle kruisingen plaats. A EN TOT SLOT NU ’t wekelijksch ka- lenderken. Zondag 20 April: Beloken S3. Victor. Oda. Theotiem. Koester eendracht, vriendschap, vreê Daar komt gij het verste meê; Uit partijzucht, nijd en haat Komt niets als verderf’lijk kwaad. Maandag 21 April: SS. Anastaas. Ansel- mus. Silvinus. Te lang op straat maakt korte nachten Te lang in bed, ’n korten dag. Maar nooit nog anders ik en zag Of beide maakten immer klachten. Dinsdag 22 April: SS. Soter. Cajus. Ul- rice. Leonidas. Waarom toch altijd maar geklaagd Dat aan de rozen scherpe dorens groeien? Weet gij dan niet, en nimmer gij en zaagt Dat aan de dorens rozen bloeien? Zie vervolg hiernevens Het wasschen van dekens kan als een der belangrijkste onderdeeeien van de groote schoonmaak worden beschouwd, vooral in dezen tijd van zuinigheid en besparing, waar we zoo’n karweitje liefst zelf zullen opknappen cn graag goede resultaten bekomen. We kiezen voor dit werkje een drogen dag. Bij vooj’keur veel wind. Zon hoeft er niet bij. Wollen deken» zullen we eerst een half uur weeken in lauw water, waarin een handvol keukenzout. Intusschen maken we van kokend water en witte zeep een flink schuimend sop, dat we aanvullen met koud water, tot het mengsel lauw is, maar nog altijd schuimt. Bij gebrek aan witte zeep kunnen vlokken of een goed zeeppoeder dienst doen, in de vereischte hoeveelheid tot het bekomen van een vet sop. In dit lauwe sop brengen we de wollen deken en drukken en wentelen ze zach tjes om en om. Indien het sop zeer vuil is, moeten we cr een tweede maken en weer op dezelfde manier handelen. Altijd lauw. De deken wordt dan omgespoeld in koud water, waaraan een flinke scheut azijn is toegevoegd. Daarna wordt de de ken zoolang in klaar water nagespoeld, tot het water volkomen zuiver blijft en de zeep verdwenen is. Tusschen de vlak ke handen wordt het vocht uit de deken geperst. Niet wringen, indien we de kans niet willen loopen, gaten in het weefsel te maken. Geheel uitgevouwen hangen wc de deken buiten aan een lijn. Nu en dan kloppen we haar voorzichtig uit, waardoor zij soepel cn donzir» wordt. Vanzelfsprekend niet opstrijk-en. Molton «-dekens die geen gekleurden rand hebben, kunnen we zoo noodig eerst in een soda-oplossing laten weeken. Zijn er gekleurde randen, dan worden ze eerst geweekt in koud water met azijn, om het doorloopen te beletten. Het wasschen zelf geschiede zooals voor de wollen dekens. De ongekleurde deken mag desnoods in bleekwater ge spoeld worden. Dwars te drogen hangen zoodat de gekleurde streken vertikaal loopen. De deken mangelen wanneer zij droog is. Benoodigdheden. 100 Gram gortmout (of bij gebrek daaraan havermout), 1/4 1. water met zout of bouillon getrokken van groenten of en van soepbeentjes, 1/2 ajuin, 1/2 winterwortel, 10 gram boter, 1 ei, 1 flinke theelepel bakpoeder, 1 of 2 eetlepels bloem, vet of olie om in te bakken. Bereiding. Week de gortmout of havermout in het water of den bouillon. Rasp of hak den ajuin fijn en fruit hem in de boter. Voeg den gefruiten ajuin, den geraspten wortel, ei, bakpoeder, bloem en zout naar smaak toe. Maak van dit deeg platte koekjes, zoo als rijstkoekjes en bak ze in de koeken pan met behulp van ’n weinig heet vet aan beide zijden lichtbruin. Geef ze in plaats van vleesch bij gekookte aardap pelen. Presenteer er een saus en een salade van rauwe groenten bij. Stoof de koekjes, als geen hard korstje wordt ge wenscht, een half uurtje in de saus ua. Macaroni of spagetti wordt in stukken van een vinger lang gebroken en gaar gekookt in ruim water. Daarna de ma caroni goed laten uitlekken. Onderhand een dunnen met water, ren en bruinen in de puree opgieten meel of maïzena. Naar wensch de macaroni of de toma tensaus afzonderlijk opdienen ofwel de goed uitgelekte macaroni door de toma tensaus mengen. Een stukje boter hier door geroerd, verbetert den smaak maar kan achterwege blijven. Beschikt men over een restje garnalen, fijn gesneden vleesch of een hard gekookt ei, dan kan dit een goede afwisseling brengen in dit gerecht, door een van die restjes door de macaroni met tomaten saus te mengen. Men heeft 100 gr. macaroni noodig. Het is aan te raden vooraf de macaroni in water te koken. Het water af tc gieten en daarna de macaroni in J4 liter melk te laten kokennaar keuze kan men cr IBBBBRBBBBaBBBBBBBBHBBBBSiiaa Woensdag 23 April: SS. Georgius. Gerard. Adelbert. Ik ben nog maar een heel klein ventje Toch spaar ik eiken dag een centje; Toch word ik eens een groote mensch En ’t worden franks in plaats van eens! Donderdag 24 April: SS. Fidelis. Egber- tus. Valeria. Korte rokken, korte haren! ’t Doet' geen enkel centje sparen ’t Maakt de hoofden toch zoo licht... Beenen slechts tot dansen richt. Vrijdag 25 April: SS. Marcus. Erminus. Als aan borrels, pint en pijpen Mannen dikwijls zich vergrijpen, ’t Hoofd niet goed meer werken wil En de armen vallen stil. Zaterdag 26 April: SS. Cletus. Felicie. Marcellinus. Des ’s morgens vroeg en 's avonds laat Vergeet niet dat g’een kruisken slaat. ken zondaar, vergeven. Zondag 20 April: Beloken Paschen. Maandag 21 April: H. Ansclmus. Dinsdag 22 April: HH. Soter en Woensdag 23 April: H. Joris. Donderdag 24 April: H. Fidelis. Vrijdag 25 April: H. Markus. Zaterdag 26 April: HH. Cletus en Mar cellinus. Zondag 27 April: Tweede na Paschen. aBBBflBBBBBBBBBBaaBBBflBniBlIBB 227’ Trekking van 10 April 1941. Serie 110.577 Nr 19 wint 250.000 fr. Serie 110.577 Nr 1 wint 100.000 fr. Serie 110.577 Nr 16 wint 100.000 fr. De obligaties 186.519 en 30696 zijn zon- mocht steunen. Hetgeen Klaas het meest vreesde, was dat Lena ooit mocht verne men, wat hij was. Roodolf had zijn ver foeilijk bedrijf altijd voor zijn dochter verborgen gehouden; hij was ten grave gedaald, zonder- van haar te moeten ver acht worden. Klaas ook stelde alles in het werk, om aan de verachting zijner zust.r te ontsnappen. Zeggen wij hier, vooraleer voort te gaan> wat en hoe Klaas was, lichamelijk ge sproken. Men verbeelde zich op eene her- kulesromp een geëvenredigd hoofd, be dekt met een haarbos van een vlamrood* kleur; wenkbrauwen en baard, die het hoofdhaar- niet konden verloochenen; kleine, diep in hunne kringen verborgen oogen. een neus, die als tusschen de co- genkringen geplakt was! Voeg daarbij d« bultige kaken, een aangezicht door koepokken vreeselijk geschonden, een paar dikke lippen, eene platte kin, e® stierachtigen hals en men moet met ons bekennen, dat de natuur onzen Bokken rijder Klaas stiefmoederlijk had behan- deld; want bij een dierachtig voorkom® voegde hij leeuwenmoed, slangenvoorzicl'- tigheid, stierenmacht en een ijzeren wil! Deze hoedanigheden waren gekend, het was geen wonder, dat hij Steven Doodrijk zoo maar Kapitein ModepoP noemde, zonder dat deze het al te euv^1 durfde opnemen. Klaas kon geen meest® dulden. Steven en ook Klaas waren t® alles in staat, en zij hadden den onder gang van Herman en Martha gezwor®' De ondeugd, dc woeste en ruwe macht te gen de deugd, de onschuld en de goe“e trouw. Sedert eenige maanden, had Lena nachtelijke afwezigheden van den bro® der bespeurd. Met goedheid, met bekob’' mernis vroeg zij hem herhaalde mal*? naar de oorzaak, en telkens bespeurde min of meer verlegenheid bij den broedet' -- zij maakte daaruit op, dat de oor®^ der wien niets ter wereld vrees aanjoeg, zijner afwezigheid berispelijk moest ÓF Vervolgt.) Lijk gewoonte kom ’k weer heden Met ’n epistel voor den dag, En, zooals we vroeger deden, Meld ik thans ook wat ik zag. Doch, trouw aan de traditie, wensch ik eerst en vooral aan al m’n trouwe Lezereskens en vrienden Lezers een har- telijken Goeien Dag ...En daarmee zijn we weer een week na Paschen... waar vliedt den tijd toch heen hé, beste Lezers van De Pope ringenaar»? Pasehen en Tweede Paasch- dag' die voorbij zijn hebben ons tamelijk goed weer bezorgd. Paschen mag flink genoemd worden, alleen Tweede Paasch- dag heeft maar een triestig zonnetje uit gehangen, of beter gezegd... ’t zonneken zal langs den anderen kant van de wol ken geschenen hebben en... heeft om mijn maantje plezier te doen, waar ’t weer effenaf prachtig was, z’n voeten geveegd aan de wereld. De jonge koppeltjes hebben toch zon der ’t zonneke mooie wandelingskens kun nen maken en stille plekjes gevonden waar ze gerustgelaten samen ondereen hebben kunnen konfereeren pver liefde, toekomst en... geluk. Ja, d’er is nu een maal niets aan te doen dat ’t zonnetje niet van de partij was en gelijk alle goeie plantrekkers zullen we ons maar kon tent houden met wat we gekregen heb ben. Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Vrijdag hoofd, de regelmatige neus, mond, kin en kaken, de purperroode lippen en sneeuw witte tanden, maakten een geheel uit, dat den toeschouwer deed verbaasd staan. Haar gang was edel, haar geheele persoon verried zooveel zedigheid, zooveel ingeto genheid, dat niemand hare overgroote lichaamsgaven benijden kon... Niet zelden stond Klaas met verruk king op de zuster te staren; bij elke ge legenheid vergeleek hij zijne zoozeer mis maakte, ruwe wezenstrekken met de ver heven schoonheid der zuster, en dan ont sprong een zucht aan zijne borst. Wan neer het meisje hem vroeg of hij door eenig leed gekweld werd, antwoordde hij: Lena, ik vraag mij zelven hoe het toch komt, dat gij zoo engelachtig schoon zijt, terwijl ik zoo terugstootend leelijk ben. Om hem te troosten, deed het goede kind hem telkens de eene of andere stree- lende bemerking als: Broeder, ik ben immers niet schoon: want wat zijn regelmatige trekken, als deze niet piet een krachtig lichaamsge stel gepaard gaan. Ik schijn geschapen om als een zwak kind te buigen; gij daar entegen bezit de krachten om te gebie den. Het is wel gelijk God het geregeld heeft, broeder, ik vind u wel zoo gelijk gij zijt. Wie weet, indien het anders wa re, of ik u zoo dierbaar zou zijn en of gij mij zoo lief zoudt wezen. Soortgelijke uitboezemingen troffen het hart van den ruwen Klaas cn lokten soms tranen uit zijne oogen. Menigmaal sprong hij van zijn stoel recht, naderde de zus ter om haar tegen zijn boezem te druk ken, maar plotseling gevoelde hij als een onzichtbare hand, die hem tegenhield. Dan keerde hij zijne blikken van haar af en murmelde binnensmonds: O roover, bezoedel de zuster niet door uwe aanraking!... Zoo vond deze booswicht, de euvelda- als bevreesd, in tegen- daar hij dezelve niet rechtuit durfde t6'

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1941 | | pagina 8