DE DOK KEN HIJ DE HS door jNrEVISSE Ons Vrouwenhoekje 7 ROOS KRUIS oVslilNDERHOEKJE I s h VOOS ONZE KLEUTERS J van 26-4-41. 8' BI. LITURGISCH KALENDER MAAN EEN GOEDKOOPE PUDDING AANBESTEDINGEN van HET MANNEK!t UIT DE DE HELDENDADEN VAN KNUPPELS aassaEisasEsziSEEESEEaEaaEnsEa DE VERDUISTERING VOOR UW DRUKWERK A 3Hi80E2EES23!aEB3EaaiaES!SSIS3iaia3 ■I !«DE POPERINGENAAR tiitti!mntm!nfliminniini!iiiiiiiinminniummMniiiiiiiiniiiiiiuinifuiinMnmiiiiiii!ii!mMiuiiwuiiiiimiiifflii{iin!!:iiiiiiiE!ii!iiiiiiiui!itiiuiuuuttv4 OPLOSSINGEN NIEUWE RAADSELS EEN TREFFEND TELEGRAM AAN Z. H. DEN PAUS OM ZELF BOTER TE MAKEN LAAT ONS WORTELEN ETEN ^!nilI!!!l!!l!ll!llll!IHIl!lll!lllimil!!ll!!!l»®enselwerlE van 26 April 1941. Nr A MAARSCHALK PÉTAIN TE LOURDES «minimiiimmitniiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!!^ UITSLAG AANBESTEDINGEN IBBEBBBHaBBBBfiBBBflBBBBBBBBBa kwamen ai en nooit En zijn gezond. Markoen. SS. 1*4 I Komt zonneschijn, ’t meisken fijn wil zijn In wit satijn maar honderd stapkes verder wordt het zonnek’ eens zoo helder verjagen door zware regenvlagen die ’t meisje, ach zoo schoon, vuil bemorsen zonder schroom. Toen vroeg Pietje Klets den Meester Of in d’Ark een snoek ook zat, Die daar zwom in eenen vijver Of misschien maar in een vat, Noë nam van al de dieren Een of twee er in zijn boot, Want de regen die zou stroomen. Maakte zeker alles dood. hij wist aan te nemen: Waarom, lieve zuster, zijt gij niet te bed geweest? Met geheel den nacht in het gebed door te brengen, gelijk ik gis DE MODE TEGENWOORDIG houdt de menschen ook voor den aap. Als ge de meiskens ziet stappen met hun halssnoe ren aan. op 6.27 6.25 6.23 6.21 6.20 6.18 6.16 ar en Wel ik dacht er juist aan, Meester Gaf tot antwoord slimme Piet, Dat die ark rap veel te klein was: Snoeken groeien dat ge ’t ziet! Hier moest gansch de klas om lachen, Ook de Meester lachte gratig En hij vroeg aan onze Piet Naar de reden van zijn vraag. schen. H. Petrus Canisius. Maandag 28 April: H. Paulus van het dan zegt g’alras ’t is allemaal glas. Ja, ’t glas is nu volop mode... Schoenen in glas... Rood glas! Wit glas! Groen glas! Purper glas... Glas om d’ooren! Glas aan den hals! Glas aan de vingers! Glas om de armen, allemaal Klatergoud) En daarmee Gaan de meiskens zich behangen. Om, dan, heel gedwee Een manneken te vangen. Ja, ja, zucht Knulleken, in onzen tijd, Manneken, was dat allemaal gansch an ders. Zeker, Knulleken, de wereld is hard veranderd. Klatergoud! Allemaal die plezieren! Klatergoud Die modepoppen Met hun geverfde koppen. Meisjes! Doet daaraan niet meê Aan ’t mondje van Parlêe Francêe Toont uw meisjes van uw streke Durft uw moedertale spreken Weest steeds met uw lot tevreden Toont U Vlaamsch van hart en zeden, Ja, daar komt ge verder meê Dan met dien Parlêe Francêe Wil daarmeê niet zeggen, mijn alder- liefste Lezereskens, dat ge geen fransch moet leeren... Leert fransch, duitsch, en- gelsch, chineesch, congolsesch... leert al wat ge wilt, maar uw vlaamsch voorop! Dat is uw plicht M’n aardig wicht: Uw moedertale, ’t eerst vooral De rest... die dan wel komen zal. En voor ’t lest Of voor ’t end Bij die rest... ’n Flinke vent! Dat wenscht U ’t Manneken, heel kon- tent. MAAR WAT ’T MANNEKEN U NIET WENSCHT dat is, dat de verklaring zou bewaarheid worden van dien Parijschen Waarzegger Anchocorus, die beweert dat we een heel drogen zomer zouden doorle ven. Anchocorus is een waarzegger Die gewis Zeer straf is, ’k Zeg ’t, zonder me te bedriegen In... ’t liegen... maar die zoodanig kan liegen, alsdat hij het zelf gelooft... ’t Kan misschien ook wel ’n hoedanigheid zijn! In alle geval, eerst zienzei de blinde, en we zijn wij ook van ’t zelfde gedacht. ALS GE MET TWEEËN ZIJT, en ge zijt allebei van ’t zelfde gedacht, dan zal er niet dikwijls ruzie komen... Maar... O Marieken Aardig bleken Waarom kijkt ge toch zoo kwaad Als ge langs mij henen gaat? Zie vervolg hiernevens MET AARDAPPELEN De wortelen afkrabben en ze in kleine stukjes snijden. Laat een ajuin lichtjes opkomen in vet. Doe er de wortelen in en overgiet ze met kokend water, voeg er zout, peper, thymus, laurier, en een klon tje suiker bij. Na 15 minuten koken er de aardappelen in doen, laten koken en van tijd tot tijd omroeren. Bij het op- diènen er kleingehakte peterselie bijvoe gen. -«o»- leper op strooien en opdienen met ge- :apte peterselie. zelfde; zette hij het op een loepen om zich te verwarmen, dan liep zij op dezelf de maat. Zoo volgde zij hem tot voor het huis van Hein Deerks, waar hij een poos bleef staan, tot weldra uit verscheidene richtingen eene gsheele bende samen stroomde. Van achter het kreupelhout, waar zij zich verscholen had, zag zij alle kerels binnentreden; dan hoorde zij de deur achter hen. sluiten en niemand meer ziende, sloop zij tot onder het venster om te luisteren. Een doodsche stilte heerschte in geheel het huis, en in geen enkel vertrek was licht te bespeuren. Nu was het raadsel opgelost; zij wist meer, dan zij wild» weten... Klaas hield met meer anderen geheime samenkomsten te Hee.lerheide, een zeer slecht befaamde wij..zij maakte uit al les op, dat haar breeder tot de gedroch telijke bende der Bokkenrijders behoorde. Het vroor dat de steenen kraakten en Lena's hoofd je gloeide. Overladen van droefheid en schaamte, keerde zij huis waarts. Twee mijlen ver ging zij alleen, zonder eenmaal op haren toestand te denken; het lot alleen des broeders kwel de haar geest en rukte haar het hart uit den boezem... Toen zij binnen hare woning was ge komen, ontstak zij hare lamp: het zak uurwerk van Klaas wees middernacht... Zij trad in hare slaapkamer, die zoo zui ver was als het hart eenei’ edele maagd, hing haar lampje aan den gewonen na gel en ging knielen voor een Moeder Gods beeldeken, dat tegen den muur hing. Na zich met het verlossingsteeken, op voor hoofd. mond en borst, te hebben gezegend, begon zij de moeder van bijstand te smee- Kruis. Dinsdag 30 April: H. Petras van Verona. Woensdag 1 Mei: HH. Philippus en Ja cobus. Donderdag 2 Mei: H. Athanasius. Vrijdag 3 Mei: Kruisvinding. Eerste Vrij dag der Maand. Zaterdag 4 Mei: H. Monica. Zondag 5 Mei: Derde Zondag na Paschen, H. Pius V. 26 April: 27 April: 28 April: 29 April: 30 April: 1 Mei 2 Mei ZON onder 20.55 20.57 20.58 20.59 21.01 21.03 21.04 n Te Melsbroek poogden twee schur ken 2.000 fr. af te troggelen van een land bouwer. Deze kon er toe komen de twee aftruggelaars op te sluiten cn belde de politie op, die de mannen in goede be waring overbracht. zeggen? Wat ik zeggen wil, dat zult gij aan stonds weten: zeg mij eerst, in wat ge zelschap gij den nacht hebt doorgebracht. Wat gij gedaan, wat gij beraamd hebt?.- O, gij zwijgt, gij hebt gelijk... het zou U hard vallen, aan uwe zuster te bekennen dat men een ellendeling is; dat men tot de goddclooze bende behoort der Bok Ga niet voort, spreek het woord niet uit, ongelukkige zuster, viel Klaas in, ter wijl hij als een razende opsprong en een stoel met zijne handen verbrak als glas, geen woord meer, bid ik u, Lena, en vrees mij een anderen Kaïn te zien wor den!... Lena zweeg een poos, want zij zag dat de gramschap van haar broeder te hoog was gestegen om langen tijd te kunnen duren. Zij was nochtans al te beslist om bevreesd te zijn; haar doel was te edel, hare zorg voor het heil van Klaas te groot, dan dat zij niet zou bereid zijn om zelfs haar leven, moest het zijn, op te offeren. Zoodra de broeder een weinig be daarder scheen, hernam, zij: (’t Vervolgt.) BisaBBiBaMHBaasEaBBisiHsaiiaaf wendt U ter Drukkerij SANSEN-VANNESTE Gasthuistraat - 15 - Fopering» JAN-FERDINAND, DE WATERMUIS 3. Als nu de vloot verdwenen was Kwam er beroering in den plas: De puiten kropen uit het gras. Een vette dikbuik van een puit Stak eerst van al zijn kop er uit En kwaakte en schreeuwde, wild en luid: Ellendig volk, gij vuil gebroed, Dat wreken wij met muizenbloed. Op kikkers, op! Komt op met spoed! Daar kwamen al de kikkers aan, Zij gingen recht in ’t water staan En kwaakte woest: «Wij gaan, wij gaan. Kwek, kwek, kwek, kwerre, kwek, De muizen met hun spitsen bek, Wij eten ze als lekker spek. Kwak, kwak, kwak, kwarre, kwak, Laat kruipen maar die vette slak, Eet muizenvleesch en blijft niet zwak. Kwik, kwik, kwik, kwirre, kwik, Wie heeft er ooit voor muizen schrik? Doodt dat gespuis al met een tik. KRIS KREKEL. dat gij gedaan hebt, onderneemt gij een werk, dat boven uwe krachten is; vrees zuster daaronder te bezwijken, en beloof mij zulks niet meer te doen!... Bij het hooren dezer woorden begon nen Lena’s tranen te stroomen; met den voorschoot verborg zij haar aangezicht; zij kon niet spreken! Toen Klaas deze sprakelooze droefheid bemerkte, nam hij haar bleeke fijne han den in de zijne, en zegde dan met eene van gramschap bevende stem: Zuster, iemand heeft u bedroefd of be- leedigd; noem den kerel, wie het ook zij, ik zal u en geheel de wereld bewijzen, dat Klaas, de zoon van Dolf, zijne zuster weet te beschermen. Wee hem, die een haar op uw hoofd heeft gekrenkt... Deze woorden uitende, nam het gelaat van den jongen man een schrikwekkend uitzicht aan; zijn vlammende oogen kwa men buiten hunne kringen en werden bloedrood! Zijn neusgaten gingen wijd open; het grove haar rechtte zich op zijn hoofd; stuiptrekkend wrong hij de vuis ten te samen; hij verbeeldde zich nog al toos, dat iemand een zeer zwaar verdriet aan zijne zuster moest berokkend heb ben; hij bedroog zich steeds omtrent de ware oorzaak. Na een poos zwijgen, verhief Lena haar betraand gelaat; zij vestigde hare blikken op den broeder en zegde op een zoo jam merenden toon, dat hij begon te sidderen: Broeder, broeder, ik ben thans nog zeer zwak en zou een gunstige gelegen heid gaarne afgewacht hebben, om met u een ernstig onderhoud te beginnen; doch laten wij maar aanstonds tot de zaak ko men, uit vrees dat de droefheid en schaamte mij uit deze wereld rukken, vooraleer ik mijn plicht van spreken ge kweten heb. Schiet zoo niet in gram schap, broeder! Ga zitten, indien gij wilt dat ik spreke!... vroeg hij haai’ op den zoe’tsten toon, dien Klaas nam plaats naast Lena; op zijn gelaat, was nog zooveel gramschap lees baar, dat hij elke andere dan de zuster vrees zou aangejaagd hebben. Hij giste dat iemand een aanslag op Waarom lijden aan HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPIJN GRIEP Rheumatiek ZENUWKOORTSEN Pijn der MAANDSTONDEN als de Wonderbare BRUINE POEDERS van der Apotheek DE POORTERS Sint-Nikiaas-Waas U cogenblikkelijk, zonder schadelijke gevolgen van deze pijnen zullen be vrijden. De doos van S poeders 4 fr, De driedubbele doos van poeders 10,00 fr. Te verkrijgen in alle goede Apotheken of vrachtvrij tegen postman daat. Gebruik ze eens, U zult nooit geen an dere meer gebruiken. Eens had vader een gevangen Die zoo groot was als een schoen Als hij ’t daags nadien vertelde Was hij al een meter toen! En ’s anderdaags had Pietje ’n blauw oog als hij naar schooi kwam... Pietje had zelfde vraag gesteld aan z’n vader, maar hij had wat meegekregen. Toen waren we allen jongens onder een... en we lachten om Pietjes blauw oog, maar nu, nu ’t verstand met de ja- ren gekomen is... wie had er gelijk? Pietje of z’n vader... en had Pietje dan werke lijk zóó den aap gehouden met zijn va der?... MET SPEK Neem 125 gram spek, snij he.t in kleine vierkantjes en laat ze opkomen, voeg er 500 grammen wortelen bij, en peper, zout, kruiderij en een glas water erbij doen en gedurende 30 tot 40 minu ten laten koken. Het kan niet loopen of niet spreken, Al heeft het vel en vleesch en bloed. Als men den kop er af moest breken, Dan ziet het niet, waarin 't zijn tanden [zetten moet, wat in orde, slaat de vuiligheid er even af, draait eens duchtig aan zijn knevel en... voorwaarts. Wanneer hij daar aankomt, hoort hij juist een geweldig gelach opstijgen. Wat is me dat? Zitten die nu plezier te ma ken, terwijl hun veldwachter zooveel angst moet uitstaan? Wacht eens. Knuppels is verontwaardigd en komt uiterst streng het cirkus binnengestapt. Niemand bemerkt hem, want allen zijn nu bezig met clown August. Die onnooze- laar ligt plat op zijn buik in ’t zand, met een groote flesch onder zijn neus. Hij reept: «Pijp, kom er uit, kom er uit!» en daar komt waarachtig een pijp uit de flesch gekropen. Ga er in, ga er in, ga er in! schreeuwt August en de pijp keert haastig terug naar den bodem van de flesch. Het vclk lacht zich kreupel, maar de champetter lacht niet. Hij bromt eens als een kwade reus en stapt dwaas op den clown af. Plots verstomt het gelach en de menschen kijken hun veldwachter aan, verbaasd en nieuwsgierig. Hij blijft staan, draait zich langzaam naar alle zijden en zegt plechtig: «De tijger is nog niet dood en sluipt rond in ons dorp. Ik heb hem dikwijls hooren brullen, maar ik kon hem niet zien; ’t is nu te donker. Morgen zal ik hem doodschieten. Zulk een akelig nieuws brengt de men schen, die daar juist zoo deugdelijk aan ’t lachen waren, met een slag aan ’t jammeren. Knuppels zegeviert. Hij staat daar in de arena, groot als een held en luistert onverschillig naar het geklaag van het volk. (’t Vervolgt). ALS WORTELFLAN Wortelen krabben, in stukken snijden en gedurende een half uur laten koken, het water afgieten en de wortelen in warme melk zetten. Laten voortkoken en ze dan door de teems gieten. Daar een lepel van net kooksap, een lepel bloem en suiker bijdoen, er de eene na de andere nog drie eierdooiers en de drie tot sneeuw geklopte eiwitten bijdoen, en alles in een geboterde schotel gieten. Gedurende twintig minuten in een zeer warmen oven laten koken. Het is een uitstekend tusschengerecht. geven, en hij gaf Zander een poederken om in te nemen. Maar twee dagen later kwam Zander terug. Ik kan nog niet slapen, zei Zander. Jongen, da’s een teeken dat uw ze nuwen U niet met rust laten. De zenuwen, zei Zander, dat weet ik niet, ...maar de vlooien en de wand luizen, dat weet ik zeker. ALDUS gTAAFT Zander de bewering die Knulleken geuit heeft in een gedicht je opgedragen aan DE VLOOI. De vlooi is een bloeddorstig dier Zij drinkt bloed, als een brouwer bier; En is z’aan ons bloed dikgezopen Dan komt z’in onzen broek gekropen Waar ze dan blijft slapen. Bij honden, katten en apen Kruipt de vloo, onvervaard In ’t topken van hunnen staart. Bij Tante Sofie ben ik onlangs op bezoek En als ik daar kwam vandaan [gegaan Zat ik.wel met twintig vlooien op m’n lijf. Ons tant Sofie, speelt uit tijdverdrijf Nogal veel met een ouwe kat En alzoo... heb ik die vlooien gehad. Toen de wereld met den zondvloed is ver- Heeft Noë zeker slecht gedaan [gaan De vlooien meê te nemen in de Ark Dat moeten wij nu bekoopen, Anders was de leste vloo... verzopen! EN TERWIJL dat we nu juust van Noë’s ark en den zondvloed bezig zijn, komt me een historieken te binnen van toen ik nog op school ging. Van de zondvloed sprak de Meester En hij legde netjes uit Hoe eens Noë d’Ark moest bouwen Als een groote, lange schuit. Trage gaan En verre zien Is het werk Van wijze lien. Vrijdag 2 Mei: SS. Anasthasius. Patienta. Jeremias. Zoë. Gaubert. Richildis. Distelen, doornen steken zeer, Kwade tongen nog veel meer. Zaterdag 3 Mei, H. Kruisvinding: Markus. Ansfrid van Leuven. Walter. Alfred. Het Dat Met illllillllllllM Zoodra eenmaal twijfel in haar gemoed was geslopen, nam zij het vaste besluit de handelingen van haar broeder te door gronden. Menigmaal had zij reeds ’s nachts haar bed verlaten, cn voortaan liet zij geen nacht voorbijgaan, zonder zachtjes in het slaapvertrek van Klaas te sluipen. Daar hield zij haar adem op, boog over het bed en bleef zoolang luisteren, totdat zij zich van zijne tegenwoordigheid overtuigd had. Vond zij het bed ledig, dan bracht zij den nacht biddend en weenend door. Zegde zij des morgens: broeder, ik heb u tegen den morgen hooren binnenkomen Dan was telkens het antwoord: Lena, gij hebt u bedrogen! Of Lena ik ben opge staan om buiten te gaan zién, wat weder het was. Het goede meisje leed des te meer, daar zij aan niemand durfde klagen noch om raad vragen, nu zij den broeder op hee- terdaad van leugen betrapte. Zoo verliepen weken, maanden, vol kommer voor dq zuster, tot den dag voor Drie Koningen, wanneer Klaas, toen het reeds duister was, zegde, dat hij moest uitgaan en zij op hem niet behoefde te wachten, daar hij den sleutel der voor deur zou medenomen, ©ogenblikkelijk nam zij het besluit, de waarheid te door- rond en. Nauwelijks was Klaas buiten de dcu’^ of Lena bond een doek over haar hoofd; wierp een rok over hare schouders, sloop langs de achterdeur buiten, richtte hare stappen op die des broeders, hem altoos achtervolgende op zekeren afstand. Hare schoenen trok zij uit. om op den be- vrozen grond geen gerucht te veroorza ken. Stond Klaas stil, dan deed zij het- bert II.. Verkindt A., Decuyper Agncs. lier! H., Verkindt A.. Decuyper Agnes. Uil IVrsiouter: Senechai Andrc, Dccrock Alberic. Uil Zuidschote: Glorie M.-Louise. Bij de nummertrekking 1 nummers 20, 166 en 153 uit. Winnen cl®; IN EER HERSTELD door A. Hans GERY DEVOS, Visscherijmolen, Reningelst. HET GEHEIMZINNIG KASTEEL» door LENS LOUIS, [A. Hans Hondstraat 7, Poperinge. IN EER HERSTELD door A. Hans JULIEN TECHEL, Komstraat, Poperinge. Hartelijk Proficiat. Raadsel 13. Entenrentenkrenten. Raadsel 14. Daar het gansche stuk hesp en 10 eieren evenveel kosten als de helft van 't stuk en 25 eieren, weten we dat de helft vaii 't stuk de waarde heeft van 15 eieren en dat ’t gansche stuk dus 30 eieren waard is. Daar 50 eieren en 't stuk hesp 40 fr, kosten, kosten dus (50 30 eieren) 80 eieren evenveel. De eieren kosten dus 40 80 0,50 fr. ’t stuk en ’t stuk hesp 0,50 X 30 15 fr. Raadsel 15. De eerste dame danste met 7 hoeren en de tweede met 8, de 3' met 9, enz... Het verschil blijft dus altijd 6. Dus zal de laatste dame met 6 heeren gedanst hebben buiten het aantal vrouwelijke dansers. Er zijn dus 18 dames; 24 heeren; samen 42 personen. Raadsel 16. kan niet loopen of niet spreken, 8. Een dikke vinger komt in leven en drukt tegen den haan van het pistool. Pang!!! Een nijdige vlam uit den vuur mond een hevige slag van het schot een klagend gehuil van een gekwetst dier. De jager verroert nog geen vin, doch zit gereed om voor de tweede maal te vuren. Als de rock is weggedreven, ziet hij dat de schim neerligt op den grond. Het dier kenjit hartverscheurend. Knuppels springt' cp van vreugde. Hij heeft den tijger geveld en kan misschien het lijk meeslepen naar het cirkus. Wat zullen de menschen opkijken! En wat zullen ze hem bewonderen. Voorzichtig komt hij uit zijn schuil plaats, het pistool nog steeds gericht op den gekwetsten tijger. Wat klaagt hij toch vreeselijk; de kogel moet wel een erge plaats hebben getroffen. Wij zullen te doon“ stillen. Èn Knuppels lost ‘eën tweede schot in de richting van de schim. Het gekerm valt stil. Het beest heeft den doodsreutel in de keel, rochelt nog wat en sterft. Wanneer het reeds lang dood is, durft de gelukkige jager er eindelijk bijkomen. Nu zal hij zijn tijger oprapen, hem op den rug tillen en naar het cirkus dragen. Doch hij valt bijna omver van ’t ver schieten, wanneer hij het doode dier Donderdag 1 Mei: SS. Phillipus. Jacobus. daar z^'s^ IWsem Want dat is geen tijger. -- O! neen, het is heelemaal geen tijger, die daar neergeschoten ligt. Het is een hond, een vervloekte smerige straathond. Knuppels schopt op het beest en is kwaad als een duivel. Hij richt zich op en kijkt woest in ’t rond. Waar is de tijger, de echte tijger? Dat hij nu eens kome, de laffe bangerik. Maar de echte komt niet en ondertus- schen zit onze moedige champetter daar toch met zijn dooden hond. Wat moet hij nu met dat lijk aanvangen. Het zoo maar op de straat laten liggen mag hij niet doen, want dan zouden de menschen het wel spoedig te weet komen en lachen als gekken. Na lang zoeken en peinzen had Knup pels toch eindelijk een goed middel ge vonden om den hond kwijt te spelen. Hij sleepte hem tot bij het riool, nam den rooster weg en gooide het dier .naar be neden. Dan nam hij zijn sabel, ging plat op den grond liggen en trachtte het lijk nog wat op zij te duwen. Het was een moeilijk werk, maar ten slotte lukte het toch. Zie zoo, men kan hem nu niet meer zien en geen haantje zal er nog over kraaien. Knuppels mag gerust terug- keeren naar het cirkus. Daarbij, het wordt hoog tijd. Hij schikt zijn kleederen IBBBBaaBBBBBBBBBBBaBBBBBBBBB Neen, Lena is niet dood, zij is slechts in onmacht gevallen... Er was geen vuur in huis om de zuster te verwarmen en hij durfde zich den tijd niet veroorloven om den kachel te ont steken. In dezen hopeloozen toestand, neemt hij de zuster in zijne armen, drukt haar tegen zijnen gloeienden boezem, be gint te dansen, springen, het huis op en af te loopen, ten einde de noodige warmte in het versteven lichaam te doen weder - keeren. Meer dan een urn’ was hij aldus bezig, toen Lena eensklaps de oogen open de, de armen uitstrekte en teeken van leven gaf. De blijdschap van Klaas, bij dit ver toon, is onzeggelijk; die vreugde ontrukte hem een gil, welke soms door een zinne- looze wordt uitgestooten, als hem iets ge weldigs schokt. In zijne verrukking riep de goddelooze Bokkenrijder uit: Mijn God, wees gedankt! Hij legde zijne zuster andermaal te bedde; terwijl zij eenige rust genoot, ont stak de kachel, maakte de thee gereed en bleef dan door een spleet der slaapkamer opletten, totdat het meisje wakker zou zijn, want een weldadige slaap was al aanstonds op deze spanning gevolgd... Zoo stond hij tot omstreeks elf uren; toen Le na ontwaakte riep hij haar toe, of hij iets mocht aan haar bed brengen; doch de zuster geloofde, dat zij geen minuut mocht uitstellen, het genomen besluit ten Uitvoer te brengen... Zij stond op en nam het ontbijt zonder spreken. Wie de zorgvuldigheid van Klaas jegens de zuster had gadegeslagen, moest ge neigd zijn te peinzen, dat er in dezen mensch twee naturen tegen elkander kampten: eene menschélijke tegen een dierlijke natuur Na het lichte ontbijt, scheen Lena ge heel hersteld en de blijdschap van Klaas ging schier buiten alle palen. Eindelijk ZONDAG 27 APRIL 1941 (Tweede Zondag na Paschen) Op het Verrijzenisfeest deed de H. Kerk ons zingen tot den verrezen Christus als Paaschlam, dit woord van den H. Paulus: Christus, onze Paschen, is geslacht offerd En zij voegde er deze heerlijke, triomfantelijke Sequentia bijKomt, Christenen, lofliederen opdragen aan het Paasch-Slachtlam, dat Lam dat de scha pen heeft vrijgekocht: Christus, de zon- delooze, heeft de zondaars met zijn Va der verzoend. Dood en Leven vochten een ontzettenden strijd: de Maker des Le vens was gestorven: zie, thans leeft Hij en heerscht hij. Op dezen Zondag gaat de Kerk voort met den triomf van onzen Verlosser te vieren. En bijzonder toont zij ons hoe eindeloos vruchtbaar zijn slachtoffering was. Door de vernederingen zelf van zijn Zoon, heeft’ God de wereld opgehe ven uit den afgrond waarin de zonde hem geworpen had» (Collecte) en «door zijne wonden zelf zijn wij gezond ge worden» (Epistel). Zijne verloste schapen, dat zijn wij, zegt ons de H. Liturgie van dezen Zon dag, Zondag van den goeden Herder ge naamd. Want in den Epistel zegt ons de H. Petrus: Als verdoolde schapen waart gij, maar thans hebt gij u bekeerd tot den Herder uwer zielen In het Evangelie volgens den H. Joan nes schenkt Jezus ons als zijn eigen por tret, door Hem zelf gemaakt: Ik ben de Goede Herder en Ik ken mijne scha pen en mijne schapen kennen Mij. Huur lingen trekken zich niets aan van de schapen. Maar Ik ben de Goede Herder en Ik geef mijn leven voor mijne scha pen. Hij heeft immers al zijn bloed vergoten om ons uit de klauwen te ruk ken van den duivel, den helschen wolf. Eindelooze, vurigste dankbaarheid aan onzen Goeden Herder! Zondag 27 April: Tweede Zondag na Pa- Vóór zijn vertrek uit Lourdes stuurde Maarschalk Pétain volgend telegram aan Pius XII: Van uit het heiligdom Lourdes is mij dc herinnering aan liet bezoek, dat Uwe Heiligheid hier als Pauseiijk Legaat ter gelegenheid van de plechtigheden in 193; bracht, ten zeerste aangenaam. De Ka tholieken van alle naties der wereld hei ben toen reeds voor den vrede gebeden. I Het is in deze stemming, dat thans mijn gedachten heel natuurlijk naar Uwe Hei ligheid gaan en ik bid U de uitdrukking van mijn diepsten eerbied te willen aan vaarden. De Maarschalk heeft Zondag Lourdes verlaten te 18 uur cn is naar Vichy te ruggekeerd. waar hij Maandagmorgen te 9 uur aankwam. Sommige personen die over voldoende geiten- of schapenmelk beschikken, ge bruiken deze om er boter van te maken. Ziehier in ’t kort wat men daarvoor moet doen. 1) Het ontroomen van de melk. De melk wordt weggezet gedurende 12 of 24 uren in lage potten, die afgekoeld worden doordat ze in aanraking komen met koud water op een temperatuur van 10 graden, teneinde de ontwikkeling der mikroben te voorkomen en het stijgen der vetdeeltjes te vergemakkelijken. De room trekt samen aan de oppervlakte en men neemt hem weg met een breeden platten lepel. Aldus bekomt men 65 tot 80 t. h. van de vetstof dei- melk. 2) De rijping van de room. De room die men door de eerste verrichting be komen heeft, moet men op een tempera tuur brengen van 15 graden, door het plaatsen van den pot die de room bevat m koud of warm water. Op deze tempe ratuur moet men de room- dan gedurende 43 uren laten rusten en gisten, doch men moet er voor zorgen dat men hem ver scheidene malen per dag roert opdat de gisting regelmatig zou geschieden. 3) Het karnen. Dit geschiedt bij middel van een karnvat. Er bestaan er zeer kleine ten gerieve van het huiselijk gebruik. Men kan, eveneens kamen met de hand door lang en regelmatig te draaien. De normale duurtijd van het karnen in een klein machientje is van 35 tot 45 minuten. Wanneer bij ’t einde van de verrichting de boter zich lang zaam begint te vermen, moet men er een weinig frisch water bijvoegen, daarna nog een weinig karnen. De boterklontjes zul len aan de oppervlakte blijven. 4) Het uitmelken en de weekmaking van de boter. Men moet de boter ont doen van het vocht waarin zij zwemt: de botermelk. Wanneer men de botermelk uit ’t karnvat genomen heeft, moet men in de plaats ervan zeer frisch water doen. Dit moet men 4 tot 5 maal herbeginnen tot de boter zeer helder uit het karnvat komt. De boter, na enkele laatste karn- toeren, krijgt dan den vorm van een klein propje. De- weekmaking. die de laatste verrich ting is, geschiedt hij middel van een hou ten lepel op dewelke men de boter plaatst. Vervolgens bewerkt men ze met een ge ribde rol. Men draait de boter om en men herwerkt haar aan den anderen kant om ze van de laatste onzuiverheden te ont doen. Men wascht haar tot het vocht dat er uit vloeit helder wordt. RAUW De rauwe wortelen zijn vol vitaminen. ■Onder meer vitaminen en voor-vitaminen A. en C. De buitenkant is de rijkste aan vitaminen. Men moet er dus zorg voor dragen vooral dat deel te eten. Het is wegens het princiep van hun groot gehalte aan vitaminen dat de kin deren in onze scholen dagelijks een stuk van 39 tot 40 grammen eten. A LA MAITRE D’HOTEL De wortelen afkrabben, wasschen afdrogen. Ze gedurende een half uur in gezouten water laten zieden. Ze vervol gens in schijfjes snijden. Ze laten aflek ken en vervolgens in een braadpan met boter of margarine zetten. Ze twee of drie maal licht laten opbraden, zout en Och ja, wat wilt ge daaraan doen ’t is ’t weêre van ’t seizoen en in min dan 6 minuten tijd toont ’t weer z’n wisselvalligheid. Twee minuutjes zomer komen, zonnestralen, warm en fel doen U mooi naar buiten komen, en ze prikken U in ’t vel. Verder, nog geen honderd ellen of daar komt een windbui aan die verwaait de krullebellen en haar hoedje scheef doet staan. ’t Zonneke wordt rap gedoken wat! och God! gebeurt er nu: dikke druppels loopen af van ’s meisjes paraplu! En gelijk of dat de menschen al van ’t weêre spreken... van den os op den ezel rollen... zoo ben ik weer weggeraakt in m’n epistelke van dees week en zijn we aan den PARAPLU gekomen. Over den paraplu zelf gaat het niet zoozeer als wel over DE PARAPLU-TAAL. Ja, beste vriendinnekes en vrienden, ge moet me zoo niet ondervragend aanzien... Net of er een Bloementaal bestaat, bestaat er een Paraplutaal, en ziehier hoe die taal ineenzit: 1. - Als ge uwen paraplu in ’n bak zet, wil dat zeggen dat hij verlangt van eigenaar te veranderen»... 2. - Als ne man hem boven een vrouw draagt, zoodat de man de druppels op hem krijgt, dan beteekent dat: «vrijagie»! 3. - Als ’n man- de paraplu draagt,en de vrouw de druppels: das dan een ge trouwd koppel. 4. - De paraplu rechtuit onder den arm dragen beteekent dat ge iemands oogen wilt uitsteken. 5. - Een katoenen paraplu in den bak zetten en een zijden eruit nemen is geen dieverij, maar wel ruilhandel. 6. - Een paraplu uitleenen beteekent dat ge er nog hebt en dat ge zot zijt! 7. - Een geleenden paraplu terug bren gen is ten eerste onnoozel en ten tweede, ’t wordt nooit gedaan. 8. - Een paraplu aan een vriend presen te; ren en zeggen dat ge liever hebt dat hij hem meeneemt als niet, wil zeggen dat ge liegt. 9. - Een vriend bij U onder den para plu roepen, beteekent dat ge alle twee gaat nat worden. ...En nu dat de paraplu’s zooveel geld kosten... hebben er zeker al van onze le zers beklaagd die Paraplu-taal niet vroe ger aangeleerd te hebben. TREES KARMEL HAD T OOK BE KLAAGD dat ze dan gardevil ’n draai om z’n ooren gegeven had... en daarvoor werd ze door het tribunaal van simpel polies tot 100 fr. boete veroordeeld. Dat kan ekik nis betalen, zei Treeze. Ge zijt toch getrouwd? vroeg de sjuge. Ja, zei Trees. Wat waart ge voor uw huwelijk? her vatte de juge. Jonge dochter, meneere. Da’s te hopen, maar wat verdient nu uw man? Niks! Wat doet hij? Ziek zijn! Ja, maai’ als hij gezond is? Dan hee ’t em geen werk. Maar vrouwken, ge begrijpt me niet, wat is zijn stiel? Hij zoekt werk?... En gij dan, wat dóódde gij? Ik wacht tot hij er vindt. Maar hoe leeft ge dan? Gelijk we kunnen. Jamaar, van wat?.. Van ’t een en ’t ander, meneere. Daar zult ge niet vet van worden... en hebt ge dan geen kinderen?... Ja. Hoeveel? Zes. Wat doen die? Ze zijn dood... ...En de sjuge kreeg het op de zenuwen en deed Trees Karmel buitengooien. GOOIEN RIJMT MET VLOOIEN en Zander was naar den doktoor gegaan om een remedie want: Mijnheer den dokteur, zei Zander, ik kan tegenwoordig ’s nachts niet slapen in mijn bed. Hawel, zei de dokter, ik zal u wat GBBBBSBaagisaxsas&BsaraaBBammisasBEBBaaaQasaaBasagBBiBiaiasmsE! SE Wat taal voert gij, Lena, viel Klaas in met verbazing, ik bekommer mij om uw lot en gij schijnt juist dien oogenblit te kiezen om mij met smaadwoorden te beladen. Smaadwoorden, herhaalde het meisje met een bitteren glimlach, o, gij noemt het smaadwoorden, als ik u de waarheid spreek! O, Gode zij dank, er blijft nog hoop over op beternis; want uw veinzen bewijst mij, dat gij den doolweg kent, welken gij bewandelt! Gij hebt de schaamte nog niet geheel van u gewor pen... Wat raaskalt gij van schaamte, viel de broeder andermaal in, wat wilt gij En nu, beste lien Zijn w’opnieuw teweeg Ons afscheidsgroeten aan te bien Want... dsn inktpot, die is leeg. ’t Manneken uit de Maan. (Nadruk, zelfs gedeeltelijk, is verboden). IBBBBSBBBBBSBBBBBBBBElBiagBBBV ken, dat zij haren beschermenden arm zou uitsteken over haar broeder. Lena, veraf van buitengewone lichaams krachten te bezitten, was zeer zwak; zoo lang de krampachtige ijver duurde, had zij gesn vermoeienissen, geen kalmte te ruggeschonken, of hare krachten bezwe ken onder den last. Haar hoofd zonk langzaam op hare borst; een duistere wolk kwam voor hare oogen, hare knieën bsefden; dan volgde een dof geplof, als de val van een lichaam! Lena lag bewus teloos op den blooten grond. Haar lampje bleef zijn dubbelzinnig licht door het nauwe vertrek werpen en een tafereel be schijnen, waarop de Moeder van genade met een welgevallen moest nserblikken; want een vleklooze maagd lag in het stof der aarde, om de bekeering af te smeeken van haren broeder, om voor God eene ziel te winnen. Wanneer Klaas, omstreeks half acht uren ’s morgens binnen de woning kwam en de zuster niet als naar gewoonte te been vond, ging hij rechtstreeks naar Lena’s kamer, opende de deur met de grootste omzichtigheid, ten einde, sliep zij, haren slaap niet te storen. De flauwe scheme ring der lamp laat de kamer in eene halve duisternis; zijne oogen vallen eerst op het bed, hij wil naderen, stoot zijn voet tegen een voorwerp... En wat ziet hij?... Zijn teerbeminde zuster ligt op den grond. Hij vat haar op in zijne armen en bespeurt geen levensteeken meer in haar... Hij legt haar te bed en overtuigt zich dan, dat hetzelve onaangeroerd is geble ven. Hij onderzoekt de handen, het aan gezicht, den pols der zuster... doch geen warmte, geen beweging, geen teiken van leven. Onbeschrijflijk is de droefheid, de wan hoop mogen wij zeggen, van den alleszins ruwen Klaas. Doch de jonge Bokkenrijder was niet alleen een liefderijke broeder, maar ook tevens een man, die met een ijzeren wil begaafd werd. Hij kon zich niet inbeelden dat Lena dood was; dus zegde hij tot zich zelven? Te Halle, aan de sluisdeuren van het kanaal van Charleroi, werden de lijken opgevischt. van een 19-jarig meisje cn een 20-jarigen jongeling. Men vermoedt dat beiden in het kanaal zijn terechtge komen bij een avondwandeling, in het kanaal misleid door de duisternis. Te Wilmarsdonk werden twee beiders door een trein aangereden zwaar gewond. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBfiBBBBBiaB^ de eer of op den persoon van Lena ge waagd had. Zij begon met kalmte: Broeder, over een oogenblik, zegdet gij, aan mij en aan de geheele wereld te willen bewijzen, dat gij uwe zuster weet te beschermen, tegen wien het ook zij... Wie is beter overtuigd dan ik, dat u noch de wil, noch de moed ontbreken om, in gewone gevallen als een man te handelen. Desniettegenstaande durf ik u zeggen: broeder, er is een man, die door zijne snoode daden mij weldra in het graf zal rukken, en gij zult uwe eenige zuster, het kind uwer moeder, zien ten grave dalen; gij kunt zulks beletten indien de moed u daartoe niet ontbreekt!... Ik zal uw moed uit uwe daden opmaken! Wat zult gij doen met degene, die mijne dood bespoe digt? Bepeins uw antwoord wel voegde zij er bij tóen zij de krampachtige ra zernij van Klaas meer en meer zag toe nemen. Luister, zuster, riep de ruwe Klaas schuimbekkend uit, zeg mij, wie u zulk een denkbeeld van uw broeder heeft doen opvatten! Dien bloodaard wil ik kennen; bij zijne haren, sleur ik hem voor uwe voeten; ik ruk hem de tong uit den mond en verbrijzel zijn hoofd onder mijn hiel!... Doch, Lena, om Godswil, rap ter zake; zeg nu spoedig, wie u het minste leed be rokkend heeft, en wie hij zijn moge, die de zuster van Klaas, die het kind mijns vaders beleedigde, zal door mij, als een venijnigdier, verpletterd worden! Broeder, zuchtte het meisje, gij ver geet, dat wie den booze wil bannen, zelf behoort zuiver te zijn. En zoudt gij dur ven beweren, dat gij u niets te verwijten hebt? Zoudt gij dat durven staande hou den onder de oogen uwer zuster welke gij onschuldig noemt? Broeder! de onschuld moet een schoone deugd zijn, daar zij zelfs de oogen van den goddelooze boeit! Zeg eens, huivert gij niet, als het woord onschuldig op uwe lippen komt? Vreest gij niet dat uwe tong stijf worde, als gij dit woord uitspreekt?... Broeder lief, Godl is geduldig en langmoedig, anderszins...1 Raadsel 17. Ik heb 5 dochters en ieder heeft een broer. Hoevcet kinderen heb ik? Raadsel 18. Karei en Louis vertrokken per fiets van Veurne naar Poperinge, 30 km ver dus, om een feestje bij te wonen te Poperinge. Maar na 6 km. gereden te hebben, valt Louis en breekt hij zijn wiel. Toch willen ze samem te Poperinge aankomen, zonder de wet op het wielrijden te overschrijden, Daartoe kunnen ze: 't zij de baan afleg, gen te voet, ’t zij om de beurt de fiets van Karei benuttigen. Te voet doen 6 km. ner uur, per fiets 12 km. Als Karei en Louis nu goeie plautrekkers zijn, wat zullen ze doen om samen en in den kortst mogelijken tijd te poperinge aan te ko men. Hoeveel uren zullen ze dan nog noodig hebben van de plaats der lamp tot aan Poperinge? N. B. Voor raadsel 18 moet uitlsg bijgegeven worden hoe ze 't aan boors leggen! Boeken dezer week zijn. lïet Graf aan de Zee» door A. Hans, Dokter Marcus door R.-A. ^meders. De Betooveriie Steenputdoor Jac. I Ballings. HaBQBBESBBBB'ziBQBBflaaBBBBBBBBI198ESBaBBBBBBB3SBBOaaOBE!3iSHï In totaal kwamen ons 193 antwoorden binnen; daarvan zijn er 167 goeie en 26 slechte. De raadsels waren gemak kelijker dan verleden week. Er zijn enkele Lezers die vragen of de antwoorden mogen opgestuurd worden op open briefkaarten en of er meer dan óen oplossing mag in zelfden briefomslag gestoken worden. Natuurlijk. Ons doel is niet het Post- beheer met onzen Raadselprijskamp te verrijken, maar wel al onze Lezers ont spanning te bezorgen... en dit voor hen zoo goedkoop mogelijk. Goede oplossingen dezer week kre gen we van: Uit Abeele: Huyghe Jacqueline, Vierstraete Madeleine. Uit Arsele: Turf Yvonne. Uit Alveringem: Van de Candelaere Andrea. Uit Boeziftge: Gruwier Marcel, Storme Antoon, De- foor Laura, Petillion Jozef. Uit Beveren-OudenaardeVersmessen Marcel. Uit Beveren-IJzer: Wullen Jozef. Uit Bikschotc: Durnez Eric. Uit Brussel: Dewippe Hugo. Uit Dikkcbusch: Deschaffer Gerard. Uit Diksmuidc: Nevejan Achille. Uit EfigcwaartskapelleLava Frans. Uit Gent: Goethals Fernande. Uit Gullegetn: Vandenberghe A. Uit Hoogstadc: Ryon André, Docroos M., Rooryck W. Uit Hoiitcm-Veume: Delhaye Maurice. Uit Hollebeke: Vandenbussche Gaston. Uit Haringe: Boone René. Uit leper: De Keerle Monique, Balduck Maria. Ver- mote G., Devos Roger, Truwant Maurice, Buyse Daniel. Uit St-Jan-ter-Biezen: Brutsaert Maur., Deprez Gast. Uit Kancgem: Lambrecht Antoon. Uit Kcmmel: Verbieze M.-Louise, Gillebert Ph.. Hon ey Albert, D’huyser Godelieve, Croquey Gerard. Clays Marg., Deconinck Michel, Struye Omer, Ant. Naelde, Myle Benoit en Anna, Mevr. Debruyne en André, Hoessen Julien. Uit Kortrijk: Vandenbroucke Maria. Uit Langetnark: Sys Adelson. Uit Loo: Smaeghe Joris, Francois Henri, Cornette A. Uit Lciscle: Cossey Alb., Dekerf Julien, Allaeys Al bert, Vcrdru Robert. Uit Merkcm: Vannobel R., Wallyn Maurits, Dcccodt Godelieve. Uit Meesen: Tittillion Simone, Boutlegier Jerome. Uit Meencn: De Witte Jeanne, Dcmeester Valere* Uit Moeskroe.n: Lowagie Andreas. Uit Nieuv.'poort: Braet P., De Coene G., Van de Wall© R., Mortier Julien. Uit Nieuw kerke: Logghe Pierre, Dobbelaere Georges. Uit Oostvlctcrcn: Sedyn Joel. Uit Poperinge: Vandecasteele Frans. Debaene Mar cel, Debyser Regina en Felix,De Byser Paula, Clcenewerck Julien, Pitteliocn Frans, Verpoot Lu- cienne. Mcr’fvede Jeanne. Caveel Leon, Quaghe- beur Roger, Allaeys Cecile, Vandecasteele Omer. Laleeuw André. Lens Lou’s. Alleman Nestor, Baelde Nestor, Dehouck D., Donche Madeleine. Huyghe Roger en Raphael, Dübeke Albert, Vanthourncudt O., Boudry Michel. Techel Julien, Leeuwerck Mar cel. Benoot Marnix, Vansevenant Adrien, Cleene- werck Paul. Lowagie Henri. Devos Esther, Andries Albert, Pattyn Achiel, Denys Gabriel, Decrock Camiel, Dcgryse S., Vercruysse Esther. Deroo Ce cile, Deraedt Roger, Deconinck Edmond, Dallequin Hilaire. Uit Pollinkkove: Kempe R., Wallyn Arthur, Van- peperstraete André. Uit Pit tent: Staelens Jules. Uit Pcroijze: Laplaese Gerard. I 'it Proven: Legrand Paul en Lucien, Berquin Jacq. Uit Reningc: Sticker André. Uit Roesbrugge.: Verhaeghe Jacques, Depouvere Ca miel, Top Frans. Uit Reningelst: Eecloo Marguerite, Camerlynck Emiel, Devos Gery. Uit Stavele: Props Roger. Uit Staden: Van Aelst Gerard. Uit Steenkerke: Cuvelier Madeleine. Matten Gerard. Uit Tielt: Van de Vyvere Geo, Lietaert D., Galan- dc Rudolf. Uit Veurne: Puis Omer, Marvillie Maria, Vander- haeghe Jan, Jansseune G. Uit Vlamcrtinge: Vcys J.-J., Molderez R.. Debrycke André, Delva Roger, Henncbel Marcel, Buscyne H. Uit Wcstvleteren: Alleweereldt Cyriel, Huyghe Mi chel, Huyghe Hector. Doise Anna. Vandewynckel Pierre, Cappoen A., Cappocn Urbain. Uit Westnieuwkerke: Constandt Henri, Leys Guido. Uit Wervik: Vergote G.. Denys Gustaaf. Uit Watou: Barzeele Alice, Dambre Paul, Top Agnes, Top André. Uit Wijtschate: Dochy E., Vanhousse Martha, Lam- 11 April. Te 2 uur, voor den Heer Ladon, ing.-arch., 27 Hooistraat, Brugge, watervoorziening in de woningen der Rijkswachtkazerne te WAASTEN. DESMET J. en CALLENS A„ Moes- kroen, 14.409,93; Bonte F., id., 14.796,56; Priem L., Brugge, 14.835; De Jaegher A., leper, 17.547,61L. De Jaegher, idem, 17.748,75 fr.Vandeplas H., Meenen, fr. 18.963,75Auriel, Brussel, 20.426,25. 5 Mei. Te 10 uur, op het Provinciaal Commissariaat voor ’s Lands Wederop bouw, 63 Doornikstraat, Kortrijk, bou wen van tuighuis voor het brandweer korps te MEULEBEKE. Bestek 46.568,83 fr., borgt. 10%. Stukken ter inzage ten Gemeentesecretariaat. Inlicht, bij Arch. A. Crop, Rijselstraat, Meulebeke. Aanget. inschrijv. 2 Mei. 7 Msi. Te 11 uur, ten Gemeente- huize te PASSCHENDALE, bouwen van 2 klassen en oefénzaal aan de jongens school. Bestek 284.851.96 fr., borgt 10%. 'Stukken ter inzage en te koop, prijs 75 frank ten Gemeentehuize. Inlicht, ’s voor- middags bij Arch. H. Van Moerkerke te Passchendale. 12 Instede van 1 Mei. Te 11 uur, op het Provinciaal Commissariaat voor ’s Lands Wederopbouw, 63 Doornikstraat, te Kortrijk, oprichten van een pomp en ontijzeringsinrichting te ST-ANDRÉ (Oostduinkerke). Stukken ter inzage ter S. V. Intercommunale Waterleidings- maatschappij van Veurne-Ambacht te St-André-Oostduinkerkeprijs 30 fr., op postch. 1775.17 der Maatschappij. 12 Instede van 1 Mei. Te 11 uur, op het Provinciaal Cc issariaat voor ’s Lands Wederopbou 63 Doornikstraat, te Kortrijk, oprichten van een pomp en filtergebouw en reinwaterkelder te St-ANDRÉ (Oostduinkerke), Stukken ter inzage ter S. V. Intercommunale Water- leidingsmaatschappij van Veurne-Am bacht te St-André-Oostduinkerke; prijs 30 fr. op postch. Nr 1775.17 der Maatsch. Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Eerste kwartier 4" Volle maan 11' vroeg Jef aan Marieken... en daaruit be sluit ik dat er ’n haarken in de boter was, of in andere woorden... wat ’t nogal eens gebeurt, nietwaar beste Lezereskens? Ge moet weten d’historie van Jef en Marieken was tenslotte op een vrijage weergekomen. Ge zijt mijn allerliefste, zei Jef. Dito, zei Marieken. Jef verstond dat woord niet en hij vroeg ’s avonds aan zijn vader wat dit woord beteekende. Ha, zei vader, dat wil zeggen: het zelfde. Per eksempsl, hier zijn twee sa vooien: dit is een savooi en dat... dito. Begrepen, zei Jef. ’s Anderendaags waren ze weer op wan del... Mijnen engel, zei Marieken. Savooi, zei Jef. ...En 't was amen en uit! Ja, ja, voor ’n kleinigheid Bekomt men dikwerf strijd En *t geen ik dan nog ’t meest verwijt: Achteraf.,voelt men er altijd over spijt! EN TOT SLOT voor deze week volgt hier nu ons wekelijksch kalenderken. Zondag 27 April: SS. Hieronyma. Zita. Maria van Luksemburg. Conrad v. Ut recht. Fernand. Vele kleintjes maken een groot Vele graantjes maken een brood Vele plankjes maken een kas Vele druppeltjes maken een glas. Maandag 23 April: SS. Prudent, Vitalis. Valeria. H. CÏara-Francisca v. Kortrijk. Die z’n centjes wil besparen Most zich van den drank vrijwaren. Open deur en open mond Brengt er velen in den grond. Dinsdag 29 April: SS. Petrus. Libertus. hem nog een pilletje geven cm die pijn Robertus, abt van Ten Duinen. -1--,"~t - Wees matig steeds in spijs en drank. Dan wordt ge zelden krank. Woensdag 30 April: SS. Catharina Sensn. Hildegarde. Sophia. Die schinken en drinken Naar lust van den mond Zij dragen veel plagen Nu de rabarber begint te schieten. Zoodra de rabarber, die nu nog wat teertjes ligt te glanzen in de groente winkels, wat goeakooper wordt, is er een aardige pudding van te maken. Probeer hem eens op de volgende manier 1 dl. Limonadestroop (sinaasappel- smaak en -kleur)3 dl. water, een paar mooie roode rabarbersteeltjes, 8 blaadjes (pl. m. 15 gram) gelatine, alleen bij ge bleken noodzakelijkheid een beetje suiker of zoetstof. Breng het water aan de kook, laat daarin de in stukjes gesneden rabarber- steel even trekken, doch volstrekt niet koken. Voeg, als de rabarber zacht is en niet is stukgekookt, de limonadestroop en de gewasschen, geweekte gelatine toe. Roer de vloeistof voorzichtig door, opdat de rabarber niet kapot gaat. Proef of de puddingmassa goed van smaak is, maak ze anders op smaak af met suiker of zoetstof. Spoel een puddingvorm met koud water om. Laat de puddingmassa wat bekoelen, zoodat de stukjes rabarber niet meer alle drijven, doe ze dan in den vorm. Laat de pudding geheel bekoelen en stort hem door den vorm even in heet water te houden. Gsef een dergelijken pudding niet al leen een voetbad, want dan smelt een deel van den pudding weg en de rest blijft toch aan den vorm kleven. Doop den vorm even tot aan den rand in goed heet water, zoodat de pudding heelemaal loslaat. Geef bij ’n dergelijken zuren pudding een zoete melksaus; b. v. inqedikte koffie melk uit blik met wat suiker gezoet en gearomatiseerd met .wat vanillesuiker of iets anders, dat er goed bij smaakt. Een dergelijke saus lijkt op een. roomsaus! *k Pak m’n pen en steek z’in d’inkt terwijk ’k voornemens ben te kletsen dat ’t klinkt, maar... Vrienden en Vriendinnen zooals altijd, ’k weet niet, tot groot spijt... xnet wat eerst te beginnen. En gelijk ieder flauwe kommersant dit klanten in z’n winkel ziet komen en niet weet wat ertegen gezeid, zal ’k maar rap beginnen over ’t weêre. Kort en zeere: ’t weêre en Is gewis niks fameus; ’t laat ons geen keus en heeft ons bij de neus! Vlaag na vlage met af en toe een scheute zon dan die windenplage net of ’t anders niet en kon! ware te wenschen alle menschen al hun gebreken Zich zelf eens bekeken; Dan zouden zij ’t praten Van anderen wel laten!

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1941 | | pagina 8