DE DOK KEN HIJ DE HS
door jNrEVISSE
Ons Vrouwenhoekje
7 ROOS KRUIS
oVslilNDERHOEKJE
I
s
h
VOOS ONZE KLEUTERS J
van 26-4-41. 8' BI.
LITURGISCH KALENDER
MAAN
EEN GOEDKOOPE PUDDING
AANBESTEDINGEN
van
HET MANNEK!t
UIT DE
DE HELDENDADEN VAN
KNUPPELS
aassaEisasEsziSEEESEEaEaaEnsEa
DE VERDUISTERING
VOOR UW DRUKWERK
A
3Hi80E2EES23!aEB3EaaiaES!SSIS3iaia3
■I
!«DE POPERINGENAAR
tiitti!mntm!nfliminniini!iiiiiiiinminniummMniiiiiiiiniiiiiiuinifuiinMnmiiiiiii!ii!mMiuiiwuiiiiimiiifflii{iin!!:iiiiiiiE!ii!iiiiiiiui!itiiuiuuuttv4
OPLOSSINGEN
NIEUWE RAADSELS
EEN TREFFEND TELEGRAM
AAN Z. H. DEN PAUS
OM ZELF BOTER TE MAKEN
LAAT ONS WORTELEN ETEN
^!nilI!!!l!!l!ll!llll!IHIl!lll!lllimil!!ll!!!l»®enselwerlE van 26 April 1941. Nr
A
MAARSCHALK PÉTAIN
TE LOURDES
«minimiiimmitniiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!!^
UITSLAG AANBESTEDINGEN
IBBEBBBHaBBBBfiBBBflBBBBBBBBBa
kwamen ai
en
nooit
En
zijn
gezond.
Markoen.
SS.
1*4
I
Komt zonneschijn,
’t meisken fijn
wil zijn
In wit satijn
maar honderd stapkes verder
wordt het zonnek’ eens zoo helder
verjagen
door zware regenvlagen
die ’t meisje, ach zoo schoon,
vuil bemorsen zonder schroom.
Toen vroeg Pietje Klets den Meester
Of in d’Ark een snoek ook zat,
Die daar zwom in eenen vijver
Of misschien maar in een vat,
Noë nam van al de dieren
Een of twee er in zijn boot,
Want de regen die zou stroomen.
Maakte zeker alles dood.
hij wist aan te nemen:
Waarom, lieve zuster, zijt gij niet
te bed geweest? Met geheel den nacht in
het gebed door te brengen, gelijk ik gis
DE MODE TEGENWOORDIG houdt de
menschen ook voor den aap. Als ge de
meiskens ziet stappen met hun halssnoe
ren aan.
op
6.27
6.25
6.23
6.21
6.20
6.18
6.16
ar
en
Wel ik dacht er juist aan, Meester
Gaf tot antwoord slimme Piet,
Dat die ark rap veel te klein was:
Snoeken groeien dat ge ’t ziet!
Hier moest gansch de klas om lachen,
Ook de Meester lachte gratig
En hij vroeg aan onze Piet
Naar de reden van zijn vraag.
schen. H. Petrus Canisius.
Maandag 28 April: H. Paulus van het
dan zegt g’alras
’t is allemaal glas.
Ja, ’t glas is nu volop mode... Schoenen
in glas... Rood glas! Wit glas! Groen
glas! Purper glas... Glas om d’ooren! Glas
aan den hals! Glas aan de vingers! Glas
om de armen, allemaal
Klatergoud) En daarmee
Gaan de meiskens zich behangen.
Om, dan, heel gedwee
Een manneken te vangen.
Ja, ja, zucht Knulleken, in onzen tijd,
Manneken, was dat allemaal gansch an
ders. Zeker, Knulleken, de wereld is hard
veranderd.
Klatergoud!
Allemaal die plezieren!
Klatergoud
Die modepoppen
Met hun geverfde koppen.
Meisjes! Doet daaraan niet meê
Aan ’t mondje van Parlêe Francêe
Toont uw meisjes van uw streke
Durft uw moedertale spreken
Weest steeds met uw lot tevreden
Toont U Vlaamsch van hart en zeden,
Ja, daar komt ge verder meê
Dan met dien Parlêe Francêe
Wil daarmeê niet zeggen, mijn alder-
liefste Lezereskens, dat ge geen fransch
moet leeren... Leert fransch, duitsch, en-
gelsch, chineesch, congolsesch... leert al
wat ge wilt, maar uw vlaamsch voorop!
Dat is uw plicht
M’n aardig wicht:
Uw moedertale, ’t eerst vooral
De rest... die dan wel komen zal.
En voor ’t lest
Of voor ’t end
Bij die rest...
’n Flinke vent!
Dat wenscht U ’t Manneken, heel kon-
tent.
MAAR WAT ’T MANNEKEN U NIET
WENSCHT dat is, dat de verklaring zou
bewaarheid worden van dien Parijschen
Waarzegger Anchocorus, die beweert dat
we een heel drogen zomer zouden doorle
ven. Anchocorus is een waarzegger
Die gewis
Zeer straf is,
’k Zeg ’t, zonder me te bedriegen
In... ’t liegen...
maar die zoodanig kan liegen, alsdat hij
het zelf gelooft... ’t Kan misschien ook
wel ’n hoedanigheid zijn! In alle geval,
eerst zienzei de blinde, en we zijn
wij ook van ’t zelfde gedacht.
ALS GE MET TWEEËN ZIJT, en ge
zijt allebei van ’t zelfde gedacht, dan zal
er niet dikwijls ruzie komen... Maar...
O Marieken
Aardig bleken
Waarom kijkt ge toch zoo kwaad
Als ge langs mij henen gaat?
Zie vervolg hiernevens
MET AARDAPPELEN
De wortelen afkrabben en ze in kleine
stukjes snijden. Laat een ajuin lichtjes
opkomen in vet. Doe er de wortelen in
en overgiet ze met kokend water, voeg er
zout, peper, thymus, laurier, en een klon
tje suiker bij. Na 15 minuten koken er
de aardappelen in doen, laten koken en
van tijd tot tijd omroeren. Bij het op-
diènen er kleingehakte peterselie bijvoe
gen.
-«o»-
leper op strooien en opdienen met ge-
:apte peterselie.
zelfde; zette hij het op een loepen om
zich te verwarmen, dan liep zij op dezelf
de maat. Zoo volgde zij hem tot voor het
huis van Hein Deerks, waar hij een poos
bleef staan, tot weldra uit verscheidene
richtingen eene gsheele bende samen
stroomde. Van achter het kreupelhout,
waar zij zich verscholen had, zag zij alle
kerels binnentreden; dan hoorde zij de
deur achter hen. sluiten en niemand meer
ziende, sloop zij tot onder het venster
om te luisteren. Een doodsche stilte
heerschte in geheel het huis, en in geen
enkel vertrek was licht te bespeuren.
Nu was het raadsel opgelost; zij wist
meer, dan zij wild» weten...
Klaas hield met meer anderen geheime
samenkomsten te Hee.lerheide, een zeer
slecht befaamde wij..zij maakte uit al
les op, dat haar breeder tot de gedroch
telijke bende der Bokkenrijders behoorde.
Het vroor dat de steenen kraakten en
Lena's hoofd je gloeide. Overladen van
droefheid en schaamte, keerde zij huis
waarts. Twee mijlen ver ging zij alleen,
zonder eenmaal op haren toestand te
denken; het lot alleen des broeders kwel
de haar geest en rukte haar het hart uit
den boezem...
Toen zij binnen hare woning was ge
komen, ontstak zij hare lamp: het zak
uurwerk van Klaas wees middernacht...
Zij trad in hare slaapkamer, die zoo zui
ver was als het hart eenei’ edele maagd,
hing haar lampje aan den gewonen na
gel en ging knielen voor een Moeder Gods
beeldeken, dat tegen den muur hing. Na
zich met het verlossingsteeken, op voor
hoofd. mond en borst, te hebben gezegend,
begon zij de moeder van bijstand te smee-
Kruis.
Dinsdag 30 April: H. Petras van Verona.
Woensdag 1 Mei: HH. Philippus en Ja
cobus.
Donderdag 2 Mei: H. Athanasius.
Vrijdag 3 Mei: Kruisvinding. Eerste Vrij
dag der Maand.
Zaterdag 4 Mei: H. Monica.
Zondag 5 Mei: Derde Zondag na Paschen,
H. Pius V.
26 April:
27 April:
28 April:
29 April:
30 April:
1 Mei
2 Mei
ZON
onder
20.55
20.57
20.58
20.59
21.01
21.03
21.04
n
Te Melsbroek poogden twee schur
ken 2.000 fr. af te troggelen van een land
bouwer. Deze kon er toe komen de twee
aftruggelaars op te sluiten cn belde de
politie op, die de mannen in goede be
waring overbracht.
zeggen?
Wat ik zeggen wil, dat zult gij aan
stonds weten: zeg mij eerst, in wat ge
zelschap gij den nacht hebt doorgebracht.
Wat gij gedaan, wat gij beraamd hebt?.-
O, gij zwijgt, gij hebt gelijk... het zou U
hard vallen, aan uwe zuster te bekennen
dat men een ellendeling is; dat men tot
de goddclooze bende behoort der Bok
Ga niet voort, spreek het woord niet
uit, ongelukkige zuster, viel Klaas in, ter
wijl hij als een razende opsprong en een
stoel met zijne handen verbrak als glas,
geen woord meer, bid ik u, Lena, en
vrees mij een anderen Kaïn te zien wor
den!...
Lena zweeg een poos, want zij zag dat
de gramschap van haar broeder te hoog
was gestegen om langen tijd te kunnen
duren. Zij was nochtans al te beslist om
bevreesd te zijn; haar doel was te edel,
hare zorg voor het heil van Klaas te
groot, dan dat zij niet zou bereid zijn om
zelfs haar leven, moest het zijn, op te
offeren. Zoodra de broeder een weinig be
daarder scheen, hernam, zij:
(’t Vervolgt.)
BisaBBiBaMHBaasEaBBisiHsaiiaaf
wendt U ter
Drukkerij SANSEN-VANNESTE
Gasthuistraat - 15 - Fopering»
JAN-FERDINAND, DE WATERMUIS
3.
Als nu de vloot verdwenen was
Kwam er beroering in den plas:
De puiten kropen uit het gras.
Een vette dikbuik van een puit
Stak eerst van al zijn kop er uit
En kwaakte en schreeuwde, wild en luid:
Ellendig volk, gij vuil gebroed,
Dat wreken wij met muizenbloed.
Op kikkers, op! Komt op met spoed!
Daar kwamen al de kikkers aan,
Zij gingen recht in ’t water staan
En kwaakte woest: «Wij gaan, wij gaan.
Kwek, kwek, kwek, kwerre, kwek,
De muizen met hun spitsen bek,
Wij eten ze als lekker spek.
Kwak, kwak, kwak, kwarre, kwak,
Laat kruipen maar die vette slak,
Eet muizenvleesch en blijft niet zwak.
Kwik, kwik, kwik, kwirre, kwik,
Wie heeft er ooit voor muizen schrik?
Doodt dat gespuis al met een tik.
KRIS KREKEL.
dat gij gedaan hebt, onderneemt gij een
werk, dat boven uwe krachten is; vrees
zuster daaronder te bezwijken, en beloof
mij zulks niet meer te doen!...
Bij het hooren dezer woorden begon
nen Lena’s tranen te stroomen; met den
voorschoot verborg zij haar aangezicht;
zij kon niet spreken!
Toen Klaas deze sprakelooze droefheid
bemerkte, nam hij haar bleeke fijne han
den in de zijne, en zegde dan met eene
van gramschap bevende stem:
Zuster, iemand heeft u bedroefd of be-
leedigd; noem den kerel, wie het ook zij,
ik zal u en geheel de wereld bewijzen, dat
Klaas, de zoon van Dolf, zijne zuster weet
te beschermen. Wee hem, die een haar op
uw hoofd heeft gekrenkt...
Deze woorden uitende, nam het gelaat
van den jongen man een schrikwekkend
uitzicht aan; zijn vlammende oogen kwa
men buiten hunne kringen en werden
bloedrood! Zijn neusgaten gingen wijd
open; het grove haar rechtte zich op zijn
hoofd; stuiptrekkend wrong hij de vuis
ten te samen; hij verbeeldde zich nog al
toos, dat iemand een zeer zwaar verdriet
aan zijne zuster moest berokkend heb
ben; hij bedroog zich steeds omtrent de
ware oorzaak.
Na een poos zwijgen, verhief Lena haar
betraand gelaat; zij vestigde hare blikken
op den broeder en zegde op een zoo jam
merenden toon, dat hij begon te sidderen:
Broeder, broeder, ik ben thans nog
zeer zwak en zou een gunstige gelegen
heid gaarne afgewacht hebben, om met u
een ernstig onderhoud te beginnen; doch
laten wij maar aanstonds tot de zaak ko
men, uit vrees dat de droefheid en
schaamte mij uit deze wereld rukken,
vooraleer ik mijn plicht van spreken ge
kweten heb. Schiet zoo niet in gram
schap, broeder! Ga zitten, indien gij wilt
dat ik spreke!...
vroeg hij haai’ op den zoe’tsten toon, dien Klaas nam plaats naast Lena; op zijn
gelaat, was nog zooveel gramschap lees
baar, dat hij elke andere dan de zuster
vrees zou aangejaagd hebben.
Hij giste dat iemand een aanslag op
Waarom lijden aan
HOOFDPIJN
MIGRAINE
TANDPIJN
GRIEP
Rheumatiek
ZENUWKOORTSEN
Pijn der
MAANDSTONDEN
als de
Wonderbare BRUINE POEDERS
van
der Apotheek DE POORTERS
Sint-Nikiaas-Waas
U cogenblikkelijk, zonder schadelijke
gevolgen van deze pijnen zullen be
vrijden.
De doos van S poeders 4 fr,
De driedubbele doos van
poeders 10,00 fr.
Te verkrijgen in alle
goede Apotheken of
vrachtvrij tegen
postman daat.
Gebruik ze eens, U
zult nooit geen an
dere meer gebruiken.
Eens had vader een gevangen
Die zoo groot was als een schoen
Als hij ’t daags nadien vertelde
Was hij al een meter toen!
En ’s anderdaags had Pietje ’n blauw
oog als hij naar schooi kwam... Pietje
had zelfde vraag gesteld aan z’n vader,
maar hij had wat meegekregen.
Toen waren we allen jongens onder
een... en we lachten om Pietjes blauw
oog, maar nu, nu ’t verstand met de ja-
ren gekomen is... wie had er gelijk? Pietje
of z’n vader... en had Pietje dan werke
lijk zóó den aap gehouden met zijn va
der?...
MET SPEK
Neem 125 gram spek, snij he.t in
kleine vierkantjes en laat ze opkomen,
voeg er 500 grammen wortelen bij, en
peper, zout, kruiderij en een glas water
erbij doen en gedurende 30 tot 40 minu
ten laten koken.
Het kan niet loopen of niet spreken,
Al heeft het vel en vleesch en bloed.
Als men den kop er af moest breken,
Dan ziet het niet, waarin 't zijn tanden
[zetten moet,
wat in orde, slaat de vuiligheid er even
af, draait eens duchtig aan zijn knevel
en... voorwaarts.
Wanneer hij daar aankomt, hoort hij
juist een geweldig gelach opstijgen. Wat
is me dat? Zitten die nu plezier te ma
ken, terwijl hun veldwachter zooveel
angst moet uitstaan? Wacht eens.
Knuppels is verontwaardigd en komt
uiterst streng het cirkus binnengestapt.
Niemand bemerkt hem, want allen zijn
nu bezig met clown August. Die onnooze-
laar ligt plat op zijn buik in ’t zand, met
een groote flesch onder zijn neus. Hij
reept: «Pijp, kom er uit, kom er uit!»
en daar komt waarachtig een pijp uit de
flesch gekropen. Ga er in, ga er in, ga
er in! schreeuwt August en de pijp keert
haastig terug naar den bodem van de
flesch.
Het vclk lacht zich kreupel, maar de
champetter lacht niet. Hij bromt eens
als een kwade reus en stapt dwaas op
den clown af. Plots verstomt het gelach
en de menschen kijken hun veldwachter
aan, verbaasd en nieuwsgierig. Hij blijft
staan, draait zich langzaam naar alle
zijden en zegt plechtig: «De tijger is nog
niet dood en sluipt rond in ons dorp. Ik
heb hem dikwijls hooren brullen, maar
ik kon hem niet zien; ’t is nu te donker.
Morgen zal ik hem doodschieten.
Zulk een akelig nieuws brengt de men
schen, die daar juist zoo deugdelijk aan
’t lachen waren, met een slag aan ’t
jammeren. Knuppels zegeviert. Hij staat
daar in de arena, groot als een held en
luistert onverschillig naar het geklaag
van het volk. (’t Vervolgt).
ALS WORTELFLAN
Wortelen krabben, in stukken snijden
en gedurende een half uur laten koken,
het water afgieten en de wortelen in
warme melk zetten. Laten voortkoken en
ze dan door de teems gieten.
Daar een lepel van net kooksap, een
lepel bloem en suiker bijdoen, er de eene
na de andere nog drie eierdooiers en de
drie tot sneeuw geklopte eiwitten bijdoen,
en alles in een geboterde schotel gieten.
Gedurende twintig minuten in een zeer
warmen oven laten koken. Het is een
uitstekend tusschengerecht.
geven, en hij gaf Zander een poederken
om in te nemen.
Maar twee dagen later kwam Zander
terug.
Ik kan nog niet slapen, zei Zander.
Jongen, da’s een teeken dat uw ze
nuwen U niet met rust laten.
De zenuwen, zei Zander, dat weet
ik niet, ...maar de vlooien en de wand
luizen, dat weet ik zeker.
ALDUS gTAAFT Zander de bewering
die Knulleken geuit heeft in een gedicht
je opgedragen aan
DE VLOOI.
De vlooi is een bloeddorstig dier
Zij drinkt bloed, als een brouwer bier;
En is z’aan ons bloed dikgezopen
Dan komt z’in onzen broek gekropen
Waar ze dan blijft slapen.
Bij honden, katten en apen
Kruipt de vloo, onvervaard
In ’t topken van hunnen staart.
Bij Tante Sofie ben ik onlangs op bezoek
En als ik daar kwam vandaan [gegaan
Zat ik.wel met twintig vlooien op m’n lijf.
Ons tant Sofie, speelt uit tijdverdrijf
Nogal veel met een ouwe kat
En alzoo... heb ik die vlooien gehad.
Toen de wereld met den zondvloed is ver-
Heeft Noë zeker slecht gedaan [gaan
De vlooien meê te nemen in de Ark
Dat moeten wij nu bekoopen,
Anders was de leste vloo... verzopen!
EN TERWIJL dat we nu juust van
Noë’s ark en den zondvloed bezig zijn,
komt me een historieken te binnen van
toen ik nog op school ging.
Van de zondvloed sprak de Meester
En hij legde netjes uit
Hoe eens Noë d’Ark moest bouwen
Als een groote, lange schuit.
Trage gaan
En verre zien
Is het werk
Van wijze lien.
Vrijdag 2 Mei: SS. Anasthasius. Patienta.
Jeremias. Zoë. Gaubert. Richildis.
Distelen, doornen steken zeer,
Kwade tongen nog veel meer.
Zaterdag 3 Mei, H. Kruisvinding:
Markus. Ansfrid van Leuven. Walter.
Alfred.
Het
Dat
Met
illllillllllllM
Zoodra eenmaal twijfel in haar gemoed
was geslopen, nam zij het vaste besluit
de handelingen van haar broeder te door
gronden.
Menigmaal had zij reeds ’s nachts haar
bed verlaten, cn voortaan liet zij geen
nacht voorbijgaan, zonder zachtjes in het
slaapvertrek van Klaas te sluipen. Daar
hield zij haar adem op, boog over het bed
en bleef zoolang luisteren, totdat zij zich
van zijne tegenwoordigheid overtuigd had.
Vond zij het bed ledig, dan bracht zij den
nacht biddend en weenend door.
Zegde zij des morgens: broeder, ik heb
u tegen den morgen hooren binnenkomen
Dan was telkens het antwoord: Lena, gij
hebt u bedrogen! Of Lena ik ben opge
staan om buiten te gaan zién, wat weder
het was.
Het goede meisje leed des te meer, daar
zij aan niemand durfde klagen noch om
raad vragen, nu zij den broeder op hee-
terdaad van leugen betrapte.
Zoo verliepen weken, maanden, vol
kommer voor dq zuster, tot den dag voor
Drie Koningen, wanneer Klaas, toen het
reeds duister was, zegde, dat hij moest
uitgaan en zij op hem niet behoefde te
wachten, daar hij den sleutel der voor
deur zou medenomen, ©ogenblikkelijk
nam zij het besluit, de waarheid te door-
rond en. Nauwelijks was Klaas buiten de
dcu’^ of Lena bond een doek over haar
hoofd; wierp een rok over hare schouders,
sloop langs de achterdeur buiten, richtte
hare stappen op die des broeders, hem
altoos achtervolgende op zekeren afstand.
Hare schoenen trok zij uit. om op den be-
vrozen grond geen gerucht te veroorza
ken. Stond Klaas stil, dan deed zij het-
bert II.. Verkindt A., Decuyper Agncs.
lier! H., Verkindt A.. Decuyper Agnes.
Uil IVrsiouter: Senechai Andrc, Dccrock Alberic.
Uil Zuidschote: Glorie M.-Louise.
Bij de nummertrekking 1
nummers 20, 166 en 153 uit. Winnen cl®;
IN EER HERSTELD door A. Hans
GERY DEVOS,
Visscherijmolen, Reningelst.
HET GEHEIMZINNIG KASTEEL» door
LENS LOUIS, [A. Hans
Hondstraat 7, Poperinge.
IN EER HERSTELD door A. Hans
JULIEN TECHEL,
Komstraat, Poperinge.
Hartelijk Proficiat.
Raadsel 13.
Entenrentenkrenten.
Raadsel 14.
Daar het gansche stuk hesp en 10 eieren
evenveel kosten als de helft van 't stuk
en 25 eieren, weten we dat de helft vaii
't stuk de waarde heeft van 15 eieren en
dat ’t gansche stuk dus 30 eieren waard
is. Daar 50 eieren en 't stuk hesp 40 fr,
kosten, kosten dus (50 30 eieren)
80 eieren evenveel. De eieren kosten dus
40 80 0,50 fr. ’t stuk en ’t stuk hesp
0,50 X 30 15 fr.
Raadsel 15.
De eerste dame danste met 7 hoeren
en de tweede met 8, de 3' met 9, enz...
Het verschil blijft dus altijd 6. Dus zal
de laatste dame met 6 heeren gedanst
hebben buiten het aantal vrouwelijke
dansers. Er zijn dus 18 dames; 24 heeren;
samen 42 personen.
Raadsel 16.
kan niet loopen of niet spreken,
8.
Een dikke vinger komt in leven en
drukt tegen den haan van het pistool.
Pang!!! Een nijdige vlam uit den vuur
mond een hevige slag van het schot
een klagend gehuil van een gekwetst
dier. De jager verroert nog geen vin,
doch zit gereed om voor de tweede maal
te vuren. Als de rock is weggedreven,
ziet hij dat de schim neerligt op den
grond. Het dier kenjit hartverscheurend.
Knuppels springt' cp van vreugde. Hij
heeft den tijger geveld en kan misschien
het lijk meeslepen naar het cirkus. Wat
zullen de menschen opkijken! En wat
zullen ze hem bewonderen.
Voorzichtig komt hij uit zijn schuil
plaats, het pistool nog steeds gericht op
den gekwetsten tijger. Wat klaagt hij
toch vreeselijk; de kogel moet wel een
erge plaats hebben getroffen. Wij zullen
te doon“ stillen. Èn Knuppels lost ‘eën
tweede schot in de richting van de schim.
Het gekerm valt stil. Het beest heeft den
doodsreutel in de keel, rochelt nog wat
en sterft.
Wanneer het reeds lang dood is, durft
de gelukkige jager er eindelijk bijkomen.
Nu zal hij zijn tijger oprapen, hem op
den rug tillen en naar het cirkus dragen.
Doch hij valt bijna omver van ’t ver
schieten, wanneer hij het doode dier
Donderdag 1 Mei: SS. Phillipus. Jacobus. daar z^'s^ IWsem Want dat is geen tijger.
-- O! neen, het is heelemaal geen tijger,
die daar neergeschoten ligt. Het is een
hond, een vervloekte smerige straathond.
Knuppels schopt op het beest en is kwaad
als een duivel. Hij richt zich op en kijkt
woest in ’t rond. Waar is de tijger, de
echte tijger? Dat hij nu eens kome, de
laffe bangerik.
Maar de echte komt niet en ondertus-
schen zit onze moedige champetter daar
toch met zijn dooden hond. Wat moet
hij nu met dat lijk aanvangen. Het zoo
maar op de straat laten liggen mag hij
niet doen, want dan zouden de menschen
het wel spoedig te weet komen en lachen
als gekken.
Na lang zoeken en peinzen had Knup
pels toch eindelijk een goed middel ge
vonden om den hond kwijt te spelen. Hij
sleepte hem tot bij het riool, nam den
rooster weg en gooide het dier .naar be
neden. Dan nam hij zijn sabel, ging plat
op den grond liggen en trachtte het lijk
nog wat op zij te duwen. Het was een
moeilijk werk, maar ten slotte lukte het
toch.
Zie zoo, men kan hem nu niet meer
zien en geen haantje zal er nog over
kraaien. Knuppels mag gerust terug-
keeren naar het cirkus. Daarbij, het
wordt hoog tijd. Hij schikt zijn kleederen
IBBBBaaBBBBBBBBBBBaBBBBBBBBB
Neen, Lena is niet dood, zij is slechts
in onmacht gevallen...
Er was geen vuur in huis om de zuster
te verwarmen en hij durfde zich den tijd
niet veroorloven om den kachel te ont
steken. In dezen hopeloozen toestand,
neemt hij de zuster in zijne armen, drukt
haar tegen zijnen gloeienden boezem, be
gint te dansen, springen, het huis op en
af te loopen, ten einde de noodige warmte
in het versteven lichaam te doen weder -
keeren. Meer dan een urn’ was hij aldus
bezig, toen Lena eensklaps de oogen open
de, de armen uitstrekte en teeken van
leven gaf.
De blijdschap van Klaas, bij dit ver
toon, is onzeggelijk; die vreugde ontrukte
hem een gil, welke soms door een zinne-
looze wordt uitgestooten, als hem iets ge
weldigs schokt. In zijne verrukking riep
de goddelooze Bokkenrijder uit:
Mijn God, wees gedankt!
Hij legde zijne zuster andermaal te
bedde; terwijl zij eenige rust genoot, ont
stak de kachel, maakte de thee gereed en
bleef dan door een spleet der slaapkamer
opletten, totdat het meisje wakker zou
zijn, want een weldadige slaap was al
aanstonds op deze spanning gevolgd... Zoo
stond hij tot omstreeks elf uren; toen Le
na ontwaakte riep hij haar toe, of hij
iets mocht aan haar bed brengen; doch
de zuster geloofde, dat zij geen minuut
mocht uitstellen, het genomen besluit ten
Uitvoer te brengen... Zij stond op en nam
het ontbijt zonder spreken.
Wie de zorgvuldigheid van Klaas jegens
de zuster had gadegeslagen, moest ge
neigd zijn te peinzen, dat er in dezen
mensch twee naturen tegen elkander
kampten: eene menschélijke tegen een
dierlijke natuur
Na het lichte ontbijt, scheen Lena ge
heel hersteld en de blijdschap van Klaas
ging schier buiten alle palen. Eindelijk
ZONDAG 27 APRIL 1941
(Tweede Zondag na Paschen)
Op het Verrijzenisfeest deed de H. Kerk
ons zingen tot den verrezen Christus als
Paaschlam, dit woord van den H. Paulus:
Christus, onze Paschen, is geslacht
offerd En zij voegde er deze heerlijke,
triomfantelijke Sequentia bijKomt,
Christenen, lofliederen opdragen aan het
Paasch-Slachtlam, dat Lam dat de scha
pen heeft vrijgekocht: Christus, de zon-
delooze, heeft de zondaars met zijn Va
der verzoend. Dood en Leven vochten een
ontzettenden strijd: de Maker des Le
vens was gestorven: zie, thans leeft Hij
en heerscht hij.
Op dezen Zondag gaat de Kerk voort
met den triomf van onzen Verlosser te
vieren. En bijzonder toont zij ons hoe
eindeloos vruchtbaar zijn slachtoffering
was. Door de vernederingen zelf van
zijn Zoon, heeft’ God de wereld opgehe
ven uit den afgrond waarin de zonde
hem geworpen had» (Collecte) en «door
zijne wonden zelf zijn wij gezond ge
worden» (Epistel).
Zijne verloste schapen, dat zijn wij,
zegt ons de H. Liturgie van dezen Zon
dag, Zondag van den goeden Herder ge
naamd. Want in den Epistel zegt ons
de H. Petrus: Als verdoolde schapen
waart gij, maar thans hebt gij u bekeerd
tot den Herder uwer zielen
In het Evangelie volgens den H. Joan
nes schenkt Jezus ons als zijn eigen por
tret, door Hem zelf gemaakt: Ik ben
de Goede Herder en Ik ken mijne scha
pen en mijne schapen kennen Mij. Huur
lingen trekken zich niets aan van de
schapen. Maar Ik ben de Goede Herder
en Ik geef mijn leven voor mijne scha
pen. Hij heeft immers al zijn bloed
vergoten om ons uit de klauwen te ruk
ken van den duivel, den helschen wolf.
Eindelooze, vurigste dankbaarheid aan
onzen Goeden Herder!
Zondag 27 April: Tweede Zondag na Pa-
Vóór zijn vertrek uit Lourdes stuurde
Maarschalk Pétain volgend telegram aan
Pius XII:
Van uit het heiligdom Lourdes is mij
dc herinnering aan liet bezoek, dat Uwe
Heiligheid hier als Pauseiijk Legaat ter
gelegenheid van de plechtigheden in 193;
bracht, ten zeerste aangenaam. De Ka
tholieken van alle naties der wereld hei
ben toen reeds voor den vrede gebeden. I
Het is in deze stemming, dat thans mijn
gedachten heel natuurlijk naar Uwe Hei
ligheid gaan en ik bid U de uitdrukking
van mijn diepsten eerbied te willen aan
vaarden.
De Maarschalk heeft Zondag Lourdes
verlaten te 18 uur cn is naar Vichy te
ruggekeerd. waar hij Maandagmorgen te
9 uur aankwam.
Sommige personen die over voldoende
geiten- of schapenmelk beschikken, ge
bruiken deze om er boter van te maken.
Ziehier in ’t kort wat men daarvoor moet
doen.
1) Het ontroomen van de melk. De
melk wordt weggezet gedurende 12 of
24 uren in lage potten, die afgekoeld
worden doordat ze in aanraking komen
met koud water op een temperatuur van
10 graden, teneinde de ontwikkeling der
mikroben te voorkomen en het stijgen der
vetdeeltjes te vergemakkelijken. De room
trekt samen aan de oppervlakte en men
neemt hem weg met een breeden platten
lepel. Aldus bekomt men 65 tot 80 t. h.
van de vetstof dei- melk.
2) De rijping van de room. De room
die men door de eerste verrichting be
komen heeft, moet men op een tempera
tuur brengen van 15 graden, door het
plaatsen van den pot die de room bevat
m koud of warm water. Op deze tempe
ratuur moet men de room- dan gedurende
43 uren laten rusten en gisten, doch men
moet er voor zorgen dat men hem ver
scheidene malen per dag roert opdat de
gisting regelmatig zou geschieden.
3) Het karnen. Dit geschiedt bij
middel van een karnvat. Er bestaan er
zeer kleine ten gerieve van het huiselijk
gebruik. Men kan, eveneens kamen met
de hand door lang en regelmatig te
draaien. De normale duurtijd van het
karnen in een klein machientje is van
35 tot 45 minuten. Wanneer bij ’t einde
van de verrichting de boter zich lang
zaam begint te vermen, moet men er een
weinig frisch water bijvoegen, daarna nog
een weinig karnen. De boterklontjes zul
len aan de oppervlakte blijven.
4) Het uitmelken en de weekmaking
van de boter. Men moet de boter ont
doen van het vocht waarin zij zwemt: de
botermelk. Wanneer men de botermelk
uit ’t karnvat genomen heeft, moet men
in de plaats ervan zeer frisch water doen.
Dit moet men 4 tot 5 maal herbeginnen
tot de boter zeer helder uit het karnvat
komt. De boter, na enkele laatste karn-
toeren, krijgt dan den vorm van een klein
propje.
De- weekmaking. die de laatste verrich
ting is, geschiedt hij middel van een hou
ten lepel op dewelke men de boter plaatst.
Vervolgens bewerkt men ze met een ge
ribde rol. Men draait de boter om en men
herwerkt haar aan den anderen kant om
ze van de laatste onzuiverheden te ont
doen. Men wascht haar tot het vocht dat
er uit vloeit helder wordt.
RAUW
De rauwe wortelen zijn vol vitaminen.
■Onder meer vitaminen en voor-vitaminen
A. en C. De buitenkant is de rijkste aan
vitaminen. Men moet er dus zorg voor
dragen vooral dat deel te eten.
Het is wegens het princiep van hun
groot gehalte aan vitaminen dat de kin
deren in onze scholen dagelijks een stuk
van 39 tot 40 grammen eten.
A LA MAITRE D’HOTEL
De wortelen afkrabben, wasschen
afdrogen. Ze gedurende een half uur in
gezouten water laten zieden. Ze vervol
gens in schijfjes snijden. Ze laten aflek
ken en vervolgens in een braadpan met
boter of margarine zetten. Ze twee of
drie maal licht laten opbraden, zout en
Och ja, wat wilt ge daaraan doen
’t is ’t weêre van ’t seizoen
en in min dan 6 minuten tijd
toont ’t weer z’n wisselvalligheid.
Twee minuutjes zomer komen,
zonnestralen, warm en fel
doen U mooi naar buiten komen,
en ze prikken U in ’t vel.
Verder, nog geen honderd ellen
of daar komt een windbui aan
die verwaait de krullebellen
en haar hoedje scheef doet staan.
’t Zonneke wordt rap gedoken
wat! och God! gebeurt er nu:
dikke druppels loopen
af van ’s meisjes paraplu!
En gelijk of dat de menschen al van
’t weêre spreken... van den os op den ezel
rollen... zoo ben ik weer weggeraakt in
m’n epistelke van dees week en zijn we
aan den PARAPLU gekomen. Over den
paraplu zelf gaat het niet zoozeer als wel
over DE PARAPLU-TAAL. Ja, beste
vriendinnekes en vrienden, ge moet me
zoo niet ondervragend aanzien... Net of
er een Bloementaal bestaat, bestaat er
een Paraplutaal, en ziehier hoe die taal
ineenzit:
1. - Als ge uwen paraplu in ’n bak zet,
wil dat zeggen dat hij verlangt van
eigenaar te veranderen»...
2. - Als ne man hem boven een vrouw
draagt, zoodat de man de druppels op
hem krijgt, dan beteekent dat: «vrijagie»!
3. - Als ’n man- de paraplu draagt,en
de vrouw de druppels: das dan een ge
trouwd koppel.
4. - De paraplu rechtuit onder den arm
dragen beteekent dat ge iemands oogen
wilt uitsteken.
5. - Een katoenen paraplu in den bak
zetten en een zijden eruit nemen is geen
dieverij, maar wel ruilhandel.
6. - Een paraplu uitleenen beteekent dat
ge er nog hebt en dat ge zot zijt!
7. - Een geleenden paraplu terug bren
gen is ten eerste onnoozel en ten tweede,
’t wordt nooit gedaan.
8. - Een paraplu aan een vriend presen
te; ren en zeggen dat ge liever hebt dat
hij hem meeneemt als niet, wil zeggen
dat ge liegt.
9. - Een vriend bij U onder den para
plu roepen, beteekent dat ge alle twee
gaat nat worden.
...En nu dat de paraplu’s zooveel geld
kosten... hebben er zeker al van onze le
zers beklaagd die Paraplu-taal niet vroe
ger aangeleerd te hebben.
TREES KARMEL HAD T OOK BE
KLAAGD dat ze dan gardevil ’n draai
om z’n ooren gegeven had... en daarvoor
werd ze door het tribunaal van simpel
polies tot 100 fr. boete veroordeeld.
Dat kan ekik nis betalen, zei Treeze.
Ge zijt toch getrouwd? vroeg de sjuge.
Ja, zei Trees.
Wat waart ge voor uw huwelijk? her
vatte de juge.
Jonge dochter, meneere.
Da’s te hopen, maar wat verdient nu
uw man?
Niks!
Wat doet hij?
Ziek zijn!
Ja, maai’ als hij gezond is?
Dan hee ’t em geen werk.
Maar vrouwken, ge begrijpt me niet,
wat is zijn stiel?
Hij zoekt werk?...
En gij dan, wat dóódde gij?
Ik wacht tot hij er vindt.
Maar hoe leeft ge dan?
Gelijk we kunnen.
Jamaar, van wat?..
Van ’t een en ’t ander, meneere.
Daar zult ge niet vet van worden...
en hebt ge dan geen kinderen?...
Ja.
Hoeveel?
Zes.
Wat doen die?
Ze zijn dood...
...En de sjuge kreeg het op de zenuwen
en deed Trees Karmel buitengooien.
GOOIEN RIJMT MET VLOOIEN en
Zander was naar den doktoor gegaan om
een remedie want:
Mijnheer den dokteur, zei Zander,
ik kan tegenwoordig ’s nachts niet slapen
in mijn bed.
Hawel, zei de dokter, ik zal u wat
GBBBBSBaagisaxsas&BsaraaBBammisasBEBBaaaQasaaBasagBBiBiaiasmsE!
SE
Wat taal voert gij, Lena, viel Klaas
in met verbazing, ik bekommer mij om
uw lot en gij schijnt juist dien oogenblit
te kiezen om mij met smaadwoorden te
beladen.
Smaadwoorden, herhaalde het meisje
met een bitteren glimlach, o, gij noemt
het smaadwoorden, als ik u de waarheid
spreek! O, Gode zij dank, er blijft nog
hoop over op beternis; want uw veinzen
bewijst mij, dat gij den doolweg kent,
welken gij bewandelt! Gij hebt de
schaamte nog niet geheel van u gewor
pen...
Wat raaskalt gij van schaamte, viel
de broeder andermaal in, wat wilt gij
En nu, beste lien
Zijn w’opnieuw teweeg
Ons afscheidsgroeten aan te bien
Want... dsn inktpot, die is leeg.
’t Manneken uit de Maan.
(Nadruk, zelfs gedeeltelijk, is verboden).
IBBBBSBBBBBSBBBBBBBBElBiagBBBV
ken, dat zij haren beschermenden arm
zou uitsteken over haar broeder.
Lena, veraf van buitengewone lichaams
krachten te bezitten, was zeer zwak; zoo
lang de krampachtige ijver duurde, had
zij gesn vermoeienissen, geen kalmte te
ruggeschonken, of hare krachten bezwe
ken onder den last. Haar hoofd zonk
langzaam op hare borst; een duistere
wolk kwam voor hare oogen, hare knieën
bsefden; dan volgde een dof geplof, als
de val van een lichaam! Lena lag bewus
teloos op den blooten grond. Haar lampje
bleef zijn dubbelzinnig licht door het
nauwe vertrek werpen en een tafereel be
schijnen, waarop de Moeder van genade
met een welgevallen moest nserblikken;
want een vleklooze maagd lag in het stof
der aarde, om de bekeering af te smeeken
van haren broeder, om voor God eene
ziel te winnen.
Wanneer Klaas, omstreeks half acht
uren ’s morgens binnen de woning kwam
en de zuster niet als naar gewoonte te been
vond, ging hij rechtstreeks naar Lena’s
kamer, opende de deur met de grootste
omzichtigheid, ten einde, sliep zij, haren
slaap niet te storen. De flauwe scheme
ring der lamp laat de kamer in eene halve
duisternis; zijne oogen vallen eerst op
het bed, hij wil naderen, stoot zijn voet
tegen een voorwerp... En wat ziet hij?...
Zijn teerbeminde zuster ligt op den
grond. Hij vat haar op in zijne armen en
bespeurt geen levensteeken meer in haar...
Hij legt haar te bed en overtuigt zich
dan, dat hetzelve onaangeroerd is geble
ven. Hij onderzoekt de handen, het aan
gezicht, den pols der zuster... doch geen
warmte, geen beweging, geen teiken van
leven.
Onbeschrijflijk is de droefheid, de wan
hoop mogen wij zeggen, van den alleszins
ruwen Klaas.
Doch de jonge Bokkenrijder was niet
alleen een liefderijke broeder, maar ook
tevens een man, die met een ijzeren wil
begaafd werd. Hij kon zich niet inbeelden
dat Lena dood was; dus zegde hij tot zich
zelven?
Te Halle, aan de sluisdeuren van het
kanaal van Charleroi, werden de lijken
opgevischt. van een 19-jarig meisje cn
een 20-jarigen jongeling. Men vermoedt
dat beiden in het kanaal zijn terechtge
komen bij een avondwandeling, in het
kanaal misleid door de duisternis.
Te Wilmarsdonk werden twee
beiders door een trein aangereden
zwaar gewond.
IBBBBBBBBBBBBBBBBBBfiBBBBBiaB^
de eer of op den persoon van Lena ge
waagd had.
Zij begon met kalmte:
Broeder, over een oogenblik, zegdet
gij, aan mij en aan de geheele wereld te
willen bewijzen, dat gij uwe zuster weet
te beschermen, tegen wien het ook zij...
Wie is beter overtuigd dan ik, dat u noch
de wil, noch de moed ontbreken om, in
gewone gevallen als een man te handelen.
Desniettegenstaande durf ik u zeggen:
broeder, er is een man, die door zijne
snoode daden mij weldra in het graf zal
rukken, en gij zult uwe eenige zuster, het
kind uwer moeder, zien ten grave dalen;
gij kunt zulks beletten indien de moed u
daartoe niet ontbreekt!... Ik zal uw moed
uit uwe daden opmaken! Wat zult gij
doen met degene, die mijne dood bespoe
digt? Bepeins uw antwoord wel voegde
zij er bij tóen zij de krampachtige ra
zernij van Klaas meer en meer zag toe
nemen.
Luister, zuster, riep de ruwe Klaas
schuimbekkend uit, zeg mij, wie u zulk
een denkbeeld van uw broeder heeft doen
opvatten! Dien bloodaard wil ik kennen;
bij zijne haren, sleur ik hem voor uwe
voeten; ik ruk hem de tong uit den mond
en verbrijzel zijn hoofd onder mijn hiel!...
Doch, Lena, om Godswil, rap ter zake;
zeg nu spoedig, wie u het minste leed be
rokkend heeft, en wie hij zijn moge, die
de zuster van Klaas, die het kind mijns
vaders beleedigde, zal door mij, als een
venijnigdier, verpletterd worden!
Broeder, zuchtte het meisje, gij ver
geet, dat wie den booze wil bannen, zelf
behoort zuiver te zijn. En zoudt gij dur
ven beweren, dat gij u niets te verwijten
hebt? Zoudt gij dat durven staande hou
den onder de oogen uwer zuster welke gij
onschuldig noemt? Broeder! de onschuld
moet een schoone deugd zijn, daar zij
zelfs de oogen van den goddelooze boeit!
Zeg eens, huivert gij niet, als het woord
onschuldig op uwe lippen komt? Vreest
gij niet dat uwe tong stijf worde, als gij
dit woord uitspreekt?... Broeder lief, Godl
is geduldig en langmoedig, anderszins...1
Raadsel 17.
Ik heb 5 dochters en ieder heeft een
broer. Hoevcet kinderen heb ik?
Raadsel 18.
Karei en Louis vertrokken per fiets van
Veurne naar Poperinge, 30 km ver dus,
om een feestje bij te wonen te Poperinge.
Maar na 6 km. gereden te hebben, valt
Louis en breekt hij zijn wiel. Toch willen
ze samem te Poperinge aankomen, zonder
de wet op het wielrijden te overschrijden,
Daartoe kunnen ze: 't zij de baan afleg,
gen te voet, ’t zij om de beurt de fiets
van Karei benuttigen. Te voet doen
6 km. ner uur, per fiets 12 km. Als Karei
en Louis nu goeie plautrekkers zijn, wat
zullen ze doen om samen en in den kortst
mogelijken tijd te poperinge aan te ko
men.
Hoeveel uren zullen ze dan nog noodig
hebben van de plaats der lamp tot aan
Poperinge?
N. B. Voor raadsel 18 moet uitlsg
bijgegeven worden hoe ze 't aan boors
leggen!
Boeken dezer week zijn.
lïet Graf aan de Zee» door A. Hans,
Dokter Marcus door R.-A. ^meders.
De Betooveriie Steenputdoor Jac.
I Ballings.
HaBQBBESBBBB'ziBQBBflaaBBBBBBBBI198ESBaBBBBBBB3SBBOaaOBE!3iSHï
In totaal kwamen ons 193 antwoorden
binnen; daarvan zijn er 167 goeie en
26 slechte. De raadsels waren gemak
kelijker dan verleden week.
Er zijn enkele Lezers die vragen of de
antwoorden mogen opgestuurd worden
op open briefkaarten en of er meer dan
óen oplossing mag in zelfden briefomslag
gestoken worden.
Natuurlijk. Ons doel is niet het Post-
beheer met onzen Raadselprijskamp te
verrijken, maar wel al onze Lezers ont
spanning te bezorgen... en dit voor hen
zoo goedkoop mogelijk.
Goede oplossingen dezer week kre
gen we van:
Uit Abeele: Huyghe Jacqueline, Vierstraete Madeleine.
Uit Arsele: Turf Yvonne.
Uit Alveringem: Van de Candelaere Andrea.
Uit Boeziftge: Gruwier Marcel, Storme Antoon, De-
foor Laura, Petillion Jozef.
Uit Beveren-OudenaardeVersmessen Marcel.
Uit Beveren-IJzer: Wullen Jozef.
Uit Bikschotc: Durnez Eric.
Uit Brussel: Dewippe Hugo.
Uit Dikkcbusch: Deschaffer Gerard.
Uit Diksmuidc: Nevejan Achille.
Uit EfigcwaartskapelleLava Frans.
Uit Gent: Goethals Fernande.
Uit Gullegetn: Vandenberghe A.
Uit Hoogstadc: Ryon André, Docroos M., Rooryck W.
Uit Hoiitcm-Veume: Delhaye Maurice.
Uit Hollebeke: Vandenbussche Gaston.
Uit Haringe: Boone René.
Uit leper: De Keerle Monique, Balduck Maria. Ver-
mote G., Devos Roger, Truwant Maurice, Buyse
Daniel.
Uit St-Jan-ter-Biezen: Brutsaert Maur., Deprez Gast.
Uit Kancgem: Lambrecht Antoon.
Uit Kcmmel: Verbieze M.-Louise, Gillebert Ph.. Hon
ey Albert, D’huyser Godelieve, Croquey Gerard.
Clays Marg., Deconinck Michel, Struye Omer, Ant.
Naelde, Myle Benoit en Anna, Mevr. Debruyne en
André, Hoessen Julien.
Uit Kortrijk: Vandenbroucke Maria.
Uit Langetnark: Sys Adelson.
Uit Loo: Smaeghe Joris, Francois Henri, Cornette A.
Uit Lciscle: Cossey Alb., Dekerf Julien, Allaeys Al
bert, Vcrdru Robert.
Uit Merkcm: Vannobel R., Wallyn Maurits, Dcccodt
Godelieve.
Uit Meesen: Tittillion Simone, Boutlegier Jerome.
Uit Meencn: De Witte Jeanne, Dcmeester Valere*
Uit Moeskroe.n: Lowagie Andreas.
Uit Nieuv.'poort: Braet P., De Coene G., Van de
Wall© R., Mortier Julien.
Uit Nieuw kerke: Logghe Pierre, Dobbelaere Georges.
Uit Oostvlctcrcn: Sedyn Joel.
Uit Poperinge: Vandecasteele Frans. Debaene Mar
cel, Debyser Regina en Felix,De Byser Paula,
Clcenewerck Julien, Pitteliocn Frans, Verpoot Lu-
cienne. Mcr’fvede Jeanne. Caveel Leon, Quaghe-
beur Roger, Allaeys Cecile, Vandecasteele Omer.
Laleeuw André. Lens Lou’s. Alleman Nestor, Baelde
Nestor, Dehouck D., Donche Madeleine. Huyghe
Roger en Raphael, Dübeke Albert, Vanthourncudt
O., Boudry Michel. Techel Julien, Leeuwerck Mar
cel. Benoot Marnix, Vansevenant Adrien, Cleene-
werck Paul. Lowagie Henri. Devos Esther, Andries
Albert, Pattyn Achiel, Denys Gabriel, Decrock
Camiel, Dcgryse S., Vercruysse Esther. Deroo Ce
cile, Deraedt Roger, Deconinck Edmond, Dallequin
Hilaire.
Uit Pollinkkove: Kempe R., Wallyn Arthur, Van-
peperstraete André.
Uit Pit tent: Staelens Jules.
Uit Pcroijze: Laplaese Gerard.
I 'it Proven: Legrand Paul en Lucien, Berquin Jacq.
Uit Reningc: Sticker André.
Uit Roesbrugge.: Verhaeghe Jacques, Depouvere Ca
miel, Top Frans.
Uit Reningelst: Eecloo Marguerite, Camerlynck Emiel,
Devos Gery.
Uit Stavele: Props Roger.
Uit Staden: Van Aelst Gerard.
Uit Steenkerke: Cuvelier Madeleine. Matten Gerard.
Uit Tielt: Van de Vyvere Geo, Lietaert D., Galan-
dc Rudolf.
Uit Veurne: Puis Omer, Marvillie Maria, Vander-
haeghe Jan, Jansseune G.
Uit Vlamcrtinge: Vcys J.-J., Molderez R.. Debrycke
André, Delva Roger, Henncbel Marcel, Buscyne H.
Uit Wcstvleteren: Alleweereldt Cyriel, Huyghe Mi
chel, Huyghe Hector. Doise Anna. Vandewynckel
Pierre, Cappoen A., Cappocn Urbain.
Uit Westnieuwkerke: Constandt Henri, Leys Guido.
Uit Wervik: Vergote G.. Denys Gustaaf.
Uit Watou: Barzeele Alice, Dambre Paul, Top Agnes,
Top André.
Uit Wijtschate: Dochy E., Vanhousse Martha, Lam-
11 April. Te 2 uur, voor den Heer
Ladon, ing.-arch., 27 Hooistraat, Brugge,
watervoorziening in de woningen der
Rijkswachtkazerne te WAASTEN.
DESMET J. en CALLENS A„ Moes-
kroen, 14.409,93; Bonte F., id., 14.796,56;
Priem L., Brugge, 14.835; De Jaegher A.,
leper, 17.547,61L. De Jaegher, idem,
17.748,75 fr.Vandeplas H., Meenen, fr.
18.963,75Auriel, Brussel, 20.426,25.
5 Mei. Te 10 uur, op het Provinciaal
Commissariaat voor ’s Lands Wederop
bouw, 63 Doornikstraat, Kortrijk, bou
wen van tuighuis voor het brandweer
korps te MEULEBEKE. Bestek 46.568,83
fr., borgt. 10%. Stukken ter inzage ten
Gemeentesecretariaat. Inlicht, bij Arch.
A. Crop, Rijselstraat, Meulebeke. Aanget.
inschrijv. 2 Mei.
7 Msi. Te 11 uur, ten Gemeente-
huize te PASSCHENDALE, bouwen van
2 klassen en oefénzaal aan de jongens
school. Bestek 284.851.96 fr., borgt 10%.
'Stukken ter inzage en te koop, prijs 75
frank ten Gemeentehuize. Inlicht, ’s voor-
middags bij Arch. H. Van Moerkerke te
Passchendale.
12 Instede van 1 Mei. Te 11 uur, op
het Provinciaal Commissariaat voor ’s
Lands Wederopbouw, 63 Doornikstraat,
te Kortrijk, oprichten van een pomp
en ontijzeringsinrichting te ST-ANDRÉ
(Oostduinkerke). Stukken ter inzage ter
S. V. Intercommunale Waterleidings-
maatschappij van Veurne-Ambacht te
St-André-Oostduinkerkeprijs 30 fr., op
postch. 1775.17 der Maatschappij.
12 Instede van 1 Mei. Te 11 uur, op
het Provinciaal Cc issariaat voor ’s
Lands Wederopbou 63 Doornikstraat,
te Kortrijk, oprichten van een pomp
en filtergebouw en reinwaterkelder te
St-ANDRÉ (Oostduinkerke), Stukken ter
inzage ter S. V. Intercommunale Water-
leidingsmaatschappij van Veurne-Am
bacht te St-André-Oostduinkerke; prijs
30 fr. op postch. Nr 1775.17 der Maatsch.
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Eerste kwartier 4" Volle maan 11'
vroeg Jef aan Marieken... en daaruit be
sluit ik dat er ’n haarken in de boter
was, of in andere woorden... wat ’t nogal
eens gebeurt, nietwaar beste Lezereskens?
Ge moet weten d’historie van Jef en
Marieken was tenslotte op een vrijage
weergekomen.
Ge zijt mijn allerliefste, zei Jef.
Dito, zei Marieken.
Jef verstond dat woord niet en hij vroeg
’s avonds aan zijn vader wat dit woord
beteekende.
Ha, zei vader, dat wil zeggen: het
zelfde. Per eksempsl, hier zijn twee sa
vooien: dit is een savooi en dat... dito.
Begrepen, zei Jef.
’s Anderendaags waren ze weer op wan
del...
Mijnen engel, zei Marieken.
Savooi, zei Jef.
...En 't was amen en uit!
Ja, ja, voor ’n kleinigheid
Bekomt men dikwerf strijd
En *t geen ik dan nog ’t meest verwijt:
Achteraf.,voelt men er altijd over spijt!
EN TOT SLOT voor deze week volgt
hier nu ons wekelijksch kalenderken.
Zondag 27 April: SS. Hieronyma. Zita.
Maria van Luksemburg. Conrad v. Ut
recht. Fernand.
Vele kleintjes maken een groot
Vele graantjes maken een brood
Vele plankjes maken een kas
Vele druppeltjes maken een glas.
Maandag 23 April: SS. Prudent, Vitalis.
Valeria. H. CÏara-Francisca v. Kortrijk.
Die z’n centjes wil besparen
Most zich van den drank vrijwaren.
Open deur en open mond
Brengt er velen in den grond.
Dinsdag 29 April: SS. Petrus. Libertus. hem nog een pilletje geven cm die pijn
Robertus, abt van Ten Duinen. -1--,"~t -
Wees matig steeds in spijs en drank.
Dan wordt ge zelden krank.
Woensdag 30 April: SS. Catharina
Sensn. Hildegarde. Sophia.
Die schinken en drinken
Naar lust van den mond
Zij dragen veel plagen
Nu de rabarber begint te schieten.
Zoodra de rabarber, die nu nog wat
teertjes ligt te glanzen in de groente
winkels, wat goeakooper wordt, is er een
aardige pudding van te maken. Probeer
hem eens op de volgende manier
1 dl. Limonadestroop (sinaasappel-
smaak en -kleur)3 dl. water, een paar
mooie roode rabarbersteeltjes, 8 blaadjes
(pl. m. 15 gram) gelatine, alleen bij ge
bleken noodzakelijkheid een beetje suiker
of zoetstof.
Breng het water aan de kook, laat
daarin de in stukjes gesneden rabarber-
steel even trekken, doch volstrekt niet
koken. Voeg, als de rabarber zacht is en
niet is stukgekookt, de limonadestroop en
de gewasschen, geweekte gelatine toe.
Roer de vloeistof voorzichtig door, opdat
de rabarber niet kapot gaat. Proef of de
puddingmassa goed van smaak is, maak
ze anders op smaak af met suiker of
zoetstof. Spoel een puddingvorm met
koud water om. Laat de puddingmassa
wat bekoelen, zoodat de stukjes rabarber
niet meer alle drijven, doe ze dan in den
vorm.
Laat de pudding geheel bekoelen en
stort hem door den vorm even in heet
water te houden.
Gsef een dergelijken pudding niet al
leen een voetbad, want dan smelt een
deel van den pudding weg en de rest
blijft toch aan den vorm kleven.
Doop den vorm even tot aan den rand
in goed heet water, zoodat de pudding
heelemaal loslaat.
Geef bij ’n dergelijken zuren pudding
een zoete melksaus; b. v. inqedikte koffie
melk uit blik met wat suiker gezoet en
gearomatiseerd met .wat vanillesuiker of
iets anders, dat er goed bij smaakt. Een
dergelijke saus lijkt op een. roomsaus!
*k Pak m’n pen
en steek z’in d’inkt
terwijk ’k voornemens ben
te kletsen dat ’t klinkt,
maar... Vrienden en Vriendinnen
zooals altijd,
’k weet niet, tot groot spijt...
xnet wat eerst te beginnen.
En gelijk ieder flauwe kommersant dit
klanten in z’n winkel ziet komen en niet
weet wat ertegen gezeid, zal ’k maar rap
beginnen over ’t weêre.
Kort en zeere:
’t weêre
en Is
gewis
niks fameus;
’t laat ons geen keus
en heeft ons bij de neus!
Vlaag na vlage
met af en toe een scheute zon
dan die windenplage
net of ’t anders niet en kon!
ware te wenschen
alle menschen
al hun gebreken
Zich zelf eens bekeken;
Dan zouden zij ’t praten
Van anderen wel laten!