Union Chimique Beige u c B BOKKENRIJDERS u c B I J Si Jcsepï- SAVOYE Ons Vrouwenhoekje Ons K1NDERHOEKJE iOBSS J. SAVOYE Offficieele Bericirtea en Besluiten VOOR ONZE KLEUTERS LITURGISCH KALENDER DE HELDENDADEN VAN KNUPPELS J^^^hoofdagent Veevoederfabrilcant, POPERINGE I EB B VULPENNEN DE VERDUISTERING i MAAN CHEMISCHE VETTEN: Specialiteiten SI LOR Z Speciaal vernis voor Silos. SAN VEX 2 Het beste produkt voor de bestrijding van ONKRUID in het Vlas, Tarwe, Haver, enz. SU LFOXOL I Op basis van sulfer tegen Zwam- ziekten en roode spin. GRAINÉOL Onovertreftendontsmettingsmid del voor zaden. CUPROXOL 50 t. h. Werkdadig koper, het beste produkt om ZWAMZ1EKTEN te bestrij den: Voor Hop, Aardappelen en Boomgaarden. het manneke UIT DE Zwammendoodende ïnsektendoodende Ontsmettende Onkriddverdel^ende Produkten DE ZWARTE MARGARINE. ZEGELS WORDEN DOOR PASZEGELS VERVANGEN INVOERING VAN DE BESLUI- TEN VAN HET KORTWERK VOOR BEPAALDE BEDRIJVEN ■SBiaaBaaBiiSBniEiE3aiaai»UMiu GEWAARBORGD KAASSTREMSEL voor Boomgaarden, Weiden, Tuinen, Vlas, Hop, Aardappelen, Beeten, Tabak, Graangewassen) enz. Te verkrijgen bij «DE POPERINGENAAR». IBBBBBBBaHBBBBflBBBBBSBBBBBB^ VERSCHE SPINAZIE EEN GOEDKOOP VERF- MIDDELTJE WAAR AMMONIAK ZOO AL GOED VOOR IS VERBOD VAN HOUTAANK00P IN- EN UITVOER VAN PAPIER VERBRUIKSVERBOD VAN NIET-IJZERHGUDENDE META LEN IN HET BOUWBEDRIJF MIEREN VERDRIJVEN de cr ’’CTss mengsel van van k_’ L vanaf 20 fn vanaf 50 fr. En ’s morgens vóór de hane kraait Ben ik reeds hard aan ’t werken; De koeien krijgen eerst hun deel Dan komt de beurt aan ’t verken» Madam die ligt nog in heur bed Een uur of drie te ronken. En staat zij op, ’k moet maken dat De koffie is geschonken. De boer is vijftig jaren oud. Zijn wijf is niet veel minder. Ze hebben centen bij de vracht En daarbij slechts twee kinder: Suzanne, z’is in stad getrouwd En Sjarel, wel m’n ziele, Die kwispel, sinds een dag of vier Zit mij steeds op de hielen. WANNE-MIE ’k Ben Wanne-Mie, van ’t Hof de Kroon, ’k Woon daar sinds vele jaren En ’k zal u eens vertellen gaan Hoe ik daar heb gevaren. De boer dat is een goeie vent. Zijn wijf •sen salamander, Die zorgt altoos voor haar alleen En laat niets voor een ander. Roept de koekoek nog lang na St Jan Dure tijd volgt er dan. Valt er op St Barrabas veel nat Dan zwemmen de druiven in ’t vat. Voila, beste Lezers, meer en ken ik er niet en we zullen nu maai- eens ’t woord laten aan onze Zingt de vink in den vroegen morgenstond Vast en zeker zij regen verkondt. Al de talen zijn ze machtig *t Groote wonder was gebeurd. Duizenden die hen aanhoorden Werden kristenen gekeurd. I een weinig, legt ze in giet er kokend water op 5.36 5.35 5.34 5.33 5.33 5.32 5.31 dan? uw Rozen- durven leggen? SILOZUUR Voor inkuiling van GROENVÖE- DERS. MORGEN IS HET SINKSEN-HOOGDAG Viert de Kerk het vrome feest: Op d’Apostels daalde neder ’t Wond’re licht’ van d’Heilige Geest. door ECREVISSE post de stille Vlug zendt ze mij de lochting in Om voor de soep te zorgen. Patatten jassen moet ik dan Den langen ganschen morgen. En als ze schreeuwt is ’t rap... rap... rap. En komt ze toegeschoten, Precies gelijk een duivelin. En trekt ze vieze tooten! De boer dat is een goeie snul, Die noemt mij: Anne-Mieke. Die kan verdragen dat ik bij Het werken zing een liêke. Die nijpt mij soms in mijnen nek En zegt, o! Gij gastinne, Wat zouden wij hier cp ons hof Toch zonder u beginnen. En zie u toch zoo geeme Maar ik, ’k en ben niet dom precies, Gelijk gij dra zult hooren En ’k gaf dien Sjarel daar subiet Twee kletsen op z’n... ooren. Spoken, donker’ onweersbuien, Tot het u te moeilijk gaat ’s Levens wagen voort te kruien, En ’t u bang om *t herte slaat; Zing een heken, fluit een heken, En gelijk het zonnig bleken Zoemend hier of zoemend daar, Krijgt uw hert weer honig klaar. En daarmee, de traditie getrouw, heb Ik weer een zaligen Hoogdag gewenscht aan alle liefste Lezereskens en vrienden Le zers. ’k Heb van op m’n Maantje gezien dat allen verleden week met verstomming gelezen hebben dat Knulleken getrouwd is! Ja! ’k Kan ’t gelooven dat ’t een verras sing was... enfin... Knulleken is nog niet thuis van zijn speelvoiagie en ’k ben al benieuwd om de avonturen te weten die hij te Brussel met zijn Karlien zal beleefd hebben. Deze week zal ik zijn kostbare medehulp moeten missen, maar... ’t leger staat niet voor één man... en we gaan voort en ’k zal me daarom niet min uit den slag kunnen trekken. Met Sinksendag begint de Juni-maand ofte ook nog Zomer-maand geheeten. Nu troonen in ons hovekes De roosjes dag op dag, Als frissche koninginnekes, Met rijke zonnelach; En steken scherpe doornekes Al door de stengels heen, Toch geren bindt het bandeken Een rozentuil bijeen! voor West-Vlaanderen - Depositaris POPERINGE DE POPERINGENAAR van 31-5-41. 8° BL ming, dat zij niet kon nalaten te zeggen tot haar broeder: Herman, de goede herder schijnt ons heden totaal te vergeten!... Hij zal waarschijnlijk elders meer noodig zijn dan hier, was het antwoord. Martha had met een schuinschen oog slag gezien dat de vreemdeling lichtelijk trilde, als zij van de komst van den ouden priester gewaagde. Deze bemerking leverde haar ruime stof tot overweging niet dat zij den vreemdeling voor verdacht hield van het geen hij met ter daad was; maar dacht zij wat redenen mag deze mensch heb ben om den besten en deugdzaamsten herder te schuwen? Nog was zij met soortgelijke overwegin gen bezig, toen een bekend gekrabbel zich op de deur liet hooren. Het was de oude mopshond, die de komst zijns meesters aankondigde. Martha liep de deur ope nen en bevond zich voor den braven her der. Deze gaf haar zijn zegen en volgde haar in de kamer. De grijsaard stond niet weinig verbaasd, toen hij, voor de eerste maal, een vreemdeling ter bergwoning zag. Herman maakte den grijsaard al aan stonds bekend met het voorgevallene en vergat zelfs niet, het verdichtsel van Ste ven in ’t lang en breed daarbij te voegen. De priester alsof hij het kwalijk ver staan had vroeg aan den vreemdeling terwijl hij de ooren vooruitstak: En gij zegt dat uw naam is... Mijn edelmoedige redder heeft den- zelfden reeds genoemd, fluisterde de vreemdeling met tastbare verlegenheid, doch om u dienst te doen, eerwaardige heer, zal ik u zeggen, dat ik Steven Dood rijk heet, geneesheer en heelmeester van Schinnen... Steven Doodrijk, mompelde de grijs aard met verbazing, terwijl hij de schrale handen op zijn gerimpeld voorhoofd leg de, als wilde hij verwarde denkbeelden - in zijn brein rangschikken. Eenige oogen- i blikken bleef hij in deze houding. De ouderling was te rijk aan ondervinding, Nu slaapt het jongske als een roos, Maar in de blauwe kaarsendoos Licht ’t bakkertje den zwaren steen En zij gaan wandelen, één voor één. Eens bestraald met al dien ijver. Trokken zij de wereld in Om de menschen, naar Gods woorden ’t Onderwijzen in dien zin. Van 21 Juni af zullen de zwarte mar- garinezegels vervangen worden door pas zegels met onveranderiijke waarde, waar van de tint om de drie maanden zal wor den veranderd. Bij uitzondering zal de tint der eerste paszegels gelden voor vier maanden. De nieuwe margarine-paszegels zullen hetzi. Ja, pluk nu in uw hoveken, Voor Jezus Heilig Hert, Het allermooiste rozeken Dat u geschonken werd; Plaats het op ’t schouweboordeken Zijn beelt’nis, zij aan zij. Gods Hert weert dan uw doornekes Of zet er roosjes bij. De maand Juni is toegewijd aan het Heilig Hart. Waar de naam Juni vandaan komt: Juni komt van ’t Latijn Junius wat aanduidt, dat die maand in de vroe gere Romeinsche tijdverdeeling aan de godin Junon gewijd was. En ’t kalender- ke waar ik dit uitput, voegt eraan toe: Mannen geboren in Juni zijn grillig maar werken graag en hebben gewooniijk over leg bij hun werk. Zij worden heel dikwijls beroemd. Vrouwen zijn in vele gevallen een weinig veranderlijk, een beetje licht geraakt. Zij worden zeer dikwijls uit verkoren omdat 1) de verliefde mannen blind zijn en 2) omdat zij goed gemanierd zijn. De maand Juni heeft, evenals de andere maanden, zijn spreuken, en hier volgen er enkele. De bijen die voor St Jan zwermen zijn de beste. -«o»-- Door het Rijksarbeidsambt wordt me degedeeld dat voor de textiel-, diamant en kleedingsnijverheid, de besluiten op het kortwerk van toe j-'.ssing zijn vanaf 1 Juni. Aan kortwerkérs van die bedrij ven mogen door de Commissies van Opa- baren Onderstand diensvolgens geen steungelden meer uitgekeerd worden. De diensten van den Rijksarbeidsdienst verschaffen alle gewenscht? inlichtingen. ZONDAG 1 JUNI: PINKSTEBEN Zoudt gij dat durven? Het Laatste Oordeel wordt niet zelden afgebeeld door een weegschaal, waarvan de ééne zijde de goede werken draagt en de andere de zonden en tekortkomingen1 alnaar de balans overhelt, hetzij ten geef de of ten kwade, wordt het Oordeel uit- gesproken, en blijft het onveranderd ia eeuwigheid. Zoudt gij dan? uw Rozen krans in de weegschaal durven leggen? Hebt ge het bewustzijn, het besef, uw ra. zenhoedje dikwijls en met vurigheid tl hebben gebeden? Laat ons geen illusie maken; het vurig, overwegend bidden van het rozenhoedje, vooral ’s avonds, na de dagtaak, gaat met van zelf. Het eischt niet weinig van oi® godsvrucht en aandacht. Wij moeten ons inspannen, willen wij het met liefde en vurigheid hidden; willen wij dan tevens goedmaken de vele, kleine tekortkomin gen, die wij gedurende den dag bedreven nebben. Na onze dood zal men het rozenhoedje om onze vingers strengelen, als een zin- nebeeld van onze liefde tot Maria; als het symbool ook dat wij haar Rozenkrans vaak en godvruchtig hebben gebeden. Laat dit symbool dan de waarheid zeggen; laat het geen leugen zijn, want den eeuwigen Rechter kunnen wij toch niet bedriegt. Bidden wij thans vooral hjt Rozenhoedje met bijzondere liefde en aandacht, opdat het eens ih waarheid kunne getuigen, dat wij in de liefde tot Jezus en Maria ge storven zijn, en voor die liefde ook iets over gehau I. des avonds geheel de familiekring behoort melsche Moeder. met zooveel gevoel en eerbied sprak van God, van dankbaarheid, dat die man, zeggen wij, een verrader, een leugenaar, een helsche booswicht zoude wezen. Tegen d’en middag, was Steven genoeg hersteld, om het bed te verlaten. Midde lerwijl waren zijn kleederen gedroogd en had hij er zich mede bekleed. Zij gingen hem zoowel om het lijf, dat hij werkelijk den naam verdiende van kapitein Modepop, die hem Klaas had ge geven. Zijn bleekheid werd niet aanzien als het gevolg van een losbandig leven, maar als het natuurlijk uitwerksel van diepe smarten; het is derhalve geen won der, dat hij het medelijden der gevoelige kinderen opwekte. Steven, bij het zien van Martha, had wel is waar iets gevoeld, dat hem hevig schokte en deed in zichzelven keeren; maar in den doorkankerden booswicht is geen vezeltje te vinden, waarop het dank baar gevoel iets vermag. De liefde zelve, de zuivere liefde, welke bekwaam is tot wonderen aan te sporen, is nog enkel een wulpschheid voor zulk een wanschepsel. Herman’s menschlievend gedrag zegde wel tot zijn hart: Steven, zonder de zelfopoffering van Herman, waart gij reeds het aas der wor men. Ver af van u ooit eenig ongelijk te hebben aangedaan, redt de jongeling u zonder u te kennen, zonder u te vragen wie ge zijt en vanwaar ge komt!... Toon u dankbaar, zooniet ten minste edelmoe dig jegens hem. Beloon, in alle gevalle, niet de genoten weldaad met de snoodaar- digste ondankbaarheid. Doch weldra antwoordde de booze geest, die hem van den hoofdschedel tot de hie len beheerschte: Wat loon, wat dankbaarheid zijt gij, Steven, schuldig aan de kinderen van Hein Ruijter? Niet deze jongman was het maar de hond die u redde, en hoogstens zoudt gij volstaan met u jegens het dier dankbaar te toonen. Wist de jongen wel wien hij redde? O neen! Had hij het ge weten, hij zou u den genadestamp hebben toegebracht. Wat meer is: zijn deze kin- ’k Wil dit feest ook mee herdenken Met u allen, beste liên. Een gelukvoi* zal’ge Hoogdag Van Sinksen aan te biên. Het staat voluit in de schriftuur: Wil de gevaren vluchten, Want anders zit ge vroeg of laat In droef geween te zuchten. Blijf ik dus in het hof de Kroon ’k Zou ’t mij beklagen later... Het zoontje deugt niet, en de boer Dat is een... gier’ge kater. EEN HOOGGELEERDE, M. DOW, een Amerikaansche ingenieur, is enkelen tijd geleden met ’t nieuws voor de pinnen ge komen dat de zeeën van onzen aardbol niet min dan 48 billioen dollar aan goud bezaten. Hetgeen een gemiddelte maakt van 24.000 dollars per levende schepsel... Daarmede zou ’k al voortkunnen. Maar... er is een maar aan... ’t goud bevindt zich in de zeeën onder vorm van goudzouten en nu vraagt die ingenieur een anderen ingenieur die kapabel is ’t goud uit die zouten te trekken... en me neer Dow wacht nog altijd op dien an deren ingenieur, zoodat ’t voor ons dus nog ’t moment niet is om op dat goud te rekenen om onzen ontvanger van belas tingen te betalen, tenzij er ne redder moest opdagen onder u, beste Lezers... maar ’k geloof dat we maar best zouden ’t potje gedekt laten, want: Als iedereen was even rijk En iedereen aan tafel gezeten, Wie zou ’t dan zijn, o! kijk... Die ons zou brengen... ’t eten? ETEN RIJMT MET WETEN. En mees ter vroeg aan kleine Pol of hij soms wist: Hoeveel sacramenten zijn er? Geene meer, meester... Hoe, geene meer?... Nee, meester, ze hebben gister laatste gegeven aan Sjarelke Dop. Och arme! ’t Is waar Sjarelke Dop is niet meer. Zie dat was nu ne keer een ventje waarmee da’k goed over de baan kon. Timmerman van stiel, had hij nen dekoratie gekregen om nooit van stiel te zijn veranderd... en dit gebleven was tot zijn 93’ jaar... om dan eindelijk ’t tijde lijke met ’t eeuwige te verwisselen. Ge mocht daar voorbijkomen wanneer ge wilde, ’s morgens vroeg of ’s avonds laat: Sjarelke werkte blij en welgezind en zong altijd. ’t En was wel niet altijd van De Mooie Molenook niet van J’atten- draimaar d’er kwam soms n’n Sombre Dimanchetusschen. Maar ’t was toch altijd zingen... en daarmee is hij zoo oud geworden... want Zingen al werken Doet ’t herte versterken. En dat moet u allen, beste Lezereskens en vrienden Lezers, leeren. Zingen al wer ken, luister maar: Is uw hertje toegenepen; Drijven wolken u door ’t hoofd; Valt een kruisje zwaar te slepen, Daar ’t uw levensvreugde rooft; Zing een heken, fluit een lieken, En gelijk het zonnig bieken, Zoemend hier en zoemend daar, Heeft uw hert weer honig klaar. Dat bakkertje zoo wit en klein Zal leeren vliegen aan een garen lijn; De andere moeten in ’t gareel, En trekken, trekken lijk den hond Fideel. Zij ronkten rond zijn ooren zeer, Zij vielen ritslend in de bladeren neer. Hij sprong en ving en ving en sprong En om die rijke .buit zijn hartje zong. bewegingen te bespieden. Steven kome alleen met de gevraagde som en met volle vertrouwen... Gij begrijpt lichtelijk, dat mij de geëischte som ontbrak, daarvoor hadden de roovers te wel gezorgd. Ik liep tot al mijn vrienden en kennissen; maar het was reeds vier uur van den namiddag, vooraleer ik van het noodige geld voor zien was. Dan zette ik mij te paard en sloeg den weg in naar Geulle. Ik bevond mij boven Elsloo, nabij den geitenden Maasoever, toen het ijs begon te breken. Ik spoedde mij voorwaarts, zooveel ik mijn paard kon aandrijven met stem en sporen, vermeed de diepe wegen, kortom, ik was nog slechts een tweehonderd stap pen van hst doel mijner reis verwijderd, toen ik eensklaps gewaar werd, dat het Maaswater buiten de oevers was getreden en onder den buis van mijn paard met geweld voortstroomde naar den kant van Geulle. Wat gedaan? Terugkeeren scheen mij nog gevaarlijker dan vooruitgaan. Ik zag, op een ge-ingen afstand voor mij, de schemering van eene lamp; daar waan de ik mij gered. Op mijn papieren viel niet meer te denken, daar het huis van den overzetter reeds met twee tot vier vot water was omringd. Diensvolgens bleef mij niets meer over dan mij aan God te bevelen en op mijn paard te be trouwen. Het dier liet zich gewillig be sturen, en koos, al zwemmende, de rich ting van het lamplicht. Wij naderden ge durig, zoodat ik mijn redding als zeker beschouwde, toen een ijsschots met ge weld tegen het paard en mij stiet, en ons van elkander scheidde. Ik liet een nood geschrei, en beval mijne ziel aan God! Hij stopte er dertig in een doos; En wat ze wroetten lang en boos, ’t Bleef een gevang met gaatjes fijn En van ontsnappen ken geen sprake zijn. zijn, en voor die liefde ook iets „,_iaa hebben en wezen wij dagelijks getrouw aan deze sehoone devotie, welke des avonds geheel de familiekring behoort te vereenigen voor de voeten onzer He- 1 recht geven op 15 gram van dit produkt, hetzij het per werkelijken arbeidsdag verschuldigd rantsoen aan de rechtheb bende werklieden. Maatregelen zijn genomen met het oog op de bevoorrading der gemeentebesturen in paszegels voor margarine van het nieuw model, vóór 20 Juni aanstaande. Op laatstvermelden datum dienen da werkgevers over te gaan tot de afsluiting van de loopende rekeningen der personen die aanspraak maken op de thans in om loop zijnde zwarte margarine-zegeis. In overeenstemming daarmede zullen zij dadelijk een inventaris opmaken van de door hen afgeleverde zwarte margarine- zegeis van hetr' huidig model, met ver- melding van de hoeveelheid ongebruikte zegels. Vervolgens zullen zij aan den ge meentelijken raviteilleeringsdlenst de on gebruikte reserve zwarte margarinezegels terugbezorgen, samen met een exemplaar van deze laatste afrekening. Van 21 Juni af. mogen de werkgevers nog slechts aan hun werklieden de deel- zegels voor margarine, van het nieuwe model afleveren, in voormelde verhou dingen. De zwarte zegels van het thans geldend model, in het bezit van de arbeiders, zul len hun geldigheidsduur bewaren tot op 5 Juli 1941 einde van het eerstvolgend rantsoeneeringstijdperk en zullen tot op denzelfden datum mogen worden aan vaard. IBESBBBBBBSBB3BBBBBBSaBB3BSaEZ6a3aaiüaB0BSI3BaaaBSflBBBiiiBBB3 deren de schuld niet, dat gij deze gevaar lijke reis ondernaamt? Dat gij schier het leven verloort, moet gij op hun schadelijk slot stellen. Hebben zij zich thans zorg vuldig, menschlievend jegens u betoond, des te beter. Wanneer uwe makkers later zullen vernemen, hoe standvastig gij ge bleven zijt, in het midden van den he- vigsten strijd, dan zal uw gedrag hun des te verdienstelijker voorkomen. En Klaas, uw verdoken vijand, zal het voor werp hunner verachting worden! Uwe makkers zullen verbaasd staan, wanneer zij vernemen hoeverre gij uw persoon op den achtergrond weet te plaatsen, als het er op aan komt, als kapitein der Bokken rijders te handelen! Wat zou Klaas lachen indien hij tot de maats kon zeggen: Gij ziet wel, dat ik goed profeet was, toen ik voorspelde dat Hercules op het spinnewiel zou gaan zitten!... Het is een op ondervinding gegronde waarheid, wanneer bij den mensch de boosheid tegen de jeugd redeneert dat de eerste, met behulp der driften, altijd ze gepraalt. Steven stelde al aanstonds alles in het werk om door veinzen en huichelen de oogen zijner weldoeners te begoochelen. Het water vloeit niet zoozeer uit een ge slagen opening van het vat, als de woor den deugd, godsdienst en ook dankbaar heid uit ’s kerels mond! Zoo won hij het volle vertrouwen der kinderen, want, de mensch wordt dan maar terughoudend en achterdochtig, als hij reeds de speelbal van bedriegers geweest is. In den namiddag, bevonden Steven, Herman en Martha zich in de kamer ver gaderd. Martha hield zich onledig met haar breiwerk;, zij zat nabij het weste lijke venster en zij wierp van tijd tot tijd hare blikken op den weg, die naar Geulle leidt, want zij wenschte den ouden pries ter te zien afkomen. Immers had zij met een zekere vrees bemerkt, dat de vreem deling gedurig zijn oogstraal op haar ge vestigd hield. Het meisje gevoelde zooda nig de behoefte der herderlijke bescher- 13. Het is wederom Zondag geworden en het zal wel eenzelfde Zondag zijn zooals de andere, met blij klokgelui, met gewas- sohen en geblonken menschen die ter kerke gaan. Na de plechtige hoogmis gulpt het volk, onder hel dreunend gedaver van het or gel, door den wijden muil van de kerk deur naar buiten. Ze dragen in hun klee deren den geur van wierook en op hun gezichten straalt de goedheid van den Zondag. Buiten blinkt de zon als goud en in de boomen achter' het kerkhof, zitten vogeltjes te tierelieren. Met volle teugen ademen de menschen de zaligheid van den hemel in. Wie zou in deze klare vreugde nog zwarte gedachten krijgen en aan een roofdier denken, dat het leven van onschuldige zielen beloert. Zelfs Heintje, het zure brombeerke uit het klooster, vergeet, zijn akelige voorspel lingen en stil-monkelend slissebeent hij naar de zonnige dorpsplaats. Ook de graf maker heeft zijn zwart humeur afgelegd en met een versche tabakspruim in den mond, zakt hij af naar de plaats. Het wordt een breede stoet van lachende, zondagsche boeren en druk koutende stielmannen naar de plaats vóór het ge meentehuis. Daar roezemoezen ze allen dooreen en wordt het één groot bijennest. Vóór-het open raam op de eerste ver dieping verschijnt nu de zware figuur van Knuppels. Dat doet het bijengebrom nog hooger aanzwellen en zelfs zijn er lach buien die luid boven alles uitschetterén. De boeren herdenken de heldendaden van hun champetter. Hij staat daar plechtig en zwaar er bladert in enkele brieven. Hij schijnt dal. lachen niet te hooren en wacht zeer rus tig zijn oogenblik af. Van zelf begint het geroezemoes te verminderen, dan wendt Knuppels zijn strenge blikken op het pu bliek, schrapt §.ens duchtig zijn ruige keel en begint met donderende stem te lezen. Dat doet hij zoo eiken Zondag na de hoogmis en wat hij voorleest wordt be luisterd door enkele menschen wien het aanbelangt; de anderen beginnen weder om door te babbelen. Dezen keer nochtans belangt het iedereen aan en iedereen staat dan ook met spannende aandacht te luisteren. Er hangt een ademlooze stilte boven de zwarte hoeden der boeren en door die stilte davert de bevende stem van Knuppels: Het College van Burgemeester en Schepenen maakt aan de gemeente be kend wat volgt: Spijts langdurige en moeilijke speur- tochten is het ons niet mogen gelukken den ontsnapten tijger van het cirkus Barnum op te sporen. Aangezien er im- mei- nog mogelijkheid bestaat dat het wilde dier in leven is, worden de inwo- ners verzocht dubbel waakzaam te zijn en bij het minste onraad het gemeente- bestuur te verwittigen. Tot nader bevel Och Wanne-Mieken,zegt hij zoo, Wat zijt g’een knappe deerne, Ik zweer het u m’n lieveling ■KBBSIBBEBBBBBBBSBBBBBBaBBBBlBBBBEBBBBBBBBBaBBBaEOBHBBBSSEl ^(ÜIIIIIIIIIIIIIIIIIM van 31 Mei 1941- Nr 23-lllllllllillill!llllllllllllllllllllllllllllllll''= Biiiiiiiiiiiiunililiiiiliiiiniiiiiiiiliiiiliiiiililiiiiiiim Herman, bij het hooren van dezen naam, verbleekte. Steven ging voort: Over veertien dagen brak een tal rijke bende roovers in mijn huis, bond mij en mijne huisgenooten op de wreed aardigste wijze, waarna zij mij al de kost baarste voorwerpen ontroofden, als zilver, goud, lijnwaad en kleederen, in een woord, alles wat onder hunne handen viel... Daarbij lieten het de booswichten nog niet. Een hunner eene kas opengebroken hebbende, vond er al mijn titels en huis- papieren in; hij ontstal mij deze, met het inzicht mij den laatsten duit af te per sen, zooals weldra moest blijken. Den volgenden dag liet ik op al de omliggende gemeenten afkondigen, dat ik duizend Luiksche guldens uitloofde, met belofte van eeuwige geheimhouding, aan den- gene die mij titels en papieren terug be zorgen zou. Twaalf dagen verkeerde ik in de uiterste verlegenheid en gaf reeds alle hoop op ze nog ooit weer te zien, toen gisteren morgend een mijner dienstboden, op mijn voorhof een briefje vond, dat daar over de poort geworpen scheen en het volgende inhield: «Indien Steven Doodrijk zijne titels en huispapieren wil terug bekomen, zoo begeve hij zich dezen avond, juist op slag van zeven uur, (ge heel alleen, wel te verstaan), naar het dorp Geulle, ter zuiderzijde van de wo- .ning des overzetters, hij legge daar aan den voet van den grooten olmenboom dui zend patakons neder in eene beurs, en op datzelfde oogenblik, worden de be doelde titels overgeleverd. Te vergeefs zou het zijn, zich te wapenen bf te doen ver gezellen, er zijn oogen genoeg, om al zijne Wil niet grijnzen, wil niet kniezen Om wat zorgen om wat pijn; Wil daaraan geen klacht verliezen; Beter1 blij en moedig zijn! Zing een lieken, fluit een lieken En, gelijk het zonnig bieken, Doe ook gij, m’n Lezerschaar: Houd uw hartje eeuwig gaar. IN DEN TREIN viel een reiziger zijn mede1 agiers met allerlei verhalen las tig. 7 1st hij beter en van alles was hij u.l.’tekend op de hoogte. Eindelijk werd het een ander passagier, die langen tijd had zitten toeluisteren, te machtig... Gij en ik weten alles wat er op de wereld bestaat, zei hij tegen dien las- tigaard. Hoezoo? Wel, zooals ge zelf zegt weet ge alles, behalve dat ge zelf een ezel zijt, en... dat weet ik!... ARBITERS VAN DE VOETBALVELDEN Koene, stille helden, Denk niet da’k met u nu spot Maar ’k heb kompassie met uw let! Arbiter zijn is voor ’t oogenblik een der gevaarlijkste beroepen die der bestaan, ’t gaat zooverre zelfs dat ze in Amerika allen een verplichte levensverzekering moeten nemen, want in ’t laatste sport jaar zijn er, naar ’t schijnt, niet min dan 18 arbiters om ’t leven gebracht en zijn er 7 spoorloos verdwenen. Bij ’t omspitten van een voetbalterrein hebben ze, natuurlijk weer in Amerika, een geraamte gevonden waarvan nage noeg alle beenderen gebroken zijn. Men tracht nu de indentiteit van dezen spoor loos verdwenen en begraven man vast te stellen en... als men nu nog een fluitje in de omgeving zal zien te vinden, is ’t wis en zeker een scheidsrechter geweest die na de match daar is gelynchtge worden VADER EN MOEDER waren doende over hun dochter. Ja, zei moeder, ’t wordt tijd dat we ons dochter trouwen. Ba ’t en noet, zei vader, laat ons liever nog wat wachten tot we den ge- pasten man gevonden hebten. Noe-me-noen, zei moeder, ’k en heb ik daar ook niet achter gewacht?... T DIEPST VERLANGEN van het harte Door geen woord veropenbaard Wordt dan op het onverwachte Door een zielekus verklaard. Kus vol passie en begeeren Zie vervolg hiernevens "Sf" Vraag aan uw Briefdrager een Abonnement op Verder weet ik niets meer. Thans moet ik gelooven dat mijn angstkreet door God aanhoord werd, want hij zond mij een redder in u, mijn jongen vriend. Mijn lot is niet geheel wanhopig, daar ik de aandacht van menschenvrienden waardig ben bevonden. In het midden der ram pen, die op mij nederstorcen, ben ik toch gelukkig te achten, dat ik het behoud mijns levens aan u moet danken. De onachterdochtige kinderen geloof den dit samenweefsel van leugentaal en gevoelden een diep medelijden met den drenkeling. Herman bijzonder was in zijn ziel getroffen. Hij had den man gered; hij poogde ook de gewaande som van dui zend patakons te redden. Op zijn verzoek begaven zich de vis- schers van Geulle met hunne schuiten overal, waai- zij gissen mochten, dat het paard in het water zou kunnen gevonden worden... Zeggen wij evenwel, dat deze lieden tegen den avond terugkeerden, zonder geld noch paard te hebben ont-a dekt, daar het dier, van zijn ruiter ont last, zich met zwemmen had gered, en reeds voor het middernachtsuur aan de poort van Steven’s woning te Schinnen stond. De lezer beseft genoegzaam, dat Steven met een verdoken genoegen het niet vinden van het paard vernam, want zijn alleszins in leugens zeer vruchtbaar brein, zou maar moeilijk hebben kunnen verklaren, hoe men het paard en niet het geld had weergevonden. Thans mocht de booswicht inwendig zegepralen, want had hij zich op weg be geven, om te Geulle een samenkomst te hebben met een lid zijner bende, wiens bedoeling was, hem, kapitein der Bokken rijders, in aanraking te brengen met de kinderen van Hein Ruyter, hij mocht thans geen oogenblik twijfelen, of het toeval had hem boven wensch gediend, daar het zien van Martha hem de voor stellende woorden van Klaas voor den geest bracht. De kinderen waren zonder achterdocht. Wien ook zou het in de gedachten komen, dat een man. die er zoo deftig uitzag, die Heel vroeg in het voorjaar kan de spinazie reeds op de markt worden ge bracht, daar ze voor haar ontwikkeling slechts weinig warmte noodig heeft, zoo dat de kweekers in Januari en soms zelfs al in' December gaan zaaien. De kweeker geeft zich veel zorg om ons in het prille voorjaar al van de malsche blaadjes te laten genieten. Hij gebruikt ten eerste buitengewoon veel zaad, teneinde een te groot verlies te voorkomen, voorts zoekt hij beschutte plaatsjes uit aan den zuid kant van muren of schuttingen en ten slotte voorziet hij de plantjes van dé noodige voedingsstoffen. Spinazie moet om er den geheele zomer over te kunnen beschikken, telkens op nieuw worden gezaaid. Verdient de spi nazie nu uit voedingsoogpunt al deze zor gen? Een portie spinazie van 250 gr., op het bord gewogen, heeft rauw een gewicht van 403 gr., daar deze groente sterk slinkt. Een dergelijke één-persoons por tie bevat ongeveer 10 gr. eiwit, dus even veel als 50 gr. of J4 ons vleesch. De spi nazie bevat bovendien de kostbare mine ralen .waaronder vooral het ijzer een be langrijke plaats inneemt, de vitaminen A, BI en C. De spinazie moet zoo versch mogelijk worden gebruikt. Men heelt nagegaan, dat spinazie, die drie dagen in een groen tenwinkel bewaard werd, reeds 80 per cent van het vitamine C gehalte verlo ren had. Het is dus geenszins onverschi- lig, in welken staat de groente gekocht en genuttigd wordt. Een plant is een le vend organisme, waarin dadelijk nadat het van den wortel is afgesneden, belang rijke afstervingsprocessen beginnen. Hoe minder ver deze processen zijn gevorderd op het oogenblik, dat wij de plant nutti gen, des te vollediger is de groente voor ons als voedingsmiddel. Het komt daarom op aan, de groente zoo versch mogelijk te gebruiken. Er bestaat een groot verschil tusschen bladgroenten, waartoe de spinazie be hoort, en de aardappelen, wortelen, kool raap en bieten. Deze laatste behouden nog langen tijd na het oogsten leven en groeikracht, terwijl de bladgroenten on middellijk afsterven. De huisvrouw kan dit afstervingsproces stuiten door de ge- wasschen en goed uitgeknepen spinazie zoo vlug mogelijk aan de kook te bren gen. Nastov.en en veel omroeren is uit den booze, daar dan door langdurige ver warming en aanraking met de lucht voe dingstoffen verloren gaan. Het overtol lige vocht bindt men of gebruikt men in soep. Een in ons land niet zoo bekende, doch heel gezonde en smakelijke manier om spinazie op te dienen, is in den vorm van sla. Hiervoor heeft men een veel kleinere hoeveelheid groenten noodig dan voor het koken, hetgeen de huishoud- portemonnaie ten goede komt. Men zoekt de spinazie zorgvuldig uit en wascht ze tot ze geheel zonder zand is. Laat ze zoo droog mogelijk uitlekken en snijdt ze zeer fijn. Als sausje gebruikt men een weinig hangop, eventueel kwark, pikant 1BBBBBBBSBBBBBBBBBBBBBBBBBBB Die naar hooger sfeeren voert En twee harten met de banden Van de liefde samensnoert. Moeder kust haar kindje Zoet en zacht Als haar grootste schatje Goeden nacht. ’t Ventje kust z’n vrouwken En even gauw ’t Vrouwken kust hem weder Kus van trouw. ’t Liefje laat haar kussen Duizend keer En denkt in haar eigen Kus nog meer... Maar aan alles komt er een einde... Zoo komt ook ons Kalenderken van dees weke. Zondag 1 Juni: Sinksen: SS. Nicodemus. Nina. Laura. Theobald. Wie bij profijt voegt zoet vermaak Naar zijn verstand, die treft de zaak. Maandag 2 Juni: Tweede Sinksendag. SS. Marcellus. Eugenius. Petrus. Eras mus. Het is heel lief, en 't dcet hem baat Die zonder schuld te bedde gaat. Dinsdag 3 Juni: SS. Clotildis. Adelbertus. Justina. Hij zal het meeste goed vergaren Die zoet met nuttig weet te sparen. Woensdag 4 Juni: SS. Antonia. Marga- reta. Saturnina. Men kent de waarde der gezonheid niet Dan als zij u door ziekten eens verliet. Donderdag 5 Juni: SS. Bonifacius. Va leria. Hildebrandis. Zet teer naar neer, Houdt maat naar staat, Wees net gekleed Maar niet te breed. Vrijdag 6 Juni: SS. Norbertus. Bertran- dus. Claudus. Houdt uw driften in bedwang, Die matig loopt, loopt doorgaans lang. Zaterdag 7 Juni: SS. Valentinus. Ro- beftus. Velen zeggen’t Is niet goed Ziet dat gij het beter doet. EN NU M’N BESTE LIEDEN Wordt het tijd dat ik weer sluit, ’k Neem de eer u aan te bieden Eenen groet... ’t Is daarmee uit. ’t Manneken uit de Maan. (Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden). Vraag aan uw Briefdrager DE POPERINGENAAR - CO?- gemaakt met peper, zout, preis en des- gewenscht wat aroma. De beteekenis, die het nuttigen van versche groenten voor onze voeding heeft, maakt het noodig, dat men zich een ze kere matiging in het gebruik van «in maak» oplegt. De verf vafi gekleurd zijdepapier kan men gemakkelijk uit dit papier verwij deren. Men kan deze verf dan uitstekend gebruiken voor het verven van kraagjes, blouses en andere fijnere kleedingsstuk- ken. Bij het «inrichten» van zoo’n verf- bad moet men echter wel zeer zorgvuldig te werk gaan. Men verkreukelt de vel letjes zijdepapier een kommetje en over. De kleur wordt dan volkomen door het water opgenomen en het papier wordt geheel wit! Men neemt nu het papier weer uit het water, doch let er dan tevens goed op, dat er geen kleine, afgescheurde of af geweekte stukjes- achterblijven in het bakje. Zulke kleine stukjes kunnen na melijk leelijke vlekken veroorzaken in het goed dat moet worden geverfd. Men verdunt‘vervolgens het kleurbad door toe voeging van water, tot men de gewensch- te sterkte heeft bereikt, en probeert dan eerst met een klein lapje, of de verf wer kelijk goed is, en of men al de handig heid heeft in het verven. Door verschillende gekleurde papiertjes kan men de meest uiteenloopende tinten verkrijgen. Wenscht men bijvoorbeeld een abrikozentintje, dan gebruike men een rood en oranjekleurig velletje papier. Natuurlijk kan men ook allerlei andere kleurencombinaties maken. Na eenig ex- perimenteeren komt men er spoedig ach ter, welke resultaten men dan kan ver krijgen. .Het is altijd goed een fleschje ammo niak bij de hand te hebben. Wij kunnen er veel mee doen en nog meer mee ver- Jielpen. Het geschilderd houtwerk verkrijgt weer de glans van nieuw, als wij in het water, waarmee wij het hout willen af sponsen, een scheut ammoniak gieten. Lampekappen, die door vliegen ver ontreinigd zijn, kunnen wij weer schoon krijgen als wij de vlekken met een .watje, gedrenkt in ammoniak, behandelen. Kammen en sponsen, die vuil en vet geworden zijn, kunnen wij het vlugst en het best reinigen door deze voorwerpen in een bakje met ammoniak te leggen. Mantels en kleeren kunnen wij ont- vlekken door deze kleedingsstukken te borstelen met een mengsel van ammo niak en water, en wel één deel ammoniak en negen deelen water. Wanneer wij wollen ondergoed mooi van kleur willen houden doen wij in het lauwe zeepsop een scheut ammoniak. Linnen goederen, die door het lang liggen geel zijn geworden, worden weer helder wit als wij ze wasschen in een sop, waaraan ammoniak en peroxyde zijn Tot tegenbericht is de aankoop, de ver koop en de voortverkoop van hout op stam in de bosschen en in de omheining!- beplantingen die aan het boschregiun niet onderworpen zijn, verboden. Door den Directeur der HoutcentralJ kunnen desgevallend afwijkingen van d» besluit toegestaan worden. --«o»- Blijkens een besluit van 23 dezer, is d« in- en uitvoer van papier van dien dag af slechts toegelaten met goedkeuring van het Ministerie van Ekonemische Zaken. -«o»- In het Staatsblad is een besluit ver schenen waarbij verbod wordt opgelegd zekere niet-ijzerhoudende metalen te ge bruiken in het bouwbedrijf. Dit verbod slaat o.m. op verschillende vormen van gebruik van tin, soldeertin, zink en zinklegeeringen, enz., o.m. voor zekere dakwerken, aanleggen van bui zen, enz. Dit besluit is ook van toepassing op ze kere onderdeelen in het bouwen, vervaar digd uit aluminium, magnesium en huu legeeringen. Wie de zaak aanbelangt, raadplege het uitgevaardigde besluit. SBBBBBBSISliaaHBaiIBBSSlBSIIlBHll met STALEN pen met GOUDEN pen te bekomen bij SANSEN-VANNESTE, Poperinga IBBBBBSBBESiaKBBIiaüiaaMHanil en bezat daarenboven al te veel men- schenkennis, dan dat hij zich met gissin gen zou bezig houden. Van zijn jeugd ti was hij gewoon, langen tijd en rijpelijk te overwegen; maai- aan ook rap te han delen, waar rapheid vereischt werd... Met voorbarigheid had hij nooit veel zien te weeg brengen; ook was zijn gewoon spreekwoord Haastige spoed, zelden goed; Wij' ze raad, halve daad... Mijn jonge vriend, gij hebt uw leven blootgesteld aan een groot gevaar om u« evenmensch te reddenmaar uw werk Is des te schooner en verdienstelijker m de oogen van den Alloonder, zoowel als P1 die van de menschen. Het is waar, indien ik u wel ken, mijn vriend, dan hebt 8e nog op de dankbaarheid van uw reddin! noch op den lof der menschen gerekend- Dit belet niet dat gene een aterling zo» zijn, indien hij ooit de weldaad vergat! en dat hij van de menschen hulp maï verwachten wie zich behulpzaam getoond heeft jegens hen. Steven was fijn genoeg om te begrijpen, dat deze bewerkingen meer tot hem d»1' tot Herman gericht waren... Maar w9; hij reeds herkend door den grijsaard' Om het even, hij besloot oogenblikkeli? den pastoor door ronkende woorden begoochelen. Hij plooide zijn gelaat in een weemoe' digen plooi en sprak dan op zelfachU6eB toon: Ja, eerwaarde man, ik moet beg“’ nen aan u mijn dank te betuigen, om’ gij mij aan mijn plichten herinnert. V zen jongman >bsdank ik van harte mijn redder en weldoener... Versop mij nochtans, mijn dierbare jonge vhe', indien woorden te kort schieten, o® te drukken wat mijn hart gevoelt. Hier ’begon Steven de oogen te wru om er tranen uit te persen. Ct VerW> mag niemand zich ver In de bosschen begeven en moeten de kinderen zoo dicht mogelijk bij huls gehouden wor- den Oef! Daar hebt ge het weer. Het ge dacht aan dien verwenschten tijger is nog eens opgeflakkerd en de sehoone belofte volle Zondag voorgoed vergald. Triom- fantelljk zit Knuppels daar boven met zijn brief en kijkt van uit zijn hooge post met glorievolle blikken neer op de stille hoeden. Het blijft nog een tijdje stil. De menschen kunnen dat zoo ineens niet verteren en kijken elkaar verbauwereerd aan. Stilaan ontdooit die eerste versla genheid en de tongen komen wederom los. «Wat willen ze ons nu nog bang maken; de tijger is toch al lang dood! «Ja, de champetter heeft er al een stuk of vijftig doodgeschoten Wat heb ik altijd gezegd, kraait Hein tje. Zulke beesten gaan zoo gauw niet dood En zoo wordt er maar doorgedraven over den tijger en den tijger. Knuppels leest nog iets anders af, maar zijn don derstem verzwindt in het geraas van hon derden andere stemmen. Ze doen precies of ze vroolijk zijn, de menschen, maar achter hun lachend gezicht zit een ge heime schrik verborgen. Opeens komt er een wonderlijke ver warring in dien hoop menschen. De ach terste rijen worden uiteengegooid. Een vluchtende man dringt naar voor. Zijn gezicht is schrik-wit, zijn oogen staan groot en hard en zijn hijgende adem doet de witgerande neusvleugels geweldig opensperren. Het is de secretaris. Hij gooit de boeren op zij en holt het gemeen tehuis binnen. Daar is hij al boven en zijn schrikgezicht springt vóór Knuppels. Hortend en stootend kan die witte secre taris er enkele heesche woorden uit schreeuwen «Menschen!... Menschen!... Luis tert!... De tijger... de tijger... loopt in de weide van boer... Piepers! DE MEIKEVERS ’t Was op een avond warm en zwoel, ’t Was langs een haag van beuken koel, Dat daar een jongske loerend sloop En ’t land der kevers binnenkroop. 31 Mei 1 Juni: 2 Juni: 3 Juni: 4 Juni: Donderdag 5 Juni: Vrijdag 6 Juni: Eerste kwartier 2° Volle maan 9” Zomer-Traan voor de Kinders tegen verzwakking, gebrek aan eetlust, zenuwstoornissen, misgroeiïngcn. Beste verkloekingsmiddel. Apotheker KINGET-OPSOMER Veurne. zijn toegevoegd. Daar de mieren in den tuin heel wat last kunnen berokkenen, willen we hier tijdig wijzen op enkele middelen die kunnen aangewend om dat lastig volkje te vernielen of verdrijven. Wij sommen ze eenvoudig op alleen wat nader uitleg gevend, waar dit volstrekt noodig blijkt: 1. - Op tafelborden een mengsel uitzet ten van borax en suiker, in kokend wa ter bereid. 2. - Hetzelfde met een potasch en suiker. 3. - Een mengsel van suiker en fijne zwavel op de door de mieren bewoonde en bezochte plaatsen uitstrooien. 4. - Fijn gesneden, vochtige en schim melende citroenschillen op die plaatsen uitleggen. 5. - Petroleum gieten in de gaten de mieren. 6. - Kervel steken in de openingen die toegang geven tot de mierennestenbin nen de 24 uur verlaten de mieren hun verblijf. 7. - s’ Avonds, bij regen of groote hitte, nadat de mieren in hun nest zijn, al de uitgangen, op één na, dichtstoppen en in dien eenen kokend water of een sterke oplossing van ijzervitriool gieten. 8. - Een spons ih suikerwater dompelen en uitleggenzoodra deze vol mieren zit, ze in heet water onderdompelen. 9. - Omgekeerde bloempotten uitzetten, opdat de mieren hierin hun nest zouden maken. 10. - Parijsch groen uitstrooien in de gangen die naar de nesten voeren. IBBBBBBflBKBBBBBBBBBBBBBBBaBB - ZON onder 21.45 21.46 21.47 21.48 21.49 21.50 21.51 Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1941 | | pagina 8