Union Chimique Beige
u
c
B
BOKKENRIJDERS
u
c
B
I
J
Si
Jcsepï- SAVOYE
Ons Vrouwenhoekje
Ons K1NDERHOEKJE
iOBSS
J. SAVOYE
Offficieele
Bericirtea en
Besluiten
VOOR ONZE KLEUTERS
LITURGISCH KALENDER
DE HELDENDADEN VAN
KNUPPELS
J^^^hoofdagent
Veevoederfabrilcant, POPERINGE
I
EB
B
VULPENNEN
DE VERDUISTERING
i
MAAN
CHEMISCHE VETTEN: Specialiteiten
SI LOR Z Speciaal vernis voor Silos.
SAN VEX 2 Het beste produkt voor de bestrijding
van ONKRUID in het Vlas, Tarwe, Haver, enz.
SU LFOXOL I Op basis van sulfer tegen Zwam-
ziekten en roode spin.
GRAINÉOL Onovertreftendontsmettingsmid
del voor zaden.
CUPROXOL 50 t. h. Werkdadig koper, het
beste produkt om ZWAMZ1EKTEN te bestrij
den: Voor Hop, Aardappelen en Boomgaarden.
het manneke
UIT DE
Zwammendoodende
ïnsektendoodende
Ontsmettende
Onkriddverdel^ende
Produkten
DE ZWARTE MARGARINE.
ZEGELS WORDEN DOOR
PASZEGELS VERVANGEN
INVOERING VAN DE BESLUI-
TEN VAN HET KORTWERK
VOOR BEPAALDE BEDRIJVEN
■SBiaaBaaBiiSBniEiE3aiaai»UMiu
GEWAARBORGD KAASSTREMSEL
voor Boomgaarden, Weiden, Tuinen, Vlas, Hop,
Aardappelen, Beeten, Tabak, Graangewassen)
enz.
Te verkrijgen bij
«DE POPERINGENAAR».
IBBBBBBBaHBBBBflBBBBBSBBBBBB^
VERSCHE SPINAZIE
EEN GOEDKOOP VERF-
MIDDELTJE
WAAR AMMONIAK ZOO AL
GOED VOOR IS
VERBOD VAN HOUTAANK00P
IN- EN UITVOER VAN PAPIER
VERBRUIKSVERBOD VAN
NIET-IJZERHGUDENDE META
LEN IN HET BOUWBEDRIJF
MIEREN VERDRIJVEN
de
cr
’’CTss
mengsel van
van
k_’
L
vanaf 20 fn
vanaf 50 fr.
En ’s morgens vóór de hane kraait
Ben ik reeds hard aan ’t werken;
De koeien krijgen eerst hun deel
Dan komt de beurt aan ’t verken»
Madam die ligt nog in heur bed
Een uur of drie te ronken.
En staat zij op, ’k moet maken dat
De koffie is geschonken.
De boer is vijftig jaren oud.
Zijn wijf is niet veel minder.
Ze hebben centen bij de vracht
En daarbij slechts twee kinder:
Suzanne, z’is in stad getrouwd
En Sjarel, wel m’n ziele,
Die kwispel, sinds een dag of vier
Zit mij steeds op de hielen.
WANNE-MIE
’k Ben Wanne-Mie, van ’t Hof de Kroon,
’k Woon daar sinds vele jaren
En ’k zal u eens vertellen gaan
Hoe ik daar heb gevaren.
De boer dat is een goeie vent.
Zijn wijf •sen salamander,
Die zorgt altoos voor haar alleen
En laat niets voor een ander.
Roept de koekoek nog lang na St Jan
Dure tijd volgt er dan.
Valt er op St Barrabas veel nat
Dan zwemmen de druiven in ’t vat.
Voila, beste Lezers, meer en ken ik er
niet en we zullen nu maai- eens ’t woord
laten aan onze
Zingt de vink in den vroegen morgenstond
Vast en zeker zij regen verkondt.
Al de talen zijn ze machtig
*t Groote wonder was gebeurd.
Duizenden die hen aanhoorden
Werden kristenen gekeurd.
I
een weinig, legt ze in
giet er kokend water
op
5.36
5.35
5.34
5.33
5.33
5.32
5.31
dan? uw Rozen-
durven leggen?
SILOZUUR Voor inkuiling van GROENVÖE-
DERS.
MORGEN IS HET SINKSEN-HOOGDAG
Viert de Kerk het vrome feest:
Op d’Apostels daalde neder
’t Wond’re licht’ van d’Heilige Geest.
door ECREVISSE
post
de stille
Vlug zendt ze mij de lochting in
Om voor de soep te zorgen.
Patatten jassen moet ik dan
Den langen ganschen morgen.
En als ze schreeuwt is ’t rap... rap... rap.
En komt ze toegeschoten,
Precies gelijk een duivelin.
En trekt ze vieze tooten!
De boer dat is een goeie snul,
Die noemt mij: Anne-Mieke.
Die kan verdragen dat ik bij
Het werken zing een liêke.
Die nijpt mij soms in mijnen nek
En zegt, o! Gij gastinne,
Wat zouden wij hier cp ons hof
Toch zonder u beginnen.
En zie u toch zoo geeme
Maar ik, ’k en ben niet dom precies,
Gelijk gij dra zult hooren
En ’k gaf dien Sjarel daar subiet
Twee kletsen op z’n... ooren.
Spoken, donker’ onweersbuien,
Tot het u te moeilijk gaat
’s Levens wagen voort te kruien,
En ’t u bang om *t herte slaat;
Zing een heken, fluit een heken,
En gelijk het zonnig bleken
Zoemend hier of zoemend daar,
Krijgt uw hert weer honig klaar.
En daarmee, de traditie getrouw, heb Ik
weer een zaligen Hoogdag gewenscht aan
alle liefste Lezereskens en vrienden Le
zers. ’k Heb van op m’n Maantje gezien
dat allen verleden week met verstomming
gelezen hebben dat Knulleken getrouwd is!
Ja! ’k Kan ’t gelooven dat ’t een verras
sing was... enfin... Knulleken is nog niet
thuis van zijn speelvoiagie en ’k ben al
benieuwd om de avonturen te weten die
hij te Brussel met zijn Karlien zal beleefd
hebben. Deze week zal ik zijn kostbare
medehulp moeten missen, maar... ’t leger
staat niet voor één man... en we gaan
voort en ’k zal me daarom niet min uit
den slag kunnen trekken.
Met Sinksendag begint de Juni-maand
ofte ook nog Zomer-maand geheeten.
Nu troonen in ons hovekes
De roosjes dag op dag,
Als frissche koninginnekes,
Met rijke zonnelach;
En steken scherpe doornekes
Al door de stengels heen,
Toch geren bindt het bandeken
Een rozentuil bijeen!
voor West-Vlaanderen -
Depositaris
POPERINGE
DE POPERINGENAAR van 31-5-41. 8° BL
ming, dat zij niet kon nalaten te zeggen
tot haar broeder:
Herman, de goede herder schijnt ons
heden totaal te vergeten!...
Hij zal waarschijnlijk elders meer
noodig zijn dan hier, was het antwoord.
Martha had met een schuinschen oog
slag gezien dat de vreemdeling lichtelijk
trilde, als zij van de komst van den ouden
priester gewaagde.
Deze bemerking leverde haar ruime
stof tot overweging niet dat zij den
vreemdeling voor verdacht hield van het
geen hij met ter daad was; maar dacht
zij wat redenen mag deze mensch heb
ben om den besten en deugdzaamsten
herder te schuwen?
Nog was zij met soortgelijke overwegin
gen bezig, toen een bekend gekrabbel zich
op de deur liet hooren. Het was de oude
mopshond, die de komst zijns meesters
aankondigde. Martha liep de deur ope
nen en bevond zich voor den braven her
der. Deze gaf haar zijn zegen en volgde
haar in de kamer. De grijsaard stond niet
weinig verbaasd, toen hij, voor de eerste
maal, een vreemdeling ter bergwoning
zag.
Herman maakte den grijsaard al aan
stonds bekend met het voorgevallene en
vergat zelfs niet, het verdichtsel van Ste
ven in ’t lang en breed daarbij te voegen.
De priester alsof hij het kwalijk ver
staan had vroeg aan den vreemdeling
terwijl hij de ooren vooruitstak:
En gij zegt dat uw naam is...
Mijn edelmoedige redder heeft den-
zelfden reeds genoemd, fluisterde de
vreemdeling met tastbare verlegenheid,
doch om u dienst te doen, eerwaardige
heer, zal ik u zeggen, dat ik Steven Dood
rijk heet, geneesheer en heelmeester van
Schinnen...
Steven Doodrijk, mompelde de grijs
aard met verbazing, terwijl hij de schrale
handen op zijn gerimpeld voorhoofd leg
de, als wilde hij verwarde denkbeelden -
in zijn brein rangschikken. Eenige oogen- i
blikken bleef hij in deze houding. De
ouderling was te rijk aan ondervinding,
Nu slaapt het jongske als een roos,
Maar in de blauwe kaarsendoos
Licht ’t bakkertje den zwaren steen
En zij gaan wandelen, één voor één.
Eens bestraald met al dien ijver.
Trokken zij de wereld in
Om de menschen, naar Gods woorden
’t Onderwijzen in dien zin.
Van 21 Juni af zullen de zwarte mar-
garinezegels vervangen worden door pas
zegels met onveranderiijke waarde, waar
van de tint om de drie maanden zal wor
den veranderd. Bij uitzondering zal de
tint der eerste paszegels gelden voor vier
maanden.
De nieuwe margarine-paszegels zullen
hetzi.
Ja, pluk nu in uw hoveken,
Voor Jezus Heilig Hert,
Het allermooiste rozeken
Dat u geschonken werd;
Plaats het op ’t schouweboordeken
Zijn beelt’nis, zij aan zij.
Gods Hert weert dan uw doornekes
Of zet er roosjes bij.
De maand Juni is toegewijd aan het
Heilig Hart. Waar de naam Juni vandaan
komt: Juni komt van ’t Latijn Junius
wat aanduidt, dat die maand in de vroe
gere Romeinsche tijdverdeeling aan de
godin Junon gewijd was. En ’t kalender-
ke waar ik dit uitput, voegt eraan toe:
Mannen geboren in Juni zijn grillig maar
werken graag en hebben gewooniijk over
leg bij hun werk. Zij worden heel dikwijls
beroemd. Vrouwen zijn in vele gevallen
een weinig veranderlijk, een beetje licht
geraakt. Zij worden zeer dikwijls uit
verkoren omdat 1) de verliefde mannen
blind zijn en 2) omdat zij goed gemanierd
zijn.
De maand Juni heeft, evenals de andere
maanden, zijn spreuken, en hier volgen
er enkele.
De bijen die voor St Jan zwermen zijn
de beste.
-«o»--
Door het Rijksarbeidsambt wordt me
degedeeld dat voor de textiel-, diamant
en kleedingsnijverheid, de besluiten op
het kortwerk van toe j-'.ssing zijn vanaf
1 Juni. Aan kortwerkérs van die bedrij
ven mogen door de Commissies van Opa-
baren Onderstand diensvolgens geen
steungelden meer uitgekeerd worden.
De diensten van den Rijksarbeidsdienst
verschaffen alle gewenscht? inlichtingen.
ZONDAG 1 JUNI: PINKSTEBEN
Zoudt gij dat durven?
Het Laatste Oordeel wordt niet zelden
afgebeeld door een weegschaal, waarvan
de ééne zijde de goede werken draagt en
de andere de zonden en tekortkomingen1
alnaar de balans overhelt, hetzij ten geef
de of ten kwade, wordt het Oordeel uit-
gesproken, en blijft het onveranderd ia
eeuwigheid. Zoudt gij dan? uw Rozen
krans in de weegschaal durven leggen?
Hebt ge het bewustzijn, het besef, uw ra.
zenhoedje dikwijls en met vurigheid tl
hebben gebeden?
Laat ons geen illusie maken; het vurig,
overwegend bidden van het rozenhoedje,
vooral ’s avonds, na de dagtaak, gaat met
van zelf. Het eischt niet weinig van oi®
godsvrucht en aandacht. Wij moeten ons
inspannen, willen wij het met liefde en
vurigheid hidden; willen wij dan tevens
goedmaken de vele, kleine tekortkomin
gen, die wij gedurende den dag bedreven
nebben.
Na onze dood zal men het rozenhoedje
om onze vingers strengelen, als een zin-
nebeeld van onze liefde tot Maria; als
het symbool ook dat wij haar Rozenkrans
vaak en godvruchtig hebben gebeden. Laat
dit symbool dan de waarheid zeggen; laat
het geen leugen zijn, want den eeuwigen
Rechter kunnen wij toch niet bedriegt.
Bidden wij thans vooral hjt Rozenhoedje
met bijzondere liefde en aandacht, opdat
het eens ih waarheid kunne getuigen, dat
wij in de liefde tot Jezus en Maria ge
storven zijn, en voor die liefde ook iets
over gehau I.
des avonds geheel de familiekring behoort
melsche Moeder.
met zooveel gevoel en eerbied sprak
van God, van dankbaarheid, dat die man,
zeggen wij, een verrader, een leugenaar,
een helsche booswicht zoude wezen.
Tegen d’en middag, was Steven genoeg
hersteld, om het bed te verlaten. Midde
lerwijl waren zijn kleederen gedroogd en
had hij er zich mede bekleed.
Zij gingen hem zoowel om het lijf, dat
hij werkelijk den naam verdiende van
kapitein Modepop, die hem Klaas had ge
geven. Zijn bleekheid werd niet aanzien
als het gevolg van een losbandig leven,
maar als het natuurlijk uitwerksel van
diepe smarten; het is derhalve geen won
der, dat hij het medelijden der gevoelige
kinderen opwekte.
Steven, bij het zien van Martha, had
wel is waar iets gevoeld, dat hem hevig
schokte en deed in zichzelven keeren;
maar in den doorkankerden booswicht is
geen vezeltje te vinden, waarop het dank
baar gevoel iets vermag. De liefde zelve,
de zuivere liefde, welke bekwaam is tot
wonderen aan te sporen, is nog enkel een
wulpschheid voor zulk een wanschepsel.
Herman’s menschlievend gedrag zegde
wel tot zijn hart:
Steven, zonder de zelfopoffering van
Herman, waart gij reeds het aas der wor
men. Ver af van u ooit eenig ongelijk te
hebben aangedaan, redt de jongeling u
zonder u te kennen, zonder u te vragen
wie ge zijt en vanwaar ge komt!... Toon
u dankbaar, zooniet ten minste edelmoe
dig jegens hem. Beloon, in alle gevalle,
niet de genoten weldaad met de snoodaar-
digste ondankbaarheid.
Doch weldra antwoordde de booze geest,
die hem van den hoofdschedel tot de hie
len beheerschte:
Wat loon, wat dankbaarheid zijt gij,
Steven, schuldig aan de kinderen van
Hein Ruijter? Niet deze jongman was het
maar de hond die u redde, en hoogstens
zoudt gij volstaan met u jegens het dier
dankbaar te toonen. Wist de jongen wel
wien hij redde? O neen! Had hij het ge
weten, hij zou u den genadestamp hebben
toegebracht. Wat meer is: zijn deze kin-
’k Wil dit feest ook mee herdenken
Met u allen, beste liên.
Een gelukvoi* zal’ge Hoogdag
Van Sinksen aan te biên.
Het staat voluit in de schriftuur:
Wil de gevaren vluchten,
Want anders zit ge vroeg of laat
In droef geween te zuchten.
Blijf ik dus in het hof de Kroon
’k Zou ’t mij beklagen later...
Het zoontje deugt niet, en de boer
Dat is een... gier’ge kater.
EEN HOOGGELEERDE, M. DOW, een
Amerikaansche ingenieur, is enkelen tijd
geleden met ’t nieuws voor de pinnen ge
komen dat de zeeën van onzen aardbol
niet min dan 48 billioen dollar aan goud
bezaten. Hetgeen een gemiddelte maakt
van 24.000 dollars per levende schepsel...
Daarmede zou ’k al voortkunnen.
Maar... er is een maar aan... ’t goud
bevindt zich in de zeeën onder vorm van
goudzouten en nu vraagt die ingenieur
een anderen ingenieur die kapabel is ’t
goud uit die zouten te trekken... en me
neer Dow wacht nog altijd op dien an
deren ingenieur, zoodat ’t voor ons dus
nog ’t moment niet is om op dat goud te
rekenen om onzen ontvanger van belas
tingen te betalen, tenzij er ne redder
moest opdagen onder u, beste Lezers...
maar ’k geloof dat we maar best zouden
’t potje gedekt laten, want:
Als iedereen was even rijk
En iedereen aan tafel gezeten,
Wie zou ’t dan zijn, o! kijk...
Die ons zou brengen... ’t eten?
ETEN RIJMT MET WETEN. En mees
ter vroeg aan kleine Pol of hij soms wist:
Hoeveel sacramenten zijn er?
Geene meer, meester...
Hoe, geene meer?...
Nee, meester, ze hebben gister
laatste gegeven aan Sjarelke Dop.
Och arme! ’t Is waar Sjarelke Dop is
niet meer. Zie dat was nu ne keer een
ventje waarmee da’k goed over de baan
kon. Timmerman van stiel, had hij nen
dekoratie gekregen om nooit van stiel te
zijn veranderd... en dit gebleven was tot
zijn 93’ jaar... om dan eindelijk ’t tijde
lijke met ’t eeuwige te verwisselen. Ge
mocht daar voorbijkomen wanneer ge
wilde, ’s morgens vroeg of ’s avonds laat:
Sjarelke werkte blij en welgezind en zong
altijd. ’t En was wel niet altijd van De
Mooie Molenook niet van J’atten-
draimaar d’er kwam soms n’n Sombre
Dimanchetusschen. Maar ’t was toch
altijd zingen... en daarmee is hij zoo oud
geworden... want
Zingen al werken
Doet ’t herte versterken.
En dat moet u allen, beste Lezereskens
en vrienden Lezers, leeren. Zingen al wer
ken, luister maar:
Is uw hertje toegenepen;
Drijven wolken u door ’t hoofd;
Valt een kruisje zwaar te slepen,
Daar ’t uw levensvreugde rooft;
Zing een heken, fluit een lieken,
En gelijk het zonnig bieken,
Zoemend hier en zoemend daar,
Heeft uw hert weer honig klaar.
Dat bakkertje zoo wit en klein
Zal leeren vliegen aan een garen lijn;
De andere moeten in ’t gareel,
En trekken, trekken lijk den hond Fideel.
Zij ronkten rond zijn ooren zeer,
Zij vielen ritslend in de bladeren neer.
Hij sprong en ving en ving en sprong
En om die rijke .buit zijn hartje zong.
bewegingen te bespieden. Steven kome
alleen met de gevraagde som en met volle
vertrouwen...
Gij begrijpt lichtelijk, dat mij de
geëischte som ontbrak, daarvoor hadden
de roovers te wel gezorgd. Ik liep tot al
mijn vrienden en kennissen; maar het
was reeds vier uur van den namiddag,
vooraleer ik van het noodige geld voor
zien was. Dan zette ik mij te paard en
sloeg den weg in naar Geulle. Ik bevond
mij boven Elsloo, nabij den geitenden
Maasoever, toen het ijs begon te breken.
Ik spoedde mij voorwaarts, zooveel ik
mijn paard kon aandrijven met stem en
sporen, vermeed de diepe wegen, kortom,
ik was nog slechts een tweehonderd stap
pen van hst doel mijner reis verwijderd,
toen ik eensklaps gewaar werd, dat het
Maaswater buiten de oevers was getreden
en onder den buis van mijn paard met
geweld voortstroomde naar den kant van
Geulle. Wat gedaan? Terugkeeren scheen
mij nog gevaarlijker dan vooruitgaan. Ik
zag, op een ge-ingen afstand voor mij, de
schemering van eene lamp; daar waan
de ik mij gered. Op mijn papieren viel
niet meer te denken, daar het huis van
den overzetter reeds met twee tot vier
vot water was omringd. Diensvolgens
bleef mij niets meer over dan mij aan
God te bevelen en op mijn paard te be
trouwen. Het dier liet zich gewillig be
sturen, en koos, al zwemmende, de rich
ting van het lamplicht. Wij naderden ge
durig, zoodat ik mijn redding als zeker
beschouwde, toen een ijsschots met ge
weld tegen het paard en mij stiet, en ons
van elkander scheidde. Ik liet een nood
geschrei, en beval mijne ziel aan God!
Hij stopte er dertig in een doos;
En wat ze wroetten lang en boos,
’t Bleef een gevang met gaatjes fijn
En van ontsnappen ken geen sprake zijn.
zijn, en voor die liefde ook iets
„,_iaa hebben en wezen wij dagelijks
getrouw aan deze sehoone devotie, welke
des avonds geheel de familiekring behoort
te vereenigen voor de voeten onzer He- 1
recht geven op 15 gram van dit produkt,
hetzij het per werkelijken arbeidsdag
verschuldigd rantsoen aan de rechtheb
bende werklieden.
Maatregelen zijn genomen met het oog
op de bevoorrading der gemeentebesturen
in paszegels voor margarine van het
nieuw model, vóór 20 Juni aanstaande.
Op laatstvermelden datum dienen da
werkgevers over te gaan tot de afsluiting
van de loopende rekeningen der personen
die aanspraak maken op de thans in om
loop zijnde zwarte margarine-zegeis. In
overeenstemming daarmede zullen zij
dadelijk een inventaris opmaken van de
door hen afgeleverde zwarte margarine-
zegeis van hetr' huidig model, met ver-
melding van de hoeveelheid ongebruikte
zegels. Vervolgens zullen zij aan den ge
meentelijken raviteilleeringsdlenst de on
gebruikte reserve zwarte margarinezegels
terugbezorgen, samen met een exemplaar
van deze laatste afrekening.
Van 21 Juni af. mogen de werkgevers
nog slechts aan hun werklieden de deel-
zegels voor margarine, van het nieuwe
model afleveren, in voormelde verhou
dingen.
De zwarte zegels van het thans geldend
model, in het bezit van de arbeiders, zul
len hun geldigheidsduur bewaren tot op
5 Juli 1941 einde van het eerstvolgend
rantsoeneeringstijdperk en zullen tot
op denzelfden datum mogen worden aan
vaard.
IBESBBBBBBSBB3BBBBBBSaBB3BSaEZ6a3aaiüaB0BSI3BaaaBSflBBBiiiBBB3
deren de schuld niet, dat gij deze gevaar
lijke reis ondernaamt? Dat gij schier het
leven verloort, moet gij op hun schadelijk
slot stellen. Hebben zij zich thans zorg
vuldig, menschlievend jegens u betoond,
des te beter. Wanneer uwe makkers later
zullen vernemen, hoe standvastig gij ge
bleven zijt, in het midden van den he-
vigsten strijd, dan zal uw gedrag hun
des te verdienstelijker voorkomen. En
Klaas, uw verdoken vijand, zal het voor
werp hunner verachting worden! Uwe
makkers zullen verbaasd staan, wanneer
zij vernemen hoeverre gij uw persoon op
den achtergrond weet te plaatsen, als het
er op aan komt, als kapitein der Bokken
rijders te handelen! Wat zou Klaas lachen
indien hij tot de maats kon zeggen: Gij
ziet wel, dat ik goed profeet was, toen ik
voorspelde dat Hercules op het spinnewiel
zou gaan zitten!...
Het is een op ondervinding gegronde
waarheid, wanneer bij den mensch de
boosheid tegen de jeugd redeneert dat de
eerste, met behulp der driften, altijd ze
gepraalt.
Steven stelde al aanstonds alles in het
werk om door veinzen en huichelen de
oogen zijner weldoeners te begoochelen.
Het water vloeit niet zoozeer uit een ge
slagen opening van het vat, als de woor
den deugd, godsdienst en ook dankbaar
heid uit ’s kerels mond! Zoo won hij het
volle vertrouwen der kinderen, want, de
mensch wordt dan maar terughoudend en
achterdochtig, als hij reeds de speelbal
van bedriegers geweest is.
In den namiddag, bevonden Steven,
Herman en Martha zich in de kamer ver
gaderd. Martha hield zich onledig met
haar breiwerk;, zij zat nabij het weste
lijke venster en zij wierp van tijd tot tijd
hare blikken op den weg, die naar Geulle
leidt, want zij wenschte den ouden pries
ter te zien afkomen. Immers had zij met
een zekere vrees bemerkt, dat de vreem
deling gedurig zijn oogstraal op haar ge
vestigd hield. Het meisje gevoelde zooda
nig de behoefte der herderlijke bescher-
13.
Het is wederom Zondag geworden en
het zal wel eenzelfde Zondag zijn zooals
de andere, met blij klokgelui, met gewas-
sohen en geblonken menschen die ter
kerke gaan.
Na de plechtige hoogmis gulpt het volk,
onder hel dreunend gedaver van het or
gel, door den wijden muil van de kerk
deur naar buiten. Ze dragen in hun klee
deren den geur van wierook en op hun
gezichten straalt de goedheid van den
Zondag. Buiten blinkt de zon als goud en
in de boomen achter' het kerkhof, zitten
vogeltjes te tierelieren. Met volle teugen
ademen de menschen de zaligheid van
den hemel in. Wie zou in deze klare
vreugde nog zwarte gedachten krijgen en
aan een roofdier denken, dat het leven
van onschuldige zielen beloert.
Zelfs Heintje, het zure brombeerke uit
het klooster, vergeet, zijn akelige voorspel
lingen en stil-monkelend slissebeent hij
naar de zonnige dorpsplaats. Ook de graf
maker heeft zijn zwart humeur afgelegd
en met een versche tabakspruim in den
mond, zakt hij af naar de plaats. Het
wordt een breede stoet van lachende,
zondagsche boeren en druk koutende
stielmannen naar de plaats vóór het ge
meentehuis. Daar roezemoezen ze allen
dooreen en wordt het één groot bijennest.
Vóór-het open raam op de eerste ver
dieping verschijnt nu de zware figuur van
Knuppels. Dat doet het bijengebrom nog
hooger aanzwellen en zelfs zijn er lach
buien die luid boven alles uitschetterén.
De boeren herdenken de heldendaden van
hun champetter.
Hij staat daar plechtig en zwaar er
bladert in enkele brieven. Hij schijnt dal.
lachen niet te hooren en wacht zeer rus
tig zijn oogenblik af. Van zelf begint het
geroezemoes te verminderen, dan wendt
Knuppels zijn strenge blikken op het pu
bliek, schrapt §.ens duchtig zijn ruige keel
en begint met donderende stem te lezen.
Dat doet hij zoo eiken Zondag na de
hoogmis en wat hij voorleest wordt be
luisterd door enkele menschen wien het
aanbelangt; de anderen beginnen weder
om door te babbelen. Dezen keer nochtans
belangt het iedereen aan en iedereen
staat dan ook met spannende aandacht
te luisteren. Er hangt een ademlooze
stilte boven de zwarte hoeden der boeren
en door die stilte davert de bevende stem
van Knuppels:
Het College van Burgemeester en
Schepenen maakt aan de gemeente be
kend wat volgt:
Spijts langdurige en moeilijke speur-
tochten is het ons niet mogen gelukken
den ontsnapten tijger van het cirkus
Barnum op te sporen. Aangezien er im-
mei- nog mogelijkheid bestaat dat het
wilde dier in leven is, worden de inwo-
ners verzocht dubbel waakzaam te zijn
en bij het minste onraad het gemeente-
bestuur te verwittigen. Tot nader bevel
Och Wanne-Mieken,zegt hij zoo,
Wat zijt g’een knappe deerne,
Ik zweer het u m’n lieveling
■KBBSIBBEBBBBBBBSBBBBBBaBBBBlBBBBEBBBBBBBBBaBBBaEOBHBBBSSEl
^(ÜIIIIIIIIIIIIIIIIIM van 31 Mei 1941- Nr 23-lllllllllillill!llllllllllllllllllllllllllllllll''=
Biiiiiiiiiiiiunililiiiiliiiiniiiiiiiiliiiiliiiiililiiiiiiim
Herman, bij het hooren van dezen
naam, verbleekte.
Steven ging voort:
Over veertien dagen brak een tal
rijke bende roovers in mijn huis, bond
mij en mijne huisgenooten op de wreed
aardigste wijze, waarna zij mij al de kost
baarste voorwerpen ontroofden, als zilver,
goud, lijnwaad en kleederen, in een woord,
alles wat onder hunne handen viel...
Daarbij lieten het de booswichten nog
niet. Een hunner eene kas opengebroken
hebbende, vond er al mijn titels en huis-
papieren in; hij ontstal mij deze, met het
inzicht mij den laatsten duit af te per
sen, zooals weldra moest blijken. Den
volgenden dag liet ik op al de omliggende
gemeenten afkondigen, dat ik duizend
Luiksche guldens uitloofde, met belofte
van eeuwige geheimhouding, aan den-
gene die mij titels en papieren terug be
zorgen zou. Twaalf dagen verkeerde ik in
de uiterste verlegenheid en gaf reeds alle
hoop op ze nog ooit weer te zien, toen
gisteren morgend een mijner dienstboden,
op mijn voorhof een briefje vond, dat
daar over de poort geworpen scheen en
het volgende inhield: «Indien Steven
Doodrijk zijne titels en huispapieren wil
terug bekomen, zoo begeve hij zich dezen
avond, juist op slag van zeven uur, (ge
heel alleen, wel te verstaan), naar het
dorp Geulle, ter zuiderzijde van de wo-
.ning des overzetters, hij legge daar aan
den voet van den grooten olmenboom dui
zend patakons neder in eene beurs, en
op datzelfde oogenblik, worden de be
doelde titels overgeleverd. Te vergeefs zou
het zijn, zich te wapenen bf te doen ver
gezellen, er zijn oogen genoeg, om al zijne
Wil niet grijnzen, wil niet kniezen
Om wat zorgen om wat pijn;
Wil daaraan geen klacht verliezen;
Beter1 blij en moedig zijn!
Zing een lieken, fluit een lieken
En, gelijk het zonnig bieken,
Doe ook gij, m’n Lezerschaar:
Houd uw hartje eeuwig gaar.
IN DEN TREIN viel een reiziger zijn
mede1 agiers met allerlei verhalen las
tig. 7 1st hij beter en van alles was
hij u.l.’tekend op de hoogte.
Eindelijk werd het een ander passagier,
die langen tijd had zitten toeluisteren,
te machtig...
Gij en ik weten alles wat er op de
wereld bestaat, zei hij tegen dien las-
tigaard.
Hoezoo?
Wel, zooals ge zelf zegt weet ge alles,
behalve dat ge zelf een ezel zijt, en... dat
weet ik!...
ARBITERS VAN DE VOETBALVELDEN
Koene, stille helden,
Denk niet da’k met u nu spot
Maar ’k heb kompassie met uw let!
Arbiter zijn is voor ’t oogenblik een der
gevaarlijkste beroepen die der bestaan,
’t gaat zooverre zelfs dat ze in Amerika
allen een verplichte levensverzekering
moeten nemen, want in ’t laatste sport
jaar zijn er, naar ’t schijnt, niet min
dan 18 arbiters om ’t leven gebracht en
zijn er 7 spoorloos verdwenen.
Bij ’t omspitten van een voetbalterrein
hebben ze, natuurlijk weer in Amerika,
een geraamte gevonden waarvan nage
noeg alle beenderen gebroken zijn. Men
tracht nu de indentiteit van dezen spoor
loos verdwenen en begraven man vast te
stellen en... als men nu nog een fluitje
in de omgeving zal zien te vinden, is ’t
wis en zeker een scheidsrechter geweest
die na de match daar is gelynchtge
worden
VADER EN MOEDER waren doende
over hun dochter.
Ja, zei moeder, ’t wordt tijd dat we
ons dochter trouwen.
Ba ’t en noet, zei vader, laat ons
liever nog wat wachten tot we den ge-
pasten man gevonden hebten.
Noe-me-noen, zei moeder, ’k en heb
ik daar ook niet achter gewacht?...
T DIEPST VERLANGEN van het harte
Door geen woord veropenbaard
Wordt dan op het onverwachte
Door een zielekus verklaard.
Kus vol passie en begeeren
Zie vervolg hiernevens "Sf"
Vraag aan uw Briefdrager
een Abonnement op
Verder weet ik niets meer. Thans moet
ik gelooven dat mijn angstkreet door God
aanhoord werd, want hij zond mij een
redder in u, mijn jongen vriend. Mijn
lot is niet geheel wanhopig, daar ik de
aandacht van menschenvrienden waardig
ben bevonden. In het midden der ram
pen, die op mij nederstorcen, ben ik toch
gelukkig te achten, dat ik het behoud
mijns levens aan u moet danken.
De onachterdochtige kinderen geloof
den dit samenweefsel van leugentaal en
gevoelden een diep medelijden met den
drenkeling. Herman bijzonder was in zijn
ziel getroffen. Hij had den man gered;
hij poogde ook de gewaande som van dui
zend patakons te redden.
Op zijn verzoek begaven zich de vis-
schers van Geulle met hunne schuiten
overal, waai- zij gissen mochten, dat het
paard in het water zou kunnen gevonden
worden... Zeggen wij evenwel, dat deze
lieden tegen den avond terugkeerden,
zonder geld noch paard te hebben ont-a
dekt, daar het dier, van zijn ruiter ont
last, zich met zwemmen had gered, en
reeds voor het middernachtsuur aan de
poort van Steven’s woning te Schinnen
stond. De lezer beseft genoegzaam, dat
Steven met een verdoken genoegen het
niet vinden van het paard vernam, want
zijn alleszins in leugens zeer vruchtbaar
brein, zou maar moeilijk hebben kunnen
verklaren, hoe men het paard en niet het
geld had weergevonden.
Thans mocht de booswicht inwendig
zegepralen, want had hij zich op weg be
geven, om te Geulle een samenkomst te
hebben met een lid zijner bende, wiens
bedoeling was, hem, kapitein der Bokken
rijders, in aanraking te brengen met de
kinderen van Hein Ruyter, hij mocht
thans geen oogenblik twijfelen, of het
toeval had hem boven wensch gediend,
daar het zien van Martha hem de voor
stellende woorden van Klaas voor den
geest bracht.
De kinderen waren zonder achterdocht.
Wien ook zou het in de gedachten komen,
dat een man. die er zoo deftig uitzag, die
Heel vroeg in het voorjaar kan de
spinazie reeds op de markt worden ge
bracht, daar ze voor haar ontwikkeling
slechts weinig warmte noodig heeft, zoo
dat de kweekers in Januari en soms zelfs
al in' December gaan zaaien. De kweeker
geeft zich veel zorg om ons in het prille
voorjaar al van de malsche blaadjes te
laten genieten. Hij gebruikt ten eerste
buitengewoon veel zaad, teneinde een te
groot verlies te voorkomen, voorts zoekt
hij beschutte plaatsjes uit aan den zuid
kant van muren of schuttingen en ten
slotte voorziet hij de plantjes van dé
noodige voedingsstoffen.
Spinazie moet om er den geheele zomer
over te kunnen beschikken, telkens op
nieuw worden gezaaid. Verdient de spi
nazie nu uit voedingsoogpunt al deze zor
gen?
Een portie spinazie van 250 gr., op het
bord gewogen, heeft rauw een gewicht
van 403 gr., daar deze groente sterk
slinkt. Een dergelijke één-persoons por
tie bevat ongeveer 10 gr. eiwit, dus even
veel als 50 gr. of J4 ons vleesch. De spi
nazie bevat bovendien de kostbare mine
ralen .waaronder vooral het ijzer een be
langrijke plaats inneemt, de vitaminen A,
BI en C.
De spinazie moet zoo versch mogelijk
worden gebruikt. Men heelt nagegaan,
dat spinazie, die drie dagen in een groen
tenwinkel bewaard werd, reeds 80 per
cent van het vitamine C gehalte verlo
ren had. Het is dus geenszins onverschi-
lig, in welken staat de groente gekocht
en genuttigd wordt. Een plant is een le
vend organisme, waarin dadelijk nadat
het van den wortel is afgesneden, belang
rijke afstervingsprocessen beginnen. Hoe
minder ver deze processen zijn gevorderd
op het oogenblik, dat wij de plant nutti
gen, des te vollediger is de groente voor
ons als voedingsmiddel. Het komt
daarom op aan, de groente zoo versch
mogelijk te gebruiken.
Er bestaat een groot verschil tusschen
bladgroenten, waartoe de spinazie be
hoort, en de aardappelen, wortelen, kool
raap en bieten. Deze laatste behouden
nog langen tijd na het oogsten leven en
groeikracht, terwijl de bladgroenten on
middellijk afsterven. De huisvrouw kan
dit afstervingsproces stuiten door de ge-
wasschen en goed uitgeknepen spinazie
zoo vlug mogelijk aan de kook te bren
gen. Nastov.en en veel omroeren is uit
den booze, daar dan door langdurige ver
warming en aanraking met de lucht voe
dingstoffen verloren gaan. Het overtol
lige vocht bindt men of gebruikt men in
soep.
Een in ons land niet zoo bekende, doch
heel gezonde en smakelijke manier om
spinazie op te dienen, is in den vorm
van sla. Hiervoor heeft men een veel
kleinere hoeveelheid groenten noodig dan
voor het koken, hetgeen de huishoud-
portemonnaie ten goede komt. Men zoekt
de spinazie zorgvuldig uit en wascht ze
tot ze geheel zonder zand is. Laat ze zoo
droog mogelijk uitlekken en snijdt ze
zeer fijn. Als sausje gebruikt men een
weinig hangop, eventueel kwark, pikant
1BBBBBBBSBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
Die naar hooger sfeeren voert
En twee harten met de banden
Van de liefde samensnoert.
Moeder kust haar kindje
Zoet en zacht
Als haar grootste schatje
Goeden nacht.
’t Ventje kust z’n vrouwken
En even gauw
’t Vrouwken kust hem weder
Kus van trouw.
’t Liefje laat haar kussen
Duizend keer
En denkt in haar eigen
Kus nog meer...
Maar aan alles komt er een einde...
Zoo komt ook ons Kalenderken van dees
weke.
Zondag 1 Juni: Sinksen: SS. Nicodemus.
Nina. Laura. Theobald.
Wie bij profijt voegt zoet vermaak
Naar zijn verstand, die treft de zaak.
Maandag 2 Juni: Tweede Sinksendag.
SS. Marcellus. Eugenius. Petrus. Eras
mus.
Het is heel lief, en 't dcet hem baat
Die zonder schuld te bedde gaat.
Dinsdag 3 Juni: SS. Clotildis. Adelbertus.
Justina.
Hij zal het meeste goed vergaren
Die zoet met nuttig weet te sparen.
Woensdag 4 Juni: SS. Antonia. Marga-
reta. Saturnina.
Men kent de waarde der gezonheid niet
Dan als zij u door ziekten eens verliet.
Donderdag 5 Juni: SS. Bonifacius. Va
leria. Hildebrandis.
Zet teer naar neer,
Houdt maat naar staat,
Wees net gekleed
Maar niet te breed.
Vrijdag 6 Juni: SS. Norbertus. Bertran-
dus. Claudus.
Houdt uw driften in bedwang,
Die matig loopt, loopt doorgaans lang.
Zaterdag 7 Juni: SS. Valentinus. Ro-
beftus.
Velen zeggen’t Is niet goed
Ziet dat gij het beter doet.
EN NU M’N BESTE LIEDEN
Wordt het tijd dat ik weer sluit,
’k Neem de eer u aan te bieden
Eenen groet... ’t Is daarmee uit.
’t Manneken uit de Maan.
(Overname, zelfs gedeeltelijk, verboden).
Vraag aan uw Briefdrager
DE POPERINGENAAR
- CO?-
gemaakt met peper, zout, preis en des-
gewenscht wat aroma.
De beteekenis, die het nuttigen van
versche groenten voor onze voeding heeft,
maakt het noodig, dat men zich een ze
kere matiging in het gebruik van «in
maak» oplegt.
De verf vafi gekleurd zijdepapier kan
men gemakkelijk uit dit papier verwij
deren. Men kan deze verf dan uitstekend
gebruiken voor het verven van kraagjes,
blouses en andere fijnere kleedingsstuk-
ken. Bij het «inrichten» van zoo’n verf-
bad moet men echter wel zeer zorgvuldig
te werk gaan. Men verkreukelt de vel
letjes zijdepapier
een kommetje en
over. De kleur wordt dan volkomen door
het water opgenomen en het papier wordt
geheel wit!
Men neemt nu het papier weer uit het
water, doch let er dan tevens goed op,
dat er geen kleine, afgescheurde of af
geweekte stukjes- achterblijven in het
bakje. Zulke kleine stukjes kunnen na
melijk leelijke vlekken veroorzaken in
het goed dat moet worden geverfd. Men
verdunt‘vervolgens het kleurbad door toe
voeging van water, tot men de gewensch-
te sterkte heeft bereikt, en probeert dan
eerst met een klein lapje, of de verf wer
kelijk goed is, en of men al de handig
heid heeft in het verven.
Door verschillende gekleurde papiertjes
kan men de meest uiteenloopende tinten
verkrijgen. Wenscht men bijvoorbeeld
een abrikozentintje, dan gebruike men
een rood en oranjekleurig velletje papier.
Natuurlijk kan men ook allerlei andere
kleurencombinaties maken. Na eenig ex-
perimenteeren komt men er spoedig ach
ter, welke resultaten men dan kan ver
krijgen.
.Het is altijd goed een fleschje ammo
niak bij de hand te hebben. Wij kunnen
er veel mee doen en nog meer mee ver-
Jielpen.
Het geschilderd houtwerk verkrijgt
weer de glans van nieuw, als wij in het
water, waarmee wij het hout willen af
sponsen, een scheut ammoniak gieten.
Lampekappen, die door vliegen ver
ontreinigd zijn, kunnen wij weer schoon
krijgen als wij de vlekken met een .watje,
gedrenkt in ammoniak, behandelen.
Kammen en sponsen, die vuil en vet
geworden zijn, kunnen wij het vlugst en
het best reinigen door deze voorwerpen
in een bakje met ammoniak te leggen.
Mantels en kleeren kunnen wij ont-
vlekken door deze kleedingsstukken te
borstelen met een mengsel van ammo
niak en water, en wel één deel ammoniak
en negen deelen water.
Wanneer wij wollen ondergoed mooi
van kleur willen houden doen wij in het
lauwe zeepsop een scheut ammoniak.
Linnen goederen, die door het lang
liggen geel zijn geworden, worden weer
helder wit als wij ze wasschen in een
sop, waaraan ammoniak en peroxyde zijn
Tot tegenbericht is de aankoop, de ver
koop en de voortverkoop van hout op
stam in de bosschen en in de omheining!-
beplantingen die aan het boschregiun
niet onderworpen zijn, verboden.
Door den Directeur der HoutcentralJ
kunnen desgevallend afwijkingen van d»
besluit toegestaan worden.
--«o»-
Blijkens een besluit van 23 dezer, is d«
in- en uitvoer van papier van dien dag
af slechts toegelaten met goedkeuring van
het Ministerie van Ekonemische Zaken.
-«o»-
In het Staatsblad is een besluit ver
schenen waarbij verbod wordt opgelegd
zekere niet-ijzerhoudende metalen te ge
bruiken in het bouwbedrijf.
Dit verbod slaat o.m. op verschillende
vormen van gebruik van tin, soldeertin,
zink en zinklegeeringen, enz., o.m. voor
zekere dakwerken, aanleggen van bui
zen, enz.
Dit besluit is ook van toepassing op ze
kere onderdeelen in het bouwen, vervaar
digd uit aluminium, magnesium en huu
legeeringen.
Wie de zaak aanbelangt, raadplege het
uitgevaardigde besluit.
SBBBBBBSISliaaHBaiIBBSSlBSIIlBHll
met STALEN pen
met GOUDEN pen
te bekomen bij
SANSEN-VANNESTE, Poperinga
IBBBBBSBBESiaKBBIiaüiaaMHanil
en bezat daarenboven al te veel men-
schenkennis, dan dat hij zich met gissin
gen zou bezig houden. Van zijn jeugd ti
was hij gewoon, langen tijd en rijpelijk
te overwegen; maai- aan ook rap te han
delen, waar rapheid vereischt werd... Met
voorbarigheid had hij nooit veel zien te
weeg brengen; ook was zijn gewoon
spreekwoord
Haastige spoed, zelden goed; Wij'
ze raad, halve daad...
Mijn jonge vriend, gij hebt uw leven
blootgesteld aan een groot gevaar om u«
evenmensch te reddenmaar uw werk
Is des te schooner en verdienstelijker m
de oogen van den Alloonder, zoowel als P1
die van de menschen. Het is waar, indien
ik u wel ken, mijn vriend, dan hebt 8e
nog op de dankbaarheid van uw reddin!
noch op den lof der menschen gerekend-
Dit belet niet dat gene een aterling zo»
zijn, indien hij ooit de weldaad vergat!
en dat hij van de menschen hulp maï
verwachten wie zich behulpzaam getoond
heeft jegens hen.
Steven was fijn genoeg om te begrijpen,
dat deze bewerkingen meer tot hem d»1'
tot Herman gericht waren... Maar w9;
hij reeds herkend door den grijsaard'
Om het even, hij besloot oogenblikkeli?
den pastoor door ronkende woorden
begoochelen.
Hij plooide zijn gelaat in een weemoe'
digen plooi en sprak dan op zelfachU6eB
toon:
Ja, eerwaarde man, ik moet beg“’
nen aan u mijn dank te betuigen, om’
gij mij aan mijn plichten herinnert. V
zen jongman >bsdank ik van harte
mijn redder en weldoener... Versop
mij nochtans, mijn dierbare jonge vhe',
indien woorden te kort schieten, o®
te drukken wat mijn hart gevoelt.
Hier ’begon Steven de oogen te wru
om er tranen uit te persen.
Ct VerW>
mag niemand zich ver In de bosschen
begeven en moeten de kinderen zoo
dicht mogelijk bij huls gehouden wor-
den
Oef! Daar hebt ge het weer. Het ge
dacht aan dien verwenschten tijger is nog
eens opgeflakkerd en de sehoone belofte
volle Zondag voorgoed vergald. Triom-
fantelljk zit Knuppels daar boven met
zijn brief en kijkt van uit zijn hooge post
met glorievolle blikken neer op de stille
hoeden. Het blijft nog een tijdje stil. De
menschen kunnen dat zoo ineens niet
verteren en kijken elkaar verbauwereerd
aan. Stilaan ontdooit die eerste versla
genheid en de tongen komen wederom los.
«Wat willen ze ons nu nog bang
maken; de tijger is toch al lang dood!
«Ja, de champetter heeft er al een
stuk of vijftig doodgeschoten
Wat heb ik altijd gezegd, kraait Hein
tje. Zulke beesten gaan zoo gauw niet
dood
En zoo wordt er maar doorgedraven
over den tijger en den tijger. Knuppels
leest nog iets anders af, maar zijn don
derstem verzwindt in het geraas van hon
derden andere stemmen. Ze doen precies
of ze vroolijk zijn, de menschen, maar
achter hun lachend gezicht zit een ge
heime schrik verborgen.
Opeens komt er een wonderlijke ver
warring in dien hoop menschen. De ach
terste rijen worden uiteengegooid. Een
vluchtende man dringt naar voor. Zijn
gezicht is schrik-wit, zijn oogen staan
groot en hard en zijn hijgende adem doet
de witgerande neusvleugels geweldig
opensperren. Het is de secretaris. Hij
gooit de boeren op zij en holt het gemeen
tehuis binnen. Daar is hij al boven en
zijn schrikgezicht springt vóór Knuppels.
Hortend en stootend kan die witte secre
taris er enkele heesche woorden uit
schreeuwen
«Menschen!... Menschen!... Luis
tert!... De tijger... de tijger... loopt in de
weide van boer... Piepers!
DE MEIKEVERS
’t Was op een avond warm en zwoel,
’t Was langs een haag van beuken koel,
Dat daar een jongske loerend sloop
En ’t land der kevers binnenkroop.
31 Mei
1 Juni:
2 Juni:
3 Juni:
4 Juni:
Donderdag 5 Juni:
Vrijdag 6 Juni:
Eerste kwartier 2° Volle maan 9”
Zomer-Traan voor de Kinders
tegen verzwakking, gebrek aan eetlust,
zenuwstoornissen, misgroeiïngcn.
Beste verkloekingsmiddel.
Apotheker KINGET-OPSOMER
Veurne.
zijn toegevoegd.
Daar de mieren in den tuin heel wat
last kunnen berokkenen, willen we hier
tijdig wijzen op enkele middelen die
kunnen aangewend om dat lastig volkje
te vernielen of verdrijven. Wij sommen
ze eenvoudig op alleen wat nader uitleg
gevend, waar dit volstrekt noodig blijkt:
1. - Op tafelborden een mengsel uitzet
ten van borax en suiker, in kokend wa
ter bereid.
2. - Hetzelfde met een
potasch en suiker.
3. - Een mengsel van suiker en fijne
zwavel op de door de mieren bewoonde
en bezochte plaatsen uitstrooien.
4. - Fijn gesneden, vochtige en schim
melende citroenschillen op die plaatsen
uitleggen.
5. - Petroleum gieten in de gaten
de mieren.
6. - Kervel steken in de openingen die
toegang geven tot de mierennestenbin
nen de 24 uur verlaten de mieren hun
verblijf.
7. - s’ Avonds, bij regen of groote hitte,
nadat de mieren in hun nest zijn, al de
uitgangen, op één na, dichtstoppen en
in dien eenen kokend water of een sterke
oplossing van ijzervitriool gieten.
8. - Een spons ih suikerwater dompelen
en uitleggenzoodra deze vol mieren zit,
ze in heet water onderdompelen.
9. - Omgekeerde bloempotten uitzetten,
opdat de mieren hierin hun nest zouden
maken.
10. - Parijsch groen uitstrooien in de
gangen die naar de nesten voeren.
IBBBBBBflBKBBBBBBBBBBBBBBBaBB
- ZON
onder
21.45
21.46
21.47
21.48
21.49
21.50
21.51
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag