RADIO’S
Albert Schmielt
OnJKOTD£RHO£KJEli
liOlililjyiilJDEItS
I AlRadio’s Zaklampen
IOO AH
Ons Vrouwenhoekje
-co»-
1
RECHTBANK VAN IEPER
VOOR ONZE KLEUTERS
I
I
Late van Accumulatoren v. Radioapparaten
DE HELDENDADEN VAN
KNUPPELS
^rovensEecmwH® Poperiisge
VERBEELDING BIJ HET
KIND
I
I
LITURGISCH KALENDER
DE VERDUISTERING
B
MAAN
Verkoop en Herstelling van
Ome. Verdeeler
<1 Vertik
door ECREVISSE
<DE POPERINGENAAR van 14-6-41. 8« BL
II
Handelsregister leper 11669
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiim
GEWAARBORGD KAASSTREMSEL
B
IBBBBBBBflBBBBBflBBBBBBflBBBBB^
RABARBERMOES
ZUINIGE KEUKEN
LENTETAART
-
hetmannike
UIT DE
Leugen, bedrog en lagen
J
I
A.
t
de drie
■a...
opnieuw
[len
■s.
'g ander ding,
erf» 't aan ’t
dit alles
hierop te
gaan.
ver-
Vrijdag
i w
- ZON
op i
5.29
5.23
5.28
5.28
5.28
5.28
5.28
Zaterdag
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
onder
21.57
21.57
21.58
21.58
21.59
21.59
21.59
.n
JANSSENS HEEFT een nieuwe be
trekking gevonden en bij 't in dienst tre
den, vraagt hem zijn nieuwe patroon
En... ge drinkt gij ook zeker gaarne
een druppelken
Hcu, mijnheer, vraagt Janssens voor
zichtig... is ’t een uitnoodiging of een
verhoor?
Laten wij eerst de zaak in geheel
haren omvang beschouwen. Ik ben nog
mijne belofte niet nagekomen, te bewijzen
wat ik voorzette. Luistert kinderen: toen
ik u gisteren den naam van Steven Dood
rijk hoorde uitspreken, rees al aanstonds
bij mij het vermoeden op, dat deze kerel
deel uitmaakte van de Bokkenrijders-
bende. Ik spoedde mij snel naar huis,
ten einde een bundel papieren te raad
plegen, welke in mijn bezit is. Ik ont
dekte weldra den naam van Steven’s va
der met de volgende aanteekening: Deze
kerel werd hoofdman in 1722. Hij heeft
een zoon, die, thans (1732) twintig jaar
oud is; nog zoo jong, en reeds losbol, on
tuchtig en godloochenaar. Wat hoofdman
zal de vader aan de bende overleveren,
als hij sterft? Hij staat op het punt ge
neesheer en heelmeester te worden; diens-
volgens zal hij weldra al de hoedanig
heden bezitten, die voor zijn aanstaande
vak vereischt worden...
Al deze samenloopende omstandigheden
bekleeden zou; hij zou Bokkenrijder zijn! deden mij sidderen; doch ik miste nog'
altoos de noodige verzekering die ik wilde
hebben, vooraleer een vast besluit te ne
men. Deze- zekerheid liet zich, helaas, niet
lang wachten...
Ik zat nog bezig met bij lamplicht
mijn papieren te doorzoeken, toen op
mijn voordeur werd geklopt. Mijne dienst
meid opende. Een vermomde persoon trad
in mijne kamer, wierp een snellen oogslag
op mij, sloot de deur achter zich toe en
ging tegenover mij plaats nemen aan de
tafel... Gij kunt lichtelijk denken hoe
verbaasd ik zat te kijken. Mijn verbazing
hield al aanstonds op, toen de geheimzin
nige bezoeker tot mij zegde:
Eerwaarde man, gij zijt zeker ver
wonderd over de zonderlinge wijze, waar
op ik mij hier vertoon. Ik zou uwe rust
geëerbiedigd hebben, indien ik niet een
werk van liefdadigheid moest verrichten.
Met zulke zending, indien ik me niet be
drieg, is men bij u, eerwaarde, altoos
welkom. Vooral moet zulks het geval zijn,
als men komt om uwe parochianen te
bewaren voor ongelukken.
ben! Maar wee! driemaal wee over hen,
als zij hem het minste vertrouwen schen
ken!... Hij is in staat om het'zijn redder
als een misdaad aan te reksnen, dat hij
door den jongman gered is geworden!
Op mijne vraag hoe en waarom ik
weten kon, dat hij waarheid sprak, ant
woordde mij de zonderlinge bezoeker in
volgender voege:
Ik heb u reeds verklaard, eerwaarde
heer, dat ik enkel gekomen ben om een
liefdadig werk te verrichten; thans voeg
ik er nog bij; dat ik noch van u, noch
van de kinderen Ruyter eenig loon ver
wacht. Ik stel mij bloot aan de wraak
van Steven; maar ik veracht den kerel te
zeer om hem te vreezen...
Ik verschijn vermomd voor u, en deze
omstandigheid moet u verdacht voor
komen; doch weet, dat ik met ontblooten
aangezichte voor u staan zou, indien ik
voor mij alleen moest duchten: de minste
onvoorzichtigheid zou aan de uiterste ver
volgingen personen blootstellen, welke mij
dierbaar zijn, en dat wil ik vermijden...
Ik begrijp evenwel en eerbiedig uw wan
trouwen; ik had er mij zelfs aan ver
wacht; daarom ook is het, dat ik mij met
ontegensprekelijke bewijzen heb gewa
pend.
De vermomde stak zijn rechterhand
onder zijn grijzen kiel en haalde een pak
je uit, hetwelk hij voor mij op de tafel
plaatste met deze bijvoeging: Deze pa
pieren vertrouw ik aan uwe voorzichtig
heid toe; doorloop dezelve nog dezen
avond en gij zult zien of ik de waarheid
heb gesproken. Gij moogt er slechts ge
bruik van maken, om de kinderen van
Hein Ruijter te redden, in het uiterste
gevaar, wanneer alle andere hoop op red
ding moet opgegeven worden. Bewaar ze
en geef ze nooit terug dan aan dengene
die de beide woorden; wraak en verlos
sing uitspreekt...
De man stond op en maakte zich ge
reed om te vertrekken, toen ik hem vroeg:
Maar wat tegendienst kan ik u nu
bewijzen om mijn dankbaarheid te too-
nen voor deze weldaad Jegens brave pa-
EEN VERHOOR WAS ’T OOK eiken
avond als Miel tusschen de lakens lag.
Miel, zijn de lichten uit, vroeg ze.
Ja, vrouw, zei hij.
En hebt ge de stoof nagezien?j
Ja, vrouw.
En hebben de planten water gehad?
Ja, vrouw.
En hebt ge de kat buiten gelaten?.
Ja, vrouw.
En is alles gesloten voor de nacht?
Als ge uwen mond toe houdt, ja,
zei Miel, en geeuwen was geeuwen!
ZIEN GEEUWEN DOET GEEUWEN
en opdat ge ’t niet zoudt vangen ga ik
U vergasten op een gedichteken in m’n
jonge jaren gemaakt voor ’n trouwfeest.
Ge kunt het, beste Lezers en Lezerekens,
misschien ook wel eens gebruiken... ge
moet er wel nu met tweeën zijn, maar
allei. kompagnie heb je op een bruilofts
feest rap gevonden, ’t Gaat over;
JAN DE MOSSELMAN
(Jan komt op met Trien. lïeiden gekleed als
venters die met mosselen op de baan zijn. Krui
wagen waarop zak met mosselen. Beiden zingen
een regel. Trien begint).
I.
Om een boterham te winnen
Wist ik niet meer wat beginnen
Voor ons gastjes allegaar
Een dozijntje bij mekaar...
Eten kunnen ze als bereh
En verslijten hunne kleeren...
Of dat ik ook vloek of kijf
’t Hangt in vodden aan hun lijf...
Samen: Voor ons gasten klein en groot,
zij die altijd doen wat hun vrouw vraagt...
en zij die niet getrouwd zijn.
Edoch, eenen raad wil ’k geven
Gij die staat in ’t huwelijksleven.
Wilt ge steeds gelukkig zijn,
Doe dan water in uw wijn.
Blijf toch niet gedurig zeuren
Och, wat zal er toch gebeuren
Maar hoop vast en met betrouwen
En ge zult het nooit berouwen
Dat na lijden komt verblijden
En het waar geluk voor beiden.
JANTJE HAD 5 VLIEGEN GEVAN
GEN, 2 mannetjes en 3 wijfjes.
Hoe weet ge dat zoo juist, vroeg
z’n vader, dat het 2 mannetjes en 3 wijf
jes zijn?
Wat is de verbeelding?... Het is een
vermogen dat de beelden van voorwerpen
bewaart, weder oproept, en door associa
tie van oude beelden nieuwe schept.
Kinderen beschikken over een ruste-
looze, hevige verbeelding. Maar ‘mogen de
ouders die kinderlijke fantasie vrijen
teugel geven? Neen, het zou niet alleen
onverstandig, maar zelfs zeer gevaarlijk
zijn, het kind zou heel z’n leven de ge
volgen van die ongebreidelde verbeelding
idragen.
Is er een wezen dat zooals het kind de
levenlooze dingen bezielen kan? Een stoel
of een stok wordt een paard. Een lap
wordt een pop. Wit zand dient voor bak
meel. Praat met de pop over zaken die
het in zijn omgeving hoorde. Welnu, juist
omdat het zoo weinig denkt wordt het de
speelbal, de slaaf van z’n fantasie!
Die kostbare verbeeldingsgaven moeten
de aandacht zeker gaande maken. Hoe
zullen we daarover te werk gaan? Vermits
de verbeelding doorgaans vurig is, ver
schaf aan het kind, om richting' te geven
aan de fantasie, alleen spelen en speel
goed waarmee het graag speelt, en waar
bij de verbeelding gezond voedsel krijgt.
Maar het kind speelt niet altijd. Het
praat ook en zelfs zonder veel moeite.
Terwijl het vertelde over wat het zag,
hoorde of voelde, werkt z’n verbeelding
en krijgen we een verhaal dat niet heel
nauwkeurig de waarheid dekt. In deze
gevallen zegt U dat het kind liegt. Maar
hoeveel groote menschen zijn in staat
met juistheid te vertellen hoe een onge
luk gebeurde dat ze zelf bij woonden? En
kinderen dan? Kunnen die dan niet eens
verkeerd vertellen?
Zeg niet te vlug het kind liegtPlet
is immers z’n rijke fantasie niet meester
en gelooft zelf wat het zegt. Straf ook
niet te vlug. U zoudt het kind in de war
sturen en dan er een bewust leugenaar
van maken. Wijst het met takt terecht.
Leert het zoodoende aandachtiger toe te
kijken, om bij het vertellen steeds meer
en meer aan de waarheid getrouw te zijn.
Dan hebben we nog een voornaam fac
tor die groote menschen dikwijls schijnen
Vergeten te hebben, namelijk Ergernis
Let u voldoende op uw gesprekken in het
bijzijn van kinderen? Houdt u ze weg
van vertooningen die hun verbeelding
vergiftigen? Om aan uw verantwoorde
lijkheid te ontsnappen zegt u misschien:
Kinderen letten daar niet op of Die
vertooningen begrijpen ze niet
Hoeveel kinderen werden niet zedelijk
vermoord door gesprekken van achtelooze
groote menschen. door zoogezegde on
schuldige vertooningen? Het kind hoort
en ziet veel meer dan sommige ouders.
En men is niet bij machte, de eens ge
prikkelde verbeelding van het kind stil
te leggen of te begrenzen.
De verbeelding vraagt dus veel aan
dacht van de opvoeders. Daarom zullen
ze zooveel mogelijk de fantasie bezig
houden op een gezonde manier.
Vertelt veel, mooie verhalen, zonder
Zomer-Traan voor de Kinders
tegen verzwakking, gebrek aan eetlust,
zenuwstoornissen, misgroeiïngen.
Beste verkloekingsmiddel.
Apotheker KINGET-OPSOMER
Veurne.
cen
ten hebt zonder ze te verdienen dan jeu
ken dikwijls de vingers als ze er ’n hoopke
zien liggen, 't Was onlangs geleden te
Brussel ook zoo. Zes verkoopsters en
verkoopers uit een groot magazijn von
den ook dat 't gemakkelijker was centen
te verdienen...
ze
Zie, Herman,
teren Steven Doodrijk van een zekeren
dood verlost, hem als een vriend, wat zeg dig, ging de priester door, om Steven
ik, als een broeder bejegend en behan- -J— J— 1•- l~ -
deld? Gij hebt hem hooren spreken van
God, van plichten, van dankbaarheid, als
of hij God, plichten en dankbaarheid m
zijn ziel geprent droeg?... Nochtans is het
zeer goed mogelijk dat gij den hoofdman
der Bokkenrijders, gered en gehuisvest
hebt.
Ónmogelijk, onmogelijk! riep Herman
uit, voor zulke afschuwelijkheid kan Ste
ven Doodrijk niet bekwaam wezen.
Ónmogelijk! hervatte de priester met
aandoening, er was voor mij ook een tijd
dat ik deze mededeeling zou bejegend
hebben met het woord onmogelijk... La
ter heeft de ondervinding mij geleerd het
woord onmogelijk met spaarzaamheid te
gebruiken... Om u niet te verschrikken,
sprak ik even in den zin der mogelijkheid,
thans moet ik u ronduit zeggen: Herman,
gij hebt Steven Doodrijk, den hoofdman
van de Bokkenrijders, gered en gehuis
vest! Gij wilt ongetwijfeld bewijzen heb
ben; ik zal ze u geven. Gij moet begrijpen,
dat Ik eerst het ergste geopenbaard heb.
Daar gij het gevaar kent, laten wij han
delen met koelbloedigheid over de be
hoedmiddelen. Op dezen oogenblik zijn
overleg, voorzichtigheid, in alle geval on
verschrokkenheid noodig; neerslachtig
heid die komt In het geheel niet te pas!
Als de booze waakt, mag de vreedzame
niet slapen!
Maar, wierp Herman op, wat bewijst
u dat Steven een monster is?
Is er dan geen betemis te hopen van
.Wega dien man. viel Martha sidderend' in
blijven om ze te doorpeilen. Het helpt
niets, er komt geen tijger uitgekropen.
In zijn groote angst vergeet Knuppels dat
het toch maar een. klein tijgerken zou
mogen zijn om zich te kunnen verbergen
achter zulk een hoopje gras.
Maar... maar... wat is dat ginder? Dat
gras beweegt. Wat zit daar verborgen?
Reeds is de reikende kop haastig weg
gedoken en de vinger die over den haan
van het pistool ligt begint te drukken.
Gansch de champetter wil in het korte
gras verdwijnen! Alleen zijn angstige
ooge.n loeren nog tusschen de trillende
grassprietjes naar het eilandje.
PangI Een geweldig schot dat gansch
de stille weide doet opschrikken. Alleen
Knuppels blijft in dat geweld daar liggen
als een steen, zijn strakke blikken op één
punt gericht. Hij ziet uit het eilandje een
verschrikte patrijs met klappenden vleu
gelslag opvliegen; en door zijn ineenge
drongen lichaam gaat een groote verlich
ting op. Hij vloekt niet omdat het geen
tijger is; de jager jubelt bijna omdat het
maar een patrijsken was.
Nu is hij veel rustiger geworden. Hij
gaat op de knieën zitten en overkijkt
kalm den omtrek. Niemand heeft het ge
zien en van een tijger in deze streek is
hier heelemaal geen sprake. "Cat zal die
bangerik van een secretaris zich ingebeeld
hebben. Kom, kom, wat moest hij nu nog
met die dwaze histories afkomen.
Knuppels is rechtgestaan en wandelt
in de weide. Daar dieper in het veld ligt
de hoeve. Hij zal ook eens tot ginder gaan
om die menschen gerust te stellen. Hoe
verder hij stapt, hoe meer zijn schrik af
neemt en tenslotte verlaat de veldwachter
rustig de plaats, welke hij eerst als een
hel had gevreesd. Daar nadert hij de
groote schuur van boerke Piepers. Knup
pels denkt bijna aan geen tijger meer
en stapt onverschrokken de boerderij op.
Het is hier zoo stil als op een dooden-
akker: geen enkel hennetje dat kakelt,
geen zwijntje dat knort. De champetter
denkt: «'Hier is het tenminste Zondag
en kan een mensch eens vrij adei^en».
Hij draait den hoek van de schuur om en
komt op het erf. En hij wil recht naar
het huis van den boer stappen, wanneer
hij daar plots op iets stuit, dat een ijs
koude vlaag door zijn bloed slaat en in
zijn hart een steek geeft van verlammen-
den schrik. Knuppels is aan de aarde
vastgeschroefd en gaapt met pijnlijk-open
mond naar iets vreeseliiks, dat hij hier
heelemaal niet verwacht had.
(*t Vervolgt).
Doodrijk op den weg der beternis te bren
gen en God doet alle dagen geen won
deren! De mensch, in wiens kinderhart
goede grondbeginsels gelegd werden, mag
nog zoo groot booswicht worden, van
tijd tot tijd komen de jeugdige herinne
ringen van deugd en onschuld voor zijn
geest spelen; er blijft altijd nog een hoop-
straal! Dusdanig is het evenwel het geval
met Steven niet; als kind, werd hij voor
bereid tot dien post, welken hij eenmaal
—1.1 eO 1 4 «w 'I 4 —3 a h. 4 I
Om dit doel te bereiken, doofde zijn god-
delooze vader de laatste deugdvonk uit,
die onder den kinderlijken boezem lag te
smeulen. Hij leerde oo’_. zijn zoontje den
eerbied voor het eigendomsrecht aanzien
als een bijgeloovigheid. Als jongeling werd
hij in de kunst van veinzen opgeleid. De
hoogmoed en de wanhoop wierpen den
vader van Steven berouwloos in de han
den van zijn vertoornden rechter! De
vader was een zeer groot booswicht, noch
tans mag hij slechts als een schaduw
van zijn zoon, onder het opzicht der boos
heid worden aanzien. Deze bezit meer
hoogmoed en gewetenlooze wraakzucht in
zijn pinkvinger, dan gene in geheel zijn
lijf!... Van zulken kerel moogt gij wel
het grootste kwaad doch niet het minste
goed verwachten. De liefkozingen van
zulk monster zijn gelijk aan den beet
eener slang: zij zijn doodelijk!...
Herman,^beducht zijnde voor het ge
vaar, dat riiet hem maar Martha bedreig
de, vroeg aan den priester wat er moest
gedaan werden.
gij hebt vcorgis- het gesprek...
Er ware een wonder des hemels noo-
POPPENLIEDJE
Douw, douw, douw, mijn poppemietje,
Ik zingvoor u een avondliedje,
Nu moogt gij slapen, vlijtig bietje.
Douw, douw, douw, uw mooiste kleedje
Is wat verkreukt en vuil een beetje;
En ik moet straks aan 't wasschen, weet je.
Douw, douw, douw, uw zoete papje
Liep leelijk over ’t zeeverlapje
En toclf kreegt ge van mij geen klapje.
Douw, douw, douw, uw beide pollen
Zijn zwarter dan uw zwarte krollen;
Ze lijken wel twee zwarte mollen.
Douw, douw, douw, mijn pikzwart sneetje
Gij draagt nog steeds uw zondagsch hoedje
En nog één schoentje aan uw voetje.
Douw, douw, douw, slaap nu maar vlugjes;
Hier is ’t gordijntje voor de mugjes;
Slaap zonder droomen, zonder kuchjes.
KRIS KREKEL.
IBHBBBBBSIBBBEBBBBEBBBBBBBEBB
7RIJDAG 20 JUNI 1941:
Feest van het Heilig Hart.
In de godsvrucht tot het H. Hart zoeken
vele christenen vooral het zachte, zoete,
geruststellende; iets, als een levensverze
kering op de eeuwige gelukzaligheid tegen
zeer lage premie; een middel haast om
zonder veel inspanning veilig in den he
mel te komen.
Wie de godsvrucht tot Jezus’ minnend
hart aldus opvat, vergist zich. Zij is in
tegendeel, een godsvrucht voor grootmoe
dige christenen; christenen, die weten
wat hun ziel waard is, en wat zij een God
gekost heeft. De godsvrucht tot het Hei
lig Hart is zeer na verwant van de gods
vrucht tot Jezus’ Bitter Lijden en tot zijn
aanbiddelijk Sacrament. In haar diepste
wezen is zij de godsvrucht der Liefde
der zich geheel wegschenkende Liefde van
een God, en der trouwe, dankbare weder
liefde van den mensch.
Toen de liefde der menschen tot God
begon te verflauwen, zegt de groote Paus
Pius XI in zijn wereldbrief over de gods
vrucht tot het H. Hart, stelde de godde
lijke Zaligmaker zijn eigen Liefde tot
voorbeeld, gelijk die voor ons geleefd en
geleden heeft door middel van zijn god-
menschelijk Hart. En de godsvrucht tot
het H. Hart bestaat feitelijk in onze we
derliefde. Wanneer zij oprecht is, en diep
gaat, zal zij ons tot tal van vrome oefe
ningen brengen; toch vraagt zij aller
eerst twee gesteltenissen, waaruit al het
overige voortvloeit: den geest van toewij
ding, en den geest van eerherstel. De toe
wijding is het voornaamste, maar het
eerherstel, het hoogste. De toewijding
geeft met gulle hand alles, wat zijzelf aan
Jezus’ liefde verschuldigd is.
Het is niet voldoende de akte van toe
wijding tot het H. Hart te bidden. Neen,
wij moeten deze akte in daden omzetten.
Wat wij beloven, moeten wij ook trachten
na te leven. Wij moeten voortaan hande
len als menschen die iets nieuws gebracht
hebben in hun leven; die, om ’t zoo te
zeggen, een soort wijding hebben ont
vangen. Van en voor dit nieuws en hoo-
gere moeten wij voortaan trachten te le
ven.
Dat gaat niet ineens. Stukje voor stuk
je moeten wij ons hart voor Jezus’ Hart
veroveren. Het zal immer een werk zijn
van lange adem. Maar als wij het nooit
opgeven: als wij daarmee zoo ongeveer
klaar zijn, wanneer het uur der eeuwige
rust en der eeuwige vergelding slaat, dan
zullen wij tot onzen onuitsprekelijken
troost ondervinden, hoe zacht, hoe zoet,
hoe zalig de dood is van hen, die als ware
toegewijdenvan Jezus’ Hart geleefd
hebben.
ÏBSBBH1IBBBBBBBBMBBQBBBBUB
KLEINE ZAKEN worden grooter
door reklaam en goeie waar.
Wilt ook Gij uw zaak doen groeien
adverteer in De Poperingenaar
IBBBBBBBBEBBBBBBBBBSBBBISBBBB
die voor hunne redding zijn leven zal
wagen. Herman, de zoon, moet Hercules
krachten bezitten; zeg hem dat hij er
gebruik van make, op het oogenblik dat
een Bokkenrijder uitroept: «Wraak of
verlossing!...»; want dan zal het heeten
overwinnen of sterven!... Dat de zuster
vooral op hare hoede weze, omdat zij bij
Steven twee onverzadelijke driften heeft
doen ontvlammen: de wraaklust en de
ontuchtige begeerlijkheid!... De broeder
mistrouwe al degenen, die hem met
honigzoete woorden en geveinsde vreugde
bejegenen; immers, met bidden weet Ste
ven zoowel zijn handel te drijven, dat
gij hem voor een heilige zoudt verslijten!
Maar, hoe verklaart gij dan, onder
brak ik den bezoeker, dat Steven kapitein
zou wezen over de Bokkenrijders, terwijl
hij zelf door hen bestolen werd?
Dat komt u wonderbaar voor, her
nam hij, doch mij niet... Ik zegde u reeds,
dat de kerel vindingrijk is in middelen,
en wat hij bedoelt laat hij niemand gis
sen; nochtans dit weet ik stellig, dat hij
den strooptocht bevolen had aan zijne
bende!... Weet gij waarom?... Omdat hij
het noodig achtte, als een slachtoffer der
Bokkenrijders te worden aanzien en de
meedoogendheid der menschen op te
wekken!... Omdat hij zekere geruchten,
die op zijn rekening onder het volk wor
den verspreid, wilde logenstraffen! Wee
evenwel degenen, op wie hij het thans
gemunt heeft!... Want deze zal de ge
pleegde diefte duur bekoopen, en ik houd
mij overtuigd, dat, op dezen stond, geheel
zijn wraakzucht tegen de kinderen van
Hein Ruijter gericht is!...
Maar, viel ik hem andermaal in de
rede, Herman, de zoon van Hein Ruijter,
heeft over een paar dagen dien kerel van
een onvermijdelijken dood verlost; zou
Steven dit werk van liefdadigheid niet in
overweging nemen?
- In overweging nemen, herhaalde de
man met bitterheid, Ja, om het huis der
kinderen te bespieden; om hun vertrou
wen in te boezemen; om hunne vriend
schap, indien het hem mogelijk Is, te heb-
14 Juni:
15' Juni:
16 Juni:
17 Juni:
18 Juni:
Donderdag 19 Juni:
Vrijdag 20 Juni:
Laatste kwartier 16“ Nieuwe maan 24'
Ga maar rechtstreeks naar het doei,
bemerkte ik; is dusdanig de oorzaak uwer
komst, wees dan welkom en zeg mij wat
er op handen is.
Gij zult er zelf over oordeelen, her
nam de vermomde. In uwe parochie wo
nen twee brave kinderen; ik weet wel dat
hupne ware namen zijn Herman en Mar
tha Ruijter, en dat zij dezen familienaam
hebben verwisseld tegen een anderen;
maar tegen wat naam, dat weet ik niet
en dit doet ook weinig ter zake. Over on
geveer twintig jaar haalde de vader dezer
kinderen de wraakzucht der Bokken
rijders over zich en de zijnen. Te Lutte-
rath ontsnapte de man met zijne huis-
genooten aan de vlammen. Hij en zijne
gade stierven te Geulle op hun bed. De
wraak, welke de ouders ontvluchtten
dreigt thans op de kinderen te vallen.
Steven Doodrijk, de hoofdman der Bok
kenrijders, heeft heel plechtig beloofd
hen in handen der bende te leveren en
om het leven te brengen, op de wijze wel
ke zijne makkers zullen stemmen. Deze
overlevering moet plaats grijpen op den
zesden Mei aanstaande. Is deze dag voor
bij, zonder dat hij zijn woord heeft ge
houden, zoo zal Steven geheel zijn in
vloed op de bende verliezen, en dan is er
hoop op redding. Thans zouden de kin
deren dienen te vluchten j^jnaar wie weet
of zij hunnen toestand niet zullen ver
ergeren, daar Steven al hunne voetstap
pen zal doen bespieden en hen zal doen
ontdekken. Hier, in het midden hunner
vrienden, mogen zij op hulp en bijstand
rekenen, die hun elders zouden ontbreken.
Steven is vindingrijk in middelen en in
het geheel niet kiesch om ze in het werk
te leggen, als hij het op iemand gemunt
heeft. Beter ware het voor de kinderen
met leeuw en tijger in aanraking te ko
men, dan met den hoofdman... Deze weet
dat zij te Geulle verblijven. Geef evenwel
den móed niet geheel verloren; want zoo
Steven de kinderen in zijne macht weet
te brengen, dan zullen deze op den be
slissenden oogenblik een onverhoopten
beschermer onder de bende ontmoeten.
de betichte vrij voor bet feit A en beveelt de tenj,
gave vau de 1417 fr. Voor het feit B wordt 9. vei.
uordeeld tot 182 fr. boete of 8 dagen gciang en lot
de kosten, zonder voorwaarde.
VARKENSVLEF.SCH AANGESLAGEN. - A A,
van I.icdekerkc, werd te Buezinge bevoaden met
6o kilos varkensvleescii dat bij aldaar «ekoelil
voor de totale som van 3-’0o fr. Het vleesril vt.-j
in beslag genomen door de koxitroleur Renet Maurice,
die het feit vastgesteld had. lie rechtbank .veroordeelt
de betichte tot xSx fr. boete of 8 dagen xrevaw rg
tot de kosten, zonder voorwaarde. Het aansesiageg
vleesch wordt verbeurd verklaard.
ZEGELS VERBROKEN. 1>. J. van Celurtj
is beticht van zich aldaar aan zegdverbrekiwt plichtig
gemaakt te hebben. Dit werd op r$ Maart vastte,
steld door de Rijkswacht van Zonnebeke Uit liet
verhoor der getuigen blijkt dat de betichte aicï eerder
aan woekerhandel zou plichtig gemaakt hebbes. Dj
rechtbar.il veroordeelt de betichte als plieblig ma
woekerhandel tot 1400 fr. boete of 2 oiaancka te.
vang en tot de kosten, zonder voorwaarde.
TARWE GEMALEN ZONDEK VERGUNNINU.
V. K. vin Zandvoorde, staat terecht mn urwe tg
rogge gemalen te hebben zonder vergunning en on
geen -aangifte gedaan te hebben. Dit werd o;* 25 Fe.
bruari vastgesteld. De rechtbank vrroonleelt «Ie bg.
lichte met aanneming van verzachtende onwiaadjfr
héden tot 2 maal 1S2 fr. boete of 2 maal S drgtg
gevang en tot de kosten, zonder voorwaaade.
MISBRUIK VAN VERTROUWEN. 9 M,
garagist te Stnden, is beticht van zich pliobtig ge.
mankt te hebben aan misbruik van verlrmiven trg
nadrein van Vandon.. Frans. Deze waj 00 ïdw
tijdstip 3827 fr. schuldig aan D„ die een aula via
Vanden. wegnam om dezes schui l te dekken. De
rechtbank veroordeelt de betichte bij toepassint via
art. 6r wegens bedriegelijke wegneming lot 1 craand
gevang en 182 fr. boete of 8 dagen gevang e« lol ris
kosten, zonder voorwaarde. Teruggave van deo auy>
wordt bevolen.
VALSCHE AANGIFTE. D. L. van lerwr ig
beticht van een valsche aangifte gedaan te i—’dien
in zake voortbrem-st van aardappelen. l>e_rechüs-.»k
veroordeelt de betichte tot vso fr. boete of 1 -maa.
den gevang en tot de kosten, zonder voorwaaide.
MISBRUIK VAN VERTROUWEN. - 9. M,
garagist te Steden, is beticht van zich ptiiitig ge
maakt te hebben aan inisbrnik van vertrouwen leg
nadeele v-n V... Jean. Betichte was ook in beiit
van een fotoapparaat, bedrietelijk weggenomen. De
rechtbank veroordeelt de betichte voor hef feit A
tot X maand rev-in-,- en 1S- fr. Imele of 8 -hg-'ii ge
vang: voor het feit B tot a maanden gevang en tot
de kosten, zonder voorwaarde. Het aangeslagen foto-
apparaat mo«t ternmseteven worden.
VRIJSPRAAK ZONDER KOSTEN. Teren D.
J., landbouwer te lep-r, werd door e-a kontreleur
van de Ravitailleeringdienst proces-yrbaal opgemeakt
wegens zek-m zoogezi—de overtreding op besluiten
in vo*ee. Tnên d- zaak mbeeoewdn werd bleek dit
heel duideliik. zelf voor oningewjiden, dat er r-'a!
erge onregelmatigheden wrren begaan erw—si
deze d’-enst: aldus werd d-or d- rechtbank ritslee-
steld. Toen d- zaak voor de derde wl opn-rn-am
werd, bleek dat de proces-verbaal-opatellcr oi-bAnd
gebleven was en d-vt het i-n beslaglewea op de xos-
deren onwettig iwdnin w-s geweest, dat de inixesisj.
legger een onbi-öedigd. dus onbevoegd persoon was.
Tijdens de ondervraging van een kontroleur, wiens
naam op het prnces-verbaal stond, moest den* be
kennen dat hii de opsteller van het proce.-v«bgsl
niet was. dat dit moest getipt zijn geweest door een
of ander b-diende op een der verscheidene op vont-
hand geteekende blanco formulieren. Deze manier
van handelen werd gelaakt, zoowel door den lint
Voorzitter als door het achtbaar orgaan der wet. dar
de vrijspraak vroeg van d« h-ticht". 9« r-cMtank
sprak dan ook I>... onmidd-lli'k vrij zonder koslti
JACHTM1SDRIJF. R. 1'1. vm N.
was beticht aldaar een achttal ‘troppen te heHwn
geplaatst, die door de jachtwachter aangeslizea wer
den. De rechtbank veroordeelt de betichte tot 17S fr.
boete of 3 dagen gevang en tot de koste-e, zonder
voorwaard,-. Da aangeslagen stroppen worden ver
beurd verklaard.
JACHTOVERTREDING. V. B. A- El-
verdinge, is beticht van te Boez'nge in 3 buten tl
stroppen te hebben geplaatst. Dit werd door jacht
wachter Titeca vastgesteH. Tijdens eene hu'szoeking
door de Rijkswacht bij betichte gedaan werd er een
rijwiel ontdekt dat »an betichte niet tX’bebwrik.
Voor dit feit bekomt V. B. viiispraak. Dc neclHlntk
verrorderlt de betichte voor h«-t feit A tot ft.
boete of 8 dagen gevan-_ voorwanrrietiik gedurende
5 ‘aar. Aap de St-Hubertclubd e rich al-bur
gerlijke n--rt:j' aanstelde. i«oct de beticht» de ge
vraagde frank schadevergoeding betalen en de kosten
hare- aanstelling.
WEDERZIJDSCHE SI. VGEN’. - 0. A.. T. Ji
ll. J-, B. C.. V. T. en O. Rallen van F-'sch.’n-
dale, zijn beticht van wcdereijdsrhe s'a-rn aldattr n>
xr November 1940. T. en 11. staan ook terecht we
gens belxeediaimxen teem A. Deze bitste, die
aangevallen werd door TA D., stelt zich btirrerlijl»
partij aan tegen hem en vr igt è>5 fr. ‘rliiderw-
ding., D. M.. vrouw van T h-d bew-»crd z-iasr.
zijn geweest door O. R. Zij stelt zich alt burger
lijke partii aan tegen O. R. en vraagt 612 fr. scha
de vergoeding. Vit het verhoor der getuigen blijkt
dat O. A. aangevallen werd door T. en D. 0 A.
en B. C.. a’sook O. R. bekomen vrijspraak re-ia
kosten. De rechtbank vemord.-elt T. voor het felt A
tot 700 fr. boete of x nv-and gevang; voor hex fait B
tot X05 fr. boete of 3 da— -n gevang. D. J. wordt
voor het feit A veroorde ’d t t 700 fr. be“- et 1
maand gevang-: voor het feit B tot ros fr. bwie d
3 dagen gevang: voor het feit C tot 10» fr. bete
cf 3 daw-n gevxtng. Deze a betichten ineetea aan
O. 31$ fr. schadevergoeding betalen en
zijner aanstelling. Hunne straf is voormaardeliik ge
durende 5 jaar. D» r»chtbank verstaart airh enhe-
voogd wat betreft de ei-di - an D. M.. die de kos'ea
harer aanstelling moet betalen.
EVA’S DOCHTERS IN’ OORLOG. V. SW. M.
en V. M.. allen van Wcstrooz-bcke, zijn bet'-bt, Ie
eerste en tweede vr-n w-ed-ëzildsi-he starren, alë drie
van beleedigingen. AV. M. die een slag met een ItlorP
bekomen h»d en beweerde xnecr d-n too dagen Weds
onbekwaamheid te ondergaan hebben, sle’t zich ds
burgerlijke nartii aan »n vraagt eene totale som-1
2304 fr. sch»’"venroeding en dat de rcchtlutik a'1')
zou vcrleenen vhn het voorbohm-rl door Hp- gffl’d.t
wor wat de toekomst betreft. De rechtbank «r'i-H
W. vrij voor het feit van slagen en ver ordeélt V. 5.
uit dien hoofde tot 350 fr. boete of xg dag-n sev-i’.
voorwaardeltjk gedurende g laar. Aan de bitrrer'i.'le
partij moet zij 1000 fr. schadevergoeding beta'nx
de kosten Ixarer aanstelling doch de rccbthi"k
doelt dat —‘»n akte dient a—ven van he’ ve-rxkhoid.
Wagens beleedigingen worden de drie be*idrtea A
tot 70 fr. boete of z dogen gevang veroordeeld, voer-
waardeb'jk gedurende r jaar voor allen-
BEDRTEGELTJKE VERBERGING. B. K. r«
R. J.. van Reni-celst. zijn beticht van bedrittdrlie
verberging en heling van een accordeon, die tra bl»
van R. gevonden xverd. De reclxttxnr-k vrmsrielt
ieder betichte, bij verstek, tot 2 maanden grvant
350 fr. hoe’c of xg darren ae'-.ae'r. zonder vowwaarft
voor beide betichten, die elk de helft der kosten mil
ten betalen.
BEDRTEGEI.TTKE VERDUISTERING. - B. L
van Loker, in dienst van de melkerij Sx-Vedastus te
Vlamertinge, was gelast geweest aan zekere landb-tu-
wers boter en gefd te laten geworden; voor t-a W«l
bedrag van 1882 fr. 98 en had alles voor sink rebus
den. De rechtbank veroordeelt de betichte welen
bedriegclijke verduistering tot 3 maantha gevantt rs
350 fr. boete of 13 dogen gevang en tot de kosten,
zonder voorwaarde.
rochlanen gepleegd?
Ik durf, was het antwoord, u slechts
een dienst afsmeeken; gij zijt een Mig
man, ik ben daarentegen een girft zon
daar wees somtijds mij jeuachtig is
uwe gebeden...
Ik ging tot den man en wilde mijw
handen op zijn hoofd leggen, en hem mijn
zegen schenken, toen hij op e.'u hu'--
verscheurenden toon uitriep:
Trek uw handen terug van wiij, walt
ik ben nog niet waardig dat zij ep mijn
hoofd liggen... Tot nu too hob ik rog
niets gedaan dat den al to lang jet»#!®
God zou kunnen verzoenenLater! Lstet-1
Deze woorden mst eene schier gsteot®
stem zeggende, wierp hij een lacfMret®
op mijwenschte mij dan gcottai nsclit
stoof het huis uit, mij, dit kunt gij hch*
tclijk beseffen, in de grootste veivrafr
ring latende over deze zoo zonderW
verschijning en openbaring... Ik raccW
aan de oprechtheid van dezen ms:i rf
twijfelen; de aandoening welke zidi in
zijne stem en door tranen, die ends ket
momsel vloeiden, openbaarde; de F
heimzinnige verdwijning, de overgsw
papieren, alles zegde mij dat it mij I5 I
de tegenwoordigheid had bevonden v*1
een man, die Bokkenrijder was met d® -
naam nog alleen, maar die weldra t-15'
teling en bekeerde zondaar zou sijn..,
hernam nu mijne vorige plaats; ik V3’
de het pakje en doorliep de mij toentf"4
trouwde papieren met de grootste
dachtigheid. Wat zij behelzen, mag fc
niet toevertrouwen; dit alleen zal ik bil'
voegen, dat zij van het grootste I
zijn en mij ten volle overtuigd hebi»^
dat Steven Doodrijk, de meest doortrtf^
de boosaardigste en de gevaar®^'
hoofdman is, welke ooit de Bokkenrijder^ ,;!ii
bende aan voerde!... Thans komt hei
op aan, zijn boosachtige aanslagenU
ijdelen of te vermijden!... ,4
Schept moed, kinderen, zoo g»8
priester voort, de Heer vtflaat de aP
niet.
Roepen wij ons bijna dood:
Refrein:
Jan: Mosselen!
Trien: Mosselen!
Samen: Mosselen
Van de Philippijnen
Goeie waar...
Dikke, witte, versche, fijne
Proeft ze maar!
II.
Triestig is ’t als in het leven
't Werk U niet den kost kan geven,
'Als ge dan, na jaar of tijd
Nog dezelfden sukk'laar zijt.
(Wijst op Jan) Hij, hij deed Wel twintig stie-
Maar daaraan veegd’ ik m’n hielen
Want we kwamen nooit niet toe.
(Jan geeuwt) ik ben liever lui dan moe.
Maar nu zitten w’ in den nood
En we roepen voor ons brood:
III.
Zorgen zijn er veel in ’t leven
Om oirè gasten brood te geven,
Trekken wij met veel gesleur,
Met ons mossels langs de deur.
Jan, die den stiel heeft verzonnen,
Ja, daarmee ben ik begonnen
Zoo nu, trekken we door ’t land
Ik als xnosselcommerqant
En liet- klinkt dan vroeg en laat,
Dat het davert in de straat
IV.
Lastig is het niet dat postje
We Verdienen goed ons kostje;
En ons kinders kléin en groot
Krijgen nu hun rantsoen brood.
Ook geen Zondag zal ’t mislukken
Als den slachter uit wil stukken
Ook een broksken zwijnsvleesclt vindt
Dat bij ’t eten, ieder kind,
Voor ons' gasten groot en klein,
Roepen wij als in refrein
V.
En we zullen, ’t is te hopen
Rap een ezel kunnen koopen.
Dan, dan zijn wij uit den nood
En we doen commercein ’t groot.
Haring, stokvisch, appelsienen
Zullen w’ U dan ook bedienen;
Zeep en 1 en koestering
En nog g ander ding.
Hooren 1 ge ’t aan ’t refrein,
Als we op de bane zijn.
VI.
En wie weet na luttel jaren,
Als w'een duitje kunnen sparen,
Als het dingen af wil slaan
Kunnen we aan 't bouwen
Tegenwoordig niets dan lasten,
Om te slapen met die gasten,
Mieke en Fiene, Stance en Net
Liggen bij ons in het bed.
Naiit en Jei, voor hun gemak,
Slapen in den mosselbak.
VIL
Menschen die zoo sjouwen, sleuren,
Menschen die met mossels leuren,
Zijn voorwaar niet veel geteld,
Bij het volk van groot geweld.
Maar dat kan ons weinig schelen
Handel drijven, zonder stelen,
Och, zoo menig groote Jan
Die ’t als wij, niet zeggen kan...
Elkeen ’t zijlij, is ons besluit
En daarmee is "t Heken uit.
IETS HEEL MODERNS
Is het waar dat ge horloges
koopt aan 15 fr. ’t stuk? vroeg de klant
aan den horlogemaker.
Ja, zei deze.
Maar ze moeten 15 fr. kosten aan
den fabrikant!
Ja. meneer.
Hoe haalt ge 'r dan uw winst uit?
Door ze te herstellen, meneer
IN AMERIKA STIERF een rechter
die 1298 paartjes verzoend had. Hij had
een buitengewoon overredingstaleht en
veel, heel veel ondervinding, wat blijkt
uit de opteekeningen in zijn notaboekje
gevonden.
De weg naar de vrouw is geplaveid
met gebroken harten.
Een vrouw, hoe suikerzoet ook, kan
leelijk ’t leven van een man verbitteren.
Heeft een vrouw leelijke tanden,
dan lacht ze met de oogen.
In de keuken hangt de barometer
van ’t huiselijk geluk.
Ik ken twee soorten van mannen
weg te nemen dan ze
maar z.ooals altijd, 'tkwam uit en
•kwamen voor de sjuge
Eer en reputatie kwijt, hoe dom
Plaatsken weg en buiten
En dat allegaar toch om
Een handvol duiten I
EN TERWIJL DAT WE VAN DUI
TEN DOENDE ZIJN zal ik ne koer wat
vertellen, heel interessant en is ’t wel
riiet als vertellingske, maar wie ’t be
grijpt zal ’t verstaan... ’t En is nog geen
uur geleden of 'k ontmoette daar in den
train ’11 meneerken, in snob... ’n echte
Maurice Chevalier, mét zoo lang haar tot
in z’n hals, ’11 wit kostuimpje, geblonken
vingernagels, 'n wijde patapoefbroek en
wit-bruine schoetjes. Wie hem niet ken
de, voor hem was ’t ’n baron of nog
meer, maar ik, !k kende hem maar al
te goed, en ’t en is geen baron, geloof
me maar... Hij was met ’n schilderij-
mamzelleken aan ’t discuteeren over <le
politiek... Allehl... ’t en was maar hij die
’t wist en alles kon. Ja... hij kon alles...
We lieten hem stoelen, *t 'spreekwoord
zegt het, pretentie en verstand, gaan niet
samen... maar dit alles om hierop te
komen
dat da dieren:
de gazel en de antiloop 96 kim. per
uur kunnen afleggen
de buffel en de struisvogel 56;
de giraf 55; de leeuw 48; de olifant 40
15.
En. toch knikkebeent hij maar verder.
Een geheime macht, waaraan, hij niet
weerstaan kan, drijft hem naar de plaats
waar de tijger loopt. Eerst moet hij hem
zien, hem eens echt levend zien en dan
kan hij nog altijd...
Vooruit dan maar. Ginder staat de
hofstede van Piepers en daar ligt de wei
de. De boerenstraat kronkelt vreedzaam
tusschen lage elzenstruiken, aardappel
velden en opschietend koren, waarover de
zon hangt te zingen. De groote Knuppels
kronkelt voorzichtig mee, maar hij zingt,
niet. Hoe meer hij de gevreesde weide
nadert, hoe kleiner hij wordt en hoe
meer zijn hartje ineenkrimpt. Als het zoo
blijft voortduren, wat zal er dan van on
zen Knuppels nog overblijven, wanneer
hij ginder is beland om te vechten.
Hier houdt de rij elzenstruiken op; dat
is de eerste partij koren van Piepers,
daarachter nog een partij aardappelen en
daarachter de weide. Voorzichtig, laten
•we nu stilletjes op ons knieën gaan zitten
en langzaam voortsluipen achter het ko
ren. Niet zoo bibberen, het is toch maar
een tijgerken.
Daar is hij al weg op zijn knikker-
knieën en op de linkerhand; in de rech
ter zit een gevaarlijk wapen met den
vuurmond dreigend gericht op de weide.
Eiken meter wordt er halt gehouden.
Knuppels steekt dan een haastigen kop
omhoog en verkent het terrein. Nog geen
gevaar, niets dan groene kleuren, geen
tijgerkleuren.
Zoo geraakt hij eindelijk aan den hoek
van het aardappelveld.’ Daar is alles te
vreezen en de jager ligt al plat op den
buik en sleept zich nog wat voort gelijk
een rups over de aarde. Als hij nu den
kop opricht, dan kan hij met één blik
gansch de groene vlakte van de weide
overschouwen. Ze is door de koeien glad
afgegraasd en nu gansch verlaten. De
chamnetterkop zit op en loert naar het
beest. Maar hier in gansch die weide-
vlakte is geen enkel wezen dat leeft, niets
dan gras en zon. Er zijn wel vele eilandjes
van hoog en malsch geschoten gras, waar
de koeien niet hebben aangeraakt, omdat
ze wat al te vet gemest werden door on
smakelijke dingen. Dat zijn juist de ge
vaarlijke punten, waarop die twee zoek-
lichtende jagersoogen langen tijd gericht
inflnnnnmamnuaaBBsaBSMMnBKEsaMBRaaMBasEBM
benauwelijke dingen, maar sprookjes
waar ze niets anders dan goed uit halen
kunnen. Geeft zelfs nog meer bezigheid
voor de kinder-fantasie, dit door zang,
muziek, teekenen, gedichten en lektuur.
Veel voorbeelden waar schoonheid, waar
heid, opgeruimdheid, zedelijkheid uit
stralen voor het groeiende jonge leven.
500 gr. schoone roode rabarberstelen,
100 gr. suiker, 10 a 15 gr. (lal af ge
streken eetlepel) maïzena of semoelle.
Schil de rabarberstelen niet; wasch ze
alleen goed schoon en snijd ze in kleine
stukjes. Zet die op met hst aanhangende
water en laat ze in een gesloten pan
op een zeer zacht vuurtje «smelten»,
d. w. z. zoo gaar worden, dat de stukjes
door aanraking met den lepel dadelijk uit
elkaar vallen. Reken hierover ongeveer
een kwartier zachtjes koken en roer ge
durende dien tijd de rabarber telkens om,
om aanbranden te voorkomen (voeg, wan
neer het bepaald noodig blijkt, een klein
scheutje water toe).
Wrijf met een houten lepel de rabar
ber tot moes, voeg er de suiker bij en
bind de massa met de aangemengde maï
zena of semoelle.
Hallo, dappere en vernuftige huismoe
ders, wie zou er niets voor voelen een
tikje in het beroep van pasteibakker te
worden ingewijd?
Een lekker hapje maakt den Zondag
zonnig en de feestdagen échter.
Dus, zetten wij ons aan bet werk om
een weinig kostelijk en toeil lekker iami-
liegebak klaar te maken.
Wat dunkt u van een
Wij gebruiken hiertoe 125 gr. meel (ge
woon bakkersmeel gaat even goed), 40 gr.
boter of margarine, 40 gr. suiker, 1 ei,
pakje bakpoeder, een snuifje zout en
een beetje melk. Verder pudding en fruit.
Wij mengen alles in een kom tot een
dunne deeg. De melk voegen wij er slechts
met kleine geutjes bij. Het deeg mag niet
te dun zijn.
Het goed geroerde deeg doen wij nu
in een geboterd en verwarmd bakblik. Wij
laten in een niet te heeten oven bakken
tot het klaar is. Dit geschiedt tamelijk
vlug, men merkt het wanneer de koek
lichtbruin gaat zien. De koek laten wij
eventjes afkoelen.
Ondertusschen hebben wij een niet te
dun noch te dik puddlngje klaar gemaakt
(op de gewone manier: puddingbloem,
suiker en melk) en wij hebben ook onze
vruchten klaar gemaakt.
Indien de vruchten uit inmaakflesschen
of potten komen, hebben wij ze in een
vergiet laten loopen, het sap opgevangen
en dit met een snuifje maïzena gebonden,
fndien het droge vruchten zijn, hebben
wij er een spijsje van gemaakt.
Wij nemen nu onze lichtelijk afgekoel
de taart en garneeren ze met de vruchten.
Dan gieten wij de pudding uit, tusschen
de vruchten. Wij laten alles goed op-
stïjven, liefst in een frisschen kelder.
En wij verorberen dan trotsch onze
eigen gebakken taart!
Voor een gewone fruittaart geldt de
zelfde bereiding, maar dan zonder toe
voeging van pudding.
MBBBBMBBBMBBBBaiBMMBBflBS
LASTER. L. B. van Hollebvke was beticht van
lasterlijke aangifte wegens de veldwachter Claerhout
Georges. De rechtbank oordeelt dat het feit als be-
leediging dient aanzien en veroordeelt de betichte uit
■dien hoofde tot 140 fr. boete of 3 dagen gevang en
tot de kosten, voorwaardelijk gedurende 1 jaar.
GEHEIM ONTUCHTHUIS. D. L„ P. Y.,
I., A. M., V. R-, S. A. en. D. L-, allen van Pope-
ringe, zijn betrokken in eene zaak van drank bestel
len in een geheim ontuclithuis tusschen September
1940 en 26 Januari 194*- Op vraag van den Heer
Prokurcur des Konings wordt de zaak met gesloten
deuren behandeld. D. I,. staat nog terecht als be
tichte in soortgelijke zaak in datum 26 Januari 194
Ook deze zaak wordt met gestoten deuren behandeld.
Na getuigen en verdediging gehoord te hebben, spreekt
dé rechtbank A. I., A. M., V. K. en S. A. vrij zon
der kosten. Voor bet feit A wordt D. J,. veroordeeld
tot 6 maanden gevang en 700 fr, boete of 1 maand
gevang en in de tweede zaak wordt deze laatste nog
veroordeeld tot 8 dagen gevang en 700 fr. boete of
r maand gevang. P. Y. wordt veroordeeld tot 700 fr.
boete of 1 maand gevang, en D. I.. voor de feilen
B en C die zich mengelen, tot 700 fr. boete of 1
maand gevang, zonder voorwaarde voor de betichten,
die de kosten moeten betalen.
SLECHTE BETALER. D. L. van Loker. had
•zich eene som van 599 fr. weten te doen overhandi
gen van B. M. van Dranouter. Hij had twee kleine
afkortingen op die som gedaan en gelukte erin met
belofte alles terug te zullen geven, nog eene som van
555 fr. te bekomen. Doch de kerel zag niet meer om.
De rechtbank veroordeelt de betichte, bij verstek, tot
1 maand gevang en 350 fr. boete of 15 dagen gevang
en tot de kosten, zonder voorwaarde.
VERKOOP VAN ALKOHOLISCHE DRANKEN.
Door de Rijkswacht van Zonnebeke w rd op 6 Ja
nuari 1941 vastgesteld dat de herbergier II. A. aldaar
alkoholische drank besteld had in zijne herberg. De
overblijvende drank werd aangeslagen. Op vraag van
het vervolgend beheer veroordeelt de rechtbank de
betichte tot 350 fr. boete of .'5 dagen gevang, zonder
voorwearde, alsook tot de kosten volgens taks. De
aangeslagen drank wordt, verbeurd verklaard,
RIJWIEL HEM NIET TOEBFHOOREND. B.
L. van leper en D. R. van Boezinge, waren in bezit
'bevonden geweest van een rijwiel hen niet, toebehoo-
rend. Na de getuigen gehoprd te hebben bekomt D.
vrijspraak, De rechtbank veroordeelt B. L. voor het
feit A tot 1S2 fr. boete of 8 dagen gevang en tot de
kosten, zonder voorwaarde.
PAARD VERKOCHT. I. J. en B. A.. beiden
van Zillebeke, waren in bezit gesteld geweest van
ren peerd van de legers voortkomende, om' het werk
dat te doen was af te leggen. De 2 betichten hadden
het paard, akoo ter hunner beschikking gesteld, ver
kocht voor de som van 150 fr. De rechtbank ver
oordeelt de 2 betichten ieder tot 1 maand gevang en
350 £r. boete of 15 dagen gevang, vr^rwaardelijk ge
durende 5 jaar voor T. J. alleen. Zij moeten elk de
helft der kosten betalen.
ONTUCHT. P. M. en hare minderjarige doch
ter V. J., beiden van Poperinge, zijn beticht, de eerste
van hare dochter, nog geen 16 jaar. tot ontucht aan
gezet te hebben, de tweede van zicli daartoe geleend
te hebben. Op vraag van don Heer Prokurcur des
Konings wordt deze zaak met gesloten deuren be
handeld. Wegens de feiten np verschillende stonden
gepleegd gedurende de maanden JanuariFebruari en
Maart, veroordeelt de rechtbank die onwaardi-’e moe
der voor het feit A tot 1 jaar gevang; voor het feit
B tot 2 maanden gevang en 700 fr. boete of 1 maand
gevang: voor het feit C tot 1 maand gevang en 700
fr. boete of 1 maand gevan*. zonder voorwaarde. De
dochter wordt voor het feit D veroordeeld tot 700 fr.
boete of r maand gevang, vnonvaardelijk gedurende
5 jaar. Daarbij wordt do moeder van al hare rechten
vervallen verklaard gedurende een termijn van 10 j^r
en de dochter gedurende een termijn van 5 j-»ar. Na
de uitspraak vraagt de Heer Prokurenr des Konings
de onmiddellijke aanhouding van die onwaardige
moeder. Deze wordt door rechtbank bevolen en de
betichte wordt door de Rijkswacht gevankelijk weg
geleid.
DIEFSTAL. V. W. van lener is beticht van
zich in November plichtig gemaakt te hebben aan
diefstal van groene kools t^nr-adecle van D. K. Toen
hij betrapt werd bracht hii een slag toe aan D. R.
De rechtbank spreekt bet:cbte vrij voor het feit A.
veroordeelt hem voor het feit B tot 210 fr. boete of
10 dagen gevang en voor het feit D tot 1 mnand ge
vang en 700 fr. boete of 1 maand gevang, voorwaar-
déltik gedurende 5 iaar. Hij moe* kosten betalen.
DIEFSTAL. V. J.. D. A.. S. H., L. J.. B. E.,
D. J., M. K., L. A. en D. A., allen van W«rvik,
zijn betioht van zich aldaar plichtig gemaal:t te heb
ben aan diefstal ten nadeele van Van Rullen Jean,
nu overleden. Het m'-crendeel <br voorwernen werd
teruggegeven. L. was in dienst bij Van Rullen, doch
de rechtbank, na verhoor der getuigen, houdt de be
tichting van enkele dieften. De rechtbank veroordeelt
D. A., S. II.. L. J.. B. F. en D. T. elk tot 182 Ir.
boete of 8 dagen gevang: M. K. en L. A. worden
elk tot aio fr. boete of 10 dagen gevang veroordeeld,
voorwaardelijk gedurende 5 jaar voor al de betichten,
die elk 1/8 der kosten moeten betalen. V. J. bekomt
vriisoraak.
VERVOER VAN PEULVRUCHTEN ZONDER
VERGUNNING. D. M.. II. H.. D. N.. B. T. en
Y. O., staan terecht wegens overtreding betrekkelijk
aankoop en vervoer van peulvruchten. Op 7 Cógst
<940 werd deer de rijkswacht de kamionette van D...
tot staan gebracht en daarin waren volgende hoeveel
heden dier vruchten aangetroffen: omstreeks ia50
kilos bonnen. 500 kilos gerst, omtrent 2000 kilos
erwten, dit alles werd in beslag gertomen. De recht
bank veroordeelt D... M. en H... H. voor hot feit A
elk tot 700 fr. boete cf i maand gevang; D... J.
wordt veroordeeld tot 1400 fr. boete rf 2 maanden
gevang; voor hot feit B worden D... J., B... T. en
Y... O. ieder tot 3500 fr. boete of 3 maanden ge-
w»ng veroordeeld, zonder voorwaorde voor al do be
tichten, die elk ï/5 der kosten moeten betalen. De
aangeslagen vruchten worden verbeurd verklaard.
TARWE- EN AARDAVPELENSMOKKEL. T.
I., m’inwerker van Wandrez, werd hier in de streek
bevonden mot eene zekere hoeveelheid tarwe en
aardappelen. Volgens het schijnt zou de betichte zich
aan smokkel plichtig maken, dit werd vastgesteld
door de kontroleur Vanstrazeele Valeer. Do rechtbank
veroordeelt de betichte voor het feit A tot 700 f'--
boete of x maand gevang; voor het feit B tot 700 fr.
boete of 1 maand gevang: voor het feit C tot 2100 fr.
boete of 3 T" an den gevang en tot de kosten.
DOORGEREDEN. B. R. van Zonnebeke. werd
on 15 Maart 1.1. door de Rijkswacht van Zonnebeke.
bij den Frezenberg in auto bevonden rond 20.30 uur.
Toen de rijkswacht tecken tot stoppen gaf, zette de
betichte zijn weg voort. De rechtbank veroordeelt
deze tot. S dagen gevang en 1400 fr. boete of 2 maan
den gevang en tot. de kosten, zonder voorwaarde.
AARDAPPELEN EN BOONEN VERVOEREND.
G. G. werd door de kontroleur Marecau André
bevonden aardappelen en bennen vervoerend. De
rechtbank veroordeelt de betichte bij verstek tot
2 maal 182 fr. bonte of 2 m.T'l 8 dagen gevang en
tot dn kosten, zonder voorwaarde.
SPEK EN SMOUT GESMOKKELD. V. C.,
van Stad^n afkomstig doch te Brussel verblijvend,
werd te Krrtemark bevonden met omstreeks 11 kilos
spek en r kilo smout, dat hii in de geboortestreek was
komen afhalen. De rechtbank veroordeelt de betichte
int 3500 fr. boete of 3 maanden gevang en tot de
kosten, zonder voorwnarde.
AAN DEN VERKOOP ONTTROKKEN. D. A..
groothandelaar te Wervik. was beticht van Jn Juli
1940. zekere koopwaren, onder andere margarine, aan
den verkoop onttrokl’nn te hebben en ook van in
deze maand de aangifte niet gedaan te hebben van
zeep en kaas; voor omstreeks 1417 fr. margarine
werd te zijnen laste verkocht. De rechtbank spreekt
cn de rhinoceros 32;
dat <le vogels:
de cider 115, de fezant 96, de -wilde
eens 95, de duif 88, de patrijs 84. de
musch 78 en de kraai 76 in ’t uur
vliegen
dat de visschen:
de tonijn 45, de snoek 24, de forel 19
en de zalm 18 in d’uur zwemmen
en dat onze snob:
nuchter beschouwd, niet Veel redens
heeft tot stoefen, want moest hij kunnen
even rap loopen als de viervoeters,
even rap vliegen als de vogels,
even rap zwemmen als de visschen...
dan zou hij driemaal wereldkampioen
zijn... maar d’er is geen gevaar voor dat
we hem daarvoor proficiat zullen moe
ten wenschen.
MAAR WIE DAT ER ’N PROFICIAT
VERDIENT, dat is dien geneesheer die
uitgevonden heeft, om den harteklop...
in portret te trekken, ’t Is lijk ik ’t U
zegge! Hoe dien geleerden dat aan boord
legt ga ’k U maar niet trachten uiteen
te doen, ’k en weet het zelve niet al te
goed, maar ’t is in alle geval een schoone
uitvindinge voor de jongens en de meisjes.
Als er nu nog een meisken is dat aan
de liefde van haren minnaar twijfelt dan
moet deze maar ne keer zijn hart in
portret laten trekken en ’t aan zijn lieve-
ken zenden, precies lijk ne blaasbalg. Hij
kan er dan ’t volgende onder zetten
Mijn lief en aardig kind
Als ge twijfelt of ge wordt bemind
Hoe zon ’k U kunnen foppen
Hier ziet ge m’n herte kloppen
Wijl ’k aan U zit te denken
’t Is daarom da’k het U kom schenken?
van U Juni 1941. Nr
ALVORF.X'S xti'n epistel te beginneu
Beste Vrienden en Vriendinnen
Moet er. tot mijn groote smart
Eerst ne »teen nog van m'n hart
Die er, 't is lang genoeg gezwegen
Duchtig op begmt te wegen.
We zullen dus maar direkt met de
deux’ in huis vallen... zooveel te rapper
zijn w'er vau verlost en hebben we weer
11e lieber harteke.
Daar zijn Lezers en allerliefste Leze
ressen die toch zoo geerne zouden heb
ben dat we wat meer moord- en brand
histories zouden geven.
Ja, maar een weekblad en is geen dag
blad en als er nu een moord of brand-
historie op *t laatste van de week ge
beurt, dan komen we daar de volgende
week mee aandraven, en dat zijn dan
vijgen na Paschen. Daarom verzoeken wij
de heeren moordenaars, brandstichters en
bandieten van hun slag in ’t begin van
de week te slaan, dan kunnen wij die en
kele Lezers en Lezeressen, op moord- en
brandhistorie belust, tevreden stellen.
WIE DAT ER POTDJEIKE ook te
vreden is, dat is-e-k’ik. Ja, beste Lezers
en Vriendinnekens, eergisteren met den
laatsten trein is in zijn heimatKnulle-
ken gearriveerd met aan zijn linkeren
arm zi-jn Karlientje. Dat maakt da’k mijn
boezemvriend terug heb en tevens 'n Hin
ken steun aan ’t opmaken van ’t Manne
ken en ’t vertellen van kluchten. Maar
fedcr medallie heeft haar keerzijde. Knul
en ik we gingen vroeger wel eens 'n
potje samen pakken maar... ’t zal gedaan
■zijn geloof ik, allszins voor een tijdeke,
want Zondag was ik moederziel alleen
om clen 7“ dag van God's schepping te
vieren
We gaan maar Knulleken nog ’n beetje
met rust laten... maar willens nillens moet
hij aanstaande week weer op 't appel en
’t liefdekuieren moet dan maar uit zijn.
Zie, Knul en Karlien, het K.K. koppel,
dat is nu eenmaal een gelukkig koppel.
MAAR WEET GE WELKE MENSCH
’t gelukkigst leeft op aarde?
Dat is de muzikant. Als hij werkt speelt
bij, cn als hij speelt werkt hij.
Ja, leven zonder werken
Lijkt voor velen ’t grootste geluk
Maar als zij ’t probcercn
Komen z’n in den druk.
Als ge geeren wandelt en geeren
Hewel, zei Jantje, de twee mannetjes
zaten op de jeneverflesch en
wijfjes op den spiegel.
Was ’t niet goecl gevonden.
EN DAARMEE komen we
aan ons wekelijksch kalenderken
Zondag 15 Juni, SS. Vitus, Landelus,
Modest.
Het woord van een
Is ’t woord van geen.
Maandag 16 Juni, SS. Julitta, Lutgardis,
Aurelius.
Z n ’s werelds ploeg en wagen.
Dinsdag 17 Juni, SS. Alena, Adolf, Odulf,
Gondolf.
Goe vrienden kunnen kijven
En nog goe vrienden blijven.
Woensdag 18 Juni, SS. Marcel, Gerland,
Leontius.
Die wilt g’rust op aarde leven
Moet zijn tong een toomke geven.
Donderdag 19 Juni, SS. Gervasius, Pro-
tasius, Odo, Alena.
De heere is baas over den knecht,
De knecht over den hond,
De hond over de kat,
De kat over haren steert.
Vrijdag 20 Juni, SS. Silverius, Florentia,
Ida, Aldegundis.
Die timmert langs de weg
Hoort iedereens gezeg.
Zaterdag 21 Juni, SS. Aloysius van Gon
zaga, Alice, Marten van Tongeren.
Ge kent nooit genen weerd
Eer ge ermee zit rond den heerd.
Nu mijn lieve vrienden, allen
’k Wensch U zonder ongevallen
Veel plezier voor ied’re dag
Tot da-’k-weer eens schrijven mag.
’t Manneke uit de Maan.