RADIO’S Albert Schmielt OnJKOTD£RHO£KJEli liOlililjyiilJDEItS I AlRadio’s Zaklampen IOO AH Ons Vrouwenhoekje -co»- 1 RECHTBANK VAN IEPER VOOR ONZE KLEUTERS I I Late van Accumulatoren v. Radioapparaten DE HELDENDADEN VAN KNUPPELS ^rovensEecmwH® Poperiisge VERBEELDING BIJ HET KIND I I LITURGISCH KALENDER DE VERDUISTERING B MAAN Verkoop en Herstelling van Ome. Verdeeler <1 Vertik door ECREVISSE <DE POPERINGENAAR van 14-6-41. 8« BL II Handelsregister leper 11669 liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiim GEWAARBORGD KAASSTREMSEL B IBBBBBBBflBBBBBflBBBBBBflBBBBB^ RABARBERMOES ZUINIGE KEUKEN LENTETAART - hetmannike UIT DE Leugen, bedrog en lagen J I A. t de drie ■a... opnieuw [len ■s. 'g ander ding, erf» 't aan ’t dit alles hierop te gaan. ver- Vrijdag i w - ZON op i 5.29 5.23 5.28 5.28 5.28 5.28 5.28 Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag onder 21.57 21.57 21.58 21.58 21.59 21.59 21.59 .n JANSSENS HEEFT een nieuwe be trekking gevonden en bij 't in dienst tre den, vraagt hem zijn nieuwe patroon En... ge drinkt gij ook zeker gaarne een druppelken Hcu, mijnheer, vraagt Janssens voor zichtig... is ’t een uitnoodiging of een verhoor? Laten wij eerst de zaak in geheel haren omvang beschouwen. Ik ben nog mijne belofte niet nagekomen, te bewijzen wat ik voorzette. Luistert kinderen: toen ik u gisteren den naam van Steven Dood rijk hoorde uitspreken, rees al aanstonds bij mij het vermoeden op, dat deze kerel deel uitmaakte van de Bokkenrijders- bende. Ik spoedde mij snel naar huis, ten einde een bundel papieren te raad plegen, welke in mijn bezit is. Ik ont dekte weldra den naam van Steven’s va der met de volgende aanteekening: Deze kerel werd hoofdman in 1722. Hij heeft een zoon, die, thans (1732) twintig jaar oud is; nog zoo jong, en reeds losbol, on tuchtig en godloochenaar. Wat hoofdman zal de vader aan de bende overleveren, als hij sterft? Hij staat op het punt ge neesheer en heelmeester te worden; diens- volgens zal hij weldra al de hoedanig heden bezitten, die voor zijn aanstaande vak vereischt worden... Al deze samenloopende omstandigheden bekleeden zou; hij zou Bokkenrijder zijn! deden mij sidderen; doch ik miste nog' altoos de noodige verzekering die ik wilde hebben, vooraleer een vast besluit te ne men. Deze- zekerheid liet zich, helaas, niet lang wachten... Ik zat nog bezig met bij lamplicht mijn papieren te doorzoeken, toen op mijn voordeur werd geklopt. Mijne dienst meid opende. Een vermomde persoon trad in mijne kamer, wierp een snellen oogslag op mij, sloot de deur achter zich toe en ging tegenover mij plaats nemen aan de tafel... Gij kunt lichtelijk denken hoe verbaasd ik zat te kijken. Mijn verbazing hield al aanstonds op, toen de geheimzin nige bezoeker tot mij zegde: Eerwaarde man, gij zijt zeker ver wonderd over de zonderlinge wijze, waar op ik mij hier vertoon. Ik zou uwe rust geëerbiedigd hebben, indien ik niet een werk van liefdadigheid moest verrichten. Met zulke zending, indien ik me niet be drieg, is men bij u, eerwaarde, altoos welkom. Vooral moet zulks het geval zijn, als men komt om uwe parochianen te bewaren voor ongelukken. ben! Maar wee! driemaal wee over hen, als zij hem het minste vertrouwen schen ken!... Hij is in staat om het'zijn redder als een misdaad aan te reksnen, dat hij door den jongman gered is geworden! Op mijne vraag hoe en waarom ik weten kon, dat hij waarheid sprak, ant woordde mij de zonderlinge bezoeker in volgender voege: Ik heb u reeds verklaard, eerwaarde heer, dat ik enkel gekomen ben om een liefdadig werk te verrichten; thans voeg ik er nog bij; dat ik noch van u, noch van de kinderen Ruyter eenig loon ver wacht. Ik stel mij bloot aan de wraak van Steven; maar ik veracht den kerel te zeer om hem te vreezen... Ik verschijn vermomd voor u, en deze omstandigheid moet u verdacht voor komen; doch weet, dat ik met ontblooten aangezichte voor u staan zou, indien ik voor mij alleen moest duchten: de minste onvoorzichtigheid zou aan de uiterste ver volgingen personen blootstellen, welke mij dierbaar zijn, en dat wil ik vermijden... Ik begrijp evenwel en eerbiedig uw wan trouwen; ik had er mij zelfs aan ver wacht; daarom ook is het, dat ik mij met ontegensprekelijke bewijzen heb gewa pend. De vermomde stak zijn rechterhand onder zijn grijzen kiel en haalde een pak je uit, hetwelk hij voor mij op de tafel plaatste met deze bijvoeging: Deze pa pieren vertrouw ik aan uwe voorzichtig heid toe; doorloop dezelve nog dezen avond en gij zult zien of ik de waarheid heb gesproken. Gij moogt er slechts ge bruik van maken, om de kinderen van Hein Ruijter te redden, in het uiterste gevaar, wanneer alle andere hoop op red ding moet opgegeven worden. Bewaar ze en geef ze nooit terug dan aan dengene die de beide woorden; wraak en verlos sing uitspreekt... De man stond op en maakte zich ge reed om te vertrekken, toen ik hem vroeg: Maar wat tegendienst kan ik u nu bewijzen om mijn dankbaarheid te too- nen voor deze weldaad Jegens brave pa- EEN VERHOOR WAS ’T OOK eiken avond als Miel tusschen de lakens lag. Miel, zijn de lichten uit, vroeg ze. Ja, vrouw, zei hij. En hebt ge de stoof nagezien?j Ja, vrouw. En hebben de planten water gehad? Ja, vrouw. En hebt ge de kat buiten gelaten?. Ja, vrouw. En is alles gesloten voor de nacht? Als ge uwen mond toe houdt, ja, zei Miel, en geeuwen was geeuwen! ZIEN GEEUWEN DOET GEEUWEN en opdat ge ’t niet zoudt vangen ga ik U vergasten op een gedichteken in m’n jonge jaren gemaakt voor ’n trouwfeest. Ge kunt het, beste Lezers en Lezerekens, misschien ook wel eens gebruiken... ge moet er wel nu met tweeën zijn, maar allei. kompagnie heb je op een bruilofts feest rap gevonden, ’t Gaat over; JAN DE MOSSELMAN (Jan komt op met Trien. lïeiden gekleed als venters die met mosselen op de baan zijn. Krui wagen waarop zak met mosselen. Beiden zingen een regel. Trien begint). I. Om een boterham te winnen Wist ik niet meer wat beginnen Voor ons gastjes allegaar Een dozijntje bij mekaar... Eten kunnen ze als bereh En verslijten hunne kleeren... Of dat ik ook vloek of kijf ’t Hangt in vodden aan hun lijf... Samen: Voor ons gasten klein en groot, zij die altijd doen wat hun vrouw vraagt... en zij die niet getrouwd zijn. Edoch, eenen raad wil ’k geven Gij die staat in ’t huwelijksleven. Wilt ge steeds gelukkig zijn, Doe dan water in uw wijn. Blijf toch niet gedurig zeuren Och, wat zal er toch gebeuren Maar hoop vast en met betrouwen En ge zult het nooit berouwen Dat na lijden komt verblijden En het waar geluk voor beiden. JANTJE HAD 5 VLIEGEN GEVAN GEN, 2 mannetjes en 3 wijfjes. Hoe weet ge dat zoo juist, vroeg z’n vader, dat het 2 mannetjes en 3 wijf jes zijn? Wat is de verbeelding?... Het is een vermogen dat de beelden van voorwerpen bewaart, weder oproept, en door associa tie van oude beelden nieuwe schept. Kinderen beschikken over een ruste- looze, hevige verbeelding. Maar ‘mogen de ouders die kinderlijke fantasie vrijen teugel geven? Neen, het zou niet alleen onverstandig, maar zelfs zeer gevaarlijk zijn, het kind zou heel z’n leven de ge volgen van die ongebreidelde verbeelding idragen. Is er een wezen dat zooals het kind de levenlooze dingen bezielen kan? Een stoel of een stok wordt een paard. Een lap wordt een pop. Wit zand dient voor bak meel. Praat met de pop over zaken die het in zijn omgeving hoorde. Welnu, juist omdat het zoo weinig denkt wordt het de speelbal, de slaaf van z’n fantasie! Die kostbare verbeeldingsgaven moeten de aandacht zeker gaande maken. Hoe zullen we daarover te werk gaan? Vermits de verbeelding doorgaans vurig is, ver schaf aan het kind, om richting' te geven aan de fantasie, alleen spelen en speel goed waarmee het graag speelt, en waar bij de verbeelding gezond voedsel krijgt. Maar het kind speelt niet altijd. Het praat ook en zelfs zonder veel moeite. Terwijl het vertelde over wat het zag, hoorde of voelde, werkt z’n verbeelding en krijgen we een verhaal dat niet heel nauwkeurig de waarheid dekt. In deze gevallen zegt U dat het kind liegt. Maar hoeveel groote menschen zijn in staat met juistheid te vertellen hoe een onge luk gebeurde dat ze zelf bij woonden? En kinderen dan? Kunnen die dan niet eens verkeerd vertellen? Zeg niet te vlug het kind liegtPlet is immers z’n rijke fantasie niet meester en gelooft zelf wat het zegt. Straf ook niet te vlug. U zoudt het kind in de war sturen en dan er een bewust leugenaar van maken. Wijst het met takt terecht. Leert het zoodoende aandachtiger toe te kijken, om bij het vertellen steeds meer en meer aan de waarheid getrouw te zijn. Dan hebben we nog een voornaam fac tor die groote menschen dikwijls schijnen Vergeten te hebben, namelijk Ergernis Let u voldoende op uw gesprekken in het bijzijn van kinderen? Houdt u ze weg van vertooningen die hun verbeelding vergiftigen? Om aan uw verantwoorde lijkheid te ontsnappen zegt u misschien: Kinderen letten daar niet op of Die vertooningen begrijpen ze niet Hoeveel kinderen werden niet zedelijk vermoord door gesprekken van achtelooze groote menschen. door zoogezegde on schuldige vertooningen? Het kind hoort en ziet veel meer dan sommige ouders. En men is niet bij machte, de eens ge prikkelde verbeelding van het kind stil te leggen of te begrenzen. De verbeelding vraagt dus veel aan dacht van de opvoeders. Daarom zullen ze zooveel mogelijk de fantasie bezig houden op een gezonde manier. Vertelt veel, mooie verhalen, zonder Zomer-Traan voor de Kinders tegen verzwakking, gebrek aan eetlust, zenuwstoornissen, misgroeiïngen. Beste verkloekingsmiddel. Apotheker KINGET-OPSOMER Veurne. cen ten hebt zonder ze te verdienen dan jeu ken dikwijls de vingers als ze er ’n hoopke zien liggen, 't Was onlangs geleden te Brussel ook zoo. Zes verkoopsters en verkoopers uit een groot magazijn von den ook dat 't gemakkelijker was centen te verdienen... ze Zie, Herman, teren Steven Doodrijk van een zekeren dood verlost, hem als een vriend, wat zeg dig, ging de priester door, om Steven ik, als een broeder bejegend en behan- -J— J— 1•- l~ - deld? Gij hebt hem hooren spreken van God, van plichten, van dankbaarheid, als of hij God, plichten en dankbaarheid m zijn ziel geprent droeg?... Nochtans is het zeer goed mogelijk dat gij den hoofdman der Bokkenrijders, gered en gehuisvest hebt. Ónmogelijk, onmogelijk! riep Herman uit, voor zulke afschuwelijkheid kan Ste ven Doodrijk niet bekwaam wezen. Ónmogelijk! hervatte de priester met aandoening, er was voor mij ook een tijd dat ik deze mededeeling zou bejegend hebben met het woord onmogelijk... La ter heeft de ondervinding mij geleerd het woord onmogelijk met spaarzaamheid te gebruiken... Om u niet te verschrikken, sprak ik even in den zin der mogelijkheid, thans moet ik u ronduit zeggen: Herman, gij hebt Steven Doodrijk, den hoofdman van de Bokkenrijders, gered en gehuis vest! Gij wilt ongetwijfeld bewijzen heb ben; ik zal ze u geven. Gij moet begrijpen, dat Ik eerst het ergste geopenbaard heb. Daar gij het gevaar kent, laten wij han delen met koelbloedigheid over de be hoedmiddelen. Op dezen oogenblik zijn overleg, voorzichtigheid, in alle geval on verschrokkenheid noodig; neerslachtig heid die komt In het geheel niet te pas! Als de booze waakt, mag de vreedzame niet slapen! Maar, wierp Herman op, wat bewijst u dat Steven een monster is? Is er dan geen betemis te hopen van .Wega dien man. viel Martha sidderend' in blijven om ze te doorpeilen. Het helpt niets, er komt geen tijger uitgekropen. In zijn groote angst vergeet Knuppels dat het toch maar een. klein tijgerken zou mogen zijn om zich te kunnen verbergen achter zulk een hoopje gras. Maar... maar... wat is dat ginder? Dat gras beweegt. Wat zit daar verborgen? Reeds is de reikende kop haastig weg gedoken en de vinger die over den haan van het pistool ligt begint te drukken. Gansch de champetter wil in het korte gras verdwijnen! Alleen zijn angstige ooge.n loeren nog tusschen de trillende grassprietjes naar het eilandje. PangI Een geweldig schot dat gansch de stille weide doet opschrikken. Alleen Knuppels blijft in dat geweld daar liggen als een steen, zijn strakke blikken op één punt gericht. Hij ziet uit het eilandje een verschrikte patrijs met klappenden vleu gelslag opvliegen; en door zijn ineenge drongen lichaam gaat een groote verlich ting op. Hij vloekt niet omdat het geen tijger is; de jager jubelt bijna omdat het maar een patrijsken was. Nu is hij veel rustiger geworden. Hij gaat op de knieën zitten en overkijkt kalm den omtrek. Niemand heeft het ge zien en van een tijger in deze streek is hier heelemaal geen sprake. "Cat zal die bangerik van een secretaris zich ingebeeld hebben. Kom, kom, wat moest hij nu nog met die dwaze histories afkomen. Knuppels is rechtgestaan en wandelt in de weide. Daar dieper in het veld ligt de hoeve. Hij zal ook eens tot ginder gaan om die menschen gerust te stellen. Hoe verder hij stapt, hoe meer zijn schrik af neemt en tenslotte verlaat de veldwachter rustig de plaats, welke hij eerst als een hel had gevreesd. Daar nadert hij de groote schuur van boerke Piepers. Knup pels denkt bijna aan geen tijger meer en stapt onverschrokken de boerderij op. Het is hier zoo stil als op een dooden- akker: geen enkel hennetje dat kakelt, geen zwijntje dat knort. De champetter denkt: «'Hier is het tenminste Zondag en kan een mensch eens vrij adei^en». Hij draait den hoek van de schuur om en komt op het erf. En hij wil recht naar het huis van den boer stappen, wanneer hij daar plots op iets stuit, dat een ijs koude vlaag door zijn bloed slaat en in zijn hart een steek geeft van verlammen- den schrik. Knuppels is aan de aarde vastgeschroefd en gaapt met pijnlijk-open mond naar iets vreeseliiks, dat hij hier heelemaal niet verwacht had. (*t Vervolgt). Doodrijk op den weg der beternis te bren gen en God doet alle dagen geen won deren! De mensch, in wiens kinderhart goede grondbeginsels gelegd werden, mag nog zoo groot booswicht worden, van tijd tot tijd komen de jeugdige herinne ringen van deugd en onschuld voor zijn geest spelen; er blijft altijd nog een hoop- straal! Dusdanig is het evenwel het geval met Steven niet; als kind, werd hij voor bereid tot dien post, welken hij eenmaal —1.1 eO 1 4 «w 'I 4 —3 a h. 4 I Om dit doel te bereiken, doofde zijn god- delooze vader de laatste deugdvonk uit, die onder den kinderlijken boezem lag te smeulen. Hij leerde oo’_. zijn zoontje den eerbied voor het eigendomsrecht aanzien als een bijgeloovigheid. Als jongeling werd hij in de kunst van veinzen opgeleid. De hoogmoed en de wanhoop wierpen den vader van Steven berouwloos in de han den van zijn vertoornden rechter! De vader was een zeer groot booswicht, noch tans mag hij slechts als een schaduw van zijn zoon, onder het opzicht der boos heid worden aanzien. Deze bezit meer hoogmoed en gewetenlooze wraakzucht in zijn pinkvinger, dan gene in geheel zijn lijf!... Van zulken kerel moogt gij wel het grootste kwaad doch niet het minste goed verwachten. De liefkozingen van zulk monster zijn gelijk aan den beet eener slang: zij zijn doodelijk!... Herman,^beducht zijnde voor het ge vaar, dat riiet hem maar Martha bedreig de, vroeg aan den priester wat er moest gedaan werden. gij hebt vcorgis- het gesprek... Er ware een wonder des hemels noo- POPPENLIEDJE Douw, douw, douw, mijn poppemietje, Ik zingvoor u een avondliedje, Nu moogt gij slapen, vlijtig bietje. Douw, douw, douw, uw mooiste kleedje Is wat verkreukt en vuil een beetje; En ik moet straks aan 't wasschen, weet je. Douw, douw, douw, uw zoete papje Liep leelijk over ’t zeeverlapje En toclf kreegt ge van mij geen klapje. Douw, douw, douw, uw beide pollen Zijn zwarter dan uw zwarte krollen; Ze lijken wel twee zwarte mollen. Douw, douw, douw, mijn pikzwart sneetje Gij draagt nog steeds uw zondagsch hoedje En nog één schoentje aan uw voetje. Douw, douw, douw, slaap nu maar vlugjes; Hier is ’t gordijntje voor de mugjes; Slaap zonder droomen, zonder kuchjes. KRIS KREKEL. IBHBBBBBSIBBBEBBBBEBBBBBBBEBB 7RIJDAG 20 JUNI 1941: Feest van het Heilig Hart. In de godsvrucht tot het H. Hart zoeken vele christenen vooral het zachte, zoete, geruststellende; iets, als een levensverze kering op de eeuwige gelukzaligheid tegen zeer lage premie; een middel haast om zonder veel inspanning veilig in den he mel te komen. Wie de godsvrucht tot Jezus’ minnend hart aldus opvat, vergist zich. Zij is in tegendeel, een godsvrucht voor grootmoe dige christenen; christenen, die weten wat hun ziel waard is, en wat zij een God gekost heeft. De godsvrucht tot het Hei lig Hart is zeer na verwant van de gods vrucht tot Jezus’ Bitter Lijden en tot zijn aanbiddelijk Sacrament. In haar diepste wezen is zij de godsvrucht der Liefde der zich geheel wegschenkende Liefde van een God, en der trouwe, dankbare weder liefde van den mensch. Toen de liefde der menschen tot God begon te verflauwen, zegt de groote Paus Pius XI in zijn wereldbrief over de gods vrucht tot het H. Hart, stelde de godde lijke Zaligmaker zijn eigen Liefde tot voorbeeld, gelijk die voor ons geleefd en geleden heeft door middel van zijn god- menschelijk Hart. En de godsvrucht tot het H. Hart bestaat feitelijk in onze we derliefde. Wanneer zij oprecht is, en diep gaat, zal zij ons tot tal van vrome oefe ningen brengen; toch vraagt zij aller eerst twee gesteltenissen, waaruit al het overige voortvloeit: den geest van toewij ding, en den geest van eerherstel. De toe wijding is het voornaamste, maar het eerherstel, het hoogste. De toewijding geeft met gulle hand alles, wat zijzelf aan Jezus’ liefde verschuldigd is. Het is niet voldoende de akte van toe wijding tot het H. Hart te bidden. Neen, wij moeten deze akte in daden omzetten. Wat wij beloven, moeten wij ook trachten na te leven. Wij moeten voortaan hande len als menschen die iets nieuws gebracht hebben in hun leven; die, om ’t zoo te zeggen, een soort wijding hebben ont vangen. Van en voor dit nieuws en hoo- gere moeten wij voortaan trachten te le ven. Dat gaat niet ineens. Stukje voor stuk je moeten wij ons hart voor Jezus’ Hart veroveren. Het zal immer een werk zijn van lange adem. Maar als wij het nooit opgeven: als wij daarmee zoo ongeveer klaar zijn, wanneer het uur der eeuwige rust en der eeuwige vergelding slaat, dan zullen wij tot onzen onuitsprekelijken troost ondervinden, hoe zacht, hoe zoet, hoe zalig de dood is van hen, die als ware toegewijdenvan Jezus’ Hart geleefd hebben. ÏBSBBH1IBBBBBBBBMBBQBBBBUB KLEINE ZAKEN worden grooter door reklaam en goeie waar. Wilt ook Gij uw zaak doen groeien adverteer in De Poperingenaar IBBBBBBBBEBBBBBBBBBSBBBISBBBB die voor hunne redding zijn leven zal wagen. Herman, de zoon, moet Hercules krachten bezitten; zeg hem dat hij er gebruik van make, op het oogenblik dat een Bokkenrijder uitroept: «Wraak of verlossing!...»; want dan zal het heeten overwinnen of sterven!... Dat de zuster vooral op hare hoede weze, omdat zij bij Steven twee onverzadelijke driften heeft doen ontvlammen: de wraaklust en de ontuchtige begeerlijkheid!... De broeder mistrouwe al degenen, die hem met honigzoete woorden en geveinsde vreugde bejegenen; immers, met bidden weet Ste ven zoowel zijn handel te drijven, dat gij hem voor een heilige zoudt verslijten! Maar, hoe verklaart gij dan, onder brak ik den bezoeker, dat Steven kapitein zou wezen over de Bokkenrijders, terwijl hij zelf door hen bestolen werd? Dat komt u wonderbaar voor, her nam hij, doch mij niet... Ik zegde u reeds, dat de kerel vindingrijk is in middelen, en wat hij bedoelt laat hij niemand gis sen; nochtans dit weet ik stellig, dat hij den strooptocht bevolen had aan zijne bende!... Weet gij waarom?... Omdat hij het noodig achtte, als een slachtoffer der Bokkenrijders te worden aanzien en de meedoogendheid der menschen op te wekken!... Omdat hij zekere geruchten, die op zijn rekening onder het volk wor den verspreid, wilde logenstraffen! Wee evenwel degenen, op wie hij het thans gemunt heeft!... Want deze zal de ge pleegde diefte duur bekoopen, en ik houd mij overtuigd, dat, op dezen stond, geheel zijn wraakzucht tegen de kinderen van Hein Ruijter gericht is!... Maar, viel ik hem andermaal in de rede, Herman, de zoon van Hein Ruijter, heeft over een paar dagen dien kerel van een onvermijdelijken dood verlost; zou Steven dit werk van liefdadigheid niet in overweging nemen? - In overweging nemen, herhaalde de man met bitterheid, Ja, om het huis der kinderen te bespieden; om hun vertrou wen in te boezemen; om hunne vriend schap, indien het hem mogelijk Is, te heb- 14 Juni: 15' Juni: 16 Juni: 17 Juni: 18 Juni: Donderdag 19 Juni: Vrijdag 20 Juni: Laatste kwartier 16“ Nieuwe maan 24' Ga maar rechtstreeks naar het doei, bemerkte ik; is dusdanig de oorzaak uwer komst, wees dan welkom en zeg mij wat er op handen is. Gij zult er zelf over oordeelen, her nam de vermomde. In uwe parochie wo nen twee brave kinderen; ik weet wel dat hupne ware namen zijn Herman en Mar tha Ruijter, en dat zij dezen familienaam hebben verwisseld tegen een anderen; maar tegen wat naam, dat weet ik niet en dit doet ook weinig ter zake. Over on geveer twintig jaar haalde de vader dezer kinderen de wraakzucht der Bokken rijders over zich en de zijnen. Te Lutte- rath ontsnapte de man met zijne huis- genooten aan de vlammen. Hij en zijne gade stierven te Geulle op hun bed. De wraak, welke de ouders ontvluchtten dreigt thans op de kinderen te vallen. Steven Doodrijk, de hoofdman der Bok kenrijders, heeft heel plechtig beloofd hen in handen der bende te leveren en om het leven te brengen, op de wijze wel ke zijne makkers zullen stemmen. Deze overlevering moet plaats grijpen op den zesden Mei aanstaande. Is deze dag voor bij, zonder dat hij zijn woord heeft ge houden, zoo zal Steven geheel zijn in vloed op de bende verliezen, en dan is er hoop op redding. Thans zouden de kin deren dienen te vluchten j^jnaar wie weet of zij hunnen toestand niet zullen ver ergeren, daar Steven al hunne voetstap pen zal doen bespieden en hen zal doen ontdekken. Hier, in het midden hunner vrienden, mogen zij op hulp en bijstand rekenen, die hun elders zouden ontbreken. Steven is vindingrijk in middelen en in het geheel niet kiesch om ze in het werk te leggen, als hij het op iemand gemunt heeft. Beter ware het voor de kinderen met leeuw en tijger in aanraking te ko men, dan met den hoofdman... Deze weet dat zij te Geulle verblijven. Geef evenwel den móed niet geheel verloren; want zoo Steven de kinderen in zijne macht weet te brengen, dan zullen deze op den be slissenden oogenblik een onverhoopten beschermer onder de bende ontmoeten. de betichte vrij voor bet feit A en beveelt de tenj, gave vau de 1417 fr. Voor het feit B wordt 9. vei. uordeeld tot 182 fr. boete of 8 dagen gciang en lot de kosten, zonder voorwaarde. VARKENSVLEF.SCH AANGESLAGEN. - A A, van I.icdekerkc, werd te Buezinge bevoaden met 6o kilos varkensvleescii dat bij aldaar «ekoelil voor de totale som van 3-’0o fr. Het vleesril vt.-j in beslag genomen door de koxitroleur Renet Maurice, die het feit vastgesteld had. lie rechtbank .veroordeelt de betichte tot xSx fr. boete of 8 dagen xrevaw rg tot de kosten, zonder voorwaarde. Het aansesiageg vleesch wordt verbeurd verklaard. ZEGELS VERBROKEN. 1>. J. van Celurtj is beticht van zich aldaar aan zegdverbrekiwt plichtig gemaakt te hebben. Dit werd op r$ Maart vastte, steld door de Rijkswacht van Zonnebeke Uit liet verhoor der getuigen blijkt dat de betichte aicï eerder aan woekerhandel zou plichtig gemaakt hebbes. Dj rechtbar.il veroordeelt de betichte als plieblig ma woekerhandel tot 1400 fr. boete of 2 oiaancka te. vang en tot de kosten, zonder voorwaarde. TARWE GEMALEN ZONDEK VERGUNNINU. V. K. vin Zandvoorde, staat terecht mn urwe tg rogge gemalen te hebben zonder vergunning en on geen -aangifte gedaan te hebben. Dit werd o;* 25 Fe. bruari vastgesteld. De rechtbank vrroonleelt «Ie bg. lichte met aanneming van verzachtende onwiaadjfr héden tot 2 maal 1S2 fr. boete of 2 maal S drgtg gevang en tot de kosten, zonder voorwaaade. MISBRUIK VAN VERTROUWEN. 9 M, garagist te Stnden, is beticht van zich pliobtig ge. mankt te hebben aan misbruik van verlrmiven trg nadrein van Vandon.. Frans. Deze waj 00 ïdw tijdstip 3827 fr. schuldig aan D„ die een aula via Vanden. wegnam om dezes schui l te dekken. De rechtbank veroordeelt de betichte bij toepassint via art. 6r wegens bedriegelijke wegneming lot 1 craand gevang en 182 fr. boete of 8 dagen gevang e« lol ris kosten, zonder voorwaarde. Teruggave van deo auy> wordt bevolen. VALSCHE AANGIFTE. D. L. van lerwr ig beticht van een valsche aangifte gedaan te i—’dien in zake voortbrem-st van aardappelen. l>e_rechüs-.»k veroordeelt de betichte tot vso fr. boete of 1 -maa. den gevang en tot de kosten, zonder voorwaaide. MISBRUIK VAN VERTROUWEN. - 9. M, garagist te Steden, is beticht van zich ptiiitig ge maakt te hebben aan inisbrnik van vertrouwen leg nadeele v-n V... Jean. Betichte was ook in beiit van een fotoapparaat, bedrietelijk weggenomen. De rechtbank veroordeelt de betichte voor hef feit A tot X maand rev-in-,- en 1S- fr. Imele of 8 -hg-'ii ge vang: voor het feit B tot a maanden gevang en tot de kosten, zonder voorwaarde. Het aangeslagen foto- apparaat mo«t ternmseteven worden. VRIJSPRAAK ZONDER KOSTEN. Teren D. J., landbouwer te lep-r, werd door e-a kontreleur van de Ravitailleeringdienst proces-yrbaal opgemeakt wegens zek-m zoogezi—de overtreding op besluiten in vo*ee. Tnên d- zaak mbeeoewdn werd bleek dit heel duideliik. zelf voor oningewjiden, dat er r-'a! erge onregelmatigheden wrren begaan erw—si deze d’-enst: aldus werd d-or d- rechtbank ritslee- steld. Toen d- zaak voor de derde wl opn-rn-am werd, bleek dat de proces-verbaal-opatellcr oi-bAnd gebleven was en d-vt het i-n beslaglewea op de xos- deren onwettig iwdnin w-s geweest, dat de inixesisj. legger een onbi-öedigd. dus onbevoegd persoon was. Tijdens de ondervraging van een kontroleur, wiens naam op het prnces-verbaal stond, moest den* be kennen dat hii de opsteller van het proce.-v«bgsl niet was. dat dit moest getipt zijn geweest door een of ander b-diende op een der verscheidene op vont- hand geteekende blanco formulieren. Deze manier van handelen werd gelaakt, zoowel door den lint Voorzitter als door het achtbaar orgaan der wet. dar de vrijspraak vroeg van d« h-ticht". 9« r-cMtank sprak dan ook I>... onmidd-lli'k vrij zonder koslti JACHTM1SDRIJF. R. 1'1. vm N. was beticht aldaar een achttal ‘troppen te heHwn geplaatst, die door de jachtwachter aangeslizea wer den. De rechtbank veroordeelt de betichte tot 17S fr. boete of 3 dagen gevang en tot de koste-e, zonder voorwaard,-. Da aangeslagen stroppen worden ver beurd verklaard. JACHTOVERTREDING. V. B. A- El- verdinge, is beticht van te Boez'nge in 3 buten tl stroppen te hebben geplaatst. Dit werd door jacht wachter Titeca vastgesteH. Tijdens eene hu'szoeking door de Rijkswacht bij betichte gedaan werd er een rijwiel ontdekt dat »an betichte niet tX’bebwrik. Voor dit feit bekomt V. B. viiispraak. Dc neclHlntk verrorderlt de betichte voor h«-t feit A tot ft. boete of 8 dagen gevan-_ voorwanrrietiik gedurende 5 ‘aar. Aap de St-Hubertclubd e rich al-bur gerlijke n--rt:j' aanstelde. i«oct de beticht» de ge vraagde frank schadevergoeding betalen en de kosten hare- aanstelling. WEDERZIJDSCHE SI. VGEN’. - 0. A.. T. Ji ll. J-, B. C.. V. T. en O. Rallen van F-'sch.’n- dale, zijn beticht van wcdereijdsrhe s'a-rn aldattr n> xr November 1940. T. en 11. staan ook terecht we gens belxeediaimxen teem A. Deze bitste, die aangevallen werd door TA D., stelt zich btirrerlijl» partij aan tegen hem en vr igt è>5 fr. ‘rliiderw- ding., D. M.. vrouw van T h-d bew-»crd z-iasr. zijn geweest door O. R. Zij stelt zich alt burger lijke partii aan tegen O. R. en vraagt 612 fr. scha de vergoeding. Vit het verhoor der getuigen blijkt dat O. A. aangevallen werd door T. en D. 0 A. en B. C.. a’sook O. R. bekomen vrijspraak re-ia kosten. De rechtbank vemord.-elt T. voor het felt A tot 700 fr. boete of x nv-and gevang; voor hex fait B tot X05 fr. boete of 3 da— -n gevang. D. J. wordt voor het feit A veroorde ’d t t 700 fr. be“- et 1 maand gevang-: voor het feit B tot ros fr. bwie d 3 dagen gevang: voor het feit C tot 10» fr. bete cf 3 daw-n gevxtng. Deze a betichten ineetea aan O. 31$ fr. schadevergoeding betalen en zijner aanstelling. Hunne straf is voormaardeliik ge durende 5 jaar. D» r»chtbank verstaart airh enhe- voogd wat betreft de ei-di - an D. M.. die de kos'ea harer aanstelling moet betalen. EVA’S DOCHTERS IN’ OORLOG. V. SW. M. en V. M.. allen van Wcstrooz-bcke, zijn bet'-bt, Ie eerste en tweede vr-n w-ed-ëzildsi-he starren, alë drie van beleedigingen. AV. M. die een slag met een ItlorP bekomen h»d en beweerde xnecr d-n too dagen Weds onbekwaamheid te ondergaan hebben, sle’t zich ds burgerlijke nartii aan »n vraagt eene totale som-1 2304 fr. sch»’"venroeding en dat de rcchtlutik a'1') zou vcrleenen vhn het voorbohm-rl door Hp- gffl’d.t wor wat de toekomst betreft. De rechtbank «r'i-H W. vrij voor het feit van slagen en ver ordeélt V. 5. uit dien hoofde tot 350 fr. boete of xg dag-n sev-i’. voorwaardeltjk gedurende g laar. Aan de bitrrer'i.'le partij moet zij 1000 fr. schadevergoeding beta'nx de kosten Ixarer aanstelling doch de rccbthi"k doelt dat —‘»n akte dient a—ven van he’ ve-rxkhoid. Wagens beleedigingen worden de drie be*idrtea A tot 70 fr. boete of z dogen gevang veroordeeld, voer- waardeb'jk gedurende r jaar voor allen- BEDRTEGELTJKE VERBERGING. B. K. r« R. J.. van Reni-celst. zijn beticht van bedrittdrlie verberging en heling van een accordeon, die tra bl» van R. gevonden xverd. De reclxttxnr-k vrmsrielt ieder betichte, bij verstek, tot 2 maanden grvant 350 fr. hoe’c of xg darren ae'-.ae'r. zonder vowwaarft voor beide betichten, die elk de helft der kosten mil ten betalen. BEDRTEGEI.TTKE VERDUISTERING. - B. L van Loker, in dienst van de melkerij Sx-Vedastus te Vlamertinge, was gelast geweest aan zekere landb-tu- wers boter en gefd te laten geworden; voor t-a W«l bedrag van 1882 fr. 98 en had alles voor sink rebus den. De rechtbank veroordeelt de betichte welen bedriegclijke verduistering tot 3 maantha gevantt rs 350 fr. boete of 13 dogen gevang en tot de kosten, zonder voorwaarde. rochlanen gepleegd? Ik durf, was het antwoord, u slechts een dienst afsmeeken; gij zijt een Mig man, ik ben daarentegen een girft zon daar wees somtijds mij jeuachtig is uwe gebeden... Ik ging tot den man en wilde mijw handen op zijn hoofd leggen, en hem mijn zegen schenken, toen hij op e.'u hu'-- verscheurenden toon uitriep: Trek uw handen terug van wiij, walt ik ben nog niet waardig dat zij ep mijn hoofd liggen... Tot nu too hob ik rog niets gedaan dat den al to lang jet»#!® God zou kunnen verzoenenLater! Lstet-1 Deze woorden mst eene schier gsteot® stem zeggende, wierp hij een lacfMret® op mijwenschte mij dan gcottai nsclit stoof het huis uit, mij, dit kunt gij hch* tclijk beseffen, in de grootste veivrafr ring latende over deze zoo zonderW verschijning en openbaring... Ik raccW aan de oprechtheid van dezen ms:i rf twijfelen; de aandoening welke zidi in zijne stem en door tranen, die ends ket momsel vloeiden, openbaarde; de F heimzinnige verdwijning, de overgsw papieren, alles zegde mij dat it mij I5 I de tegenwoordigheid had bevonden v*1 een man, die Bokkenrijder was met d® - naam nog alleen, maar die weldra t-15' teling en bekeerde zondaar zou sijn.., hernam nu mijne vorige plaats; ik V3’ de het pakje en doorliep de mij toentf"4 trouwde papieren met de grootste dachtigheid. Wat zij behelzen, mag fc niet toevertrouwen; dit alleen zal ik bil' voegen, dat zij van het grootste I zijn en mij ten volle overtuigd hebi»^ dat Steven Doodrijk, de meest doortrtf^ de boosaardigste en de gevaar®^' hoofdman is, welke ooit de Bokkenrijder^ ,;!ii bende aan voerde!... Thans komt hei op aan, zijn boosachtige aanslagenU ijdelen of te vermijden!... ,4 Schept moed, kinderen, zoo g»8 priester voort, de Heer vtflaat de aP niet. Roepen wij ons bijna dood: Refrein: Jan: Mosselen! Trien: Mosselen! Samen: Mosselen Van de Philippijnen Goeie waar... Dikke, witte, versche, fijne Proeft ze maar! II. Triestig is ’t als in het leven 't Werk U niet den kost kan geven, 'Als ge dan, na jaar of tijd Nog dezelfden sukk'laar zijt. (Wijst op Jan) Hij, hij deed Wel twintig stie- Maar daaraan veegd’ ik m’n hielen Want we kwamen nooit niet toe. (Jan geeuwt) ik ben liever lui dan moe. Maar nu zitten w’ in den nood En we roepen voor ons brood: III. Zorgen zijn er veel in ’t leven Om oirè gasten brood te geven, Trekken wij met veel gesleur, Met ons mossels langs de deur. Jan, die den stiel heeft verzonnen, Ja, daarmee ben ik begonnen Zoo nu, trekken we door ’t land Ik als xnosselcommerqant En liet- klinkt dan vroeg en laat, Dat het davert in de straat IV. Lastig is het niet dat postje We Verdienen goed ons kostje; En ons kinders kléin en groot Krijgen nu hun rantsoen brood. Ook geen Zondag zal ’t mislukken Als den slachter uit wil stukken Ook een broksken zwijnsvleesclt vindt Dat bij ’t eten, ieder kind, Voor ons' gasten groot en klein, Roepen wij als in refrein V. En we zullen, ’t is te hopen Rap een ezel kunnen koopen. Dan, dan zijn wij uit den nood En we doen commercein ’t groot. Haring, stokvisch, appelsienen Zullen w’ U dan ook bedienen; Zeep en 1 en koestering En nog g ander ding. Hooren 1 ge ’t aan ’t refrein, Als we op de bane zijn. VI. En wie weet na luttel jaren, Als w'een duitje kunnen sparen, Als het dingen af wil slaan Kunnen we aan 't bouwen Tegenwoordig niets dan lasten, Om te slapen met die gasten, Mieke en Fiene, Stance en Net Liggen bij ons in het bed. Naiit en Jei, voor hun gemak, Slapen in den mosselbak. VIL Menschen die zoo sjouwen, sleuren, Menschen die met mossels leuren, Zijn voorwaar niet veel geteld, Bij het volk van groot geweld. Maar dat kan ons weinig schelen Handel drijven, zonder stelen, Och, zoo menig groote Jan Die ’t als wij, niet zeggen kan... Elkeen ’t zijlij, is ons besluit En daarmee is "t Heken uit. IETS HEEL MODERNS Is het waar dat ge horloges koopt aan 15 fr. ’t stuk? vroeg de klant aan den horlogemaker. Ja, zei deze. Maar ze moeten 15 fr. kosten aan den fabrikant! Ja. meneer. Hoe haalt ge 'r dan uw winst uit? Door ze te herstellen, meneer IN AMERIKA STIERF een rechter die 1298 paartjes verzoend had. Hij had een buitengewoon overredingstaleht en veel, heel veel ondervinding, wat blijkt uit de opteekeningen in zijn notaboekje gevonden. De weg naar de vrouw is geplaveid met gebroken harten. Een vrouw, hoe suikerzoet ook, kan leelijk ’t leven van een man verbitteren. Heeft een vrouw leelijke tanden, dan lacht ze met de oogen. In de keuken hangt de barometer van ’t huiselijk geluk. Ik ken twee soorten van mannen weg te nemen dan ze maar z.ooals altijd, 'tkwam uit en •kwamen voor de sjuge Eer en reputatie kwijt, hoe dom Plaatsken weg en buiten En dat allegaar toch om Een handvol duiten I EN TERWIJL DAT WE VAN DUI TEN DOENDE ZIJN zal ik ne koer wat vertellen, heel interessant en is ’t wel riiet als vertellingske, maar wie ’t be grijpt zal ’t verstaan... ’t En is nog geen uur geleden of 'k ontmoette daar in den train ’11 meneerken, in snob... ’n echte Maurice Chevalier, mét zoo lang haar tot in z’n hals, ’11 wit kostuimpje, geblonken vingernagels, 'n wijde patapoefbroek en wit-bruine schoetjes. Wie hem niet ken de, voor hem was ’t ’n baron of nog meer, maar ik, !k kende hem maar al te goed, en ’t en is geen baron, geloof me maar... Hij was met ’n schilderij- mamzelleken aan ’t discuteeren over <le politiek... Allehl... ’t en was maar hij die ’t wist en alles kon. Ja... hij kon alles... We lieten hem stoelen, *t 'spreekwoord zegt het, pretentie en verstand, gaan niet samen... maar dit alles om hierop te komen dat da dieren: de gazel en de antiloop 96 kim. per uur kunnen afleggen de buffel en de struisvogel 56; de giraf 55; de leeuw 48; de olifant 40 15. En. toch knikkebeent hij maar verder. Een geheime macht, waaraan, hij niet weerstaan kan, drijft hem naar de plaats waar de tijger loopt. Eerst moet hij hem zien, hem eens echt levend zien en dan kan hij nog altijd... Vooruit dan maar. Ginder staat de hofstede van Piepers en daar ligt de wei de. De boerenstraat kronkelt vreedzaam tusschen lage elzenstruiken, aardappel velden en opschietend koren, waarover de zon hangt te zingen. De groote Knuppels kronkelt voorzichtig mee, maar hij zingt, niet. Hoe meer hij de gevreesde weide nadert, hoe kleiner hij wordt en hoe meer zijn hartje ineenkrimpt. Als het zoo blijft voortduren, wat zal er dan van on zen Knuppels nog overblijven, wanneer hij ginder is beland om te vechten. Hier houdt de rij elzenstruiken op; dat is de eerste partij koren van Piepers, daarachter nog een partij aardappelen en daarachter de weide. Voorzichtig, laten •we nu stilletjes op ons knieën gaan zitten en langzaam voortsluipen achter het ko ren. Niet zoo bibberen, het is toch maar een tijgerken. Daar is hij al weg op zijn knikker- knieën en op de linkerhand; in de rech ter zit een gevaarlijk wapen met den vuurmond dreigend gericht op de weide. Eiken meter wordt er halt gehouden. Knuppels steekt dan een haastigen kop omhoog en verkent het terrein. Nog geen gevaar, niets dan groene kleuren, geen tijgerkleuren. Zoo geraakt hij eindelijk aan den hoek van het aardappelveld.’ Daar is alles te vreezen en de jager ligt al plat op den buik en sleept zich nog wat voort gelijk een rups over de aarde. Als hij nu den kop opricht, dan kan hij met één blik gansch de groene vlakte van de weide overschouwen. Ze is door de koeien glad afgegraasd en nu gansch verlaten. De chamnetterkop zit op en loert naar het beest. Maar hier in gansch die weide- vlakte is geen enkel wezen dat leeft, niets dan gras en zon. Er zijn wel vele eilandjes van hoog en malsch geschoten gras, waar de koeien niet hebben aangeraakt, omdat ze wat al te vet gemest werden door on smakelijke dingen. Dat zijn juist de ge vaarlijke punten, waarop die twee zoek- lichtende jagersoogen langen tijd gericht inflnnnnmamnuaaBBsaBSMMnBKEsaMBRaaMBasEBM benauwelijke dingen, maar sprookjes waar ze niets anders dan goed uit halen kunnen. Geeft zelfs nog meer bezigheid voor de kinder-fantasie, dit door zang, muziek, teekenen, gedichten en lektuur. Veel voorbeelden waar schoonheid, waar heid, opgeruimdheid, zedelijkheid uit stralen voor het groeiende jonge leven. 500 gr. schoone roode rabarberstelen, 100 gr. suiker, 10 a 15 gr. (lal af ge streken eetlepel) maïzena of semoelle. Schil de rabarberstelen niet; wasch ze alleen goed schoon en snijd ze in kleine stukjes. Zet die op met hst aanhangende water en laat ze in een gesloten pan op een zeer zacht vuurtje «smelten», d. w. z. zoo gaar worden, dat de stukjes door aanraking met den lepel dadelijk uit elkaar vallen. Reken hierover ongeveer een kwartier zachtjes koken en roer ge durende dien tijd de rabarber telkens om, om aanbranden te voorkomen (voeg, wan neer het bepaald noodig blijkt, een klein scheutje water toe). Wrijf met een houten lepel de rabar ber tot moes, voeg er de suiker bij en bind de massa met de aangemengde maï zena of semoelle. Hallo, dappere en vernuftige huismoe ders, wie zou er niets voor voelen een tikje in het beroep van pasteibakker te worden ingewijd? Een lekker hapje maakt den Zondag zonnig en de feestdagen échter. Dus, zetten wij ons aan bet werk om een weinig kostelijk en toeil lekker iami- liegebak klaar te maken. Wat dunkt u van een Wij gebruiken hiertoe 125 gr. meel (ge woon bakkersmeel gaat even goed), 40 gr. boter of margarine, 40 gr. suiker, 1 ei, pakje bakpoeder, een snuifje zout en een beetje melk. Verder pudding en fruit. Wij mengen alles in een kom tot een dunne deeg. De melk voegen wij er slechts met kleine geutjes bij. Het deeg mag niet te dun zijn. Het goed geroerde deeg doen wij nu in een geboterd en verwarmd bakblik. Wij laten in een niet te heeten oven bakken tot het klaar is. Dit geschiedt tamelijk vlug, men merkt het wanneer de koek lichtbruin gaat zien. De koek laten wij eventjes afkoelen. Ondertusschen hebben wij een niet te dun noch te dik puddlngje klaar gemaakt (op de gewone manier: puddingbloem, suiker en melk) en wij hebben ook onze vruchten klaar gemaakt. Indien de vruchten uit inmaakflesschen of potten komen, hebben wij ze in een vergiet laten loopen, het sap opgevangen en dit met een snuifje maïzena gebonden, fndien het droge vruchten zijn, hebben wij er een spijsje van gemaakt. Wij nemen nu onze lichtelijk afgekoel de taart en garneeren ze met de vruchten. Dan gieten wij de pudding uit, tusschen de vruchten. Wij laten alles goed op- stïjven, liefst in een frisschen kelder. En wij verorberen dan trotsch onze eigen gebakken taart! Voor een gewone fruittaart geldt de zelfde bereiding, maar dan zonder toe voeging van pudding. MBBBBMBBBMBBBBaiBMMBBflBS LASTER. L. B. van Hollebvke was beticht van lasterlijke aangifte wegens de veldwachter Claerhout Georges. De rechtbank oordeelt dat het feit als be- leediging dient aanzien en veroordeelt de betichte uit ■dien hoofde tot 140 fr. boete of 3 dagen gevang en tot de kosten, voorwaardelijk gedurende 1 jaar. GEHEIM ONTUCHTHUIS. D. L„ P. Y., I., A. M., V. R-, S. A. en. D. L-, allen van Pope- ringe, zijn betrokken in eene zaak van drank bestel len in een geheim ontuclithuis tusschen September 1940 en 26 Januari 194*- Op vraag van den Heer Prokurcur des Konings wordt de zaak met gesloten deuren behandeld. D. I,. staat nog terecht als be tichte in soortgelijke zaak in datum 26 Januari 194 Ook deze zaak wordt met gestoten deuren behandeld. Na getuigen en verdediging gehoord te hebben, spreekt dé rechtbank A. I., A. M., V. K. en S. A. vrij zon der kosten. Voor bet feit A wordt D. J,. veroordeeld tot 6 maanden gevang en 700 fr, boete of 1 maand gevang en in de tweede zaak wordt deze laatste nog veroordeeld tot 8 dagen gevang en 700 fr. boete of r maand gevang. P. Y. wordt veroordeeld tot 700 fr. boete of 1 maand gevang, en D. I.. voor de feilen B en C die zich mengelen, tot 700 fr. boete of 1 maand gevang, zonder voorwaarde voor de betichten, die de kosten moeten betalen. SLECHTE BETALER. D. L. van Loker. had •zich eene som van 599 fr. weten te doen overhandi gen van B. M. van Dranouter. Hij had twee kleine afkortingen op die som gedaan en gelukte erin met belofte alles terug te zullen geven, nog eene som van 555 fr. te bekomen. Doch de kerel zag niet meer om. De rechtbank veroordeelt de betichte, bij verstek, tot 1 maand gevang en 350 fr. boete of 15 dagen gevang en tot de kosten, zonder voorwaarde. VERKOOP VAN ALKOHOLISCHE DRANKEN. Door de Rijkswacht van Zonnebeke w rd op 6 Ja nuari 1941 vastgesteld dat de herbergier II. A. aldaar alkoholische drank besteld had in zijne herberg. De overblijvende drank werd aangeslagen. Op vraag van het vervolgend beheer veroordeelt de rechtbank de betichte tot 350 fr. boete of .'5 dagen gevang, zonder voorwearde, alsook tot de kosten volgens taks. De aangeslagen drank wordt, verbeurd verklaard, RIJWIEL HEM NIET TOEBFHOOREND. B. L. van leper en D. R. van Boezinge, waren in bezit 'bevonden geweest van een rijwiel hen niet, toebehoo- rend. Na de getuigen gehoprd te hebben bekomt D. vrijspraak, De rechtbank veroordeelt B. L. voor het feit A tot 1S2 fr. boete of 8 dagen gevang en tot de kosten, zonder voorwaarde. PAARD VERKOCHT. I. J. en B. A.. beiden van Zillebeke, waren in bezit gesteld geweest van ren peerd van de legers voortkomende, om' het werk dat te doen was af te leggen. De 2 betichten hadden het paard, akoo ter hunner beschikking gesteld, ver kocht voor de som van 150 fr. De rechtbank ver oordeelt de 2 betichten ieder tot 1 maand gevang en 350 £r. boete of 15 dagen gevang, vr^rwaardelijk ge durende 5 jaar voor T. J. alleen. Zij moeten elk de helft der kosten betalen. ONTUCHT. P. M. en hare minderjarige doch ter V. J., beiden van Poperinge, zijn beticht, de eerste van hare dochter, nog geen 16 jaar. tot ontucht aan gezet te hebben, de tweede van zicli daartoe geleend te hebben. Op vraag van don Heer Prokurcur des Konings wordt deze zaak met gesloten deuren be handeld. Wegens de feiten np verschillende stonden gepleegd gedurende de maanden JanuariFebruari en Maart, veroordeelt de rechtbank die onwaardi-’e moe der voor het feit A tot 1 jaar gevang; voor het feit B tot 2 maanden gevang en 700 fr. boete of 1 maand gevang: voor het feit C tot 1 maand gevang en 700 fr. boete of 1 maand gevan*. zonder voorwaarde. De dochter wordt voor het feit D veroordeeld tot 700 fr. boete of r maand gevang, vnonvaardelijk gedurende 5 jaar. Daarbij wordt do moeder van al hare rechten vervallen verklaard gedurende een termijn van 10 j^r en de dochter gedurende een termijn van 5 j-»ar. Na de uitspraak vraagt de Heer Prokurenr des Konings de onmiddellijke aanhouding van die onwaardige moeder. Deze wordt door rechtbank bevolen en de betichte wordt door de Rijkswacht gevankelijk weg geleid. DIEFSTAL. V. W. van lener is beticht van zich in November plichtig gemaakt te hebben aan diefstal van groene kools t^nr-adecle van D. K. Toen hij betrapt werd bracht hii een slag toe aan D. R. De rechtbank spreekt bet:cbte vrij voor het feit A. veroordeelt hem voor het feit B tot 210 fr. boete of 10 dagen gevang en voor het feit D tot 1 mnand ge vang en 700 fr. boete of 1 maand gevang, voorwaar- déltik gedurende 5 iaar. Hij moe* kosten betalen. DIEFSTAL. V. J.. D. A.. S. H., L. J.. B. E., D. J., M. K., L. A. en D. A., allen van W«rvik, zijn betioht van zich aldaar plichtig gemaal:t te heb ben aan diefstal ten nadeele van Van Rullen Jean, nu overleden. Het m'-crendeel <br voorwernen werd teruggegeven. L. was in dienst bij Van Rullen, doch de rechtbank, na verhoor der getuigen, houdt de be tichting van enkele dieften. De rechtbank veroordeelt D. A., S. II.. L. J.. B. F. en D. T. elk tot 182 Ir. boete of 8 dagen gevang: M. K. en L. A. worden elk tot aio fr. boete of 10 dagen gevang veroordeeld, voorwaardelijk gedurende 5 jaar voor al de betichten, die elk 1/8 der kosten moeten betalen. V. J. bekomt vriisoraak. VERVOER VAN PEULVRUCHTEN ZONDER VERGUNNING. D. M.. II. H.. D. N.. B. T. en Y. O., staan terecht wegens overtreding betrekkelijk aankoop en vervoer van peulvruchten. Op 7 Cógst <940 werd deer de rijkswacht de kamionette van D... tot staan gebracht en daarin waren volgende hoeveel heden dier vruchten aangetroffen: omstreeks ia50 kilos bonnen. 500 kilos gerst, omtrent 2000 kilos erwten, dit alles werd in beslag gertomen. De recht bank veroordeelt D... M. en H... H. voor hot feit A elk tot 700 fr. boete cf i maand gevang; D... J. wordt veroordeeld tot 1400 fr. boete rf 2 maanden gevang; voor hot feit B worden D... J., B... T. en Y... O. ieder tot 3500 fr. boete of 3 maanden ge- w»ng veroordeeld, zonder voorwaorde voor al do be tichten, die elk ï/5 der kosten moeten betalen. De aangeslagen vruchten worden verbeurd verklaard. TARWE- EN AARDAVPELENSMOKKEL. T. I., m’inwerker van Wandrez, werd hier in de streek bevonden mot eene zekere hoeveelheid tarwe en aardappelen. Volgens het schijnt zou de betichte zich aan smokkel plichtig maken, dit werd vastgesteld door de kontroleur Vanstrazeele Valeer. Do rechtbank veroordeelt de betichte voor het feit A tot 700 f'-- boete of x maand gevang; voor het feit B tot 700 fr. boete of 1 maand gevang: voor het feit C tot 2100 fr. boete of 3 T" an den gevang en tot de kosten. DOORGEREDEN. B. R. van Zonnebeke. werd on 15 Maart 1.1. door de Rijkswacht van Zonnebeke. bij den Frezenberg in auto bevonden rond 20.30 uur. Toen de rijkswacht tecken tot stoppen gaf, zette de betichte zijn weg voort. De rechtbank veroordeelt deze tot. S dagen gevang en 1400 fr. boete of 2 maan den gevang en tot. de kosten, zonder voorwaarde. AARDAPPELEN EN BOONEN VERVOEREND. G. G. werd door de kontroleur Marecau André bevonden aardappelen en bennen vervoerend. De rechtbank veroordeelt de betichte bij verstek tot 2 maal 182 fr. bonte of 2 m.T'l 8 dagen gevang en tot dn kosten, zonder voorwaarde. SPEK EN SMOUT GESMOKKELD. V. C., van Stad^n afkomstig doch te Brussel verblijvend, werd te Krrtemark bevonden met omstreeks 11 kilos spek en r kilo smout, dat hii in de geboortestreek was komen afhalen. De rechtbank veroordeelt de betichte int 3500 fr. boete of 3 maanden gevang en tot de kosten, zonder voorwnarde. AAN DEN VERKOOP ONTTROKKEN. D. A.. groothandelaar te Wervik. was beticht van Jn Juli 1940. zekere koopwaren, onder andere margarine, aan den verkoop onttrokl’nn te hebben en ook van in deze maand de aangifte niet gedaan te hebben van zeep en kaas; voor omstreeks 1417 fr. margarine werd te zijnen laste verkocht. De rechtbank spreekt cn de rhinoceros 32; dat <le vogels: de cider 115, de fezant 96, de -wilde eens 95, de duif 88, de patrijs 84. de musch 78 en de kraai 76 in ’t uur vliegen dat de visschen: de tonijn 45, de snoek 24, de forel 19 en de zalm 18 in d’uur zwemmen en dat onze snob: nuchter beschouwd, niet Veel redens heeft tot stoefen, want moest hij kunnen even rap loopen als de viervoeters, even rap vliegen als de vogels, even rap zwemmen als de visschen... dan zou hij driemaal wereldkampioen zijn... maar d’er is geen gevaar voor dat we hem daarvoor proficiat zullen moe ten wenschen. MAAR WIE DAT ER ’N PROFICIAT VERDIENT, dat is dien geneesheer die uitgevonden heeft, om den harteklop... in portret te trekken, ’t Is lijk ik ’t U zegge! Hoe dien geleerden dat aan boord legt ga ’k U maar niet trachten uiteen te doen, ’k en weet het zelve niet al te goed, maar ’t is in alle geval een schoone uitvindinge voor de jongens en de meisjes. Als er nu nog een meisken is dat aan de liefde van haren minnaar twijfelt dan moet deze maar ne keer zijn hart in portret laten trekken en ’t aan zijn lieve- ken zenden, precies lijk ne blaasbalg. Hij kan er dan ’t volgende onder zetten Mijn lief en aardig kind Als ge twijfelt of ge wordt bemind Hoe zon ’k U kunnen foppen Hier ziet ge m’n herte kloppen Wijl ’k aan U zit te denken ’t Is daarom da’k het U kom schenken? van U Juni 1941. Nr ALVORF.X'S xti'n epistel te beginneu Beste Vrienden en Vriendinnen Moet er. tot mijn groote smart Eerst ne »teen nog van m'n hart Die er, 't is lang genoeg gezwegen Duchtig op begmt te wegen. We zullen dus maar direkt met de deux’ in huis vallen... zooveel te rapper zijn w'er vau verlost en hebben we weer 11e lieber harteke. Daar zijn Lezers en allerliefste Leze ressen die toch zoo geerne zouden heb ben dat we wat meer moord- en brand histories zouden geven. Ja, maar een weekblad en is geen dag blad en als er nu een moord of brand- historie op *t laatste van de week ge beurt, dan komen we daar de volgende week mee aandraven, en dat zijn dan vijgen na Paschen. Daarom verzoeken wij de heeren moordenaars, brandstichters en bandieten van hun slag in ’t begin van de week te slaan, dan kunnen wij die en kele Lezers en Lezeressen, op moord- en brandhistorie belust, tevreden stellen. WIE DAT ER POTDJEIKE ook te vreden is, dat is-e-k’ik. Ja, beste Lezers en Vriendinnekens, eergisteren met den laatsten trein is in zijn heimatKnulle- ken gearriveerd met aan zijn linkeren arm zi-jn Karlientje. Dat maakt da’k mijn boezemvriend terug heb en tevens 'n Hin ken steun aan ’t opmaken van ’t Manne ken en ’t vertellen van kluchten. Maar fedcr medallie heeft haar keerzijde. Knul en ik we gingen vroeger wel eens 'n potje samen pakken maar... ’t zal gedaan ■zijn geloof ik, allszins voor een tijdeke, want Zondag was ik moederziel alleen om clen 7“ dag van God's schepping te vieren We gaan maar Knulleken nog ’n beetje met rust laten... maar willens nillens moet hij aanstaande week weer op 't appel en ’t liefdekuieren moet dan maar uit zijn. Zie, Knul en Karlien, het K.K. koppel, dat is nu eenmaal een gelukkig koppel. MAAR WEET GE WELKE MENSCH ’t gelukkigst leeft op aarde? Dat is de muzikant. Als hij werkt speelt bij, cn als hij speelt werkt hij. Ja, leven zonder werken Lijkt voor velen ’t grootste geluk Maar als zij ’t probcercn Komen z’n in den druk. Als ge geeren wandelt en geeren Hewel, zei Jantje, de twee mannetjes zaten op de jeneverflesch en wijfjes op den spiegel. Was ’t niet goecl gevonden. EN DAARMEE komen we aan ons wekelijksch kalenderken Zondag 15 Juni, SS. Vitus, Landelus, Modest. Het woord van een Is ’t woord van geen. Maandag 16 Juni, SS. Julitta, Lutgardis, Aurelius. Z n ’s werelds ploeg en wagen. Dinsdag 17 Juni, SS. Alena, Adolf, Odulf, Gondolf. Goe vrienden kunnen kijven En nog goe vrienden blijven. Woensdag 18 Juni, SS. Marcel, Gerland, Leontius. Die wilt g’rust op aarde leven Moet zijn tong een toomke geven. Donderdag 19 Juni, SS. Gervasius, Pro- tasius, Odo, Alena. De heere is baas over den knecht, De knecht over den hond, De hond over de kat, De kat over haren steert. Vrijdag 20 Juni, SS. Silverius, Florentia, Ida, Aldegundis. Die timmert langs de weg Hoort iedereens gezeg. Zaterdag 21 Juni, SS. Aloysius van Gon zaga, Alice, Marten van Tongeren. Ge kent nooit genen weerd Eer ge ermee zit rond den heerd. Nu mijn lieve vrienden, allen ’k Wensch U zonder ongevallen Veel plezier voor ied’re dag Tot da-’k-weer eens schrijven mag. ’t Manneke uit de Maan.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1941 | | pagina 8