GELD?
ROBRECHT DE FRIES
MEUBELS
i
POPERINGE
ciiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
GELOOVE OF...
I Moncarey-Decante
KOLEN
NA ZOOVEEL EEUWEN..
MIETJE MANDEMAKERS CIE
I
‘iïJdnnStr wind en
III POST DE UM PRINCEPS
KERKELIJK NIEUWS
l .r.
1
PRINSES JULIANA VERWACHT
HAAR DERDE KIND
Alle Meubels worden vracht
vrij t’huisbesteld en opgezet.
GEO.
IBBBBB3B9BaBBBBBBBSHBBB3BB9B
VLAMINGEN GESNEUVELD
OP HET OOSTFRONT
1BSB98B!SBSE9BBBBBBSBS339BBS3
DE ZAAK WIJFFELS VOOR
HET HOF VAN VERBREKING
HANDHAVING DER 8 GROOTE
LOTEN VAN 109.000 FRANK
en der super groote loten van
EEN EN TWEE MILLIOEN.
WAAGT UW KANS!
e®sBBS32aa®BSBESE8agSfflEJ!SHgSSS
VIJF BRANDEN IN BOERDE
RIJEN TE MOEN-HEESTERT
Groote Keus
S1AAPKAMIRS
EETPLAATSEN
KEUKENMEUBELS
H (MET WAARBORG)
lllllllllllllllllllllllllllllim
13 GASTHUISSTRAAT
ÏHMB3B8BBBBBB9flaBBBBBBBBBBB>
PIJNLIJK ONTWAKEN NA
DRINKPARTIJ te MOESKROEN
KEURINGEN VOOR
DE WAFFEN SS
■IN ENKELE REGELS
Koknhandelaars
kunnen vervangen worden door
OUD FOSSIEL-IIOUT
BERICHT
aan de
WINTERHULP GEGEVEN!
GOD GELEEND!
LEVENSLUSTIG EN GEZOND!
Alles in haar verraadt kracht en ge
zondheid, dank zij de versterkende
Hemofort dragees, die de kostbare
roodc bloedlichaampjes vermenigvuldi
gen en het bloed verjongen. Zij bevat
ten assimileerbaar ijzer als voornaamste
bestanddeelzij sterken het organisme
cn vullen Uw voeding op de juiste
Wijze aan. Begint onmiddellijk Uw
versterkingskuur vraagt vandaag nog
een doos versterkende Hemofort dra
gees bij Uw aootheker!
TRAGISCHE BRAND UITGE
BROKEN TE WAARMAARDE
DE HEER Ir RYCKEBOER,
ALS BURGEMEESTER VAN
KORTRIJK «AD INTERIM»
AANGESTELD
Etabl. G. VAN EMMERIK N.V.
H. Serruyslaan 22,
- OOSTENDE
>1
SiE3Hffi3S8HESBa353!8n3Saa2HaHBB3
een ezel aan zijn gai, ge krijgt nog een
kraker tóe. Nooitgenoig is op de wereld.
jfflsaaBisaaMBSsaBSESEaiaaBaasas
GROOTE BRAND
IN EEN WEVERIJ TE DEERLIJK
OOSTENDSCH VISSCHERS-
VAARTUIG VERGAAN
NAAIMACHIENEN
wissclstukken, herstellingen aller merken,
wendt U in volle vertrouwen
tot het gekende huis
HET GEWIJZIGDE PLAN
der
Loterij Winterbui^
HEEFT ALS KLEINSTE LOT,
DAT VAN H.ONDERR FRANK
getrokken op één enkel cijfer.
Daarbij brengt dit plan een
VERHOOGING VAN HET
AANTAL MIDDENLOTEN,
en de
KLOKKENGELUID BIJ MIDDEL
VAN GRAMOFOONPLATEN
IN NEDERLAND
5 CNUDDE en V. GEVAERT
SPEOAyTEITEN -D_—
REUKWERKEN FoKisen
GOEDE RAADGEVINGEN
VOOR RHEUMATIEKLIJDERS
onweer woeden H
UITTREKSEL VAN VONNIS
UITTREKSEL VAN VONNIS
IBBBBBaEBaaflSZBBBBflBBBBBflBBB
UITTREKSEL VAN VONNIS
UITTREKSEL VAN VONNIS
8B9BHBBaB9a3a3BSB3KaBSSBI«®aB
UI-TTREKSEL VAN VONNIS
UITTREKSEL VAN VONNIS
s
1346
E.
volge groot® overstreomingen.
S
PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN
Z. Hoogw. Excellentie heeft benoemd:
Pastoor te Emelgem; Eerw. Heer Jozef
Delodder, Pastoor te Zedelgem;
Pastoor te Zedelgem: Eerw. Heer Alfons
Remaut, Pastoor te Hollebeke;
Pastoor te Doomkerke: Eerw. Heer L.
Lelieur, Bestuurder te Aarsele (gewezen
Onderpastoor op Sint-Bertinus te Pope
ringe).
Op een parochie te Schiedam heeft met
Kerstdag en Nieuwjaar toch klokkenge
luid weerklonken alhoewel de klokken der
kerk bij de overheid waren ingeleverd. De
Z. E. H. Pastoor der parochie had name
lijk klankopnamen doen nemen van de
klokken en deed deze gramofoonplaten
ten gehoore brengen bij middel van zeer
sterke pick-upps. Dit initiatief is zoo goed
uitgevallen dat ook in talrijke andere Ne-
derlandsche kerken klokkengeluid op der
gelijke wijze voortaan ten gehoore zal ge
geven worden tot opnieuw klokken aan
wezig zijn. Zelfs werden reeds verster-
kingsinstallaties gemonteerd in kerkto
rens.
Op Woensdag 20 Januari zal de zaak
Wijffels opgeroepen worden voor het Hof
van Verbreking. Denkelijk zal het Hof
van Verbreking beslissen tot een herzie
ning van dit proces, welke dan zal moeten
worden verzonden naar een Assisenhof
van een andere Provincie den West-
VI aanderen.
Albert Hinderyckx, kellner te Moes-
kroen. had den avond doorgebracht in en
kele herbergen en had ten slotte nog al
diep in het glas pekeken. den heeltn nacht
door, ’s Anderdaags, toen hij nuchter
werd, stelde hij vast dat zijn brieven-
tasch, inhouderide 20.000 fr., verdwenen
was met den ganschen inhoud. Klacht
werd ingediend bii de Rijkswacht. Na
derhand werden alle papieren van den
kellner in de bus der Rijkswacht gevon
den, maar niet het geld.
CE!Q3B!SBSK95£BBBB3BBBBBBBBaBa
Zaterdag 9 Januari omstreeks 8 uur in
den avond, is plotseling een geweldige
brand losgebroken in een stroomijt van
de Kinders Montevne, landbouwers, wo
nende Steenweg op Tiegem te Waarmaar-
de. Onmiddelliik werden de pompiers van
Avelgem telefonisch opgebeld, die zich
spoedig ter plaatse begaven. Doch daar
gekomen was de groote stroomijt reeds
in een aanzienlijke vuurpoel herschapen
zoodat er aan blusschen niet meer te den
ken viel. De pompiers hadden zelfs alle
moeite om de aanpalende stallingen te
vrijwaren. Zekere Henri Verdonck. tim
merman, wonende Ouden aardesteenweg te
Waarmaarde, was op de stroomijt ge
klauterd om zooveel mogelijk nog te red
den wat er nog te redden viel. Doch de
man viel ongelukkiglijk van de mijt. Toe
gesnelde personen kwamen hem onmid
dellijk ter hulp, een geneesheer- werd ont
boden. die vaststelde da't de ongelukkige
den schedel werd gekloven. Hij is dan
ook den volgenden morgen overleden zon
der het bewustzijn terug te hebben ge
kregen.
Deze tragische brandramp heeft in het
omliggende een groote opschudding ver
wekt en de oorzaak ervan is ongekend.
flS2SliSS3SB3aZ2S3E3!SS33B3SH3Ma
Op het Oostfront sneuvelden nog vol
gende Vlamingen: Romain Vande Putte,
uit Zingem; Michel Vermassen, uit Moes-
kroen; Joris Meys uit Gent; Florimond
Pieters, uit St-Gillis-Waas.
ÜBBBBBBBBBBBBlSBBBBfiSSBBfiBBBB
••...n. a „rrBMi.Ttfa.ww
En waarom? En waarmee? vroeg
Rozeke ongeduldig.
Maar, sermfoeter-de-foeter! God-
gleremenschen toch! omdat Thuur op
zijn trouwen staat met Pientje Vanbe-
sien, mijn beste vriendinne.
En wel, verdikkegenaanHeeremensch
toch! riep Rozeke, en wat op Gods wereld
gaan we daarmee doen?
Mietje was al opgesprongen, had zijn
schouderdoek opgeleid en een Zondag-
schortje aangetrokken.
Wat gaat je doen? vroeg moeder.
Maar ge kunt dat wel pelzen, moeder,
zei Mietje, ’k wil Pientje gaan verwitti
gen. Die menschen zouden misschien pein
zen, dat het onzen opzet is en ik aanleg
om Thuur af te spelen. Jamaar dat niet!
Al nesten! Wat al nesten; steende
Rozeke.
Da’s allegaar niks, moeder, stilde
Mietje, t'hier en een half uurke, staat
alles op zijn pootjes.
En ge zult wel toezien, dat Leonie
er niet te belachelijk uitkomt, uit die
historie, zou ik zeggen? Leoniedeê het
om wel te doen. Ze ziet ons geerne.
Zii gerust, moeder, we zuilen zorgen,
dat zei- geen pluimen bij verliest, be
loofde Mietje, ai post pakkend naar de
voordeur.
Mietje viel te Vanbesiens met de deur
in huis, zoo geweldig ging het er op los.
Thuur Bouckenooghe zat er een pijpke
te rooken nevens Pientje en geheel ’t ge
zelschap keek aardig op, naar die gewel
dige avondoverkomste.
Kijkt maar aardig, begon Mietje,
’t aardigste zal nog achterna komen.
M’hoort alle jaren van aardige din
gen, gekte Thuur, al een stoel verschui
vend. Zet Je, Mietje, noodige hij uit, al
de hand cp de stoelzate kletsend, zet je,
én, hebt ge aardig nieuws meê, vertel het
aardig.
Ge kunt er zelf over oordeelen, als
't aardig is of niet, zei Mietie, horkt: Leo
nie Pasters is vandage moeder komen dui
velen: ze wil dat ik trouwe, seffens, of
nog eer.
’k Was er vol van.
’t Was inderdaad maanden geleên, dat
ik geen voet verzet had en nu opeens die
eendelijke bespreking in ’t gemeente
huis en mijn wrevel tegen Nette!
Ik vertelde Zondag avond mijn gevaar-
tenissen en Amelie zei plots: Nelis, ik
zou naar mijn penne grijpen en ’k zou
daarover schrijven; ge kunt er een goê
vv&vk nrcê dosn
Vandaag heb ik mijn penne bekeken... lezen we hoe 'Hoog in aanzien deze man
beroest! - -
Ik heb nog provisieloech Amelie
en begin er maar dadelijk aan, of ge
zaagt heel de weke over die ijsbaan van
Zondag.
Daar! mijn historie staat zwart op wit.
Geloove of... geld!
’t Zij Zondag: veel geloove, veel geld
In de schalen; en ’t zij in de eerste dagen:
veel geloove, veel in natura en vele wa
ren
Naar ’t oud, goed geloove!
BOER NELIS.
IBBBBBBBBBBBBBaBnBBBBBBBBaBBBIBBBBaBBBBBBBBBflBBBBBSBBB99
Heitnatstudie in Verzekens!
ook aan hun werischen.
De Voorzienigheid schonk aan het bis
dom Terenburg, kort daarop den gicotxjn
en heiligen bisschep Jeannes van Waas
ten, dien wij als een heilige van het bis
dom vereeren op 27 Janna: i. Hij was er
noodig cm orde te scheppen!
Robrecht was kerk en klooster zeer ge
negen, doch wel op zijn manier! Hij wilde
ze in alles helpen, begiftigen... doch was
er de baas over. Hij wilde zijn, wat zijn
zoon, Robrecht van Jerusalem, hem noem
de post aeum princeps(na God de
eerste). Laten we het in den naïeven zin
dezer middeieeuwschen harten gced be
grijpen!
Kloosters, kerken of abdijen te Bergen,
Winoksbergen, Watten, Sint-Pieter.s te
Gent, Harelbeke, Dowaai, Meesen, Kas
sei, Öint-Bertijn, Ham, Torhout (die hij
tot coljegiale kapittelkerk verhief) hebben
veel van hem ontvangen.
Toen de Godsvrede door de Kerk werd
afgekondigd, was hij een der eersten om
zijn aanhankelijkheid te verklaren. Hij
aanzag dien Godsvrede als een uitstekend
middel tot vrede en orde. In 1092 legt hij
dan ook den eed af de bepalingen van
de synode van Soissons te eerbiedigen.
Niet alleen het geestelijk belang, ook de
directe binncnlandsche staatsbelangen wa
ren 'het voorwerp van Robrechts bijzon
dere zorgen. Onder zijn vaste hand kreeg
het graafschap een bestuurlijk bestel, dat
veel geslachten lang, in zijn groote lijnen
bewaard bleef. Niet dat hij dit alles
nieuw invoerde, doch hij ordende en be
paalde gezag en 'bevoegdheid der bestuur
lijke lichamen.
De Graaf heeft de hoogste macht in
handen: hij regelt zijn troonopvolging,
heeft de opperste rechtspraak in handen,
en benoemt de leden der groote bestuurs
lichamen. De hoogste na hem is de proost
van St-Donaas, die het in 1089 ingestelde
kanseliersehap van Vlaanderen waarnam:
van hem gingen de bestuurlijke stukken
uit, en de rekeningen van het grafelijk
grondbezit in handen hield.
De notarissen (notarii) waren priesters
(klerken, zooal-s men toen zei) die den
kanselier in zijn .werk bijstonden.
Het graafschap was verdeeld in kastel-
nij-en, met een kastelein of burggraaf aan
het hoofd, te leper, Veurne, enz. Deze
kastéleinen vervingen den graaf en be
schikten ever heel wat gezag.
In den hoogstên adel sprak men van
barons, baroenen of baandenheeren. die
zeer machtig waren, zij stonden alleen
maar onder den graaf door het feit dat
zij hom trouwheid en onderdanigheid
hadden gezworen.
De ridders waren de ruiters, de mili
tairen, die hun koene daden met leenen
beloond zagen, en aldus meester werden
over een burcht met domein. Maar velen
worden weldra door hun buitensporig en
verkwistend leven zoo arm, dat zij moe
ten stelen om er nog te komen. Zij vor
men de groep der roofridders, waartegen
Boudewijn Hapten (met den bijl) zoo
vreeselijk zal in ’t krijt treden.
De geestelijkheid bleef een groot gezag
handhaven, wijl ze over hooge ambten
beschikken, met interdict en excommuni
catie macht hebben over de grootsten, en
steeds rijker worden door de giften van
vrome of wroegende schenkers.
Het was de tijd dat de edelen cn rid
ders hun oude houten torens en wonin
gen, stilaan door steenen vervingen.
Zoo bouwde Graaf Robrecht te Wij-
nendale op een moto het beroemde slot,
achthoekig, als sterkte tegen de mogelijke
vijanden, niet ver van ’t Noorden, dicht
bij de Torhoutsohe jaarmarkt, en als cen
trum van een gedroomd jachtdomein, dat
zich tot Eesen uitstrekt, het bekende
«Bosch zonder Genade».
Daar kon Robrecht nog vele schoons
jaren slijten, genietend van al zijn roem,
doch zijn vroom hart roept hem ter pel
grimage naar den heiligen Levant, om
kort nadien zijn laatste pelgrimage naar
de Eeuwigheid te ondernemen.
In ons volgend slotartikel moeten wij
u daarover nog heel interessante dingen
verhalen.
Uit dit alles moge blijken dat Robrecht
niet alleen bij name doch ook metter
daad wilde zijn zcoals zijn zoon hem
noemde: Post deum princeps! de eerste
na God. F. R.
Zeg nooit: Neen, ’k heb niets te geven!...
Waarom deden z’alles op?
Niemand ziet den eind van ’t leven,
Als van zijnen vingertop!
Kent ge weelde arme jaren,
In geluk of bij verdriet!
Immer kunt ge nog iets sparen.
Waar ’n arme van geniet!
Geef aan Winterhulp, van herte,
Blijigemoed, lachend, gemeend!
Kristen menschen lenigen smerte!
Hier gegeven!;.. God geleend!
Beselare 1943.
De Heer A. Mayeur, burgemeester der
stad Kortrijk, heeft op 17 December 1942
de ouderdomsgrens bereikt en is dienten
gevolge af getreden. Op 6 Januari 1943
werd de leiding- der bestuurszaken over
gedragen aan Heer Schepen Ryckeboer.
Deze werd voorloopig belast met het
waarnemen van het Burgemeestersambt.
Onmiddellijk na de officie ele overdracht
der bestuurszaken heeft de Heer Ir
Ryckeboer als Burgemeester de zitting
van het Schepencollege voorgezeten.
De Heer Luc -Ryckeboer werd geboren
te Adinkerke op 22 Maart 1906. Hij stu
deerde te Veurne en te Gent en behaalde
aan de Gentsche Hoogeschool den titel
van Burgerlijk Scheikundige. Jarenlang
was hij verbonden aan de Kortrijksche
Katoenspinnerij. Tijdelijk was hij ver
bonden aan het Commissariaat-Generaal
voor 's Lands Wederopbouw. Tegenwoor
dig is hij leider vdh het bureau der Tex-
tielcentrale te Kortrijk. Sinds Juli 1942
fungeert hij als Schepen van Finan tien
en Urbanisatie.
aj ril ja la'3
Het agentschap Reuter meldt uit Otta»
wa: In een speciale uitgave deelt het of-
ficieele blad Canada mede, dat de ka
mer de kliniek waarin Prinses Juliana
aan haar derde kind het leven zal scheu
ken, als exterritoriaal gebied zal worden
beschouwd, teneinde toe te laten dat de
geboorte op Nederlandschen grond zou
geschieden.
En in dien vreeselijken tijd wordt van
op den predikstoel, overal, in alle kerken,
met de harde vuist geklopt op uw cons
ciëntie. Er is nog iets anders dan geld-
belang. Er is nog uw geloof. En waar het
noodig is: Kiest nu t.usschen die twee.
Christen mensch óf... onmensch?
Kiest neen dat is niet voor de boeren
alleen, dat is voor al wie... verdient,
da eenen in natura,
de anderen in waren,
nog anderen in specie of papier.
Kiest: Christen mensch of... onmensch
te zijn.
Nelis,- ge; zijt aan ’t prediken’
’t Kan zijn, maar ge meet toch maar
uw gezond verstand te rade gaan en van
uw oud. goed geloove houden om tot dat
besluit te komen... Die Balsac ging mis
schien rooit naar de kerk, maar hij had
gezond verstand genoeg om te zien waai
de kwale van zijn tijd lag...
...Louis, mijn gebuur, kwam binnen.
Nelis, ik kom u halen, ’t zal nu
gaan, de menschen hebben overal assche
gestrooid, ’t Is maar Nette die ’t voor...
de anderen liet.
Ik kenne Nette, een oude rentenierster.
de assche mocht er niet af: ’t is met
moeite dat de rook door de schouwe mag!
Goed zoo van de buren, zei ik. Zon
dag Cnen we 't zelfde. Voor vele menschen
is 't leven nu een ijsspiegel, waar ze weg
noch weêre over kunnen. Zondag strooien
we... geen assche. maar geld en ware,
strooien we dik en er zij Zondag geen
één Nette!
Robrecht de Fries was een aldurvend
en trotsch mensch. Hij bezat allerminst
de middeleeuwsche gave van deemoed, die
past aan den christenvorst uit zijn tijd.
Voeg daarbij dat tal van geestelijken,
door toedoen van zijn vijanden, Richiidis
en consoorten, tot hun hooger ambt ge
stegen waren, en door hun onvrome en
lichtzinnige levenswijze allerminst de
mannen waren cm bij Robrecht eerbied
en gezag af te dwingen. Deze geheels
eeuw is ten andere de donkere eeyw van
Vlaanderen. Alleen het zwaard en de
vuist zijn het eenige recht. Gevoelens
voor hoegere idealen schijnen gedoofd.
De godsdienst is bij den grooten hoop
tot een bijgeloovig vreesgevoel ontaard.
En zoo kunnen we begrijpen dat deze
man de politieke belangen boven de ker
kelijke verkiest, en eigenmachtig het be
stuur der bisdommen wil regelen, wat
natuurlijk allereerst den Paus toekomt.
Vandaar zijn twist met den grooten
Paus Gregorius VII, die nochtans alles
in 't werk stelde, om zich met Robrecht
te verze-ensn.
Deze twist -heeft zich vooral in dezen
Zuis-W-esterhcek van het Graafschap af
gespeeld.
Zoo kiest hij vlakweg partij voor den
ouden Drogo, bisschop van Terwaan, die
zich aan simonie had plichtig gemaakt.
Di Paus zendt een bulle, doch Robrecht
gebaart van niks. Daarop valt de Paus
uit tegen de talrijke slechte priesters, die
toen het slecht voorbeeld gaven in onze
streek, en daar het niet helpt wendt hij
zich tot de Gravin-Moeder Adela, doch
niets baat. Drogo wordt door den simo-
nist Hubrecht opgevolgd. De bisschoppen
uit het Zuiden doen Robrecht in den ban.
De Paus ontheftden ‘ban, en vermaant
de bisschoppen niet overijld te werke te
gaan. Hij wil alles beproeven om Ro
brecht te redden.
Lambrecht van Belli, de opvolger van'
Hubrecht op den ibisschoppelijken zetel
van Terwaan, maakt heit nog bonter;
geeft alom ergernis, doch Robrecht grijpt
naar de wapens om hem te verdedigen,
beukt de kerkdeuren in te Terwaan, richt
andere baldadigheden uit: steelt het goed
der kerken, die den slechten bisschop
niet gehoorzamen, jaagt ze van hun
goed. Steeds komen er verzoeningsbullèn
van den eeuwigged-uldigen Hildebrand, die
h-et arme godsdienstig leven van ons be
proefde graafschap zeer ter harte neemt...
Godelieve was verwurgd te Gistel, in één
jaar telde men 3200 moorden uit het
Brugsche vrije, manslag en brandstich
ting, simonie en denker bijgeloof woe
kerden alom. Het is maar dank zij de
bemoeiing van Sint Aarnout, dat Ro
brecht zich eindelijk gewonnen geeft, veel
onrecht herstelt, en Aarnout dwars door
Vlaanderen zendt, van Zuid tot Noord,
om overal de verzoening en den kersten
vrede te prediken.
Het was e-en treurige twist, die om
trent 10 jaar geduurd had.
Ais Urbanus II hem weer een verma-
ningsbulle moet zenden, ter wille van
zijn aanslag op de erfenis der klerken,
.i----~i
staat: en ten andere, God heeft u
voorzien van deze zoo zeldzame kennis en
beoefening der letteren, der wetenschap
en van den godsdienst. ‘Dat gij u dan niet
ondankbaar betoont, doch God moget lo
ven in zijn kerken...».
Altijd had men ruzie en .moeite cm
hem m de veilige .wegen van het jus
canon te doen wandelen. Na een nieuw
beroep op den aarbbisschop en na een
concilie werd besloten een vastberaden
beroep te doen op Robrecht. Daartoe wer
den aangespeld: Arnold, proost van Sint-
Omaars; Joannes, abt van Sint-Bertijn
van Poperinge; Geert, abt van Ham, en
Bernard, proost van Watten. Ze troffen
den graaf aan in de Sint-Bertijnsabdij
te Poperinge waar hij alsdan den gehee-
len langen vastentijd in boete, voedsel-
derven en lichamelijke onthouding leef
de. Iets wat wel overeenstemt met de al
gemeens gedachte die alle historieschrij
vers over hem hadden, dat hij van nature
een zéér vroom man was. Vóór Palmen-
zondag -moest hij alles herstellen wat hij
aan onrecht had gedaan, zoo niet zou
geheel iici graafschap door het inderdict
wordett getroffen. Robrecht voldeed dan
Vraagt inlichtingen en voorwaarden aan
ZBS:Z2XlZa&EiaS!!B33SBZiB£S933aBBS3
Gadimine! vloekte Thuur, en met
wie?
Met Jou! riep Mietje, tranen lachend.
Met mij! tierde Thuur, eerst ver
stomd en dan zottebollend.
Met hem! gaapte Fientje, zonder
leute.
Jamaar, Fiene, gromde Mietje, die
Fientjes verschot met de oogen opving,
ge ’n moet daarom niet weerlichten, wee’
.je; ik ’n zou hem niet willen, Ge moogt
fijn gerust zijn.
Moeder Vanbesien, die in ’t hoekske
van den heerd lachend te kijken en te
luisteren zat, kwam nu tusschen.
Toe, Mietje, porde ze aan, zij toch
ééns serieus, als je kunt, en vertel ons die
versche keure van Leonie met kanten en
abouten.
Mietje kruiste de handen op den schoot
en lei al de onderduimsche werkingen van
Leonie bloot, wel in ’t bijzonder dsze der
laatste dagen. Het bootste zoo fijn Leonie
na in woord en gebaar, dat al de aanwe
zigen hun buik vasthielden van leute.
En nu? vroeg Mietje, hoe eigenlijk
nu die vlage afgekeird?
Thuur speelde met de vingers in het
haar en zat te peizen.
Wil ik een beetje helpen scharten?
gékte Mietje, maar ge ’n zult het er niet
uitscharten. Hoort eens hier: volgens mij,
wil Leonie Pasters over mijn toekomen
den vent beschikken om er een kerke-
suisse van te maken.
Da’s goed om te weten en zal te pas
komen voor mijn plan. En wat zou ze nog
in den mot hebben? vroeg Thuur.
Vanzelf zal de pijkevent ook putte-
maker zijn, zei Mietje.
’t Stuk is afgesponnen en ligt gereed,
knikte Thuur, zij nu maar gerust en blijf
koes. Gij verdwijnt van de planken en ik
speel mijn rolle. Morgen ga ik naar de
pasterij en kan Leonie met haar combi
natie voor den dag komen, 'k zal ze plat
leggen met zotten klap, zoodat ze noch
van Zuid, noch van Noord meer 'n weet.
Maar, om van wat anders te klappen,
zoudt je gelooven. Mietje, als ik jou be
lt Weet zelf niet meer hoe ’k Zondag
laatst van de kerk tot aan ’t gemeente
huis gesukkrld was. Er was geen sprake
van naar huis te gaan; ’t was immers
één spiegel van klaar ijs en op twee
pooten staat ge niet vast.
Kijk, wien we daar hebben... Nells,
’t Is maanden geleên dat we u niet meer
zagen! Ik had liever t'huis bij de kachel
gezeten; 't was Immers al steerten en vra
gen en op d’bage slaan; tot op h-et einde
de praatjes uit waren.
Nelis, wat zegt ge van dien brief dien
ze daar in de kerk gelezen hebben? De
boeren moeten geven in natura. de an
deren moeten in hun beurs schieten.
Vindt ge niet dat er danig veel begint
gevraagd te worden? En nu moeten de
boeren nog van hun rantsoen afstaan.
Nu beginnen ze tot in de kerk toe aan
opsischingen te doen.
Ga maar uw gang... wie nood heeft
verlangt veel te b-ekomen en wie moet
geven is er geren met een kleintje van af.
V7e hooren ’t al. Nelis, ge doet weer
.■'■sê met den pastoor.
- - Hij heeft ook nog' iets te zeggen ze
ker aan die menschen die beweren dat ze
parochianen zijn; aan menschen die nog
m-esnen dat ze echt christelijk zijn?
Maar Nelis toch, dat zijn we all-e-
maar vindt ge niet- dat er toch een
linde moet komen'aan al dat geven!
Niet meer dan aan ’t geld... verdie
nen, zei ik kort weg.
En zoo was de conversatie aan den
gang... Of is ’t geen waar misschien?
We zijn altijd gereed om te sputteren
als er op onze beurs wordt geklopt; we
hebben altijd een excuse of drie bij de
hand... we geven noö.
Maar als ’t gegeven is, dan zouden we
’t aan de boomen vertellen, ’k Heb gister
zooveel gegeven, ’t was Zondag laatst
voor dit. ’t is Zondag voor iets anders,
heele dasen schooiers on ’t hof of in huis
de pastoor komt voor dit. de onderpastoor
voor dat, ’t komt dan al eens een pater
of een zuster. En als we tegen onzen zin,
tegen heuge en meuge gegeven hebben,
zijn we dan nog zot-preusch genoeg om
er meê te boffen. Ons Heere zei dat op
Zijn manier: «Als ge geeft, maak dat uw
eene hand niet weet wat de andere geeft
Verdiensten
Verdienen doen we geren genoeg; er
zijn gaaien die vertellen dat ze niet we
ten wat gedaan met hun geld. Er zijn er
die ’t niet moeten zeggen ge ziet het
aan hun doening, aan hun kleêren, aan
hun zot verteer. Anderen zwijgen en nij
pen de- briefkes profijtig toe; en zien dat
ze voor alles den hoogstên prijs vragen.
De boeren alléén niet hoor! Al wie ver
dienen kan zoekt te verdienen en ’t is
maar aan ’t geven dat er een einde moet
komen.
En nu zest dé pastoor in de kerk dat ge
geven moet?
Is dat de eerste keer dat hij dat zegt?...
of is’ ’t de eerste keer dat ge zoo goed ge
luisterd hebt? Of is ’t nooit zoo klaar en
zoo... hard gezeid geweest voor diegenen
die van Houthem'» zijn?
Houthem bii lener is niet groot.
Houthem bij Veurne is nog kleiner.
Niemand wordt geren gezien dat hij van
Houthem is maar óp ieder gemeente
is er een «Houthem».
Zwijg me van dat eeuwig verdienen, van
dat eeuwig oppotten, van die geldziekte;
en van de dwaze spreuken van die rijken.
Ik ga mijn consciëntie wegsteken tót na
den oorlogdat hoorde ik zelf iemand
beweren. Maar Ons Heere heeft hem
al gevonden en 'k wete niet hoe hij daar
zal gevaren hebben!
Door het buiten zijn covers treden
van den Ohio-stroom in de V. S. van
Amerika zijn 20.000 personen dakloos ge
worden.
Tijdens den geweldigen wervelstorm
welke vorigen Herfst woedde aan de kust
van Bengalen kwamen in totaal 40.000
personen om het leven.
Te Antwerpen hebben gemaskerde
personen een 80-jarigen ouderling in zijn
woning overvallen en overmeesterd. De
vrouw des huizes wilde haar man ter hulp
komen maar zij werd door de schurken
met een stomp voorwerp doodgeslagen.
Uit Cognac wordt gemeld dat aldaar
in de jongste tijden voor 4 millioen frank
Cognac-likeur gestolen -werd.
Te Chatelineau werd de Ondersta-
tionchef door een trein gevat en gedood.
Te Mol kwamen twee personen bijna
om het leven door verstikking. Zij had
den namelijk de kachel aangemaakt op
hun kamer en de onvoorzichtigheid be
gaan die dicht te doen vooraleer slapen
te gaan.
Te Lissabon is een Britsch handels-
vliegtuig verongelukt. Veertien personen
kwamen om het leven bij deze ramp.
Te Haine-St-Pierre werd, met het
doel haar te bestelen, een 80-jarige vrouw
door een jeugdigen bandiet overvallen en
zwaar verwond.
Te Gent is een rustend priester, ten
gevolge van de duisternis in een diepe
gracht gesukkeld en kwam erin om het
leven door verdrinking.
Te Binche werd om een onbekende
reden een overval gepleegd op een burger
die een revolverschot in den arm opliep.
Te Vise was een bende jonge heden
een wagon aan 't plunderen in de statie
aldaar. Zij hadden den wagen opengebro
ken en waren bezig met alle kisten en
pakken open te maken. Zij werden op de
vlucht gedreven en naderhand werden al
len, twaalf in getal, door de lokale politie
aangehouden.
In de Braziliaansche Staat Rio de
Janeiro verdronken 100 personen tenge-
Das waar, Leon.e, stemde Thuur
meê, om enewat te zeggen.
- Zi en 't moet van mijn herte
snabberde Leonie, ze zuilen algauw, uit
d'etrde kruipen, om menheere paster te
pluimen. Is dat geen schande, Artheur?
De koster kwam van tie weke ook afge
lodderd om menheere te spreken, en, ik
mug in dtn Hemel vliegen, maar ’t was
suikernullegjes! ook om te schokken en
te schooien. Vaneigen n was ’t voor hem
zelf niet, maar, peis, Artheur 't was voor
dutsen die in zijn eigendom wonen. E,
dat hijzelf geve, die kei! hij wint geld lijk
iiooi. Wadde! koster en secretaris. Telt
dat te gaar.
Wat zegt je, zei Thuur. al op zijn
spabopm leunend, volk uit zijn huizen?
Jafhaar, Artheur, vermaande ze, dat
blijft onder ons, enee? En ge ’n moogt
niet peizen, dat ik hem afluisterde, en ook,
wat zou het baten? ’t Is toejoer parlee
fransee met hem; mensche mag niet we
ten wat die menheere brabbelt; mensche
is maar een maarte; mensche. staat te
leeg. Maar, ’k moet jou dit zeggen: men
heere en de koster waren in de eetzaal
en de scheiddeur van de keuken was
peronsanse met een gerreken open geble
ven, zoodat ik, zonder het te willen, het
gerul tot aan den watersteen hoorde en...
'k Heb alzoo nog gevaren in den
biechtstoel, maar ’k ’n verstond algelijk
niet duidelijk waarover het liep, onder
brak Thuur.
Ik wel, Artheur, ”k verstond -klaar
en duidelijk, dat de koster ’t woord Sa-
ritee loste, ’k Zegge in mijn eigen: Sisa,
weerom al van dien Saritee
Saritee? knulde Thuur.
Ct Vervolgt).
aBBaBB9K9B9SBBBaaa!S9BHS93B99
Vraag aan uw Briefdrager
een Abonnement op
«DE POPERINGENAAR»,
Kwaadwilligheid in het spel.
Te Hsestert is bij niet minder dan vier
landbouwers brand uitgesproken.
Bij Alfons Eeckhout gingen 34.000 kgl’.
stroo, 4.000 kgr. tarwe, 500 kgr. rogge,
3.009 kgr. haver en landbouwmachines in
de vlammen op.
Bij de Weduwe Detollenarre werd een
stroomijt vernield.
Esn drietal uren nadien geraakten drie
mijten stroo van Kamiel Depraetere ook
in brand.
’s Nachts gingen bij de Weduwe Ver-
vaecke, wonende Vierkeerstraat, eveneens
50.000' kgr. stroo in de vlammen op.
Ook te Moen heeft de roode haan ge
kraaid. Een schelf met ongedorscht graan,
toebehoorende aan R. Pauwels, St-Denijs-
straat, werd vernield.
Men vermoedt dat er kwaadwilligheid
in het spel is.
Vrijdag 8 Januari- rond den avond is
een geweldige brand uitgebroken in de
kleine weverij van Heer J. Vermoer-e,
wonende Schoolstraat te Deerlijk. On
middellijk werd de brandweer van Harel
beke opgeheld die spoedig ter plaatse
kwaïn. doch niettegenstaande alle pogin
gen in het werk werden gesteld om het
vuur te bestrijden, ging gansch het ge
bouw in de vlammen op. De inboedel kon
niet gered worden. Alleen de verkoolde
muren bleven nog recht staan. De schade
is dan ook zeer aanzienlijk.
EEN DER OPVARENDEN
JAMMERLIJK VERDRONKEN
Het kleine vaartuig, de O 218, bemand
door twee visschers, dat aan de haring
vangst langs de kust deelnam, is tenge
volge van een ongekende oorzaak ge
zonken.
Eèn der opvarenden, cle visscher Sal-
liau, beter gekend «als Patatjein de
visschersmiddens, werd door het zinkend
vaartuig medegesleurd. Tot nog toe werd
zijn iijk niet ontdekt. De andere opva
rende kon gered worden .door een ander
visschersvaartuig.
De oorzaken van het ongeval zijn nog
niet vastgesteld.
Voor uw AANKOOPEN
van
H. VANLERSBERGHE,
leperstraat 85bis, VLAMERTINGE.
ginnen zal, dacht Thuur, al zijn bedde
ken fijnrakelend.
Maar Leonie kon goed haar spel beleg
gen; ze klapte van alles, uitgezonderd van
wat Thuur verwachtte.
Ge moet nu e.en keer hooren, wat
aardige menschen er cp de wereld kreve
len. Artheur, raziaande ze, als ge peist
wat menheere paster gisteren tegenkwam.
Ge kent het weeüwke Droogenbrouck, van
den Hazelaarewijk? Goed. Da’s nu het
fraaiste wijveke van de godsche wereld
en een parochie toe, recht en rechtveer-
dig, suikergoed en inchristelijk, maar niet
van vooruit, nooit geweest; niets kunnen
thoophouden en toejoer in de krotte, zelfs
ten tijde van zijn vent, Sarei. God wil
zijn ziele hebben, een goeilijksche blok,
hij was een brokke familie van mij.
Nu, ge weet het misschien, dat wijveke is
ziek én menheere oaster ging het bezoe
ken en futselde ’t een briefke van vijf
frank in de vuist. Jamaar, Artheur, nu
moet je horken. Weet je wat dat serpent
deed? 't Bezag dat vijffrankpapierke, met
een wezen lijk het achterste van een hen-
ne, die versch entwat gedaan heeft, én,
zegt dat spook alzoo: dat ’n is nog niet
te vele; tegen dat je ’s uchtend een half
uurke aan den altaar gedraaid hebt, he
’t je zooveel gewonnen... Peis een keer,
Artheur
Wat zei menheere paster? vroeg
Thuur lachend.
’t Oude! schoot Leonie uit, veel te
goed: te goed om dood te gaan! Zegt hij
alzoo: ’t Is waar, Siskaatje, en ’t is op
recht jammer, t’wi’ls wij er aan doende
zijn, dat wij geheel den dag niet mogen
doordraaien.
'k Zie menheere paster draaien van
hier, gebberde Thuur. al zot lachend.
jamaar, ja, Artheur, zei Leonie, dat
doet wel een keer lachen, maar ’t ’n gaat
niet diepe voor wien ’t aangaat. Ge moet
peizen, da’s hier geheele dagen zulke thee,
nu voor de die, dan voor- de gindsche;
mensche zou wel een ezelke-leg-geld mo
gen bezitten. En weet je wat, Artheur,
f’xiziilc 11 I i von zjAnnrln t-ï 4-FF
Voor de Waffen-SS is de minimRm-
grootte 1,70 (voor degenen die den ouder
dom van 20 jaar niet bereikt hebben
1,68 m.), en voor het Vrijwilligerslegioen
Vlaanderen 1,65.
Aanmelden bij het Ersatzkommando
Vlaanderen der Waffen-SS Antwerpen,
Mengelwerk v. 16 Januari 1943. Nr 19.
I -- door EDWARD VERMEULEN
Pol! zuchtte Mietje, en ’t bleef, met
de oogen half-toe, aan het droomen. Het
droomde zoo wel, dat het de trapdeur niet
hoorde opengaan, a’ piepte ze, maar het
sprong op van 't verschot.als ’t moeder
hoorde roepen; Miecje, waar zit je zoo
lang?
Hier, moeder, rirp het tegen, ’k ran
geer mijn kamer.
Kom eens beneèn, beval Rozeke, d’r
is hier iemand.
Mietje spoeterde de trappen af en vond
Leonie Pasters bij moeder, in de keuken.
Leonie zou geerne een pinte zoete
nelk hebben, begon moeder, en ze komt
U wagen, of gij haar ’t plezier niet ’n
zouat willen doen er achter te gaan naar...
Waar was ’t dan Leonie?
Naar Zeghers, zei Leonie, ’t is wel
verre, maar ’t is zulke veie melk daar.
Mietje monkelde en keek van de bate
weg.
Ge wilt dat doen voor mij, Mietje?
vroeg Leonie innemend.
Seffens, zei Mietje, in een-twee-drie
ben ik weg, lijk een vlieg op een planke.
Werkelijk, in een hanengekraai had
’t meiske een versche schorte aan en
stond het met het melkpintje in de hand
gaansgereed.
Ge zijt een koekestuitje, bofte Leonie.
God beware jou.
Mietje was de pijp uit, èn, ééns buiten
den huize, mommelde ’t: ’k was er te veel;
ze komt voorzeker met een vent voor mij,
maar moeder zal wel uitlangen als ik te
rugkom.
Mietje had juist geraden. ‘Als het te
rugkwam. zag het met één oogslag, dat
Leonie en moeder uitgeklapt waren; ook
’n duurde ’t niet lang, eer Leonie haar
haspen en spillen vergaarde en met haar
pintje melk voortging.
Moeder, vroeg Mietje, als Leonie haar
hielen gekeerd had, was het simpel voor
dat kliKske melk dat ze kwam?
Moeder was op haar ongemak en zat
te wrikkelèn en te wikkelen.
Maar neen ’t, kopschudde ze; z’heeft
een aardige Litanie afgslezen.
’k Heb het willen zien, zei Mietje, ze
krulde haar neuze lijk een hond die op
wild staat, én, als ze heur neuze krult,
komt er entwat achter. Ik ken ze! En
wat is er tegen haar goeste? Of waarom
kwam ze eigenlijk?
Ge kunt het yel raden, schaap...
Ja. Is ze misschien met den fameu-
zen vent afgekomen?
Percies!
Wie is ’t? Als ’t mag geweten zijn.
Hamaar, dat ’n ware percies nog zoo
slecht niet, als dat je misschien wel peist.
Nu, ge kunt zelf oordeelen:’d’r is kwestie
van Thuur Bouckenooghe.
Perexempel! Thuur Bouckenooghe!
Weet Thuur er entwat van?
Da’s een ander paar mouwen. Ik ’n
heb het niet gevraagd, maar ‘k peis van
neen, om reden dat Leonie mij verzeker
de, dat ze T hem zou van spreken, mor
gen, als hij met hovenierswerk zal doen
de zijn.
Eenige oogenbiikken was Mietje ver
stomd. dan verbauwereerd, eindelijk
schoot het in een luiden schetterlach.
Ik ’n vind dat percies zoo belachelijk
niet, knulde Rozeke.
Ik wél. moeder, en laat me lachen!
kraaide Mietje.
Zi-zi! streed Rozeke, kijk nu naar
dat zot model! ’k Zou uitscheen ware k
gij.
Laat mij gerust, moeder, riep Mietje,
’k zou lachen tot in.-der-eeuwigheid!
zoo zeer naar den dageraad
van het hameisen licht. Midden al ’t ge-
ween, stond de oude maar neg taaie man
daar, zijn bedroefde monniken te trooccen
en vaderlijk te vermanen.
Geliefae kinderen sprak hij, slijt
uw leven met de gedachte dat de dood
u eiken dag kan treffen. De ziel zuiver
houden van alle smet! Dit weze uw eerste
en grootste bekommernis. Doe uw best
om de heiligen na te volgen en schuw u
van alle ketters. Blijft onwrikbaar ge
trouw in uw geloof.
Onvergetelijk stonden deze laatste woor
den diep in ieders hart geschreven. Het
was als een geestelijk testament waarvan
zij de erfgenamen waren.
Zijn levenslicht doofde stilaan uit. Hij
vreesde dat men na zijn dood zijn li
chaam zou balsemen. Sedert onheugelijke
tijden bestond, dit gebruik in Egypte. De
dooden werden gebalsemd en omwonden,
zoodat ze soms jaren lang vrij bleven van
alle bederf. Aan twee leerlingen, Macha-
rius en Amathas, legde liij de zorg op
zijn lichaam ergens ongezien in een een
zamen hoek te begraven.
Waarom Zou ik de verrotting van mijn
lichaam vreezen», zei hij hun, ten jong-
sten dag zal ik het wel gaaf en onsterfe
lijk terug krijg-en.
Zijn laatste wilsbesluiten betroffen zijn
stoffelijke goederen. Zijn testament be
wijst genoeg dat hij er geen grooten rijk
dom noch weelde op nahield.
Het luidt aldus:
Mijn kleederen zult ge verdeelen:
geeft aan den bisschop Athanasius een
van mijn schapenvellen met den mantel
waarop ik slaap; aan den bisschop Sera-
pion mijn ander schapenvel, en mijn ha
ren kleed is voor u.
Zijn laatste levenstooneel was al even
waardig als zijn heele leven.
«Mijn zonen, vaarwel!», zei hij, kalm.
Antonius vertrekt, en zal in dit leven
niet meer bij u zijn.
Er lag op zijn schoon gelaat een blij
heid bovenmate, als een weerglans van
t heerlijk geluk dat hem te wachten
stond hierboven. Zijn leerlingen knielden
oo-tmcediglijk naast zijn legerstee. En de
man die zoovelen den weg naar den He
mel had getoond, kuste zijn ontroerde
discipelen met al de liefde van zijn groot
hart. Toen vielen zijn klare oogen toe.
en de schoone ziel van den ouden eremijt
vlcog jubelend, als een leeuwerik, naar
den hemel tee. Het was den 17 Januari
356. Antonius was daaromtrent 105 jaar
oud.
Tachtig jaar had hij in de woestijn
geleefd èn voor .de wereld een voorbeeld
gegeven van groote deugd, en waardig
betrouwen in Christus en zijn Kruis.
Van Antonius kunnen wij in dezen
tijd dan vooral uit deze levensfragmen
ten leeren: mild te zijn voor de armen,
trouw te zijn in den dienst van God,
spijts alles, door alles.
Of denkt gij, dat Antonius er alleen
noodig is om uw varkentjes te helpen?...
Heilig Toontje, help eerst onze men
schen klaar zien in hun plicht van lief
dadigheid en godsdienstigheid. Nu vooral!
En denk dan ook aan huis en vee en
stal!
Dank U, Sint Antonius! TOON.
IBSBBBBBBBBilfiBBSBBBaaEBQaBItE^aiIBBBBBBSSBBBBBDBBBBBiïBBBBa
Op 17 Januari wordt In Vlaanderen een verlangde
feestdag gevjerd, die aluin de menschen-
aan ’t bidden en beevaarten zet: Sint An-
toon, genoemd met zijn zwijntje...
Hoe zou Toonanders, in zijn we-
kelijksch praatje, anders 'kunnen dan U
iets vertellen over zijn grooten en wel
beminden patroon.
Ik wil U daarom vandaag een paar
schuifjes uit zijn leven vertoonen. Ze pre
diken voor zich zelf!
Wat een ramp voor den jongen toen
hij omtrent tegen zijn twintigste Jaar zijn
ouders verloren had. Hij en zijn zuster
stonden nu als twee schamele weezen
alleen op de wereld. Doch geen moed ver
loren. Antonius zocht tro'ost in een vuri
ger belijden van het schoon christen ge-
looven.
Hij was een flinke mooie jongen, rijk
en goed. die. in de wereld een schitteren
de toekomst mocht tegemoet zien. Maar
daarop vischte hij niet. Hij droomde al
een tijdeke van de vrijwillige armoede
der eerste christenen, die -hun heele heb-
en houden aan de Apostelen gaven. Toen
hij een half jgar na zijn ouders’ dood, in
een kerk de Evangeliewoorden hoorde:
Indien gij wilt volmaakt zijn, verkoop
al wat gij 'bezit, geef het aan den arme,
en gij zult een schat hebben in den he
mel was het hem of dit de blijde roep
stem was van den Heer. Antonius trad
de kerk uit, met een onwrikbare beslist
heid te handelen naar den raad van de
goddelijke roepstem uit het Evangelie.
Zijn zuster was echter nog minderjarig
en hij rekende zich verplicht voor haar
te zorgen. Hij vond opeens een flink be
sluit: Het meisje was van haar eerste
jaren af een kind geweest vol godsvrucht
■en deemoed, en zou dus wel een plaatsje
vinden in een soort vrouwenklooster niet
ver van daar af. Antonius zorgde er voor
■en toen hij zijn goede zuster in ziele-
veiligheid wist, deelde hij. heel zijn bezit
aan den arme uit.
Wat zal het kermis geweest zijn bij
de dompelaars van Coma, die zoo onver
wachts een stuk van Antonius’ rijk for
tuin in handen kregen. Och wat gai hij
nog om geld en goed! Zijn ziele smachtte
naar de eenzaamheid, waarniets ter we
reld hem nog onttrekken zou van een
innig leven met God.
Links en rechts woonde er in dien tijd
al menig eenzaat in ’t gebuurte van hun
geboortestad. Verder in de wildernis gin
gen ze niet. Bij 'hen ging Antonius ter
schóól. .Hij bleef eerst geruimen tijd bij
en onder hen en leerde van hen wat
gebed, medidatie en stilzwijgen voor een
eremijt te bettekenen hebben.
Weer gingen de jaren hun gang. Anto
nius was reeds meer dan een eeuw oud.
Op zekeren dag vernam hij van den Heer
dat straks zijn laatste uur zou aanbre
ken. Met een kinderlijk blijgemoed greep
hij nog eens naar zijn staf en daalde zijn
kluisberg af, om een laatste vaarwel aan
zijn broeders te gaan wenschen. Antonius
was hun geestelijken vader, hun trots en
hun steun. En nu kwam hij maar zoo
onbewimpeld zijn dood voorspellen. Als
ouderlooze kinders gingen ze aan ’t
schreien. Antonius niet! Want zijn hart
17 Januari, 10 uur, St-Niklaas, Casino
Statiestraat.
17 Januari. 15 uur, Dendermonde, Meis
jesschool, Dijkstraat.
18 Januari, 10 uur, Gent, Brabantdam 15.
18 Januari, 16 uur, Oostende, Hauptver-
bandsplatz, Nieuwpoortsche Stnwg 57.
19 Januari. 10 uur, Brugge, Hansahuis,
Memlingplaats.
19 Januari. 13 uur. Diksmuicle, Café
«Theater», Bergstraat.
20 Januari, 9.30 uur, Roeselare, Huis
Patria Noordstraat 34.
20 Januari, 15 uur. Kortrijk, Stadhuis,
Groote Markt.
21 Januari. 10.30 uur, Brussel, Frontleit-
stclle, Kruidtuinlaan.
21 Januari, 17.30 uur, Leuven, Hotel Me
tropole
22 Januari, 10 uur, Hasselt, Dr. Willem-
sLra,cit 1.7
22 Januari, uur, Sint-Truiden, SS-'
Wache. Bremstraat.
24 Januari, 9.30 uur. Antwerpen, Zaal
Gruter Mechelsche Steenweg 123.
24 Januari, 16.30 uur, Mechelen, Nieuwe
Art. Kazerne, Liersche Steenweg.
Maar wat die dwazerik zei, dat doen
hem velen na. Dat menschen zonder ge
loove dat doen, dat kan ik begrijpen. Als
ge God buitenslaat, komt het gouden kalf
van zelf binnen. Ik las over kort, zoo
ik me niet vergis ’t moet de Fransche
schrijver Balsac zijn en Balsac was
geen pastoor! «EN ER WAS GEEN
GELOOVE MEER, ER WAREN ALLEEN
NOG BELANGEN»!
Bij hosvelen is ’t nu zoo niet?
Belangen: er zijn er van soorten, maar
onder de voornaamste is wel: geld en
rijkdom. En daarom wordt de consciën
tie eenvoudig uitgeschakeld, wordt ze
verkocht of gratis weggegeven voor een...
judasbeurze, voor 't ver_sjachelen van
dutsen die niet weten wat éten, die geen
branding hebben, geen dekking, die
schoenen noch kleederen hebben, die
’t mirakel moeten doen van voort te le
ven. en voort te doen met niemendal!
5 Groote keus van rechte, ultra kleine
g en vleugel PIANOS der beroemde JK
S merken PleyelErard Ga-
gveau», «Elcke», Forsterenz. 3
PIANOFAERIEK ój
g Voldersstraat 9 GENT S
ZIEKTEN ’DER PROSTAAT
moeilijk wateren, vernauwmg-, enz.
Ziehier het oordeel van een zieke over
een der geneesmiddelen voor deze ziekte:
ANÏIBlENNOL is een merkwaardig
verzachtingsmiddel voor mijn prestaat-
kwaalVraagt brochuur Nr 68, voor
ziekten der prostaat, aan de Pharmacia
du Tróne, Troonstraat 31, te Brussel.
aïïEïSSaHESSEESZaSSEBEBBMSSSal
Produkten en alle benoodigdheden
voor haarkappers. - Alle her
stellingen aan toestellen.
BAUWENS, Tel. 52763.
Kortrijkschepoortstrsat 108 - GENT.
Ónze Reiziger komt op verzoek.
HOE RHEUMATTEK en lumbago
BLIJVEND TE VERLICHTEN
Dit beproefde en be
kende huismiddeltje te
gen rneumateek zal uw
pijn onmicldehijk ver
jagen en blijvendever-
ncnting brengen. Het
is neel eenvoudig, maar
afaoende. Ge behoeft
slechts bij uw apothe
ker 100 giam Rneuma-
gic-iinement te halen,
aie kiaar voor hst ge-
aUf billik verkrijgbaar is.
G,e bevoerwigt de pijn-
SXS' lijke plaatsen ermede,
zonder evenwel te wrij-
ven of te masseeren,
en de rheumatiekpijn
wordt uiterst snel verlicnt. Daarom vindt
men Rheumagic ook m zoovele Huisgezin
nen. Neem zslf ae proef; haai il)ü gram
Rheumagic-limment in mus.
In ate apolhaken 6.- en 10.-Jr. w
Bij beslissing In datum van 31 December
1912. van de Administratieve Rechtsmacht
in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge
naamde: DELAERÈ CAMIEL, maaldet en
landgebruiker, geboren te Poperinge, den
20 Maart 1886. wonende Duinkerkestraat 44,
te POPERINGE;
veroordeeld tot: een geldboete van 18.209
fr. (aclittien duizend tweehonderd en negen
frank); verbèurverklaring van het inbeslag-
genomen varkensvleesch, tarwe en tarwe
meel; aanplakking en publicatie van een uit
treksel van het vonnis;
icegens: onwettig bezit van tarwe en tar
wemeel; slachten van een varken zonder ver
gunning; niet aangifte van 11 varkens op de
telling van 15-5-1'941; verkoop en aankoop
van varkens, bestemd voor den sluikhandel.
De Gouverneur,
M. BULCKAERT.
Bij beslissing in datum van 31 December
1912, van de Administratieve Rechtsmacht
in Tweeden Aanleg te Bruggewerd de ge
naamde: VERHAEGHE CYRIEL, landbouwer,
geboren te Komen, den 13 Februari 1877,
wonende Wijk F, 61, GELUWE;
veroordeeld tot:- een geldboete van 26.016
fr. (zes cn twintig dziizend en zestien frank);
aanplakking en publicatie van een uittreksel
van het vonnis;
wegens: verkoop van Inlandsche tabak,
oogst 1939, tegen overdreven prijzen.
De Gouverneur,
M. BULCKAERT.
Bij beslissing in datum van 31 December
1942. van de Administratieve Rechtsmacht
in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge
naamde: VANNES'TE ODIEL. landbouwer,
geboren te Moorsele, den 4 November 1887,
wonende Krommestraat 1, te WERVIK;
veroordeeld tot: een geldboete van 30.000
fr. (dertig duizend frank); aanplakking en
publicatie van een uittreksel van het vonnis;.
wegens: verkoop van een groote hoeveel
heid tabak, oogst 1939, tegen overdreven
prijzen.
De Gouverneur
M. BULCKAERT.
IB9BB9BBBB3BBB3B3BBBB9BBBBBB
Bij beslissing in datum van 31 December
1942, van de Administratieve Rechtsmacht
in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge
naamde: BOUTEN MARCEL, machinebou-
wer, geboren te Zormebeke, den 14 November
1901, wonende leperstraat 92, GELUVELD;
veroordeeld tot: een geldboete van 15.000
fr. (vijftien duizend frank); aanplakking en
publicatie van een uittreksel van het vonnis;
wegens: aankoop van 7.908 kgr. inlandsche
tabak tegen, zeer overdreven prijzen en ver
koop dezer, na bewerking, tegen woeker
prijzen.
De Gouverneur,
M. BULCKAERT.
Bij beslissing in datum van 31 December
1942. van de Administratieve Rechtsmacht
in Tweeden Aanleg te Brusge, werd de ge
naamde: DESCAMPS JEAN-3 ARTISTE, gebo
ren te Komen, den 29-5-1881, wonende Kruis-
eekestraat 142, te WERVIK;
veroordeeld tot: een geldboete van 15.000
fr. (vijftien duizend frank); aanplakking en
publicatie van een uittreksel van het vonnis;
wegens: 1. aankoop van inlandsche tabak,
oogst 1939, tegen overdreven prijzen; 2. aan
koop van Wèrvische tabak, tegen höogere
prijzen dan deze normaal toegepast op 10 Mei
1940.
De Gouverneur,
Ml. BULCKAERT
Bij beslissing in datum van 31 December
1342, van de Administratieve Rechtsmacht
in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge
naamde: VAN RAES JOZEF, landbouwer,
geboren te Geluwe, den 23 Abril 1874, wo
nende Wijk E, 11, te GELUWE;
veroordeeld tot: een geldboete van 22.133
fr. (twee cn twintig duizend honderd zes en
dertig frank); aanplakking en publicatie van
een uittreksel van het vonnis;
wegens: verkoop van 5.534 kgr. inlandsche
tabak, oogst 1939, tegen hoogere prijzen dan
de normale.
De Gouverneur,
M. BULCKAERT.
zie, dat Leonie. geen slechten smaak
heeft...
Mietje verschoot er van en kleurde:
zi-zi, zottskul! schoot het uit.
Jamaar, ’k wil zeggen: had ik Fientje
niet gekend, gekte Thuur, want, zie je,
d’r is maar één Fientje en ’k zou het nog
voor geen twee Mietjes uitwisselen.
Maar, dat is een paskogeltje! boertte
Mietje, aie er weerom bovenop was, hoor
een keer: ik ’n zou Pol voor geen dozijn
Thuur’s laten schieten en ze geven per-
tank veertien suikerkoeken voor een
dozijn.
Zoodat ik een suikerkoeke ben? vroeg
Thuur.
In Fientje’s oogen, ja, maar in de
mijne niet.
Mietje stond op, gereed om te vertrek
ken.
Zoo, is ’t goed verstaan, vermaande
Thuur, gij en joun moeder blijven buiten
het spel; ge ’n verroert niet; ge ’n rept
geen woord; g? zijt dood. Misschien van
morgen is de pantomine gespeeld, en, als
je tijd vindt, kómt ’s avonds om de knop-
kes.
Goê vangste en .elk een goên. avond,
wenschte Mietje.
Den volgenden morgen, al vroegtijdig;
was Thuur op zijn post in de pastorijhij
werd er bijzonder vriendelijk door Leonie
ontvangen; hij moest zelfs in de keuken
gaan en er een borrel drinken en er zit
ten en klappen.
Én rook maar eerst een pijpje; d’r zit
niemand achter jou, zei Leonie.
Thuur zat en rookte, dronk met kleine
teugen zijn glazeken uit en was et wegc.
den hof in, maar Leonie schonk nog een
borrel en hij zat ook vanher, inwendig
vol wriemeling en te peizen; ze legt het
zoet aan boord.
Eindelijk was het pijpke uitgerookt, het
glazeke ledig en Thuur aan het werk.
Mijnheer de pastoor moest dien voormid
dag op reis, en, als hij de pijp uit was,
trok Leonie den hof in tot bij den hove
nier. £,ix weev JC w<av, -
’k Weet 'i wonders hoe ze’r aan be- t’wijls ,wij van ezels doende zijn, wrijft