GELD? ROBRECHT DE FRIES MEUBELS i POPERINGE ciiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin GELOOVE OF... I Moncarey-Decante KOLEN NA ZOOVEEL EEUWEN.. MIETJE MANDEMAKERS CIE I ‘iïJdnnStr wind en III POST DE UM PRINCEPS KERKELIJK NIEUWS l .r. 1 PRINSES JULIANA VERWACHT HAAR DERDE KIND Alle Meubels worden vracht vrij t’huisbesteld en opgezet. GEO. IBBBBB3B9BaBBBBBBBSHBBB3BB9B VLAMINGEN GESNEUVELD OP HET OOSTFRONT 1BSB98B!SBSE9BBBBBBSBS339BBS3 DE ZAAK WIJFFELS VOOR HET HOF VAN VERBREKING HANDHAVING DER 8 GROOTE LOTEN VAN 109.000 FRANK en der super groote loten van EEN EN TWEE MILLIOEN. WAAGT UW KANS! e®sBBS32aa®BSBESE8agSfflEJ!SHgSSS VIJF BRANDEN IN BOERDE RIJEN TE MOEN-HEESTERT Groote Keus S1AAPKAMIRS EETPLAATSEN KEUKENMEUBELS H (MET WAARBORG) lllllllllllllllllllllllllllllim 13 GASTHUISSTRAAT ÏHMB3B8BBBBBB9flaBBBBBBBBBBB> PIJNLIJK ONTWAKEN NA DRINKPARTIJ te MOESKROEN KEURINGEN VOOR DE WAFFEN SS ■IN ENKELE REGELS Koknhandelaars kunnen vervangen worden door OUD FOSSIEL-IIOUT BERICHT aan de WINTERHULP GEGEVEN! GOD GELEEND! LEVENSLUSTIG EN GEZOND! Alles in haar verraadt kracht en ge zondheid, dank zij de versterkende Hemofort dragees, die de kostbare roodc bloedlichaampjes vermenigvuldi gen en het bloed verjongen. Zij bevat ten assimileerbaar ijzer als voornaamste bestanddeelzij sterken het organisme cn vullen Uw voeding op de juiste Wijze aan. Begint onmiddellijk Uw versterkingskuur vraagt vandaag nog een doos versterkende Hemofort dra gees bij Uw aootheker! TRAGISCHE BRAND UITGE BROKEN TE WAARMAARDE DE HEER Ir RYCKEBOER, ALS BURGEMEESTER VAN KORTRIJK «AD INTERIM» AANGESTELD Etabl. G. VAN EMMERIK N.V. H. Serruyslaan 22, - OOSTENDE >1 SiE3Hffi3S8HESBa353!8n3Saa2HaHBB3 een ezel aan zijn gai, ge krijgt nog een kraker tóe. Nooitgenoig is op de wereld. jfflsaaBisaaMBSsaBSESEaiaaBaasas GROOTE BRAND IN EEN WEVERIJ TE DEERLIJK OOSTENDSCH VISSCHERS- VAARTUIG VERGAAN NAAIMACHIENEN wissclstukken, herstellingen aller merken, wendt U in volle vertrouwen tot het gekende huis HET GEWIJZIGDE PLAN der Loterij Winterbui^ HEEFT ALS KLEINSTE LOT, DAT VAN H.ONDERR FRANK getrokken op één enkel cijfer. Daarbij brengt dit plan een VERHOOGING VAN HET AANTAL MIDDENLOTEN, en de KLOKKENGELUID BIJ MIDDEL VAN GRAMOFOONPLATEN IN NEDERLAND 5 CNUDDE en V. GEVAERT SPEOAyTEITEN -D_— REUKWERKEN FoKisen GOEDE RAADGEVINGEN VOOR RHEUMATIEKLIJDERS onweer woeden H UITTREKSEL VAN VONNIS UITTREKSEL VAN VONNIS IBBBBBaEBaaflSZBBBBflBBBBBflBBB UITTREKSEL VAN VONNIS UITTREKSEL VAN VONNIS 8B9BHBBaB9a3a3BSB3KaBSSBI«®aB UI-TTREKSEL VAN VONNIS UITTREKSEL VAN VONNIS s 1346 E. volge groot® overstreomingen. S PRIESTERLIJKE BENOEMINGEN Z. Hoogw. Excellentie heeft benoemd: Pastoor te Emelgem; Eerw. Heer Jozef Delodder, Pastoor te Zedelgem; Pastoor te Zedelgem: Eerw. Heer Alfons Remaut, Pastoor te Hollebeke; Pastoor te Doomkerke: Eerw. Heer L. Lelieur, Bestuurder te Aarsele (gewezen Onderpastoor op Sint-Bertinus te Pope ringe). Op een parochie te Schiedam heeft met Kerstdag en Nieuwjaar toch klokkenge luid weerklonken alhoewel de klokken der kerk bij de overheid waren ingeleverd. De Z. E. H. Pastoor der parochie had name lijk klankopnamen doen nemen van de klokken en deed deze gramofoonplaten ten gehoore brengen bij middel van zeer sterke pick-upps. Dit initiatief is zoo goed uitgevallen dat ook in talrijke andere Ne- derlandsche kerken klokkengeluid op der gelijke wijze voortaan ten gehoore zal ge geven worden tot opnieuw klokken aan wezig zijn. Zelfs werden reeds verster- kingsinstallaties gemonteerd in kerkto rens. Op Woensdag 20 Januari zal de zaak Wijffels opgeroepen worden voor het Hof van Verbreking. Denkelijk zal het Hof van Verbreking beslissen tot een herzie ning van dit proces, welke dan zal moeten worden verzonden naar een Assisenhof van een andere Provincie den West- VI aanderen. Albert Hinderyckx, kellner te Moes- kroen. had den avond doorgebracht in en kele herbergen en had ten slotte nog al diep in het glas pekeken. den heeltn nacht door, ’s Anderdaags, toen hij nuchter werd, stelde hij vast dat zijn brieven- tasch, inhouderide 20.000 fr., verdwenen was met den ganschen inhoud. Klacht werd ingediend bii de Rijkswacht. Na derhand werden alle papieren van den kellner in de bus der Rijkswacht gevon den, maar niet het geld. CE!Q3B!SBSK95£BBBB3BBBBBBBBaBa Zaterdag 9 Januari omstreeks 8 uur in den avond, is plotseling een geweldige brand losgebroken in een stroomijt van de Kinders Montevne, landbouwers, wo nende Steenweg op Tiegem te Waarmaar- de. Onmiddelliik werden de pompiers van Avelgem telefonisch opgebeld, die zich spoedig ter plaatse begaven. Doch daar gekomen was de groote stroomijt reeds in een aanzienlijke vuurpoel herschapen zoodat er aan blusschen niet meer te den ken viel. De pompiers hadden zelfs alle moeite om de aanpalende stallingen te vrijwaren. Zekere Henri Verdonck. tim merman, wonende Ouden aardesteenweg te Waarmaarde, was op de stroomijt ge klauterd om zooveel mogelijk nog te red den wat er nog te redden viel. Doch de man viel ongelukkiglijk van de mijt. Toe gesnelde personen kwamen hem onmid dellijk ter hulp, een geneesheer- werd ont boden. die vaststelde da't de ongelukkige den schedel werd gekloven. Hij is dan ook den volgenden morgen overleden zon der het bewustzijn terug te hebben ge kregen. Deze tragische brandramp heeft in het omliggende een groote opschudding ver wekt en de oorzaak ervan is ongekend. flS2SliSS3SB3aZ2S3E3!SS33B3SH3Ma Op het Oostfront sneuvelden nog vol gende Vlamingen: Romain Vande Putte, uit Zingem; Michel Vermassen, uit Moes- kroen; Joris Meys uit Gent; Florimond Pieters, uit St-Gillis-Waas. ÜBBBBBBBBBBBBlSBBBBfiSSBBfiBBBB ••...n. a „rrBMi.Ttfa.ww En waarom? En waarmee? vroeg Rozeke ongeduldig. Maar, sermfoeter-de-foeter! God- gleremenschen toch! omdat Thuur op zijn trouwen staat met Pientje Vanbe- sien, mijn beste vriendinne. En wel, verdikkegenaanHeeremensch toch! riep Rozeke, en wat op Gods wereld gaan we daarmee doen? Mietje was al opgesprongen, had zijn schouderdoek opgeleid en een Zondag- schortje aangetrokken. Wat gaat je doen? vroeg moeder. Maar ge kunt dat wel pelzen, moeder, zei Mietje, ’k wil Pientje gaan verwitti gen. Die menschen zouden misschien pein zen, dat het onzen opzet is en ik aanleg om Thuur af te spelen. Jamaar dat niet! Al nesten! Wat al nesten; steende Rozeke. Da’s allegaar niks, moeder, stilde Mietje, t'hier en een half uurke, staat alles op zijn pootjes. En ge zult wel toezien, dat Leonie er niet te belachelijk uitkomt, uit die historie, zou ik zeggen? Leoniedeê het om wel te doen. Ze ziet ons geerne. Zii gerust, moeder, we zuilen zorgen, dat zei- geen pluimen bij verliest, be loofde Mietje, ai post pakkend naar de voordeur. Mietje viel te Vanbesiens met de deur in huis, zoo geweldig ging het er op los. Thuur Bouckenooghe zat er een pijpke te rooken nevens Pientje en geheel ’t ge zelschap keek aardig op, naar die gewel dige avondoverkomste. Kijkt maar aardig, begon Mietje, ’t aardigste zal nog achterna komen. M’hoort alle jaren van aardige din gen, gekte Thuur, al een stoel verschui vend. Zet Je, Mietje, noodige hij uit, al de hand cp de stoelzate kletsend, zet je, én, hebt ge aardig nieuws meê, vertel het aardig. Ge kunt er zelf over oordeelen, als 't aardig is of niet, zei Mietie, horkt: Leo nie Pasters is vandage moeder komen dui velen: ze wil dat ik trouwe, seffens, of nog eer. ’k Was er vol van. ’t Was inderdaad maanden geleên, dat ik geen voet verzet had en nu opeens die eendelijke bespreking in ’t gemeente huis en mijn wrevel tegen Nette! Ik vertelde Zondag avond mijn gevaar- tenissen en Amelie zei plots: Nelis, ik zou naar mijn penne grijpen en ’k zou daarover schrijven; ge kunt er een goê vv&vk nrcê dosn Vandaag heb ik mijn penne bekeken... lezen we hoe 'Hoog in aanzien deze man beroest! - - Ik heb nog provisieloech Amelie en begin er maar dadelijk aan, of ge zaagt heel de weke over die ijsbaan van Zondag. Daar! mijn historie staat zwart op wit. Geloove of... geld! ’t Zij Zondag: veel geloove, veel geld In de schalen; en ’t zij in de eerste dagen: veel geloove, veel in natura en vele wa ren Naar ’t oud, goed geloove! BOER NELIS. IBBBBBBBBBBBBBaBnBBBBBBBBaBBBIBBBBaBBBBBBBBBflBBBBBSBBB99 Heitnatstudie in Verzekens! ook aan hun werischen. De Voorzienigheid schonk aan het bis dom Terenburg, kort daarop den gicotxjn en heiligen bisschep Jeannes van Waas ten, dien wij als een heilige van het bis dom vereeren op 27 Janna: i. Hij was er noodig cm orde te scheppen! Robrecht was kerk en klooster zeer ge negen, doch wel op zijn manier! Hij wilde ze in alles helpen, begiftigen... doch was er de baas over. Hij wilde zijn, wat zijn zoon, Robrecht van Jerusalem, hem noem de post aeum princeps(na God de eerste). Laten we het in den naïeven zin dezer middeieeuwschen harten gced be grijpen! Kloosters, kerken of abdijen te Bergen, Winoksbergen, Watten, Sint-Pieter.s te Gent, Harelbeke, Dowaai, Meesen, Kas sei, Öint-Bertijn, Ham, Torhout (die hij tot coljegiale kapittelkerk verhief) hebben veel van hem ontvangen. Toen de Godsvrede door de Kerk werd afgekondigd, was hij een der eersten om zijn aanhankelijkheid te verklaren. Hij aanzag dien Godsvrede als een uitstekend middel tot vrede en orde. In 1092 legt hij dan ook den eed af de bepalingen van de synode van Soissons te eerbiedigen. Niet alleen het geestelijk belang, ook de directe binncnlandsche staatsbelangen wa ren 'het voorwerp van Robrechts bijzon dere zorgen. Onder zijn vaste hand kreeg het graafschap een bestuurlijk bestel, dat veel geslachten lang, in zijn groote lijnen bewaard bleef. Niet dat hij dit alles nieuw invoerde, doch hij ordende en be paalde gezag en 'bevoegdheid der bestuur lijke lichamen. De Graaf heeft de hoogste macht in handen: hij regelt zijn troonopvolging, heeft de opperste rechtspraak in handen, en benoemt de leden der groote bestuurs lichamen. De hoogste na hem is de proost van St-Donaas, die het in 1089 ingestelde kanseliersehap van Vlaanderen waarnam: van hem gingen de bestuurlijke stukken uit, en de rekeningen van het grafelijk grondbezit in handen hield. De notarissen (notarii) waren priesters (klerken, zooal-s men toen zei) die den kanselier in zijn .werk bijstonden. Het graafschap was verdeeld in kastel- nij-en, met een kastelein of burggraaf aan het hoofd, te leper, Veurne, enz. Deze kastéleinen vervingen den graaf en be schikten ever heel wat gezag. In den hoogstên adel sprak men van barons, baroenen of baandenheeren. die zeer machtig waren, zij stonden alleen maar onder den graaf door het feit dat zij hom trouwheid en onderdanigheid hadden gezworen. De ridders waren de ruiters, de mili tairen, die hun koene daden met leenen beloond zagen, en aldus meester werden over een burcht met domein. Maar velen worden weldra door hun buitensporig en verkwistend leven zoo arm, dat zij moe ten stelen om er nog te komen. Zij vor men de groep der roofridders, waartegen Boudewijn Hapten (met den bijl) zoo vreeselijk zal in ’t krijt treden. De geestelijkheid bleef een groot gezag handhaven, wijl ze over hooge ambten beschikken, met interdict en excommuni catie macht hebben over de grootsten, en steeds rijker worden door de giften van vrome of wroegende schenkers. Het was de tijd dat de edelen cn rid ders hun oude houten torens en wonin gen, stilaan door steenen vervingen. Zoo bouwde Graaf Robrecht te Wij- nendale op een moto het beroemde slot, achthoekig, als sterkte tegen de mogelijke vijanden, niet ver van ’t Noorden, dicht bij de Torhoutsohe jaarmarkt, en als cen trum van een gedroomd jachtdomein, dat zich tot Eesen uitstrekt, het bekende «Bosch zonder Genade». Daar kon Robrecht nog vele schoons jaren slijten, genietend van al zijn roem, doch zijn vroom hart roept hem ter pel grimage naar den heiligen Levant, om kort nadien zijn laatste pelgrimage naar de Eeuwigheid te ondernemen. In ons volgend slotartikel moeten wij u daarover nog heel interessante dingen verhalen. Uit dit alles moge blijken dat Robrecht niet alleen bij name doch ook metter daad wilde zijn zcoals zijn zoon hem noemde: Post deum princeps! de eerste na God. F. R. Zeg nooit: Neen, ’k heb niets te geven!... Waarom deden z’alles op? Niemand ziet den eind van ’t leven, Als van zijnen vingertop! Kent ge weelde arme jaren, In geluk of bij verdriet! Immer kunt ge nog iets sparen. Waar ’n arme van geniet! Geef aan Winterhulp, van herte, Blijigemoed, lachend, gemeend! Kristen menschen lenigen smerte! Hier gegeven!;.. God geleend! Beselare 1943. De Heer A. Mayeur, burgemeester der stad Kortrijk, heeft op 17 December 1942 de ouderdomsgrens bereikt en is dienten gevolge af getreden. Op 6 Januari 1943 werd de leiding- der bestuurszaken over gedragen aan Heer Schepen Ryckeboer. Deze werd voorloopig belast met het waarnemen van het Burgemeestersambt. Onmiddellijk na de officie ele overdracht der bestuurszaken heeft de Heer Ir Ryckeboer als Burgemeester de zitting van het Schepencollege voorgezeten. De Heer Luc -Ryckeboer werd geboren te Adinkerke op 22 Maart 1906. Hij stu deerde te Veurne en te Gent en behaalde aan de Gentsche Hoogeschool den titel van Burgerlijk Scheikundige. Jarenlang was hij verbonden aan de Kortrijksche Katoenspinnerij. Tijdelijk was hij ver bonden aan het Commissariaat-Generaal voor 's Lands Wederopbouw. Tegenwoor dig is hij leider vdh het bureau der Tex- tielcentrale te Kortrijk. Sinds Juli 1942 fungeert hij als Schepen van Finan tien en Urbanisatie. aj ril ja la'3 Het agentschap Reuter meldt uit Otta» wa: In een speciale uitgave deelt het of- ficieele blad Canada mede, dat de ka mer de kliniek waarin Prinses Juliana aan haar derde kind het leven zal scheu ken, als exterritoriaal gebied zal worden beschouwd, teneinde toe te laten dat de geboorte op Nederlandschen grond zou geschieden. En in dien vreeselijken tijd wordt van op den predikstoel, overal, in alle kerken, met de harde vuist geklopt op uw cons ciëntie. Er is nog iets anders dan geld- belang. Er is nog uw geloof. En waar het noodig is: Kiest nu t.usschen die twee. Christen mensch óf... onmensch? Kiest neen dat is niet voor de boeren alleen, dat is voor al wie... verdient, da eenen in natura, de anderen in waren, nog anderen in specie of papier. Kiest: Christen mensch of... onmensch te zijn. Nelis,- ge; zijt aan ’t prediken’ ’t Kan zijn, maar ge meet toch maar uw gezond verstand te rade gaan en van uw oud. goed geloove houden om tot dat besluit te komen... Die Balsac ging mis schien rooit naar de kerk, maar hij had gezond verstand genoeg om te zien waai de kwale van zijn tijd lag... ...Louis, mijn gebuur, kwam binnen. Nelis, ik kom u halen, ’t zal nu gaan, de menschen hebben overal assche gestrooid, ’t Is maar Nette die ’t voor... de anderen liet. Ik kenne Nette, een oude rentenierster. de assche mocht er niet af: ’t is met moeite dat de rook door de schouwe mag! Goed zoo van de buren, zei ik. Zon dag Cnen we 't zelfde. Voor vele menschen is 't leven nu een ijsspiegel, waar ze weg noch weêre over kunnen. Zondag strooien we... geen assche. maar geld en ware, strooien we dik en er zij Zondag geen één Nette! Robrecht de Fries was een aldurvend en trotsch mensch. Hij bezat allerminst de middeleeuwsche gave van deemoed, die past aan den christenvorst uit zijn tijd. Voeg daarbij dat tal van geestelijken, door toedoen van zijn vijanden, Richiidis en consoorten, tot hun hooger ambt ge stegen waren, en door hun onvrome en lichtzinnige levenswijze allerminst de mannen waren cm bij Robrecht eerbied en gezag af te dwingen. Deze geheels eeuw is ten andere de donkere eeyw van Vlaanderen. Alleen het zwaard en de vuist zijn het eenige recht. Gevoelens voor hoegere idealen schijnen gedoofd. De godsdienst is bij den grooten hoop tot een bijgeloovig vreesgevoel ontaard. En zoo kunnen we begrijpen dat deze man de politieke belangen boven de ker kelijke verkiest, en eigenmachtig het be stuur der bisdommen wil regelen, wat natuurlijk allereerst den Paus toekomt. Vandaar zijn twist met den grooten Paus Gregorius VII, die nochtans alles in 't werk stelde, om zich met Robrecht te verze-ensn. Deze twist -heeft zich vooral in dezen Zuis-W-esterhcek van het Graafschap af gespeeld. Zoo kiest hij vlakweg partij voor den ouden Drogo, bisschop van Terwaan, die zich aan simonie had plichtig gemaakt. Di Paus zendt een bulle, doch Robrecht gebaart van niks. Daarop valt de Paus uit tegen de talrijke slechte priesters, die toen het slecht voorbeeld gaven in onze streek, en daar het niet helpt wendt hij zich tot de Gravin-Moeder Adela, doch niets baat. Drogo wordt door den simo- nist Hubrecht opgevolgd. De bisschoppen uit het Zuiden doen Robrecht in den ban. De Paus ontheftden ‘ban, en vermaant de bisschoppen niet overijld te werke te gaan. Hij wil alles beproeven om Ro brecht te redden. Lambrecht van Belli, de opvolger van' Hubrecht op den ibisschoppelijken zetel van Terwaan, maakt heit nog bonter; geeft alom ergernis, doch Robrecht grijpt naar de wapens om hem te verdedigen, beukt de kerkdeuren in te Terwaan, richt andere baldadigheden uit: steelt het goed der kerken, die den slechten bisschop niet gehoorzamen, jaagt ze van hun goed. Steeds komen er verzoeningsbullèn van den eeuwigged-uldigen Hildebrand, die h-et arme godsdienstig leven van ons be proefde graafschap zeer ter harte neemt... Godelieve was verwurgd te Gistel, in één jaar telde men 3200 moorden uit het Brugsche vrije, manslag en brandstich ting, simonie en denker bijgeloof woe kerden alom. Het is maar dank zij de bemoeiing van Sint Aarnout, dat Ro brecht zich eindelijk gewonnen geeft, veel onrecht herstelt, en Aarnout dwars door Vlaanderen zendt, van Zuid tot Noord, om overal de verzoening en den kersten vrede te prediken. Het was e-en treurige twist, die om trent 10 jaar geduurd had. Ais Urbanus II hem weer een verma- ningsbulle moet zenden, ter wille van zijn aanslag op de erfenis der klerken, .i----~i staat: en ten andere, God heeft u voorzien van deze zoo zeldzame kennis en beoefening der letteren, der wetenschap en van den godsdienst. ‘Dat gij u dan niet ondankbaar betoont, doch God moget lo ven in zijn kerken...». Altijd had men ruzie en .moeite cm hem m de veilige .wegen van het jus canon te doen wandelen. Na een nieuw beroep op den aarbbisschop en na een concilie werd besloten een vastberaden beroep te doen op Robrecht. Daartoe wer den aangespeld: Arnold, proost van Sint- Omaars; Joannes, abt van Sint-Bertijn van Poperinge; Geert, abt van Ham, en Bernard, proost van Watten. Ze troffen den graaf aan in de Sint-Bertijnsabdij te Poperinge waar hij alsdan den gehee- len langen vastentijd in boete, voedsel- derven en lichamelijke onthouding leef de. Iets wat wel overeenstemt met de al gemeens gedachte die alle historieschrij vers over hem hadden, dat hij van nature een zéér vroom man was. Vóór Palmen- zondag -moest hij alles herstellen wat hij aan onrecht had gedaan, zoo niet zou geheel iici graafschap door het inderdict wordett getroffen. Robrecht voldeed dan Vraagt inlichtingen en voorwaarden aan ZBS:Z2XlZa&EiaS!!B33SBZiB£S933aBBS3 Gadimine! vloekte Thuur, en met wie? Met Jou! riep Mietje, tranen lachend. Met mij! tierde Thuur, eerst ver stomd en dan zottebollend. Met hem! gaapte Fientje, zonder leute. Jamaar, Fiene, gromde Mietje, die Fientjes verschot met de oogen opving, ge ’n moet daarom niet weerlichten, wee’ .je; ik ’n zou hem niet willen, Ge moogt fijn gerust zijn. Moeder Vanbesien, die in ’t hoekske van den heerd lachend te kijken en te luisteren zat, kwam nu tusschen. Toe, Mietje, porde ze aan, zij toch ééns serieus, als je kunt, en vertel ons die versche keure van Leonie met kanten en abouten. Mietje kruiste de handen op den schoot en lei al de onderduimsche werkingen van Leonie bloot, wel in ’t bijzonder dsze der laatste dagen. Het bootste zoo fijn Leonie na in woord en gebaar, dat al de aanwe zigen hun buik vasthielden van leute. En nu? vroeg Mietje, hoe eigenlijk nu die vlage afgekeird? Thuur speelde met de vingers in het haar en zat te peizen. Wil ik een beetje helpen scharten? gékte Mietje, maar ge ’n zult het er niet uitscharten. Hoort eens hier: volgens mij, wil Leonie Pasters over mijn toekomen den vent beschikken om er een kerke- suisse van te maken. Da’s goed om te weten en zal te pas komen voor mijn plan. En wat zou ze nog in den mot hebben? vroeg Thuur. Vanzelf zal de pijkevent ook putte- maker zijn, zei Mietje. ’t Stuk is afgesponnen en ligt gereed, knikte Thuur, zij nu maar gerust en blijf koes. Gij verdwijnt van de planken en ik speel mijn rolle. Morgen ga ik naar de pasterij en kan Leonie met haar combi natie voor den dag komen, 'k zal ze plat leggen met zotten klap, zoodat ze noch van Zuid, noch van Noord meer 'n weet. Maar, om van wat anders te klappen, zoudt je gelooven. Mietje, als ik jou be lt Weet zelf niet meer hoe ’k Zondag laatst van de kerk tot aan ’t gemeente huis gesukkrld was. Er was geen sprake van naar huis te gaan; ’t was immers één spiegel van klaar ijs en op twee pooten staat ge niet vast. Kijk, wien we daar hebben... Nells, ’t Is maanden geleên dat we u niet meer zagen! Ik had liever t'huis bij de kachel gezeten; 't was Immers al steerten en vra gen en op d’bage slaan; tot op h-et einde de praatjes uit waren. Nelis, wat zegt ge van dien brief dien ze daar in de kerk gelezen hebben? De boeren moeten geven in natura. de an deren moeten in hun beurs schieten. Vindt ge niet dat er danig veel begint gevraagd te worden? En nu moeten de boeren nog van hun rantsoen afstaan. Nu beginnen ze tot in de kerk toe aan opsischingen te doen. Ga maar uw gang... wie nood heeft verlangt veel te b-ekomen en wie moet geven is er geren met een kleintje van af. V7e hooren ’t al. Nelis, ge doet weer .■'■sê met den pastoor. - - Hij heeft ook nog' iets te zeggen ze ker aan die menschen die beweren dat ze parochianen zijn; aan menschen die nog m-esnen dat ze echt christelijk zijn? Maar Nelis toch, dat zijn we all-e- maar vindt ge niet- dat er toch een linde moet komen'aan al dat geven! Niet meer dan aan ’t geld... verdie nen, zei ik kort weg. En zoo was de conversatie aan den gang... Of is ’t geen waar misschien? We zijn altijd gereed om te sputteren als er op onze beurs wordt geklopt; we hebben altijd een excuse of drie bij de hand... we geven noö. Maar als ’t gegeven is, dan zouden we ’t aan de boomen vertellen, ’k Heb gister zooveel gegeven, ’t was Zondag laatst voor dit. ’t is Zondag voor iets anders, heele dasen schooiers on ’t hof of in huis de pastoor komt voor dit. de onderpastoor voor dat, ’t komt dan al eens een pater of een zuster. En als we tegen onzen zin, tegen heuge en meuge gegeven hebben, zijn we dan nog zot-preusch genoeg om er meê te boffen. Ons Heere zei dat op Zijn manier: «Als ge geeft, maak dat uw eene hand niet weet wat de andere geeft Verdiensten Verdienen doen we geren genoeg; er zijn gaaien die vertellen dat ze niet we ten wat gedaan met hun geld. Er zijn er die ’t niet moeten zeggen ge ziet het aan hun doening, aan hun kleêren, aan hun zot verteer. Anderen zwijgen en nij pen de- briefkes profijtig toe; en zien dat ze voor alles den hoogstên prijs vragen. De boeren alléén niet hoor! Al wie ver dienen kan zoekt te verdienen en ’t is maar aan ’t geven dat er een einde moet komen. En nu zest dé pastoor in de kerk dat ge geven moet? Is dat de eerste keer dat hij dat zegt?... of is’ ’t de eerste keer dat ge zoo goed ge luisterd hebt? Of is ’t nooit zoo klaar en zoo... hard gezeid geweest voor diegenen die van Houthem'» zijn? Houthem bii lener is niet groot. Houthem bij Veurne is nog kleiner. Niemand wordt geren gezien dat hij van Houthem is maar óp ieder gemeente is er een «Houthem». Zwijg me van dat eeuwig verdienen, van dat eeuwig oppotten, van die geldziekte; en van de dwaze spreuken van die rijken. Ik ga mijn consciëntie wegsteken tót na den oorlogdat hoorde ik zelf iemand beweren. Maar Ons Heere heeft hem al gevonden en 'k wete niet hoe hij daar zal gevaren hebben! Door het buiten zijn covers treden van den Ohio-stroom in de V. S. van Amerika zijn 20.000 personen dakloos ge worden. Tijdens den geweldigen wervelstorm welke vorigen Herfst woedde aan de kust van Bengalen kwamen in totaal 40.000 personen om het leven. Te Antwerpen hebben gemaskerde personen een 80-jarigen ouderling in zijn woning overvallen en overmeesterd. De vrouw des huizes wilde haar man ter hulp komen maar zij werd door de schurken met een stomp voorwerp doodgeslagen. Uit Cognac wordt gemeld dat aldaar in de jongste tijden voor 4 millioen frank Cognac-likeur gestolen -werd. Te Chatelineau werd de Ondersta- tionchef door een trein gevat en gedood. Te Mol kwamen twee personen bijna om het leven door verstikking. Zij had den namelijk de kachel aangemaakt op hun kamer en de onvoorzichtigheid be gaan die dicht te doen vooraleer slapen te gaan. Te Lissabon is een Britsch handels- vliegtuig verongelukt. Veertien personen kwamen om het leven bij deze ramp. Te Haine-St-Pierre werd, met het doel haar te bestelen, een 80-jarige vrouw door een jeugdigen bandiet overvallen en zwaar verwond. Te Gent is een rustend priester, ten gevolge van de duisternis in een diepe gracht gesukkeld en kwam erin om het leven door verdrinking. Te Binche werd om een onbekende reden een overval gepleegd op een burger die een revolverschot in den arm opliep. Te Vise was een bende jonge heden een wagon aan 't plunderen in de statie aldaar. Zij hadden den wagen opengebro ken en waren bezig met alle kisten en pakken open te maken. Zij werden op de vlucht gedreven en naderhand werden al len, twaalf in getal, door de lokale politie aangehouden. In de Braziliaansche Staat Rio de Janeiro verdronken 100 personen tenge- Das waar, Leon.e, stemde Thuur meê, om enewat te zeggen. - Zi en 't moet van mijn herte snabberde Leonie, ze zuilen algauw, uit d'etrde kruipen, om menheere paster te pluimen. Is dat geen schande, Artheur? De koster kwam van tie weke ook afge lodderd om menheere te spreken, en, ik mug in dtn Hemel vliegen, maar ’t was suikernullegjes! ook om te schokken en te schooien. Vaneigen n was ’t voor hem zelf niet, maar, peis, Artheur 't was voor dutsen die in zijn eigendom wonen. E, dat hijzelf geve, die kei! hij wint geld lijk iiooi. Wadde! koster en secretaris. Telt dat te gaar. Wat zegt je, zei Thuur. al op zijn spabopm leunend, volk uit zijn huizen? Jafhaar, Artheur, vermaande ze, dat blijft onder ons, enee? En ge ’n moogt niet peizen, dat ik hem afluisterde, en ook, wat zou het baten? ’t Is toejoer parlee fransee met hem; mensche mag niet we ten wat die menheere brabbelt; mensche is maar een maarte; mensche. staat te leeg. Maar, ’k moet jou dit zeggen: men heere en de koster waren in de eetzaal en de scheiddeur van de keuken was peronsanse met een gerreken open geble ven, zoodat ik, zonder het te willen, het gerul tot aan den watersteen hoorde en... 'k Heb alzoo nog gevaren in den biechtstoel, maar ’k ’n verstond algelijk niet duidelijk waarover het liep, onder brak Thuur. Ik wel, Artheur, ”k verstond -klaar en duidelijk, dat de koster ’t woord Sa- ritee loste, ’k Zegge in mijn eigen: Sisa, weerom al van dien Saritee Saritee? knulde Thuur. Ct Vervolgt). aBBaBB9K9B9SBBBaaa!S9BHS93B99 Vraag aan uw Briefdrager een Abonnement op «DE POPERINGENAAR», Kwaadwilligheid in het spel. Te Hsestert is bij niet minder dan vier landbouwers brand uitgesproken. Bij Alfons Eeckhout gingen 34.000 kgl’. stroo, 4.000 kgr. tarwe, 500 kgr. rogge, 3.009 kgr. haver en landbouwmachines in de vlammen op. Bij de Weduwe Detollenarre werd een stroomijt vernield. Esn drietal uren nadien geraakten drie mijten stroo van Kamiel Depraetere ook in brand. ’s Nachts gingen bij de Weduwe Ver- vaecke, wonende Vierkeerstraat, eveneens 50.000' kgr. stroo in de vlammen op. Ook te Moen heeft de roode haan ge kraaid. Een schelf met ongedorscht graan, toebehoorende aan R. Pauwels, St-Denijs- straat, werd vernield. Men vermoedt dat er kwaadwilligheid in het spel is. Vrijdag 8 Januari- rond den avond is een geweldige brand uitgebroken in de kleine weverij van Heer J. Vermoer-e, wonende Schoolstraat te Deerlijk. On middellijk werd de brandweer van Harel beke opgeheld die spoedig ter plaatse kwaïn. doch niettegenstaande alle pogin gen in het werk werden gesteld om het vuur te bestrijden, ging gansch het ge bouw in de vlammen op. De inboedel kon niet gered worden. Alleen de verkoolde muren bleven nog recht staan. De schade is dan ook zeer aanzienlijk. EEN DER OPVARENDEN JAMMERLIJK VERDRONKEN Het kleine vaartuig, de O 218, bemand door twee visschers, dat aan de haring vangst langs de kust deelnam, is tenge volge van een ongekende oorzaak ge zonken. Eèn der opvarenden, cle visscher Sal- liau, beter gekend «als Patatjein de visschersmiddens, werd door het zinkend vaartuig medegesleurd. Tot nog toe werd zijn iijk niet ontdekt. De andere opva rende kon gered worden .door een ander visschersvaartuig. De oorzaken van het ongeval zijn nog niet vastgesteld. Voor uw AANKOOPEN van H. VANLERSBERGHE, leperstraat 85bis, VLAMERTINGE. ginnen zal, dacht Thuur, al zijn bedde ken fijnrakelend. Maar Leonie kon goed haar spel beleg gen; ze klapte van alles, uitgezonderd van wat Thuur verwachtte. Ge moet nu e.en keer hooren, wat aardige menschen er cp de wereld kreve len. Artheur, raziaande ze, als ge peist wat menheere paster gisteren tegenkwam. Ge kent het weeüwke Droogenbrouck, van den Hazelaarewijk? Goed. Da’s nu het fraaiste wijveke van de godsche wereld en een parochie toe, recht en rechtveer- dig, suikergoed en inchristelijk, maar niet van vooruit, nooit geweest; niets kunnen thoophouden en toejoer in de krotte, zelfs ten tijde van zijn vent, Sarei. God wil zijn ziele hebben, een goeilijksche blok, hij was een brokke familie van mij. Nu, ge weet het misschien, dat wijveke is ziek én menheere oaster ging het bezoe ken en futselde ’t een briefke van vijf frank in de vuist. Jamaar, Artheur, nu moet je horken. Weet je wat dat serpent deed? 't Bezag dat vijffrankpapierke, met een wezen lijk het achterste van een hen- ne, die versch entwat gedaan heeft, én, zegt dat spook alzoo: dat ’n is nog niet te vele; tegen dat je ’s uchtend een half uurke aan den altaar gedraaid hebt, he ’t je zooveel gewonnen... Peis een keer, Artheur Wat zei menheere paster? vroeg Thuur lachend. ’t Oude! schoot Leonie uit, veel te goed: te goed om dood te gaan! Zegt hij alzoo: ’t Is waar, Siskaatje, en ’t is op recht jammer, t’wi’ls wij er aan doende zijn, dat wij geheel den dag niet mogen doordraaien. 'k Zie menheere paster draaien van hier, gebberde Thuur. al zot lachend. jamaar, ja, Artheur, zei Leonie, dat doet wel een keer lachen, maar ’t ’n gaat niet diepe voor wien ’t aangaat. Ge moet peizen, da’s hier geheele dagen zulke thee, nu voor de die, dan voor- de gindsche; mensche zou wel een ezelke-leg-geld mo gen bezitten. En weet je wat, Artheur, f’xiziilc 11 I i von zjAnnrln t-ï 4-FF Voor de Waffen-SS is de minimRm- grootte 1,70 (voor degenen die den ouder dom van 20 jaar niet bereikt hebben 1,68 m.), en voor het Vrijwilligerslegioen Vlaanderen 1,65. Aanmelden bij het Ersatzkommando Vlaanderen der Waffen-SS Antwerpen, Mengelwerk v. 16 Januari 1943. Nr 19. I -- door EDWARD VERMEULEN Pol! zuchtte Mietje, en ’t bleef, met de oogen half-toe, aan het droomen. Het droomde zoo wel, dat het de trapdeur niet hoorde opengaan, a’ piepte ze, maar het sprong op van 't verschot.als ’t moeder hoorde roepen; Miecje, waar zit je zoo lang? Hier, moeder, rirp het tegen, ’k ran geer mijn kamer. Kom eens beneèn, beval Rozeke, d’r is hier iemand. Mietje spoeterde de trappen af en vond Leonie Pasters bij moeder, in de keuken. Leonie zou geerne een pinte zoete nelk hebben, begon moeder, en ze komt U wagen, of gij haar ’t plezier niet ’n zouat willen doen er achter te gaan naar... Waar was ’t dan Leonie? Naar Zeghers, zei Leonie, ’t is wel verre, maar ’t is zulke veie melk daar. Mietje monkelde en keek van de bate weg. Ge wilt dat doen voor mij, Mietje? vroeg Leonie innemend. Seffens, zei Mietje, in een-twee-drie ben ik weg, lijk een vlieg op een planke. Werkelijk, in een hanengekraai had ’t meiske een versche schorte aan en stond het met het melkpintje in de hand gaansgereed. Ge zijt een koekestuitje, bofte Leonie. God beware jou. Mietje was de pijp uit, èn, ééns buiten den huize, mommelde ’t: ’k was er te veel; ze komt voorzeker met een vent voor mij, maar moeder zal wel uitlangen als ik te rugkom. Mietje had juist geraden. ‘Als het te rugkwam. zag het met één oogslag, dat Leonie en moeder uitgeklapt waren; ook ’n duurde ’t niet lang, eer Leonie haar haspen en spillen vergaarde en met haar pintje melk voortging. Moeder, vroeg Mietje, als Leonie haar hielen gekeerd had, was het simpel voor dat kliKske melk dat ze kwam? Moeder was op haar ongemak en zat te wrikkelèn en te wikkelen. Maar neen ’t, kopschudde ze; z’heeft een aardige Litanie afgslezen. ’k Heb het willen zien, zei Mietje, ze krulde haar neuze lijk een hond die op wild staat, én, als ze heur neuze krult, komt er entwat achter. Ik ken ze! En wat is er tegen haar goeste? Of waarom kwam ze eigenlijk? Ge kunt het yel raden, schaap... Ja. Is ze misschien met den fameu- zen vent afgekomen? Percies! Wie is ’t? Als ’t mag geweten zijn. Hamaar, dat ’n ware percies nog zoo slecht niet, als dat je misschien wel peist. Nu, ge kunt zelf oordeelen:’d’r is kwestie van Thuur Bouckenooghe. Perexempel! Thuur Bouckenooghe! Weet Thuur er entwat van? Da’s een ander paar mouwen. Ik ’n heb het niet gevraagd, maar ‘k peis van neen, om reden dat Leonie mij verzeker de, dat ze T hem zou van spreken, mor gen, als hij met hovenierswerk zal doen de zijn. Eenige oogenbiikken was Mietje ver stomd. dan verbauwereerd, eindelijk schoot het in een luiden schetterlach. Ik ’n vind dat percies zoo belachelijk niet, knulde Rozeke. Ik wél. moeder, en laat me lachen! kraaide Mietje. Zi-zi! streed Rozeke, kijk nu naar dat zot model! ’k Zou uitscheen ware k gij. Laat mij gerust, moeder, riep Mietje, ’k zou lachen tot in.-der-eeuwigheid! zoo zeer naar den dageraad van het hameisen licht. Midden al ’t ge- ween, stond de oude maar neg taaie man daar, zijn bedroefde monniken te trooccen en vaderlijk te vermanen. Geliefae kinderen sprak hij, slijt uw leven met de gedachte dat de dood u eiken dag kan treffen. De ziel zuiver houden van alle smet! Dit weze uw eerste en grootste bekommernis. Doe uw best om de heiligen na te volgen en schuw u van alle ketters. Blijft onwrikbaar ge trouw in uw geloof. Onvergetelijk stonden deze laatste woor den diep in ieders hart geschreven. Het was als een geestelijk testament waarvan zij de erfgenamen waren. Zijn levenslicht doofde stilaan uit. Hij vreesde dat men na zijn dood zijn li chaam zou balsemen. Sedert onheugelijke tijden bestond, dit gebruik in Egypte. De dooden werden gebalsemd en omwonden, zoodat ze soms jaren lang vrij bleven van alle bederf. Aan twee leerlingen, Macha- rius en Amathas, legde liij de zorg op zijn lichaam ergens ongezien in een een zamen hoek te begraven. Waarom Zou ik de verrotting van mijn lichaam vreezen», zei hij hun, ten jong- sten dag zal ik het wel gaaf en onsterfe lijk terug krijg-en. Zijn laatste wilsbesluiten betroffen zijn stoffelijke goederen. Zijn testament be wijst genoeg dat hij er geen grooten rijk dom noch weelde op nahield. Het luidt aldus: Mijn kleederen zult ge verdeelen: geeft aan den bisschop Athanasius een van mijn schapenvellen met den mantel waarop ik slaap; aan den bisschop Sera- pion mijn ander schapenvel, en mijn ha ren kleed is voor u. Zijn laatste levenstooneel was al even waardig als zijn heele leven. «Mijn zonen, vaarwel!», zei hij, kalm. Antonius vertrekt, en zal in dit leven niet meer bij u zijn. Er lag op zijn schoon gelaat een blij heid bovenmate, als een weerglans van t heerlijk geluk dat hem te wachten stond hierboven. Zijn leerlingen knielden oo-tmcediglijk naast zijn legerstee. En de man die zoovelen den weg naar den He mel had getoond, kuste zijn ontroerde discipelen met al de liefde van zijn groot hart. Toen vielen zijn klare oogen toe. en de schoone ziel van den ouden eremijt vlcog jubelend, als een leeuwerik, naar den hemel tee. Het was den 17 Januari 356. Antonius was daaromtrent 105 jaar oud. Tachtig jaar had hij in de woestijn geleefd èn voor .de wereld een voorbeeld gegeven van groote deugd, en waardig betrouwen in Christus en zijn Kruis. Van Antonius kunnen wij in dezen tijd dan vooral uit deze levensfragmen ten leeren: mild te zijn voor de armen, trouw te zijn in den dienst van God, spijts alles, door alles. Of denkt gij, dat Antonius er alleen noodig is om uw varkentjes te helpen?... Heilig Toontje, help eerst onze men schen klaar zien in hun plicht van lief dadigheid en godsdienstigheid. Nu vooral! En denk dan ook aan huis en vee en stal! Dank U, Sint Antonius! TOON. IBSBBBBBBBBilfiBBSBBBaaEBQaBItE^aiIBBBBBBSSBBBBBDBBBBBiïBBBBa Op 17 Januari wordt In Vlaanderen een verlangde feestdag gevjerd, die aluin de menschen- aan ’t bidden en beevaarten zet: Sint An- toon, genoemd met zijn zwijntje... Hoe zou Toonanders, in zijn we- kelijksch praatje, anders 'kunnen dan U iets vertellen over zijn grooten en wel beminden patroon. Ik wil U daarom vandaag een paar schuifjes uit zijn leven vertoonen. Ze pre diken voor zich zelf! Wat een ramp voor den jongen toen hij omtrent tegen zijn twintigste Jaar zijn ouders verloren had. Hij en zijn zuster stonden nu als twee schamele weezen alleen op de wereld. Doch geen moed ver loren. Antonius zocht tro'ost in een vuri ger belijden van het schoon christen ge- looven. Hij was een flinke mooie jongen, rijk en goed. die. in de wereld een schitteren de toekomst mocht tegemoet zien. Maar daarop vischte hij niet. Hij droomde al een tijdeke van de vrijwillige armoede der eerste christenen, die -hun heele heb- en houden aan de Apostelen gaven. Toen hij een half jgar na zijn ouders’ dood, in een kerk de Evangeliewoorden hoorde: Indien gij wilt volmaakt zijn, verkoop al wat gij 'bezit, geef het aan den arme, en gij zult een schat hebben in den he mel was het hem of dit de blijde roep stem was van den Heer. Antonius trad de kerk uit, met een onwrikbare beslist heid te handelen naar den raad van de goddelijke roepstem uit het Evangelie. Zijn zuster was echter nog minderjarig en hij rekende zich verplicht voor haar te zorgen. Hij vond opeens een flink be sluit: Het meisje was van haar eerste jaren af een kind geweest vol godsvrucht ■en deemoed, en zou dus wel een plaatsje vinden in een soort vrouwenklooster niet ver van daar af. Antonius zorgde er voor ■en toen hij zijn goede zuster in ziele- veiligheid wist, deelde hij. heel zijn bezit aan den arme uit. Wat zal het kermis geweest zijn bij de dompelaars van Coma, die zoo onver wachts een stuk van Antonius’ rijk for tuin in handen kregen. Och wat gai hij nog om geld en goed! Zijn ziele smachtte naar de eenzaamheid, waarniets ter we reld hem nog onttrekken zou van een innig leven met God. Links en rechts woonde er in dien tijd al menig eenzaat in ’t gebuurte van hun geboortestad. Verder in de wildernis gin gen ze niet. Bij 'hen ging Antonius ter schóól. .Hij bleef eerst geruimen tijd bij en onder hen en leerde van hen wat gebed, medidatie en stilzwijgen voor een eremijt te bettekenen hebben. Weer gingen de jaren hun gang. Anto nius was reeds meer dan een eeuw oud. Op zekeren dag vernam hij van den Heer dat straks zijn laatste uur zou aanbre ken. Met een kinderlijk blijgemoed greep hij nog eens naar zijn staf en daalde zijn kluisberg af, om een laatste vaarwel aan zijn broeders te gaan wenschen. Antonius was hun geestelijken vader, hun trots en hun steun. En nu kwam hij maar zoo onbewimpeld zijn dood voorspellen. Als ouderlooze kinders gingen ze aan ’t schreien. Antonius niet! Want zijn hart 17 Januari, 10 uur, St-Niklaas, Casino Statiestraat. 17 Januari. 15 uur, Dendermonde, Meis jesschool, Dijkstraat. 18 Januari, 10 uur, Gent, Brabantdam 15. 18 Januari, 16 uur, Oostende, Hauptver- bandsplatz, Nieuwpoortsche Stnwg 57. 19 Januari. 10 uur, Brugge, Hansahuis, Memlingplaats. 19 Januari. 13 uur. Diksmuicle, Café «Theater», Bergstraat. 20 Januari, 9.30 uur, Roeselare, Huis Patria Noordstraat 34. 20 Januari, 15 uur. Kortrijk, Stadhuis, Groote Markt. 21 Januari. 10.30 uur, Brussel, Frontleit- stclle, Kruidtuinlaan. 21 Januari, 17.30 uur, Leuven, Hotel Me tropole 22 Januari, 10 uur, Hasselt, Dr. Willem- sLra,cit 1.7 22 Januari, uur, Sint-Truiden, SS-' Wache. Bremstraat. 24 Januari, 9.30 uur. Antwerpen, Zaal Gruter Mechelsche Steenweg 123. 24 Januari, 16.30 uur, Mechelen, Nieuwe Art. Kazerne, Liersche Steenweg. Maar wat die dwazerik zei, dat doen hem velen na. Dat menschen zonder ge loove dat doen, dat kan ik begrijpen. Als ge God buitenslaat, komt het gouden kalf van zelf binnen. Ik las over kort, zoo ik me niet vergis ’t moet de Fransche schrijver Balsac zijn en Balsac was geen pastoor! «EN ER WAS GEEN GELOOVE MEER, ER WAREN ALLEEN NOG BELANGEN»! Bij hosvelen is ’t nu zoo niet? Belangen: er zijn er van soorten, maar onder de voornaamste is wel: geld en rijkdom. En daarom wordt de consciën tie eenvoudig uitgeschakeld, wordt ze verkocht of gratis weggegeven voor een... judasbeurze, voor 't ver_sjachelen van dutsen die niet weten wat éten, die geen branding hebben, geen dekking, die schoenen noch kleederen hebben, die ’t mirakel moeten doen van voort te le ven. en voort te doen met niemendal! 5 Groote keus van rechte, ultra kleine g en vleugel PIANOS der beroemde JK S merken PleyelErard Ga- gveau», «Elcke», Forsterenz. 3 PIANOFAERIEK ój g Voldersstraat 9 GENT S ZIEKTEN ’DER PROSTAAT moeilijk wateren, vernauwmg-, enz. Ziehier het oordeel van een zieke over een der geneesmiddelen voor deze ziekte: ANÏIBlENNOL is een merkwaardig verzachtingsmiddel voor mijn prestaat- kwaalVraagt brochuur Nr 68, voor ziekten der prostaat, aan de Pharmacia du Tróne, Troonstraat 31, te Brussel. aïïEïSSaHESSEESZaSSEBEBBMSSSal Produkten en alle benoodigdheden voor haarkappers. - Alle her stellingen aan toestellen. BAUWENS, Tel. 52763. Kortrijkschepoortstrsat 108 - GENT. Ónze Reiziger komt op verzoek. HOE RHEUMATTEK en lumbago BLIJVEND TE VERLICHTEN Dit beproefde en be kende huismiddeltje te gen rneumateek zal uw pijn onmicldehijk ver jagen en blijvendever- ncnting brengen. Het is neel eenvoudig, maar afaoende. Ge behoeft slechts bij uw apothe ker 100 giam Rneuma- gic-iinement te halen, aie kiaar voor hst ge- aUf billik verkrijgbaar is. G,e bevoerwigt de pijn- SXS' lijke plaatsen ermede, zonder evenwel te wrij- ven of te masseeren, en de rheumatiekpijn wordt uiterst snel verlicnt. Daarom vindt men Rheumagic ook m zoovele Huisgezin nen. Neem zslf ae proef; haai il)ü gram Rheumagic-limment in mus. In ate apolhaken 6.- en 10.-Jr. w Bij beslissing In datum van 31 December 1912. van de Administratieve Rechtsmacht in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge naamde: DELAERÈ CAMIEL, maaldet en landgebruiker, geboren te Poperinge, den 20 Maart 1886. wonende Duinkerkestraat 44, te POPERINGE; veroordeeld tot: een geldboete van 18.209 fr. (aclittien duizend tweehonderd en negen frank); verbèurverklaring van het inbeslag- genomen varkensvleesch, tarwe en tarwe meel; aanplakking en publicatie van een uit treksel van het vonnis; icegens: onwettig bezit van tarwe en tar wemeel; slachten van een varken zonder ver gunning; niet aangifte van 11 varkens op de telling van 15-5-1'941; verkoop en aankoop van varkens, bestemd voor den sluikhandel. De Gouverneur, M. BULCKAERT. Bij beslissing in datum van 31 December 1912, van de Administratieve Rechtsmacht in Tweeden Aanleg te Bruggewerd de ge naamde: VERHAEGHE CYRIEL, landbouwer, geboren te Komen, den 13 Februari 1877, wonende Wijk F, 61, GELUWE; veroordeeld tot:- een geldboete van 26.016 fr. (zes cn twintig dziizend en zestien frank); aanplakking en publicatie van een uittreksel van het vonnis; wegens: verkoop van Inlandsche tabak, oogst 1939, tegen overdreven prijzen. De Gouverneur, M. BULCKAERT. Bij beslissing in datum van 31 December 1942. van de Administratieve Rechtsmacht in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge naamde: VANNES'TE ODIEL. landbouwer, geboren te Moorsele, den 4 November 1887, wonende Krommestraat 1, te WERVIK; veroordeeld tot: een geldboete van 30.000 fr. (dertig duizend frank); aanplakking en publicatie van een uittreksel van het vonnis;. wegens: verkoop van een groote hoeveel heid tabak, oogst 1939, tegen overdreven prijzen. De Gouverneur M. BULCKAERT. IB9BB9BBBB3BBB3B3BBBB9BBBBBB Bij beslissing in datum van 31 December 1942, van de Administratieve Rechtsmacht in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge naamde: BOUTEN MARCEL, machinebou- wer, geboren te Zormebeke, den 14 November 1901, wonende leperstraat 92, GELUVELD; veroordeeld tot: een geldboete van 15.000 fr. (vijftien duizend frank); aanplakking en publicatie van een uittreksel van het vonnis; wegens: aankoop van 7.908 kgr. inlandsche tabak tegen, zeer overdreven prijzen en ver koop dezer, na bewerking, tegen woeker prijzen. De Gouverneur, M. BULCKAERT. Bij beslissing in datum van 31 December 1942. van de Administratieve Rechtsmacht in Tweeden Aanleg te Brusge, werd de ge naamde: DESCAMPS JEAN-3 ARTISTE, gebo ren te Komen, den 29-5-1881, wonende Kruis- eekestraat 142, te WERVIK; veroordeeld tot: een geldboete van 15.000 fr. (vijftien duizend frank); aanplakking en publicatie van een uittreksel van het vonnis; wegens: 1. aankoop van inlandsche tabak, oogst 1939, tegen overdreven prijzen; 2. aan koop van Wèrvische tabak, tegen höogere prijzen dan deze normaal toegepast op 10 Mei 1940. De Gouverneur, Ml. BULCKAERT Bij beslissing in datum van 31 December 1342, van de Administratieve Rechtsmacht in Tweeden Aanleg te Brugge, werd de ge naamde: VAN RAES JOZEF, landbouwer, geboren te Geluwe, den 23 Abril 1874, wo nende Wijk E, 11, te GELUWE; veroordeeld tot: een geldboete van 22.133 fr. (twee cn twintig duizend honderd zes en dertig frank); aanplakking en publicatie van een uittreksel van het vonnis; wegens: verkoop van 5.534 kgr. inlandsche tabak, oogst 1939, tegen hoogere prijzen dan de normale. De Gouverneur, M. BULCKAERT. zie, dat Leonie. geen slechten smaak heeft... Mietje verschoot er van en kleurde: zi-zi, zottskul! schoot het uit. Jamaar, ’k wil zeggen: had ik Fientje niet gekend, gekte Thuur, want, zie je, d’r is maar één Fientje en ’k zou het nog voor geen twee Mietjes uitwisselen. Maar, dat is een paskogeltje! boertte Mietje, aie er weerom bovenop was, hoor een keer: ik ’n zou Pol voor geen dozijn Thuur’s laten schieten en ze geven per- tank veertien suikerkoeken voor een dozijn. Zoodat ik een suikerkoeke ben? vroeg Thuur. In Fientje’s oogen, ja, maar in de mijne niet. Mietje stond op, gereed om te vertrek ken. Zoo, is ’t goed verstaan, vermaande Thuur, gij en joun moeder blijven buiten het spel; ge ’n verroert niet; ge ’n rept geen woord; g? zijt dood. Misschien van morgen is de pantomine gespeeld, en, als je tijd vindt, kómt ’s avonds om de knop- kes. Goê vangste en .elk een goên. avond, wenschte Mietje. Den volgenden morgen, al vroegtijdig; was Thuur op zijn post in de pastorijhij werd er bijzonder vriendelijk door Leonie ontvangen; hij moest zelfs in de keuken gaan en er een borrel drinken en er zit ten en klappen. Én rook maar eerst een pijpje; d’r zit niemand achter jou, zei Leonie. Thuur zat en rookte, dronk met kleine teugen zijn glazeken uit en was et wegc. den hof in, maar Leonie schonk nog een borrel en hij zat ook vanher, inwendig vol wriemeling en te peizen; ze legt het zoet aan boord. Eindelijk was het pijpke uitgerookt, het glazeke ledig en Thuur aan het werk. Mijnheer de pastoor moest dien voormid dag op reis, en, als hij de pijp uit was, trok Leonie den hof in tot bij den hove nier. £,ix weev JC w<av, - ’k Weet 'i wonders hoe ze’r aan be- t’wijls ,wij van ezels doende zijn, wrijft

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1943 | | pagina 2