m H u H a 4 3 3 <3 a> !P 2 I c 't -é. ft fm a g S* s f s e S c i X •5 sr ss a - a s srst g ii g 2P a Onnoodig hier lof over zijnen levensloop te geven; de tra nen der armen alléén zijn de schoonste lijkrede welke over het graf eens weidoeners kan uitgesproken worden. EEN WOORD AAN DE VLAAMSGHE JONGELINGEN. Wij hebben ons menigmaal voorgesteldeen woord te zeggen over de handelwijze van het vlaamsche jongelingschap nopens hunne moedertaal; stellig drukt cene zware pligt op onze jonge tijdgenooten, welke zij uit het oog niet mogen verliezen, willen zij hunne waardigheid en hunne zending niet te kort doen. YV at is de piigt van den jongeling? Gewis deze bestaat niet in een onvruchtbaar leven te leiden, welke voor hem. van alle wezentlijke genoegens beroofd is zeker is het niet leven met zijnen tijd door te brengen in wan delen, sigaren rooken en vrijen; bij lusfchenpozen eenige lig te romans te lezen en zich verder onverschillig te houden, zich enkel bekreunende om de praatjes van den dagmaar wel in ernstig na te zien Wat rondom n gebeurt; hetgeen den vooruitgang van het volk moet bevoordeeligenwal het ver beteren der wetten en bestuurw ijzen betreftTot wat einde dient hier de onverschilligheid voor de zaken van uw land; gij meent zeker omdat het met u wel gaat, er geene anderen zijn wier lot verbeterd moet worden, wier lot ellendig en,betreu renswaardig is?.... Onbegrijpelijke dwalingEn toch het rad der fortuin is ten uwen gunste gekeerd; gij kunt iets goeds verwezentlijken uwe sclioone zending schijnt afgeteekend en gij gaat ze onverschillig voorbij!.... Noodlottige pligtverzui- ming! Wij stemmen toe dat men den jongeling iets moet toegeven, maar de toegeving heeft hare grenzenaan eene uitgestrekte kwaal geene beternis bespeurende, mag men wel sprakeloos het kwaad laten verergeren zonder eens de pligt- verzakers hunne ongelukkige handelwijze onder oogen te brengen Thans dat er talrijke en gewiglige wetten aan het dagorde zijn, schijnen zij die er belang bij hebben onverschillig. Het is voor eiken burger eene pligt de zaken zijns lands na te gaan met de ijverzucht welke hij aan zijne bijzondere besteedt. Maar het is eene nog grootere pligt voorde jongelingen van zich met de openbare zaken bezig te houden gewent u vroeg W 1 JSE* 4* W H CO W S u co O as a ff* o cs fa s a js S (4) 1 •O O O O e O) o i—3 -It s s» a «3 a iH *5 S en onverpoosd aan nuttige bezigheden en later zullen u zware moeijelijkheden niet lastig vallen Zie, om u niet te spreken over ieders pligten nopens de wijziging der milicie- en kieswetten welke van zulk een hoog belang zijn, zullen wij een woordje reppen opzichtens de pligt van den jongeling voor zijne moedertaal, welke heden zoo zeer miskend en vertrapt wordt. Het is in het jongeliugschap dat onze taal bewegingen aan hangers moeten winnenhet is het jonge geslacht dat haar moet aanvuren, kracht bijzetten. Wie onverschillig blijft aan onze edele zaak, is reeds half verbasterd, heeft hel fiere vlaam sche bloed niet zuiver in de aderen meer. Hoe schoon ware het niet voor u, jongeling, te helpen onze taal hare regten te her winnen. Het ware eenë loffelijke bezigheid te werken aan de verheerlijking onzer sehoone moederspraak. Want zoolang, onze taal verdrukt wordt, zoolang zal de volksgeest der Vlaan deren kwijnen; zonder vrijheid geen heil meer; de tirannij is een blinddoek die de levenskracht van alles vermindert, zelfs vernietigt. En mag het gezegd worden dat het vlaamsche volk, dat nooit geduldig een looden juk droeg, langen tijd zal bui gen onder het onregt dat onze taal op het achterplan schuift? Te werkedan, jongelingen, reeds te lang worden wij mis kend reeds te lang beheerscht de taal van de minderheid van hetbelgisch voile, het geheele land; reeds te lang drukt eene werkzame hand onze volksgeest en onze zeden ten gronde, om ze te versmachten!Staat op, jongelingen, verbindt u te samen, voor taal en volk, verwerpt alle onverschilligheid, wordt werkzaam, rust niet,, toont dat gij wilt dat men onze taalgrieven regtdoe.... Inderdaad men kan niets verkrijgen zonder werkzaamheid, en het is, gelooven wij, grootendeels aan de onverschilligheid der Vlamingen toe te wijten dat onze verschillige Staats besturen zoo onzacht met onze taal omspringen. Door vlijtig te arbeiden aan de taalontslaging, kan men de onsterfelijke spreuk van vader Cats, welke de Vlamingen altijd in bet ge heugen moesten hebben en op eene schitterende wijze be krachtigen, waarheden Een rijk van edeldwang En deurt gemeenlijk niet lang!... Weekblad van Dixmiide.) (3> r c; o 6 S c o fis co O o m X o o w cc o i-' O Ui O O O - C- O K*" O LX> O cX lO t/D 0L\ 'S, C c ÏC2 c; o cs z O fa. - co co t_ fa, -3 •ui c o7j re 2 o r* O Ph O 'f. Si 3 3 Q 3 (v ts) O 3! a N Q

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1862 | | pagina 3