Verschillige Tijdingen. Sterfgevallen. Officiële Akten. 3 AARDIGHEDEN. De poorte van Parnassus is hersteld ;^nu zal men niet meer moeten vreezeu voor ongelukken. Al de jongelingen, daar onder begrepen de vreemde lingen in Belgien, niet van den krijgsdienst vrijgesteld, die op den 1° Januarij 1804 hun 1!) jaar zullen bereikt hebben (diegenen geboren in 1844),zijn gehouden zich vóór den 20" Januarij aanstaande, voor de milicie te doen inschrijven in de gemeentewaar zij hunne wettige woonplaats hebben, luidens art. 36 der wet van den 8" Januarij 1817. De Belgen, den militie ouderdom bereikt hebbende, die hunne verblijfplaats in een vreemd land zouden hebben, zul len zich doen inschrijven door het plaatselijk bestuur der gemeente, waar zij hunne leste woonplaats in Belgie gehad hebben. Een fransch nieuwsblad van Kortryk, schrijvende over de vertooning van de Taalzuchtvan Jlechelen, klaagt geweldig van de uitvoering der stukken. Het is zekerlijk niet wel voor eene maatschappij rhelorica zich op een Toneelkundig festival te begeven, wanneer zij in staat niet is het publi.k te voldoen, dat bekennen wijmaar er valt ook iels te zeggen over de hevigheid vangemelden artikel: men moet meer mededoogen hebben niet liefhebbers die, wanneer zij het nu slicht doen, hit later zonder twijfel zullen verbeteren. De misstap van Taalzucht kon in andere wooiden haar ook aangewezen worden; ten anderen, een Tooneelkun- festival is gelijk aan andere festivals, men vindt er goede en slechte maatschappijen, men moet zich daaraan gedragen. Geef lof aan het goede en aanmoediging aen het gemeene. De hotelhouders en herbergiers rondom de statie van Gent hebben verledene week eene deputatie naar Brussel gezonden, bestaande uit M5I. De llekeneere, deken der gebuurte, De Boeveren Everaert-Loizet, ten einde aan den minister van openbare werken voor oogen te leggen wat al moeijelijke en nadeelige g volgen het afschaffen van het luiden en klippen der staliiklok na zich gesleept heeft voor hen, die daardoor grootehjks in hunne belangen gekrenkt worden, voor de rei zigers, die nooit meer ziker zijn van bij tijds genoeg aan te komen, en voor de bedienden en uildeelers der koupons, die op het laatste o ogen hl ik alles te verrigten hebben. M. Van der Stichelen heeft, naar men ons verzt ki rt, de genlsche deputatie zeer wel ontvangen; hij heeft zich echter beklaagd over al hetlawijd, dat er in de dagbladen gemaakt is over dien maat regel, welke slechts als eene proefneming moest aanschouwd worden hij heeft van de Gentenaren afscheid genomen na hun de hoop gegeven te hebben dat het luiden en kleppen eer lang zal hersteld worden gelijk het altijd geweest is. Men leest in den Moniteur dat de heer Minister van bin- nenlandsche zaken een exemplaar van Belgie s Geschiedenis, enz., door den heer P. Lanssens, het Senaat aangeboden heeft, om in deszelfs bibliotheek geplaatst te worden. Dit is eene eer aan de Vlaamsche litteratuur en ter zelfder tijd aan den Couckelaerschen geschiedfchi ijver bewezen. lieden dat de petrol-olie zoo veel gebruikt wordt, zegt l Echo Industriel, bestaat er een middel om die olie in alle soorten van lampen te branden: het is voldoinde er 20 p. h. koolzaadolie bij te mengen. Men heeft gemeld dat er kwestie was zekere wijzigingen toe te brengen in het reglement der liberale vergadering van Brussel. Het schijnt dat men voornemens is in het komiteit al de kleuren der liberale meening te vertegenwoordigen. Ook is er spraak van de aftreding der hreren Van Schoor en Thiéfry. Het schijnt dat de heer L. Goblet voorzitter der vereeniging zou worden. De Patrie van Brugge, zegt dat er een verzoekschrift in omloop is ten einde eene groote protestatie voor de Kamers tegen het schenden der katholijke kerkhoven te doen. Laatst te Lyon, werdt er eene lijkrede uitgesproken op het graf eens koopmans, die, na drij bankbreuken, zich nog eenen redelijken levens-staat had weten aanteschaffen. Wanneer de spreker aan dat deel der rede kwam, waar men gemeenelijk zegt dat de overledene de achting van eenieder in het graf medededraagt, was er iemand der omstaanders die zegde: Gij vergeet dat de schelm buiten dit nog mijne 4,000 fr. ook mede heeft. Onnoodig te zeggen dat de lijkrede geëindigd was. M. Vanderougstraete, principaal van het kollegie van Sint Vincent te Yper, is den 25" November overleden, in den ouderdom van 4S jaren. Bij koninglijk besluit van 28" November jl. wordt een korps Pompiers te Meenen ingerigt. Koninglijk besluiten van 3" December. M. Grandjean, prokureur des Konings te Audenaere, is le Raadsheer bij het hof van beroep te Gent benoemd. M. Coevoet, advokaal-avoué, Regter suppleant hij het vredegeregt van het 2e kanton te Yperen, is substitut van den prokureur des Konings bij 't parket van Kortryk benoemd. Het ontslag van M. Coene als greffier van 't vredegeregt van Poperinghe is aanveerdt, met regt op jaarwedde. MENGELINGEN. Alhoewel wij moeten bekennen dat er veel poging gedaan wordt tot de algemeene beschaving te bewerken, zijn er soms nu en dan buitenlieden dieeen trek van ongehoorde aardigheid uitmeten. Laatst kwamen twee vrouwspersoonen naar bet bu reel van de Toekomst, alwaar men alle slach van kerkboeken, lagere-schoolboeken, kantoor- en schoolnoodigheden, prin ten, beeldekens, enz., verkoopt, vragen om tien centiemen RU1JTERS-ZALF Een vleeschhouwereen spaarzaam uitvindsel willende voorstellen, om te reizen zonder veel onkosten, zegde dat hij, op reis gaande, nooit geene uitgave voor eten deed; gij eet misschien niet?-- Ik doe,maar ik draag een goed einde saucis mede, welk ik kook vóór ze te eten, en dat is delicieus Eens in eene herbergover het eene en het ander klappende, viel het gesprek op de sommige aardige uitwerksels van het elektriek vuur in de ongeweerten. Eens zegde iemand uit het gezelschap dat wij omtrent Hasselt, naar het kamp van Beverloo ons begaven, kwam er een ongeweerte op en het donderde niet weinig, wij hadden nog wel twee uren te gaan en wij zagen nog huis nog staak zoo ver als onze oogen dragen konden, eensklaps geeft het zoo eenen geweldigen donderslag dat wij er bijna doof van waren en wij zagen den bliksem eene schouw van een huis tot tegen 't dak afslagen, als afgesneden, zonder dat wij eens zagen waar de steenen gevlogen waren! Dat is geheel aardig niet waar? Eh wel, weet gij wal er ook aardig was, zegde een derde persoon over vijf-en-twintig jaar, te Westvleleren, woonde ik bij den boer en ik sliep bij de zeune van d'hofstêeop 'nen avond in ons bedde zijnde, be gint het zoo geweldig te donderen dat wij benouwd tot over den kop onder onze dekking kroopen. 'S anderdags morgens vond ik mijn slaapkamaraad door den donder doodgeslagen nevens mijne zijde, zonder dat ik het gewaar geworden of dat men kon zien waar hij geraak was. Ilij stond ziker te kijken van verwondering als bij 's anderdaags niet op kon staan zegde een meester kleermaker. Gij kunt dit wel denken, maar ik was ook verwonderd! (En zeggen dat men er alzoo vele hoort

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1863 | | pagina 2