Zaterdag, i O dezer, omtrent 2 ure namiddag, is cr bij de Groote-mai'kt, in het begin der Dixmudestraat alhier, eene vrouw door het peerd eener boterkoopmanskar omver gewor pen geweest. De ongelukkige zwaar gekneusd is bij M» Bouckenaere-Dehuysser binnengedragen en den heer doctor Coppieters heeft haar de eerste zorgen toegebragt; verders weten wij geene uitbreiding dan ten zij dit eene vrouw onzer stad is die in daghuur in verschillige huizen gaat steperen (schuinen). Ziehier de dagen en uren op welke de loting voor de ver schillige milicie-kantons van ons arrondissement zal plaats hebben 17" kanton. Yper, Vrijdag 5" Februarij 1864, ten 10 ure. 18" idem. I'operinghe, Maandag 1" Februarij ten H ure. 19° idem. Proven, Maandag 15" February, ten 11 ore. 20e idem. Elverdinghe, Woensdag 3" Februarij, ten 11 ure 2Ie idem. Langemarck, Donderdag 4" Februarij, ten 11 ure. 22° idem. Gheluvelt,Donderdag 18nFebruarij, ten 11 1/2 u. 23" idem. Nieuw kerke, Donderdag 11" Februarij, ten 11 u. 24" idem. Waesten, Dinsdag 16" Februarij, ten 11 ure. 25" idem. Wervick, Donderdag 18" Februarij, ten 9 1/2 u. ïT» De verlooning van Maandag laatst, door de Vlaamsche Steu gegeven, heeft iets met zich mede die wonderweerdig is: wij willen spreken over een artikel in le Progrèseen fransch blad onzer stad. De zoo edele pogingen dezer Maatschappij vonden nergens geene aanmoediging, geen ééne gazet, dan onlangs I'Opinion, nam acht dat zij bestond Alleenlijk de Toekomst gaf eenigzins een verslag over de werking der Vlaamsche Ster maar hoe werdt deze aanhaling aanzien? als eigen lof, omdat de uitgever van bovengemeld bladjen deel van dit genootschap maakt. Eindelijk kunnen wij met fierheid overnemen hetgeen men over den voortgang van deze kunstenaren meent. Zie hier onder Onze uitmuntende tooneelmaalschappij de Vlaamsche Ster, vergastte ons, maandag laatst, met eene vertooning weerdig eens theaters uit grootere steden. Het programma, samenge steld uit drij blijspelen, een kluchtlied en eene romance, is meesterlijk in alle zijne deelen vervuld gevveest. De twee blij spelen de Duivel op t dorp en Zoo de ouden zongenzoo piepen de jongen, sedert verleden winter deel van 'l reperto rium der maatschappij makende, zijn reeds van 't ypersch pu bliek gekend, liet zij ons hier genoeg te bestaligen dat deze stukken nogmaals met dit vuur, deze levendigheid en bovenal met dezen samenhang, aan de goede vertooningen ontbeerlijk, werden voorgedragen, iets die voornamelijk alle de vertoo- ningen dezer voortreffelijke maatschappij kenmert. De rol van Felicitas in de duivel op dorp, diende voor debut aan eene jonge liefhebster, welke voor de eerste maal het tooneel be trad. Zeggen wij hier met voldoening dat zij veel beloofd en zonder twijfel volstrekt onze kundige Emerence, hare loonei 1- zuster, die bij elke verschijning op het tooneel begroetingen van voldoening en goedkeuring ontvangt, zal medehelpen. Gemakkelijke spraak, schoone stem, een muziekaal gevoel, een voorkomend wezen en een goed geheugen, ziedaar hoedanig heden die deze beginnelinge ver zullen leiden, indien zij met aanhouding studeert en aan onbedachte lofspraak, die haar zoude kunnen verwanen, geen gehoor geeft. Aan Mejuffer M.... moeten wij hier zeggen dat het spijtig is haar niet meer op de planken te zien komen, want zij heeft zich in hare rol in Zoo de ouden zongen, zoo piepen de jon gen, goed uil den slag getrokken. Blaar het bonket van den avond was Ogarila of de wilde vrouw, een niieuw stuk voor de eerste maal te Yper opge voerd. Het is in dit stuk dat wij de tooneelkundige hoedanig heden der Vlaamsche Ster hebben kunnen bestatigen. De tnise en scène was grootsch en onberispelijk onder alle betrekking. De kostumen waren allerrijkst en zindelijk gedragen, de be goocheling, onmisselijk gevolg van de waarheid des lafcrecls, was volledig. Wij maken ons kompliment aan het bestuur die zich met dit alles gelast heeft. Het publiek heeft de spelers met vurige toejuichingen overladen, voornamelijk zijne lievelinge de bevallige Emerence, die bewezen heeft dat haar talent dat der eerste speelsters evenaard. Zij was eene bekoorlijke wilde, die statigere mannen dan de jonge Gustaaf uit hun vel zoude doen springen hebben alhoewel hij nogtans tot het laatste toe zijne rol van branden jminnaar, op eene lofweerdige wijze volhouden heeft. Geert de matroos, of anders gezegd de wildeman Karak- ma-Ist was een vervaarlijk Karaïeb, die zóó wild en zóó wel zijne duivelsche taal, met snijdende schreeuwen doormengd, brabbelde en met alle gemak zijn zware knots rondzwaaide. Springers, de oude dansmeester, was eene ware tiep en heeft in het uitoefenen dezer rol ons een staalken van zijn veel voudig talent gegeven. Westman de scheepskapitein, was op- regt in zijne rol; die akteur heeft dezelve goed begrepen en ter groole voldoening van alle kenners uitgevoerd. Dit stuk heeft ons de gelegenheid verschaft een eerstbegin- ner, Dekabel de stuurman, met handgeklap te bejegenen; hij heeft al de hoedanigheden van eenen volkomen speler: over- schoone stem, ongedwongene houding, klaar en gemakkelijk van spraak. Dat hij zich toelegge, dat hij de raadgevingen der goede artiest wel te baat neme en wij voorzeggen hem een op- regt succes. Ten slotte, zeggen wij dat de koolzangen der matroozen met ware kunde zijn uitgevoerd geworden en dat geheel het stuk met den besten uitslag bekroond is geweest. Hel tooneellied Lammeken Smeerbuikniet tegenstaande de kunde van den uitvoerder, zijne onwederleggelijke natuur lijkheid en zijn luimig vuur, was ons niet aangenaam; het is een plat en vervelend factum waar er noch zout noch geest in is; wij juichen het talent van den zanger toe, maar wenschen dat stuk uit zijn repertorium te zien verdwijnen. De jonge heer D.... heeft uitermaten wel zijne romance ge zongen. Hij heeft eene lieve stem en is door het publiek herte- lijk toegejuicht geweest. Maar vóór wij ons misschien reeds te lang artikel sluiten, zouden wij geern de onafgebroken bijval van eenen zeegbaren speler aanhalen, die zich opperbest van al de aan hem toever trouwde rollen weerdig getoont heeft. De warme toejuichin gen gestadig aan Vader Clemens, de oude Tra-la-la gegeven, bewijzen klaarlijk hoe zijn talent van den publieke naarwcerde geschat wordt. (Een geabonneerde aan het vlaamsch tooneel). Het bovenstaande artikel zegt alles, zoo dat wij er niets meer bij te voegen hebben, ten zij dat, niettegenstaande er vele? familjen in de onmogelijkheidj zijn het tooneel bij te woonen, men toch gmeer ondersteuning der weihebbenden onzer stad zoude wenschen; ware het maar door hunne te genwoordigheid. Deze die Maandag de vertooning bijgewoond hebbenslaan verbaasd over de wonderen van voortgang door dezen kunst kring gedaan. Wij staan veibaasd van telken male de Ster speelt de 1" plaats niet opgepropt te zien Nogtans moet men bekcnnenj.dat deze Maatschappij geene verdiensten tekort heeft dewijl zij in alle lokaliteiten waar er van hunne leden gaan, men altoos hoort dat zij met palmen overladen naar Yper terug keerenlees liever het hieronder staande artikel van het Zondagblad. Zondag laatst heeft de Rederijkkring Van Waereghem een feest gegeven waarvan de inwooners maar zelden een voor beeld hebben genoten. De prijskamp voor Solo-zang was schitterend, ofschoon zes der ingeschrevene medekampers niet zijn gekomen; schitterend, zeggen wij, omdat de opgeklo- mene lief hebbers het niet ontzagen hier kunstzangen tekomen uitvoeren, die reeds dikwerf in de hoofd- en provmtialc steden waren bekroond geworden. De groote zaal was letterlijk door een uitgelezen publiek vervuld, _'t welk niettegenstaande de strenge koude, zelfs van de naburige plaatsen was opgekomen. Zelden hoorde men schoonere stemmen op juistere uitvoering; elke medestrever scheen bekroond te willen worden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1864 | | pagina 2