Verschillige tijdingen. den post gedaan worden lot hel beloop van 500 fr., mits eene remise, die tot een per honderd zal verminderd worden, zon der evenwel min dan 20 cent" per kwitantie te kunnen zijn. De Minister van openbare werken, Overwegende dat het nuttig is voor het publiek de posl- mandaten namelijk of aan den drager te maken, volgens den wil van den verzender Overwegende dat er insgelijks voordeel bestaat, bijzonder lijk voor de buitenlieden, de namelijke geldartikeis, van eene bepaalde weerde, ten hnite te betalen Overwegende dat het ook nuttig voor het publiek en bijzonderlijk voor de bewooners der landelijke gemeente is, de brievendragers geid-artikels door den post te verzenden, te kunnen toevertrouwen Overwegende het profijt, dat de mogelijkheid om in drin gende gevallen, post-mandaten met den lelegraf te verzenden, zal te weeg brengen Overwegende, eindelijk, dat de ondervinding bewijst, dat het noodzakelijk is de betaling der geldartikeis in 't algemeen, van alle hinderlijke formaliteiten te ontdoen Gezien het tegenwoordig in voege zijnde reglement betrekkelijk de dienst der geld-artikels Besluit Art. 1. Te rekenen van 1" Mei aanstaande, zullen de geld-artikels namelijk of aan den drager, volgens den wil van den verzender, kunnen gemaakt worden De namelijke mandaten van 500 fr. en daar onder, zullen ten huize van den bestemde betaald worden, voor zooveel de verzender het niet anders beslist. Dengenen boven de 500 fr., even als al de mandaten aan dragerwat ook het beloop zij, zullen moeten op een aangeduid bureel worden ontvangen. Art. 2. De mandaten, ten huize betaalbaar, zullen op eene duidelijke wijze den naam en de wooning van den be stemde moeten dragen. Als deze laatste aanduiding niet kan worden geleverd, zullen zij op een aangeduid bureel worden betaald. Art. 3. De betaling ten huize word door de briefdragers gedaan. Art. 4. De bureelen van waar de mandaten worden ver zonden, geven eiken dag bericht aan het bestemmingsbureel van de gestorte sommen en als het noodig is van de wijze van van betaling, door de verzenders gekozen. Art. 3. Als bij de eerste aanbieding van den briefdrager, voor eene hoegenaamde reden, het geld tegen geteekend mandaat niet kan uitgewisseld worden, houdt de verplichting van ten huize te betalen op en de persoon voor wie het geld bestemd is, moet het mandaat op een aangeduid bureel gaan ontvangen. Art. 6. Het bestuur aanziet als betaalt, elk namelijk mandaat dat in zijn bezit teruggekeerd en geteekend is dooi den bestemde of, voor hem, door een derden persoon. Er wordt geen handleeken vereischt voor een mandaat aan den drager. Art. 7. Het publiek mag bij middel van den telegraaf de namelijke mandaten, de -1000 fr. niet overtreffende, zenden, mits de betaling van den taks eener enkele depeche boven het evenredig recht schuldig voor hel geld-artikel. Art. 8, De telegrafieke mandaten zijn rechtstreeksnaar het bestemmings-bureel gezonden, welk er de betaling ten huize van invordert, indien het eene som, de 300 fr. niet over treffende, geldt. Indien de sommen boven de 500 fr. zijn, geeft het postbureel er onmiddelijk aan den bestemde keunis van. De verzenders kunnen het gebruik van eenen expres rekla- meren, voor zooveel de onkosten, daaruit voortspruitende, bij het vertrek betaald worden. Art. 9.De mandaten zijn na verloop van twee maanden te rekenen van den dag der storting in den post, niet meer geldig. De mandaten, waarvan het tijdstip van betaling verschenen t is, even als de verloren of vernietigde mandaten, kunnen na drij maanden hernieuwd worden. Art. 10. Het recht, waaraan de geld-artikels onderwor pen zijn, wordt bij middel van postzegels, op de mandaten geplakt, betaald. Art. 11. Het publiek is gemachtigd aan de briefdragers, tegen voorloopige ontvangst, de som -van 300 fr., en daar onder, door den post te verzenden, toe te vertrouwen. In dit geval, zal het mandaat en de Definitieve ontvangst, bij de volgende uitdeeling, tegen de voorloopige ontvangst verwisseld worden. Art. 12. Niets is aan de reglementen, wat de betaling der mandaten van geld-artikels ten ^voordeele van soldaten betreft, veranderd. Art. 13. De algemeene bestuurder van den ijzerenweg, posten en telegrafen is met de uitvoering van het tegenwoor dig besluit gelast. Brussel, 9 Maart 1865. Jui.es Vandersticiielen. Den 19 februarij laatst, te Peggio della Guardia, in de om streken van den Berg S' Anastasia, is er een berg geheel en al van de oppervlakte des aardbols verdwenen. Boomen, die op het opperste gedeelte stonden, toonen nu nog hunne kruin. De grond op dit gedeelte is als vergruisd. Men gelooft dat, al hoewel wijd van elkaêr, dit phenomeen betrek moet hebben niet de vuurspuwing van den Vesuvius. Op de werken aan den ijzeren-weg tusschen Spa en de Pruisissche grenzen, heeft er aan den tunnel der Drij-Brug- geneene aard-instorting plaats gehad. Zaterdag, 11 maart, omtrent middernacht, zijn er een lOOOtal kubieke meters grond van den berg dien men door- dolf, afgescheiden, en 11 werklieden er ingesloten. Eenige werklieden, op het punt van te vertrekken, zijn aan eene ge wisse dood ontsnapt door het gekraak dat zich eenige stonden te voren liet hooren en hen den tijd liet om te vluchten. Langs alle zijden liep men om hulp. De werken waren zoo goed geleid dat men ten middag hoopte van tegen den nacht bij de opening van den tunnel te zijn. Men arbeidde zonder ophouden en omtrent 5 ure des anderendaags 's morgens kon men met de 11 ingeslotenen in betrekking komen, en ten 4 u. des namiddags werden zij, zonder het minste leed, verlost. De gazetten zijn vol van nieuws uit al de gewesten van Europa over den overvloed van sneeuw die in deze laatste da gen gevallen is. In ons Belgie, te Yielsalm en Slavelot, de diligentien blijven er in steken en de post-dienst is onmo gelijk. In de zitting van het fransch senaat, van 13 Maart,heeft M. Bonjean de afschaffing der Jesuiten in Frankryk gevraagd; deze geestelijkheid, volgens hem, een openbaar gevaar zijnde. De Paus, zegt de Semaine Religieuse van Zondag jl. komt, uit kracht zijner almogende macht, aan de verbannen priesters in Siberiën de toelating te geven om misse te doen en ongewijde vaten, gelijk van welken vorm, te gebruiken, mits zij van glas zijn, met tarwen brood, alhoewel het den vorm van hostiën niet heeft, gelijk waar of in welke plaats, op eenen tafel, op eenen steen, enz., zonder kerkgewaad, gelijk men het deed in de eerste tijden des Christendoms, en dit ge durende al den lijd dat de kalholijke kerk zal vervolgd wor den en dat het ballingschap der priesters en der geloovigen niet zal geëindigd zijn. Het is, zegt dit blad" de eerste maal sedert verscheidene eeuwen dat deze toelating gegeven is. De hertog van Braband is op de terugreis naar het va derland. Z. K. 11. wordt tegen Paschen te Brussel verwacht. Er zijn valSche goudstukken van 10 fr. in omloop, die zcci behendig nagemaakt zijn. Men kan ze enkel aan den klank herkennen. Zij dragen het afbeeldsel der fransche repu bliek.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1865 | | pagina 2