Verschillige lijdingen. I)e Boerenknaap. klein bezoek af le leggen en eens te latcu zien wal hij ginds al geleerd had. Vader en moeder, broeders en zusters schreven den doof stommen beurtelings al hunne gewaarwordingen voor vra gen met hoopen werden er op papier gedaan maar het ongelukkig kind begreep ze niet. Die goede lieden schreven vlaamsch de doofstomme kende de taal zijner ouderen niet: hij kende niets dan fransch. Hoe vindt gij de gestichten der doofstommen voor de Vla mingen KERMISSEN. 4" Zondag van Juni. Waasten. Crombeke. Dicke- busch. 1" Zondag van Juli. Elverdinghe. BERICHTEN OVER DEN OORLOG. Pruisen heeft éindelijk het offensief genemen en wel langs drij punten: de pruisische troepen zijn in Saksen, in Keur- Hessen en in Hanover getrokken. Onder voorwendsel dat deze drij rijken in den rijksdag van Frankfort tegen Pruisen gestemd hebben,heeft Pruisen dezelve gesommeerd onmiddelijk te ontwapenen; toen daarop eene volslagene weigering kwam, heeft het zich gehaast die drij landen te overweldigen. De Saksische en Hanoversche armee, te zwak om tegen die groote krijgsmacht te worstelen, heeft zich terug getrokken, ten einde op Oostenryk te steunen. Den 17 juni heeft er een gevecht plaats gehad op de Boheemsche grenzen tusscben de Oostenryksche en de Prui sische kavalerie. De Pruisen zijn teruggeweken. Een ander gevecht is op korten afstand van Frankfort gele verd tusschen de troepen van Hessen en de Pruisen van Giessen komende. De Pruisen hebben de overhand behaald en hebben hunnen weg voortgezet. De twee legers slaan dus om zoo te zeggen tegenover malkaar en een slag is onvermijdelijk. Het is in de pleinen van Leipzig dat er waarschijnlijk zal slag geleverd worden. Vreeselijke vijanden hebben zich overigens in de twee le gers opgedaan, an tegen deze helpen geene bajonnetten of kanons volgens berichten is de cholera in het pruisische le ger uitgeborsten en zou de tijphus in het oostenryksche kamp heerschen. De laatste tijdingen melden dat de Pruisen, reeds mees ter van Hanover en van Cassel, den 18 juni in Dresden gelrok ken. Zij bezetten nu de hoofdstad der drij staten die zij aan gerand hebben zonder voorafgaandelijk den oorlog aan üostenrvk te verklaren. De koning van Hanover is in Engeland de keurvorst van Hessen is te Frankfort en de koning van Saksen is in het hoofdkwartier van 't Oostenryksche leger in Bohemcn. Men bestatigd eene groote bijeentrekking van pruisische en oostenryksche troepen in de richting van Silesie. Wat de oorlog in Italië aangaat, deze is op den zelfden dag van Oostenryk verklaard als zulks door Pruisen werd ge daan. Generaal Cialdini marcheert op Verona met 70,0U0 man, terwijl er 80,000 in reserve blijven. Ter zelfder tijd zou Garibaldi zijne vrijwilligers naar Tyrol richten. Oostenryk zal nu oorlog in het zuiden en in het noorden tc voeren hebbenwant ofschoon er nog geene vaste berich ten uit Italië zijn aangekomen, is het niet te betwijfelen of ook daar zal het kanon dezer dagen donderen. In 't noorden mag hel op den bijstand rekenen van het grootste getal en de sterksten der middenstaten: de konink rijken Beijeren, Saksen, Wurtemberg, Hanover en van Keur bossen. Wurtemberg heeft zelfs met Oostenryk gestemd om dc honds-executie tegen Pruisen ten uitvoer le brengen. In 't zuiden bezit Oostenryk zijnen ontzaggelijken vierhoek en dc talrijke versterkte forten rond dc stad Venetië, vx aarbij eene kloeke legermacht vandrij tot vier honderd duizend wel geoefende soldaten, om de aanvallen der italiaansche leger korpsen af te slaan. Eene andere belangrijke lijding is de nadering van een Rusisch korps naar de Poolsche grenzen. De rusische troepen zouden, naar men beweert, eene zoodanige positie in het ooslenrijksch Polen gaan bezetten, dat zij altijd ten dienste van den keizer van Oostenryk zouden zijn. De manifesten van Pruisen en Oostenryk zijn versche nen ii Men heeft mij gedwongen, zegt keizer Fraus-Joseph, de wapens op te nemenwelaan, nu dat wij ze opgenomen hebben, zullen wij ze niet neérleggen, dan nadat de vrije ont wikkeling aan mijn rijk en aan zijne duilsche bondgenoten verzekerd is en dat hunne positie van mogendheid, in Europa nogmaals zal bevestigd zijn. Pruisen, van zijnen kant, gaat voort in zijn manifest, met Oostenryk te beschuldigen den oorlog te hebben doen ont slaan M. van Bismarck weet hel beter. Het is evenwel pijn lijk, zooveel menschen te slachtofferen, om een rijk van eenige voelen gionds te kunnen vermeerderen, hetgeen echter niet zal bekomen worden zonder dat Int Duitsch vaderland ver brokkeld wordt, want Louis-Napoleon heeft reeds, voor dat er een kanonschoot gelost was, bepaald dat hij bij het verdeelen van den gestolen buit, een groot deel voor zich behoud. In Pruisen zelve is, bij het lezen van den brief des keizers, eene sterke vrees ontstaan. Het festival te Eessen, dat aangekondigd was voor heden Zondag, is onbepaaldelijk uitgesteld. Het kamp van Beverloo telt op dit oogenblik 8000 man ti oepen, voor het grootste gedeelte rekruten die zich in den wapenhandel oefenen. In weerwil van de groote hitte is de ge zondheidstoestand van die jonge militairen uitmuntend. Men schrijft dit voornamenllijk toe aan de goede voeding die zij bekomen. Alle dage krijgen zij versch vleesch. MENGELINGEN. v Gij vraagd mijns vaders naam, o vriend, Dien lub ik nooit geweten Want steeds wordt :t woord van bastaardkind Mij overal verweten Mijn' moeder stierf als zij mij 't licht Voor d'eerslen keer liet meten Dus werd ik wees, slechts nog een wicht Dat heb ik vroeg geweten. Mijn' kindschheid was een droeve stond, O, 'k zal die nooit vergeten Ik dwaalde in veld en dorpen rond Van iedereen versmeten Eerst werd ik koeier op een' hoef, Daar smaakte ik zure beten, Thans paardeknecht, 't is minder droef, Dat mag eeieder weten. 'k Ileb nooit tot leeren van 't A B In eene school gezeten Van lezen, schrijven, doe 'k niet mee, Een boer moet dat niet weten. Wat geeft het dat ik niet klappen kan Van starren of planeten ln boerenwerk ben ik een jan En meer moet ik niet weten. God schept den dag, ik krui er door En slijt mijn levensketen, Vernoegd tolks dat ik 't klokschcn hoor Ter ruste of om te vreten.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1866 | | pagina 2