Vcrschillige tijdingen.
m
V
4n Zondag. Liclitcrveldc. Wouracn. Vladsloo.
Langemarck.
Tentoonstelling van sclioone-kunstente Rysel.
Zie hier ecnige belangrijke medcdeclingen over de Ten
toonstelling van schoonc-kunsten die te Rysel plaats heeft.
Rysel, op het einde der XVIII" eeuw gaf voor de eerste
maal het voorbeeld eener provincie-stad die eenc tentoonstel
ling van kunstvoortbrengsels inricht.
De periodieke wederkeeringen derzelve ontbrak soms. Zij
werden onder de fransche omwenteling en het keizerrijk on
derbroken; het was maar in 1818 dat ze gelijkvormig inge
richt werden, deze van 1854 was de laatste, die, niettegen
staande de aangelegenheid voor wat 't getal en de hoedanigheid
betrof, nochtans al deze twee kanten zonderling overtroffen
is door deze die men heden aantreft.
851 kunltenaars hebben er 1500 gewrochten onder schil
derijen, beeldhouvverij, teekeningen, pastels, bouwkunde,
gravuren en steendrukplaten.
180 vreemde kunstenaars treft men op de kataloog aan. 55
Pruisen, 22 üuitschers,20Itaiianers, 5 Zwedensche, 2 Noord-
wegers, 2 Uongarische, 1 Denemarkcr, 1 Galliciaan, 1 Bohe-
mer, 1 Hanoversche, enz., en 00 Belgen. Deze laatste hebben
91 schilderijen tentoon gesteld en 8 beeldhouwwerken. (Men
moet nochtans 2 bclgen uit dat getal sluiten die zich fransch
doen naturaliseren hebben, het zijn MM. 1'rison, beeldhou
wer (een Doornykcr), en Dansacrt (een Brusselaar), die elk een
voorwerp ten toon stellen). Zoo, dat er van onze landgenoten
90 schilderijen en 7 beeldhouwwerken overblijven. Onder de
ze belgen, 25 behooren aan de twee Vlaanderen, het zijn
Mej. Beernaert, Oostende. MM. Böhm, Yperen. Bossuet,
Yperen. Ccriez, Poperinghe. -l)c Caek Gent.Gogen,
id. Dcvos, Kortryk. Goethals, Gent. Hamman,
Oostende. De Jonghe Kortryk. Leclercq, Brugge.
Lescrauwaet, id. Noterman, Gent. De Papeleu id.
De Pratere, Ed., Kortryk. De Pratere, 11., id. Robbe,
L., id. Van Imschoot, Gent. Verbocckhoven, Wacsten.
Verhaest, Kortryk. Wallaeys, Brugge. Wauter-
waertens, C., Kortryk. Wautermaertens, E., id. Die
onder hen 57 gewrochten ten toon gesteld hebben, het is te
zeggen meer dan een derde voor geheel ons land
-raTXaK^ <-.77-nn
Het lijk van een onbekende heeft Vrijdag acht dagen in
een bosch, op de gemeente lleninghe gevonden geweest.
Over meer dan drij maanden, was er een vreemdeling die in
een huis, dicht bij 't'bosch, gevraagd had om wat te rusten en
dronk er koffie; hij kloeg dat hij onpasselijk was en in den
vooravond zijnde, raadden de menschen hem aan zijnen weg
voort te zetten of een logement te zoeken. Hij betaalde zijn ge
lag en vertrok. Men veronderstelt dat hij zal het bosch inge
trokken zijn en aldaar zal trachten te vernachten hebben, al
waar hij schielijk zal gestorven zijnnevens hem lag eene
kous, 8 fr. en eenige centiemen behelzende.
.- Te Ghcluwe zijn de verledene weck twee kinders op eene onge
lukkige wijze omgekomen. De dochters van zekeren Klinkemans, de
eene 10 en de andere 8 jaren oud. hadden in hunne slaapkamer de
petroollamp omgeworpenzij werden ijselijk verbrand, en in weer
wil de spoedige hulp hunner ouders, stierf het oudste kind des ande
rendaags en het jongste twee dagen na het rampgeval.
M. Dreyse, de uitvinder van het naaldgeweer, is tot den adel
dom verheven.
De maatschappij van onderlingen bijstand Broederlijke Wel
dadigheid (Molen), van Kortryk, onder voorzitterschap van Mijnheer
C. Berlemont, is van wege Z. M. Leopold II met een schoon geschenk
vereerd geworden. Onze jonge vorst heeft dit genootschap ccn
prachtig eerevaandcl doen behandigen. Men kan wel denken mot
welke vreugde en uitgelatenheid deze tijding door de loden der
maatschappij is ontvangen geworden.
Eene bijeenkomst van Ylaamschgezinden van vcrsclullige ste
den, zal eerstdaags plaats hebben met het doel om gezamcnllijk te
onderzoeken welke maatregelen er geraadzaamst door do Vlaamsche
Beweging te Brugge, te Gent, te Brussel, enz., lot benutliging van
het heerlijk voorbeeld van den Antwerpschon Gemeente-Raad kun
nen genomen worden. Het petitionnement zal ongetwijfeld het eerste
middel zijn welk de Vlamingen zullen aanwenden om ten vollen
recht voor hunne taal endc dienstinriehting der Stedelijke Besturen
to bekomen.
MENGELINGEN.
bis.
Bloosde» blik.
1.
Men roemt, men looft mijn Roosjes leest,
Ik prijze slechts haar blik;
Want door heure oogcu spreekt haar hart
Me in telken oogenblik.
zeg mij, zeg mij wie die kracht
In zulke lècdre lonken bracht
2.
In gansch den hoop van 't jufferschap,
Met al zijn pracht en schik;
Ik vond er geene die als zij
Heeft zulken zachten blik.
't Is daarom, daarom dat ik Roos
Dit gansch de maagdenschaar verkoos
5.
Mij spieglcnd in haar gloeiend oog,
lk lees in Roosjes blik,
Dat er op aard geen stervling leeft
Gelukkiger ddn ik.
Want immer, immer zie ik in
Haar lonk 't bewijs van wedermin.
V. Vandc Weghc.
jjc
Eigenaardige oorzaak van tie cholera.
Vandaag is het zooveel als algemeen aangenomen, onder de
geleerden, dal de eigenaardigheid van de cholera in een ver
gift beslaat. Dat vergif zou zich volgens alle waarschijnlijkheid,
in den stoelgang van den zieke bevinden. Nopens deze twee
punten schijnt er weinig twijfel meer over te blijven.De proe
ven, welke men desuangaande sedert jaren genomen beeft,
komen schier als onwederlegbaar voor. Wij zullen ons bier
bepalen met de voornaamsten op te geven. De dieren, naar
het lichaam in cenc zoo nauwe betrekking met den mensch,
hebben daar menigvuldige bewijzen van opgeleverd. Wij vra
gen den lezer oorlof, om zonder omspraak deze dingen te zeg
gen. Men beeft gevallen aangetroffen, en somtijds ook uit
geneeskunde verwekt, van bonden, van katten, en voorname
lijk van verkens, die van de hevigste cholera werden aange
daan, en ook stierven, omdat zij in den stoelgang van cholera
ziekte hun voedsel hadden gezocht. 7,ütks heeft men niet
ééns, maar wel honderd malen werkelijk bestatigd.
De ondervinding ging nog verder. Personen, die met den
cholerazieke zeiven hoegenaamd geene betrekking hadden,
werden ofwel in dezelfde woning, oTwel in de gebuurte van
dc cholera overvallen. En als men dan ging naspeuren welke
daar de oorzaak kon van zijn, dan bevond men weldra dat die
slachtoffers in aanraking geweest waren met den stoelgang,
door lakens, hemden, handdoeken en dergelijke voorwerpen,
ten gebruike van den zieke. Hetgeen nog als een doorslaande
bewijs kan gehouden worden dat het vergift van dc cholera
in den stoelgang ligt, en uit den stoelgang opkomt, is het
volgendeop vele plaatsen, waar dc verschrikkelijke plaag
hevig woedde, en nog dreigde zonder nalaten aan te houden,
kreeg men eindelik in het gedacht van de huisjes of beste ka
mers te ruimen, en hunnen inhoud te verwijderen of door
zekere middels schadeloos te maken. Van dien oogenblik viel
du cholera dadelijk en verdween zij als door mirakel.
Onnoodig schijnt het ons, nog een grooter getal bewijzen
aan te halen. Het zal immmers voldoen om den lezer te over
tuigen hoe voorzichtig men de voorwerpen moet behandelen
die in aanraking met den stoelgang van den cholerazieke ge
weest zijn. Indien men dusdanige voorwerpen niet verbrandt
of op zekere diepte in den grond begraaft, dan moet men ze
I toch volstrekt zoeken schadeloos te maken door andere mid
delen.
Onderdo geneesheren, die zich bijzonder met het bestude
ren van de cholera hebben gehouden, worden nog vele andere
vragen tot oplossing voorgesteld. He kunst beeft haar laatste
woord over dc cholera nog niet uitgesproken; dat laatste
woord kost in alle zaken veel tijd, veel arbeid, veel vernuft, en