VAN IJPEBEN. SiM. SAW 4 FRANKEN 'S JAARS^ Nr 2@7. Zesde Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Yerschillige Tijdingen. Markten, ljfckciidmakingen. Politieke berichten. VOOR IJPEREN. Fn. 4-50 VOOR BUITEN' STAD. Aankondigingen 12 ccnlimen den regel. Reklamen 25 ccnlimen. r! ZONDAG 5 MEI 1867. Bureel: Dixmudeslraat, 30. Alle inzendingen vrachtvrij. De kwestie van Luxemburg is Maandag liet voor werp geweest van belangrijke verklaringen van lord Stanley, in de Gemeente-Kamer van Engeland. De minister van buitenlandschezaken lieeft gezegd, dat er reden bestond te denken, dat de vereeniging eener conferentie, door Frankrijk en door Pruisen zou worden aanveerd en dat hij gelooft, dal de zaak op w eg is. om eene voldoende oplossing te bekomen. De conferentie, die zieli te Londen gaal vereeni gen om de kwestie van Luxemburg te regelen, zal samengesteld zijn uit de vertegenwoordigers dei- zeven Staten onderteekenaars van het traktaat van 1839; deze Staten zijn Frankrijk, Engeland, Oostenrijk, Pruisen, Rusland, Belgie en Holland, en zal zich vereenigen op 7" dezer. Volgens la France, op den wensch door de mo gendheden der bemiddelaars uitgedrukt, zou ei- vastgesteld zijn, dat er in de conferentie gecne an dere kwestie dan degene van Luxemburg zou wor den behandeld. De laatste lijdingen uit Parijs zijn zeer vredelie vend. Gecne nieuwe maatregels ten opzichte dei- bewapening zullen meer genomen worden. Ook komt er gelukkig nieuws uit Pruisen: de koning heeft er eene troonrede uilgesproken, welks inhoud hierin merkweerdig is, dal het eene stellige verze kering geeft, dat al wat mogelijk zal gedaan wor den om de vrede in Europa te handhaven. De lucht is dus ietwat opgeklaard, doch 't is nog slechts als een zonnestraal dooi- den bewolkten hemel, die eiken oogenblik weêr kan verdwijnen. De heer minister van finantien heeft Dinsdag jl. in de Kamer der Volksvertegenwoordigers van Belgie twee belangrijke wetsontwerpen nedergelegd. Het eerste strekt om het ministerie van oorlog eene som van 8 miljoen 400,000 fr. te vergunnen, voor de verandering der wapenen van het voetvolk; het tweede heeft lot doel het sluiten eener lee ning van 60 miljoen. Volgens de verklaring van den lieer minister van finantien zal men deze zestig miljoen maar van noode hebben indien er zich europische verw ikke- lingen opdoen. In geval alles rustig blijft, zal deze dienen voor de onmiddelijke uitvoering der open bare werken, die nu maar op langen tijd kunnen uitgevoerd worden. Het is Waarblijkend dat de klerikale nieuwsbla deren geschreven zijn om den openbaren geest te misleiden en de sukkelaars te bedriegen het is al dus dat liet Journal de Bruxelles aan hel ministe rie verwijts.elen doet, omdat het op de reelamen van cenige klerikale deputation, die zich beklagen dat de nieuwe kadastrale schattingen te hooge zijn, geen recht doet, ten einde de zoo gezegde rijks- schatkist te bcvoordeeligen. Vooreerst die schattingen zijn gegrond op de be slaande pachten van 1847 lot 1858, met uitlating dergene, die overdreven waren; zoodanig dat die schattingen op onbetwistbare gronden zijn gestaafd, en voor het overige dat de opbrengst der gronbe- lasting door de wet op eene onveranderlijke som bepaald zijnde, het Gouvernement een belang heeft dat de scaatlingen min of meer hooge zouden gedaan worden; het eenigste doel dat liet ministerie zich heeft voorgesteld is de grondbelasting op eene evenredigeren billijker wijze te verdoelen; iets waarvoor wij hem dank verschuldigd zijn, daar de grondbelastingen van ons arrondissement daardoor van 17 tot 20 p. zullen verminderen. In de gevaarlijke omstandigheden waarin de ontstane twisten tusschen Pruisen en Frankrijk ons landeke stellen, hel is bcklagclijk van eene partij, die zou moeten het voorbeeld van onderwcr- II. «a i i i!' A KI! \cati a MMj DE TOEKOMST, 4 Mei 2SQ7. Vervolg en slut). Hot was op eene» heerlijken Zondag voormiddag omtrent zes weken nadat Daumer zich met den ring bij M. Stauber had aangeboden. De inis in de St. Slevenskerk te Weenen was ge ëindigd en verschillende voorname personen stapten in de hen wachtende rijtuigen, die hen naar hunne woning zouden voeren. Op eens hoorde een heer, die in een prachtig open rijtuig gezeten was, eene stem, die den koetsier vruchteloos toeriep stil te houden. Toen de knecht, op bevel zijns meesters, de peerden inhield, slapte ijlings een man, met den hoed in de hand, naar het portel en zegde hijgend Mijnheer, vergeef mij, dat ik mij buiten adem heb gc- loopen, om u te kunnen bereiken. Waart gij het niet, die mij, omtrent zes weken geb den, bij M. Stauber, den goudsmid, twintig florijnen in de hand stopte Ja, mijn vriend, ik herinner het mij. Welnu, Mijnheer, ziehier uw geld, dat ik erkentelijk te rug breng. Gij liet mij geenen tijd over om u te bedanken, veel minder om u naar uwen naam of woning te vragen. Ik heb in de nabijheid van St. Stevenskerk alle Zondagen post "•evat, om te zien of ik u niet te eeniger tijd vinden zouhe den ben ik zoo gelukkig geweest. Zie, Mijnheer, hier is dat geld terug. Moge God u beloonen voor den dienst welken gij mij bewezen hebt Ik wensch mij zeiven geluk, mijn vriend, was het ant woord, zulk een eerlijk man eenen dienst te hebben bewezen; maar ik beken u, dat ik er geenszins op rekende, dit geld we der te zullen bekomen. Het was een klein geschenk, dat ik voornemens was u te doen. Ik bid u, neem het terug, Mijnheer; ik had niets voor u verricht, en gij hebt veel door mij gedaan voor die som helt gij mijn huisgezin gered. Ach, herneem toch dat geld Neer:, mijn vriend, ik neem het niet terug; doe mij het vermaak er iets voor uwe kinderen mede te koopen dit zult gij mij ten minste niet weigeren Nu, daarmee is de zaak af gedaanspreken wij daar niet meer over. Gij zijt een deftig man ik stel belang in u. Kom morgen ten 10 ure ter mijner woning in de Wapenstraat n' 9. Joseph maakte eene diepe buiging en het rijtuig vertrok. Den volgenden morgen bevond de timmerman zich op het bepaalde uur vóór het aangeduide huis, welk een prachtig uit zicht had. ilij belde aan, en werd door een knecht, in livrei gekleed, in eene fraai versierde zaal gebracht. Een oogenblik later trad de heer, dien Joseph den vorigen dag had ontmoet, de kamer binnen, plaatste zich naast den timmerman en vroeg dezen Mag ik weten, mijn vriend, waarom gij zooveel prijs hechttet aan den ring, dien gij onlangs M. Stauber wildet ver panden? Gewis was daaraan eene voor u dierbare herinnering verbonden.Dit heeft mijne nieuwsgierigheid opgewekt. Mag ik vragen waarom gij zoo zeer aan dit kleinood hield Zeker, Mijnheer, antwoordde Haumer; ik zal u dit ver halen. Omtrent vijftien jaar is het geleden dat ik met mijne ouders te Neuehause woonde en het timmermans-ambacht leerde. Een honderdtal stappen van ons huis stond een kasteel met breede en diepe grachten omgeven, hetwelk door den ba ron van Walden met zijne gemalin en hun eenig tienjarig zoontje, Frans geheeten, werd bewoond. Het was winter, de kasteeigrachten waren met ijs bedekt. De kleine Frans ver maakte zich met slibberen. Eensklaps hoort men den hert- scheureuden kreet uit twintig monden: Hulp! hulp! het zoontje van den baron is door het ijs geschoten en verdrinkt!» Doch niemand snelde toe. Dit tooneel trof mij; niets dan de stem der menschlievendheid raadplegende schiet ik toe, werp mij geheel gekleed in de opening, waarin het ongelukkig kind was gevallen, en geluk er in het kind er uit te halen en het aan zijne ouders weder te geven, die al wennende mij hunnen dank betuigden.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1867 | | pagina 1