Van alles wat.
Stads Nieuws.
ten der geestelijkheid ten aanzien van de heden-
daagsche maatschappelijke instellingen! Doch,
welke pogingen men doen kan om de strekkingen
te duiken, er zijn altijd onvoorzichtigen die de ooi-
van den wolf uit het schaapvel laten steken. Over
eenige dagen het Nieuwsblad bevestigde de billijk
heid en de nuttigheid eener instelling die bij dui
zenden ongelukkigen door het vlammende vuur
deed doodigen; heden is het de gazette van Mon
seigneur van Gent die geenen min beduidenden
uitval doet zij zegtHet wettelijk huwelijk is
in Pruisen niet gekend, dus de Graaf van Vlaande
ren. gelukkiger dan zijne kalholijke landgenoten,
heeft mogen trouwen volgens de voorschriften der
H. Kerk, zonder alvoren de onbeschaamde en on
regelmatige bezitneming van eenen pontief in
zwarten frak met ecne driekleurige sjarp te moeten
onderstaan, welke beweert uit naam der wet te
verhinden, iets waarvan God alléén de bewerker
is.
Kan men duidelijker bekennen dat de burger
stand eene wereldsche uitvinding is, dien de gees
telijkheid moet trachten te doen afschaffen? Mochte
dus de zaak der kerkhoven eens in denzin der ach
teruitkruipers afgedaan worden, die van den bur
gerstand zou welhaast volgen, en daarna nog vele
andere tot de herstelling der tienden en der inkwi-
sitie toe, indien de natie het wilde dulden.
Het Nieuwsblad van den 4" dezer maand be
vat een artikel getiteld DE BUDGETTEN dit
artikel strekt om de minst vermogenden te doen
gelooven dat de liberale Ministers geldverkwisters
zijn, die het land ten onderen brengen, en de aan
gehaalde cijfers zijn gepast om al die, welke met
de staatsfinanciën onbekend zijn, en die de weder
leggingen barer kwaadlrouwige aanhalingen op
straffe der helle niet mogen lezen, te overtuigen,
dat zij een verandering in 's lands toestand moeten
verlangen.
Het Nieuwsblad zegt, dal het beloop der begroo
tingen in 1858 tot 1849 slechts was aangegroeid
van 80 tot op 115 millioencn, terwijl sedert dien
tot in 1867, zij opvolgentlijk vermeerderd zijn tot
op 166 millioenen.
Tot daar is alles wel; maar, verre van dit ten
kwade te mogen duiden aan het Ministerie het is
een bewijs van zijn schrander beleid, aangezien
deze cijfer is kunnen bereikt worden niettegen
staande de groole verminderingen op de tarieven
der douanen, de afschaffing der octrooien, der bar-
rieren, enz.
Ja, wanneer het klerikaal beheer in 1847 werd
omgeworpen, debudget beliep slechts tot 115 mil
lioenen, maar hel aftredende ministerie liet 44 mil
lioenen defecit te vervullen; en door zijne tegen
streving aan allen vooruitgang, het had onze bij
zonderste nijverheden in vreemde landen laten
overgaan en het onze in de armoede gedompeld
Heden is het anders, de hatelijkste belastingen zijn
afgeschaft en de inkomsten van 1867 zijn geschat
op 166 millioenen, en hoe dan? Het is gemakke
lijk te verstaanhet land verkeert in eenen toe
stand waarvan er geene voorbeelden bestaande
armen ontbreken eenieder wint geld; de vlasnij
verheid is hersteldde actiën op den Staat zijn aan
den hoogsten koers onder al de openbare schulden
de gronden zijn verdubbeld in weerde; de pracht
onder al de klassen der maatschappij is buitenma
tig en bewijst een algemeen welzijn; post, accijns-
en douanerechten, ijzerwegen brengen van jaar tot
jaar van langs om meer op, en dal doet verslaan
waarom de inkomsten van den Staat sedert het li-
heraal beheer van 115 tot 166 millioenen zijn ge
klommen.
Al die niet opzettelijk blind wilt zijn en die den
uitleg hierboven zal lezen, zal verstaan dat de aan
haling der cijfers, door het Nieuwsblad gedaan
met het inzicht, gelijk wij reeds hebben gezegd,
van de Ministers in den openbaren geest te verne
deren, in tegendeel de lof van hun schrander be
leid is.
Wel poorten des Hemelrijks! (stijl van 't geestig
Nieuwsbladde geleerde koster uit den Water
hoek denkt zeker dat de menschen nog zullen
vechten voor het geloof. Hij is er wel méé; men
heeft hun dikwijls genoeg op dat deuntje den bee-
rendans doen dansen, zij zijn opgeleerd Het kan
niet anders meer zijn; iedereen weet dat het geloof
bij het grootste deel dier klerikale voorvechters
maar dient tot uithangbord.
Volgens den verlichten koster uit den Water
hoek het Barrakkekieken (alias de Toekomstis een
compromeltante verdediger voor den Senateur
Mazeman de Koekhove Wij, wij keeren het com
pliment en wij zeggen liet commeereblad uit den
Waterhoek is geen eompromettante vijand voor
den Senateur! Up die wijze zijn wij seffens kwijtte;
korte rekeningen, lange vriendschap!
Wij zijn goddeloozeh en godsvervolgers, zegt de
verstandige koster uit den Waterhoek. Die koster
is zeker geen jeneverlap, want hij zou toch zoo ad-
mirabel niet redeneeren! Nu, hij zegt dat wij god-
deloozen en gods vervolgers zijn dat is verduiveld
gemakkelijk om te zeggenmaar in Gods naam,
vernuftige koster toch, gelieft dat eens te bewijzen;
het is niet schoon alzoo gedurig zijne lezers voor
den aap te houden.
Wij beloven aan den beroemden koster uil den
Waterhoek en aan de geestige schrijvers van het
congregatieblad dal wij dan ook eens zullen uiteen
doen wat zij niet zijn, en, wat meer is, wij zullen
het bewijzen.
De broeder-platvoeler Maubode, oud 51 jaren,
uit het klooster van de Broeders der christelijke
scholen te Namen, dien ze daar achter den
grendel gedraaid hebben, zou dat bij geval geen
pestvogel zijn Het Nieuwsblad zal dat zeker wel
aan zijne lezers uiteendoen.
De koster uit de congregatie heeft het gezeid, de
aanstaande kandidaat van de klerikale platvoeters
uit den Waterhoek, zit nog in den oven; hij is nog
niet genoeg gebakken maar wij verstaan wel aan
den klap van dien alwetenden snaterbek, dat het
een feilen kadé zal zijn als hij te voorschijn komt,
een kadé waarmede men niet zal lachen. Daarmeê
lachen?dat geloof ik goed; die treffelijke lieden
brengen maar hunne kandidaten in den klaren als
het geen tijd meer is om er mee te lachen.
.Men schrijft uit Parijs, het volgende over de belgische kan
ten, welke in de wereldtentoonstelling prijken
De tentoonstelling der belgische kanten is nog al met zorg
bewerkt: zij onderscheidt zich van de andere seklien van ons
land, vooreerst door den rijkdom der voortbrengselen en
door den goeden smaak der uitlegging.Het is onnoodig te zeg
gen, dat die salon bij voorkeur door de dames is bezocht.
Al de fabrikanten hebben elkander verstaan, om hunne
voortbrengselen in eenen enkelen groep te vereenigen. Aldus
bezit de stad Geeraardsbergen drij kanten der zaal en de stad
IJperen geheel het midden-paviljoen.
Water het meest opmerkensweerdig is in dien groep, zijn
de gentsche kanten, gezegd duchessen, en die men nauwkeu
riger brugsche kanten zou kunnen noemen, want het is in
die laatste stad, dat de bevallige navolging van de guipure,
leven en bedrijvigheid heeft hernomen.
De ijpersche kanten zijn zeer schoon. Men weet dat het
daar is dat de kant, gezegd Valcncijnsche, wordt gemaakt. Na
IJperen komen voor de belangrijkheid en de hoedanigheid
van het werk in deze specialiteit Gent, Kortrijk, Meenen en
Brugge.
Onze Burgerwacht heeft Zondag morgend voor de eer
ste maal van 't saizoen op het Minneplein, van 7 tot 9 ure wa
penoefeningen verricht. Heden zijn er insgelijks exercicien.
Donderdag namiddag is er in de waters der ltijselpoort
eenen corporaal van het 10° regement verdronken.
De middagconcerts beginnen dit jaar in onzen Publie-
ken Hof, op Zondag 1:2 Mei aanstaande. Het muziek van het
IO regement doet er de opening van. Ten zelfden dage om
(i ure 's avonds, beginnen de zomerfeesten in de Concorde
(buiten). Het muziek der Pompiers geeft aldaar het eerst zijne
uitvoering.
Dezen avond, ten 7 ure, in stads tooneelzaal, heeft het
groot Concert plaats, gegeven door onze IJpersche Koorzan
gersmaatschappij. Verscheide vreemde artiesten komen dit
feest door hunne medehulp verluisterlijken.
Te beginnen met 10 Mei, de dienst van het postkunton
van IJperen is met eene tweede rondreis ten lande vermeer
derd, die zal bevatten de brieven voor de bewoners langs den
weg van IJperen naar Vlamertinghe, Vlamertinghe (plaats),
weg van Vlamertinghe naar Elverdinghe, Elverdinghe (plaats),
weg van Elverdinghe naar IJperen. Vertrekuren in den
zomer, ten 4 ure 's avondsden winter, ten 1 ure 's namid.
Het is stellig dat 7.. M. naar IJperen komt op :i Oogst
aanstaande, zijnde den maandag onzer Thuindagfeest.
Kermissen der maand Hiel.
1" Zondag. Zillebeke.
2" Zondag. Vlamertinghe.
5" Zondag.
Becelare. Woesten. Watou (Abeele). Wulverin-
ghern (Veurne). Thielt. Proven.
Nota. Men verzoekt onze lezers deze lijst te willen volmaken,
met de andere gekende dorpen en steden van het omliggende
de redactie aan te duiden.
mr
KUNST- EN LETTERKRING.
In de zitting van 1 Mei II. gaf de heer Pieters eene zeer
gepaste en wel gedachte onderhandeling over den invloed van
het vlaamsch tooneel op de V olksaard en over eenige vercischle
voorwaarden ter stichting van dien invloed. De spreker, die
zich klaar, duidelijk en in goed vlaamsch uitdrukt, behandelt
dat ontwerp als een man van ondervinding, en dat is hij in
derdaad, want sedert ettelijke jaren is hij tooneelmeester van
onze verdienstelijke maatschappij de Vlaamsche Ster, die se
dert haar bestaan ten allen kante zulke streelende lauweren
plukte. De redenaar werdt met veel bijval toegeluisterd en
sterk toegejuicht als hij in strenge bewoordingen de verder-
felijke strekking aanwees van menige fransche looneelschrij-
vers, die op eene schandelijke wijze de zedelijkheid en eer
baarheid over het hoofd zien. De echte zedelijkheid de be
schavende strekking, zijn hoofdvereischteu die de spreker op
de dnngenste wijze aanbeveelt Is het om aan zekere per
sonen niet te mishagen, zegt hij, dat men die regelen hoeft te
onderhouden, dat men zoo nauwgezet moet zün neen 1
zulks ware huichelarij. Onze leuze zij Kwijting van het Ge
weten! Het goede voor het goedeHoe stipt, hoe nauw
keurig men in dit vak handele, nog zullen de vijanden van
vooruitgang te beknibbelen vinden en wij, ons daarover troos
tende, wij zeggen met den grooten Cats
Daar 't bietje suiker vindt, juist uit dat eigen kruid,
Daar zuigt de vuile spin vergiftig voedsel uit.
De spreker als ware vlaming sloot zijne rede met eenige
woorden van dankzegging ten opzichte van den heer Minister
van Binnenlandsche zaken, die aan de Vlaamsche Letteren en
looneelkunde reeds zoovele bewijzen van ware belangstelling-
gegeven heeft. Die hulde is hoogst verdiend.
U O i- i
De heer JCordonnier gaf in de zitting van Woensdag laatst
Itztng van zeer belangrijke geschied- en oudheidskuridige aan-