Van alles wat.
Stads Nieuws,
jegens het zwaar beproefde Denemarken te kun
nen zijn en het is voor Pruisen van belang, de
dappere deensche natie tot vriend te hebben, aan
de Denen te laten wat deensch is en de gansche
wereld van zijn politiek doorzicht en van zijne eer
lijkheid te overtuigen.
Volgens een bericht uit Weenen, heeft Kossuth,
die zich thans te Turijn bevindt voor het mandaat
van afgeveerdigde bij de hongaarsche kamer be
dankt, en zal hij eerstdaags in een openbaren brief
de redenen opgeven waarom hij zijne ballingschap
vrijwillig verlengt.
De clericalc nieuwsbladeren maken eenen onge-
hoorden opstel wegens de bijeenkomst der 400
bisschoppen die zich naar Roomen hebben begeven;
het is eene gebeurtenis zonder voorbeeld, die de
wereld moet verbazen en eenen grooten invloed
op den maatschappelijken toestand uitoeffenen. De
algemeene tentoonstelling van Parijs, die nieuwe
betrekkingen onder de verschillige natiën zal te
wege brengen en belangrijke uitslagen op den
vooruitgang der nijverheid zal hebben, is volgens
die nieuwsbladeren niet te vergelijken aan de voor
deden die de gezegde bijeenkomst van prelaten
zal te wege brengenIndien dezelve, die eene
voorafgaande bereiding is tot een concilium, dat,
zoo het schijnt, bij twee jaren moet plaats hebben,
wezentlijk voor doel heeft van de vorderingen van
den catholijken godsdienst in verband te stellen
met de hedendaagsche maatschappelijke belangen,
wij stemmen toe dat zoo een concilium een groot
geluk voor het menschdom en voor den godsdienst
zelve zou zijn maar de toestand is gevaarlijk, de
j'ësuitieke invloed is groot, het meeste gedeelte van
al de bisschoppen zijn onder deszelfs partijgenoten
gerangschikt, en de voorstellen die reeds zijn opge
worpen cn waarover, zoo het schijnt, het concilium
zal te beslissen hebben, doen vreezen dat de po
gingen van het zelve zullen strekken om de maat
schappij van eenige ecnige eeuwen achteruit te
doen treden.
Wanneer men heden in beraadslaging wilt stel
len of het bestaan van den burgerstand met de
voorschriften der kerk overeenstemt wanneer
men de vrijheid eer drukpers en die der gewetens
wilt bevechten, men kan voorzien dat het gevolg
van het gezegde concilium niet anders dan eene
verklaring van oorlog zal zijn aan al de beheeren,
die de gevolgen der omwenteling van 1789 voor
grondregel hebben genomen, in een woord, aan al
les dat liberaal is
Mochten wij ons in onze vooruitzichten bedrie
gen, want de gevolgen daarvan zouden een ongeluk
voor de volkeren en voor den godsdienst zeiven
zijn voor de volkeren, omdat het de natiën in te-
genstrevige partijen zou verdeelen, en voor den
godsdienst, niet cmdat het eene scheuring in de
kerk zou kunnen te wege brengen, hetgene in de
tijden die wij beleven weinig kansen oplevert,
maar wel omdat het de vrijdenkers, de ongeloovi-
genen de solidaircn merkelijk zou doen aangroeien
want wij achten het onmogelijk van den vooruit
gang der maatschappij tegen te houden het is als
of men eene rivier wilde opdammendezelve zou
welhaast overloopen en in haren stroom alle belet
sels medeslepen
't Nieuwsblad geeft hem schrikkelijk veel moeite
om zijne lezers wijs te maken dat zij mogen de eere
en reputatie van eerlijke lieden schenden als het
maar tot meerder eer en glorie Gods dient! (Anders
gezegd om zijnen zak te vullen of zijne politieke
overhccrsching te bewerken).
't. Nieuwsblad bemint de Toekomst uit den grond
zijns herten, het omhelsd ze cn zal pijkhooge
springen wanneer zij haar leven wil beteren.
't Nieuwsblad verslaat zeker door leven beteren,
wanneer de Toekomst geen woord meer zal reppen
als het kiezing is, of dat het onder het masker dei-
verdedigers van :t geloove de eer zal schenden van
menschcn die onder alle oogpunten treffelijker en
cn eerlijker zijn dan het zoogezegde christelijk en
heilig Nieuwsblad.
Zoo deed het, schrijvende over een feest dat er
onlangs door den baron Mazeman gegeven werd en
waar er honderd en zoovele genoodigden wa
ren. Het Nieuwsblad willende kluchtig zijn, maakt
één der honderd en zooveel genoodigden voor dief
uit.
In zijne onvoorzichtige geestigheid vertelt het
hoe één der honderd en zooveel genoodigden twee
zilveren servitien gestolen heeft.
En het Nieuwsblad zegt dat zulke middels van
eerschending overeenstemmen met: God beminnen
boven al en zijnen evennas ten om God
Het noemt niemand bij zijnen naam, hel is waar,
maar de honderd en zooveel genoodigden, die allen
treffelijke lieden zijn, zijn er in begrepen en zouden
kunnen samenspannen om het heilig reputatie-
schendersblad rekening over zijn uitstrooisel te
vragen.
j t>
r
Onze Tuindagfeest is bijna verdwenen. Zondag en maandag
is liet weder zeer schoon geweest. De cijbelschieting van
maandag was heel wel bezocht: Pompiers, kanonniers en de
andere leden der burgerwacht waren er in groot getal tegen
woordig. Ziehier deszelfs uilsiag
BURGERWACHT. I prijs, MSI. H. Decoene, luit. - 12 p.
L. Spilliaert, kapit. - 5, E. Froidure, wacht. - 4, E. Boucke-
naere. - 5, J. Dewaele, kan. - (i, A. Froidure. - 7, M. Lig}',
luit. adj. maj. - 8, E. Smngghe, serg. - 9, E. Toussaert, o. 1.
10. E. Nolf, o. 1. POMPIERS. I pr. Croigny, pomp. - 2,
Ilubail, muz. - o, Bailléul, pomp. - 4, üupoilt, id. - Goeie,
muz. - (5, Deconinck, brig. - 7, Labaere, pomp. - 8, Bec-
qaert, id. 9, H. Leboucq, muz. - 10, J. Vèrslraete, pomp. -
TE SAMEN.
De iaoiitkapper.
Lust u een hart.
Waar trooste huist voor wee en smart
Een dak, waar drmoê heerscht; maar vrede
Kom mede kom mede
Sset meisje.
'k Voel dat mijn hart
Naar trooste hijgt voor wee en smart....
'k Ga mede! 'k ga mede!
TRIO.
Een jages».
Sa, liefste kind,
Niet zoo gezwind,
F.n laat me een woordje spreken.
Ge zijtzoo'n tooverachtig beeld
Uw frisch gelaat de zinnen streelt,
En dost de ziel van liefde breken.
Zeg, wilt ge naar de schoone stad
Daa r wacht u weelde, praal en schat;
Alleaardsch genoegen moogtge er smaken,
En k zal u minnen en gelukkig maken.
het meisje.
Ge voert me eene onverstaanbre taal.
k Begeer geen weelde, schat of praal
Mijn moeder leefde in vrome ellende-,
En zij die t spoor der deugd slechts kende,
Sprak nooit van zulk een rijk verschiet.
'k Volg graag den man van werk en vrede
Zijn kleed alleen baart eerebied.
Hij spreekt me ook 't woord van rust en rede,
Dit woord klinkt als een' moederbede.
'k Zoek liefde die mij de eere biedt.
De iioisJkapper.
Reiner dan de reine zonnelichten
Is de eedie maagd, die de ondeugd zoo weerstaat.
«ie jsager (tot het meisje).
Gij weetniet, frissche roos, wat gij versmaadt.
Kom! 'k zal, naast mij, u op mijn zadel lichten,
«te houthappes*.
Hola roer haar niet aan gij hoeft dees bijl te zwichten,
Die schelmen sneller dan de boomen nederslaat
.iafltlrlicar. in den omtrek.
Een hert ontspringt de kreupelbosschen
Hij worde ons buit
Laat honden los gespoord derossen
Vooruit vooruit
TE SAMEN.
«Ie jags's*.
k lieg henen naqr de vriendenrangen
Om 't nagejaagde dier te vangen;
Maar 'k vind u, trotsche maagd, nog weêr,
En dan ontsnapt ge mij niet meer
het Mieasje.
Gauw, laat ons 't bange woud ontvluchten:
Die booze jager is te duchten
Zijn stoute taal, zijn kwade blik,
Bevangen 't hart met angst en schrik.
«Ie iaaiatkappei».
Ja! gaan wij tot de wakkere vrouwe
Daar vindt men ruste, heil en trouwe.
Vrees niets op weg; want deugd of werk
Maakt menschen als de rotsen sterk.
REGÏTATIEF.
'I Gerucht verdooft.... 't Wordt langzaam rustig
Waar de echo stervend had verbeid,
Het weeskind en haarvriend vertrokken blij en lustig,
Als de onschuld dooi den moed geleid
En de avond daalt, de sterren flikkeren aan de kimmen
Het schijnt of met het grootsch accoord,
Dat op dit uur zoo plechtig wordt gehoord,
Er duidelijke stemmen opwaarts klimmen.
SêI®ieSa©oi\
Het woud is het toonbeeld van 't menschelijk lot.
De rijkaard zucht enkel naar vreugd en genot,
Maar 't hart is verarmd; hij vervolgt in verjaagt,
En neemt voor het zijn wat hem lust en behaagt.
De werker, die moeilijk de ellende overwint,
Haalt troost uit de ziele voor 't dolende kind.
En T meisje, bekoorlijk door schoonheid en jeugd,
Moet lijden en strijden voor eer en voor deugd..,.
Maar heil aan den arbeid, den moed en den plicht
Alleen door bun macht worden woudreu verricht
Ei. Versisaeyeii.