De toestand. Stads Nieuws. Aan mijne zangster. Talrijke patrouiljen doorkruisen de stad. Men doet aanhoudingen. Het gerucht loopt dat er drij agenten van poiieie gekwetst zijn. Het getal der aangehoudene personen beloopt tot 70. Men beweert dat de zoon van Garibaldi op het romeinsch grondgebied zou gerukt zijnen dat hij de beweging welke was ontworpen zou voort zetten. Daarover is er niets gemeld. De Opinione van Florentie verzekert dat, in geval Garibaldi weigert de verbindtcnis te ncinen van zijne ontwerpen op Rome af te zien, het ita— liaansch ministerie het inzicht zou hebben het Parlement in buitengewone zittijd bijeen te roe pen men zegt niet welke het doel dezer vereeni- ging zou zijn. De overige politieke berichten zijn van weinig belang. In Frankrijk spreekt men op nieuw van kabinetswijzigingen. MM. de Persigny en Walewski zouden te Biarritz bij den keizer zijn geroepen. Die geruchten schijnen evenwel van grond ont bloot. De Porie heeft aan de zes groote mogendheden een circulaire gezonden betrekking hebbende op de jongste gebeurtenissen te Galalz. Door de Porte was aan de rumaansche regering verzocht eene kommissie van onderzoek te benoemen in zake het verdrinken van vier israëlieten in die stad, doch het kabinet van Bucharest wilde hiertoe niet over gaan en nu geeft de oltomanische regering een zeer uitvoerig verhaal van het gebeurde, waarvoor zij de rumaansche autoriteiten verantwoordelijk stelt. Het verhaal, zoo als het vervat is in boven bedoelde circulaire, komt ten eencmale overeen met dat hetwelk de konsuls der zes mogendheden in het door hen onderteekende prolokol gegeven hebben. De Koningen en Keizers nemen vruchteloos alle gelegenheden te baat om de volkeren te doen gelooven dat men geene oorlog te vreezen heeft; de gemoederen zijn niet gerust; er is geen vertrou wen.Er is een stilstand in den linanciëelen han del; de nijverheid kwijnt; al de magazijnen zijn opgepropt met goed en wij hebben voor den aan staanden winter eene vermindering van werk te vreezen. In de aanwezigheid van de duurte der levensmiddelen, die den toesland der lage volks klas zeer erg maakt, is het uitzicht verre van vol doende te zijn Ongelukkiglijk kan niemand voorzien waar deze crisis ons brengen kan, trouwens zij neemt haren oorsprong in hooge politieke toevallen of vorstelijke afjonslighedenniemand kan verzekeren wat er morgen gebeuren zal. Men verstaat dat het, in eenen dergelijken toestand, onvoorzichtig ware zware ondernemingen te doen. Er gaan geene dagen voorbij zonder dat men ge reedschappen voor den oorlog doet. En alhoewel de geruchten, die men ten dien opzichte uitstrooit, voorzeker sterk overdreven zijn, zij werpen niet te min de ongerustheid in den koophandel. De in kas zijnde fondsen der Fransche Bank beliepen over eenige dagen tot een milliard; dat is het door- slaandste bewijs van eenen stilstand in den han del. De zegepraal van Pruisen, die de vereeniging van Duitschland in eenen zeer nakenden tijd moet tol gevolg hebben wekt de bekommering van Frankrijk op! Zal Napoleon dulden dat de Koning van Pruisen machtiger wordt dan hij Zal hij toe laten dat Pruisen met overmacht de versterkingen op de fransche grenzen bezette, als hij op het punt is geweest Europa in vuur en vlam te stellen om de pruisensche soldaten Luxemburg te doen verlaten? Die toestand is kommervol en 't is daarom dat de gemoederen ongerust blijven. Zoolang de mo gendheden hare wapeningen niet zullen slaken en een gedeelte hunner legers zullen afdanken, zal het vertrouwen niet herleven. Naderhand had de jaarmarkt plaats op eenen grond behoo- rende aan de Tempeliers, zoo als het blijkt uit een charter van Philip van Elsaten, des jaars 1171. Op dit tijdstip bracht men dezelve naar de Hal over. Dejaarmarkt, gezegd Kattenfeest, dagteekent van de tijden der lakennijverheid. Het was den woensdag dezer feest dat een ambachtsgezel, gekleed in scharlaken van IJperen, van boven het belfort eene levende kat nedenvierp, versierd met linten van onderscheiden kleuren. Dit gebruik, zeer dikwijls onderbroken in de verledene eeuw, is maar afgeschaft ge weest in het begin van onzen tijd. Men schrij ft er meer of min onwaarschijnelijke oorsprongen aan toe. De voorrechten en vrijheden vergund door de graven van laanderen, bevorderden de handelsbetrekkingen en brachten de algemeene welstand voort. De nering door de rijkdommen te verplaatsen en die bij de burgerij samen te hoopen, werd de eerste beweegkracht van de groote ontslaving der middel bare klassen. De weelde gaf hen de middelen in de hand om te streven naar het wethouderschap en verwekte tussehen de mededingers veel moeilijkheden en afgunst. Dit w as ten deele de oorzaak der beroerten die de wevers en lakenw erkers tot opstand brachten, want zoo haast de leden der verschillende neringen een zekeren rijkdom door werken hadden verkregen, wilden zij de zaken van het schependom nazien, er zich in bemoeien, eischten voorrechten en zochten de inwoners te ontslaan der belastingen gesteld in 't belang van stads financiën. (1 ervolg en slot in het aanstaande nr). Maandag laatst was het prijsüitdeeling aan de kinderen der Lamolten-school, bestaande in verschillige klerdingstukken, hemdens, enz. Dinsdag had de prijsdeeling plaats inde Bewaarschool, gezegd Struye's. De plechtigheid was aandoenlijk. De kleine kinderen oefen den zangen en tweespraken uit, die allen lof vergt voor de pogingen der onvermoeibare meesteressen. De reinheid en het goed orde werden insgelijks opgemerkt en getuigen nogeens der buitengewone zorgen dier heilige dochters die ter eere van het menschdom toch een weinig balsem strijken op de wonden aan hetzelfde toegebracht door eenige zoogezegde geestelijke gestichten die, in plaats van den grondslag eener goede opvoeding te bewerken, niet anders doen dan de sa menleving lot in hare wortels bederven. -* Woensdag namiddag, ten 4 ure, met het aankomen van den trein, begaf zich geheel de stad naar de statie van den ijzeren weg om de Koormaatschappij te gaan afhalen die van Brussel terug kwam en welke den tweeden prijs (2C klas) behaald had in den zangkamp die aldaar plaats had ter gele genheid der September-Feesten. Twee muzieken, de Pompiers en dat van het 10° reg', eene afdeeling Burgerwachten en Ar tillerie, het korps Pompiers, het korps officieren dei' Burger wacht en Pompiers, eene afdeeling der maatschappij de Ylaamsche Ster met haar vaandel,vele voorname burgers, enz. vormden den stoet en trokken langs de Tempel-, Boter- en Aalstraat naar het Stadhuis, alwaar den wijn van eer door Stads-regering de overwinnaren aangeboden werd. M. de Burgemeester verwelkomde den Voorzitter, Directeur en Leden der Kooren van IJperen en wenschte die heeren geluk over hunnen schoonen zegepraal. Hij zegde dat hij dubbel fkren gelukkig was omdat IJperen dit jaar eerst de schitterendste onderscheidingen in het vak der nijvergeid te Parijs bekomen hadendat nu teBrussel de zelfde stad haar deel heeftontvangen der onderscheidingen in de schoone kunsten. M. A. Brunfaut, Voorzitter der Kooren, antwoordde in zeer welgeplaatste woorden in naam van al zijne medegezellen. De heer Bur gemeester sluit met verdienden lof toe te zwaaien aan de heer Bestierder Baralto die door zijn goed beleid veel bijgedragen heeft om de ijpersche Koormaatschappij te doen den palm be halen. Daarnq, trok den stoet al de Leet, de Boesingslraat, Hout markt, Dixmudestraat, Groote Markt, Hondstraat, OudeKletr- markt, Rijselstraat, langs de Groote Markt naar het lokaal den Gouden Arend. 's Avonds, algemeene vergadering. De heeren der Kooren zijn serenade gaan geven bij den heer Burgemeester,de Kolo nel van 'tlO°, denVoorzitter Brunfaut, den beslierder Baratto, en den solist Mieroo. Op de Groote-Markt waren verschillige gevels der huizen verlicht. -¥■ Zaterdag in den voormiddag, bij het Café de PUnion, bij den ingang der Dixmudestraat, werd genaamden Josef Loonis, biervoerder, overreden door eenen camion men heeft hem seffens naar het Gasthuis gi dragen. Het wiel had hem over de bil gereden. Men zegt dat hij is moeten de Heilige rechten toegediend zijn. Bijna op hetzelfde uur, ook op de Groote-Markt, werd er eene boerin omver gereden door eene diligencie, maar zij was Daar uit kluisters los van de aard, Daar zangster, zult gij liedron stemmen, Uw liooger afkomst waard. HENDRIK TOLLENS. o Lachende Muze, waarvoor ik steeds kniele, Ik groet u mijn liefken, mijn lust 'k Aanbid u, o maged, gij zucht mijner ziele, Gij deelt in mijn streven en rust. Ik ademe vaak naar de rozige geuren Der bloeme uw teêr boezemsieraad, En droome verrukt van de vurige kleuren, Gespreid op uw minlik gelaat. Verschijnt gij zoo niet in mijne eenzame woning, En zegt gij niet: Zanger, 'k ben hier Ik keer mij tot u, en uit liefdebetooning, lk zing en ik grijp naar de lièr. Dan komt gij tot over mijn' zetel gebogen, Mij fluisterend: Zanger scheps moed, V Want schoon is dijn doelen en edel dijn pogen. Die woorden doen, lieve, mij goed Dan zet ik op 't snaartuig mijn brandende vingeren Eerst zacht is mijn toon, is mijn stem. Allengs winnen krachten, de klanken die slingeren, Met stoutere stijgende klem. Daar bruist 't volle lieden uw smeekende blikken Verteédren mijn schuchter gemoed, Als lonken van 't lief, die den jongling verkwikken, In minnenden heimliken gloed. Gij komt en uw fakkel schiet blinkende stralen, Mijn' boekcel, mijn kamertje rond; Dan voel ik me op eens in een lichtstroom verdwalen 't Is of ik op aard' aard niet meer stond Ik zie vóór mijn geest dan een zwerrem van schimmen, En spoken met wieken van vuur Zij dwarrelen 'lijk op de watrige kimmen, Het ondeel in 't gloeiend azuur. "t Zijn geesten des kwaads onder vrouwengezichten, Wiens glimlach de deugdzaamheid tart Wiens geile gebaren 't gevoelen ontstichten, Doen bloeden een schuldeloos hart. Gf engelen, maagdekens, hcmelsche schoonen, De luit in de hand, - neergevlijd O zacht is hun stem, melodisch hunne tonen, Hun lied is der liefde gewijd.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1867 | | pagina 2