filet redecongres van Geneve
en de clericalen.
Be krijgsher vorming.
Aan mijne zangster.
Stads Nieuws.
De depechcn uit Italië, welke wij ontvangen,
doen wat mogelijk is om de bcteekenis der bewe
ging, welke op het pauselijk grondgebied is ont
staan, te verminderen. Evenwel bekennen zij, dat
de opstandelingen eenige «kleine plaatsen heb
ben bezet en dat er te Rome talrijke aanhoudingen
bewerkt zijn. Dit bewijst toch, dat.alles zoo kalm
niet is als men wel zou willen doen gelooven.
Italië houdt zich bezig met zijne wapening te
hervormen. De Oficiëele Gazelle meldt, dat er
een kampstrijd is geopend voor het leveren van
500,000 geweren langs achter ladende.
Het zoogezegd vredecongres, dat plaats had te
Geneve, en waar de overdrevcndste volksophitsers
van Europa naartoegesneld waren, heeft aan de
clericale gazetten gelegenheid gegeven om met hare
gewone eerlijkheid te trommelen op den rug der
liberalen.
Dat was eene gunstige omstandigheid om bij
hare sukkelaars van lezers de liberale partij zwart
te maken en te. beledigen; zij hebben vollen teugel
gevierd aan hare kwade inzichten en hare trouw
loosheid.
Weet gij hoe zij redeneeren? Juist alsof de li
beralen de hand zouden toereiken aan de omwen-
telaars van alle landen, en de buitensporige en
berispelijke pogingen der aanhangers'van Garibaldi
zouden goedkeuren en toejuichen.
Wij weten wel dat het niet noodig is die bewe
ring te weêrleggen. Het volk weet hier genoeg wie
de voorstaanders van rust en vrede zijn het weet
ook wie alhier alles zoekt overhoop te zetten met
allerhande onlusten op te wekken en twist en
tweedracht te zaaien. Vraagt, aan het volk wie hier
gedurig het spel verbrodt, wie onruste zaait, den
voorspoed tegenwerkt en de kleine klas onder de
voeten wil houden; het zal u zonder aarzelen die
mannen met den vinger wijzen.
Die clericalen, bij gebrek aan gegronde bezwa
ren tegen de heerschende liberale partij, zouden
haar willen verantwoordelijk maken voor al de
gekheden van verwaande utopisten. De farce is
te dom, zij zal niet lukken.
Als het studentencongres over twee jaren teLuik
plaats had, die waarheidminnende en rcligiebe-
schermende gazelten, poogden dezelfde rol te spe
len en wilden ook de liberalen verantwoordelijk
maken voor den baldadigen praat van eenige fran-
sche jongelingen, wier uitvallen cenpariglijk afge
keurd en uitgeschuiffeld werden door de liberale
welpeizende jeugd, die aldaar tegenwoordig was.
Welnu! wat zegt men nu van die verwaande op
roermakers? zij worden algemeen beschuldigd van
afzendelingen der jesuiten te zijn, opgestuurd om
de inzichten der welpeizende jeugd te verijdelen.
De clericale kopstukken integendeel reiken de
hand aan de politieke droomers en waaghalzen,
die ons willen begiftigen met het algemeen kies
recht en duizend andere schoone dingen, welke
lot heden niet kunnen werkstellig gemaakt wor
den, zonder hel land bloot te stellen aan burger
oorlogen zijne onafhankelijkheid in gevaar te
brengen en de vrijheid te zien slachtofferen op bet
altaar der losbandigheid. Wij weten wel dat
die deelneming der clericalen in de pogingen der
zoogezegde avances en republikeins louter valsch-
heid is, en dat zij in hel geheel niet geern den ze
gepraal van zulke grondbeginsels zouden zien
maar hunne dorst naar de heerschappij is zoo groot,
dat zij, die geene vaderlandsliefde in bun lijf heb
ben en slechts aan Rome gehoorzamen, al onze
schatten, onze rust en voorspoed, zouden wagen
om aan 't hoofd te geraken, 't Is stout en listig,
maar 't is zedeloos en verachtelijk.
Wij vinden in verscheide nieuwsbladeren liet
verslag der commissie, welke belast is met het
onderzoek der verbeteringen in te brengen in den
militairen toestand en tot de verdediging van het
vaderland. Dit stuk bewijst dat die commissie in
meerderheid was, bestaat uit Generaals, welke tot
bijzonder hoogwit hadden van den krijgstand te
begunstigen en te versterken,zonder zich le'bekom-
meren met den geest van bet land en met de ver
meerdering van uitgaven, welke deze hervorming
zou kunnen tot gevolg hebben.
Wij zullen hier in geenen uitleg treden wegens
al de nieuwigheden die de commissie voorstelt en
die den dienst der miliciens zouden bezwaren
maar er is eene schikking die wij niet kunnen la
ten voorbijgaan zonder ons daartegen te verzetten
het is die welke bet vermogen van remplacement
en substitutie afschaft om dezelve te vervangen
door eenen afkoop, waarvan het beloop jaarlijks
door den Koning zou worden bepaald en de op
brengst zoogezegd ten behoeve der dienstdoende
miliciens zou gebruikt wordenZulk eene schik
king, die eene naapingis van helgene in Frankrijk
wordt gepleegd, zou aller belangen kwetsen en
komt ons voor als niet rechtveerdig te zijn. Zij
zou vele belangen kwetsen, omdat degene die zich
zouden af koopen door eenen ongclukkigen zouden
moeten vervangen worden, en onreehtveerdig, om
dat het eene gunst is die men zou toestaan aan de
bemiddelste volksklas, terwijl beden degenen, die
bemiddeld zijn, eenen plaatsvervanger moetende
stellen welken rekent in het contingent, daardoor
noch den staat, noch wie hetzij, benadeeligen.
Wij verhopen dus wel dat het ministerie in de
nieuwe voorledragen wet de schikkingen van het
bedoelde rapport zal wijzigen, en in allen gevalle
dat de Kamers, noch dusdanige onreehtveerdighe-
den noch het overlast, dat uit de nieuwe voorge
stelde schikkingen zouden spruiten, zullen aanne
men.
tn 4 SI 5 deed de wethouderschap uit huldebewijs voor de
vorsten die Vlaanderen bestierd hadden, in de blinde vensters,
van weêrskanten den toren, de standbeelden der voorzaten
van Karei den Vijfde plaatsen het was slechts in 1516 dat
men er ook het standbeeld oprichtte van dezen Keizer welk
gebeiteld was door zekeren Cornelis Lambin, van Brugge.
Deze standbeelden, in zachten steen, gedeeltelijk hersteld
en vernieuwd in 1762, werden vernietigd den 15 December
4792, te midden der staatsomwenteling. Op dit zelfde tijdstip
deed de woede der volksdriften de inwoners van IJperen zoo
ver gaan dat zij aan de Commissie der Republiek een verzoek
schrift inleverden bij welk zij vroegen om de Hal af te breken
als die te groot vindende volgens het belang en de noodwen
digheden der stad maar gelukkiglijk gaf het comiteit geen
gevolg aan dit verzoek.
In 4619 ondernam men de stichting van het gebouw ge
naamd Nieuwwerk, houdende van oosten aan de Hal, op de
plaats zelf waar sedert de 13° eeuw een houten gebouw stond
welk men Kleine Gulden Hal of Groene Hal heette volgens de
kleuren van den voorgevel. De bmiwing van het Nieuwwerk
werd voltrokken in 4624 en kostte aan de stad 58,270 pond.
Thans, na verloop van vijf eeuwen, staat de reus, die ge
tuige was van den hoogen voorspoed der nijverheid onzer
schoone stad,nog recht en getuigt van een roemrijk verleden,
maar de ziel, het leven is er niet meer in te vinden. Nog
slechts spreidt de beiaard van den toren zijne vrolijke klan
ken door de lucht en schijnt ons op elk uur van den dag toe
te roepen: Moed, kinderen van IJperen, staat op!... de grijze
reus der nijverheid wacht u hij zal herleven, schaart u rond
hem, stapt onder zijn schild en bannier moedig vooruit, en
weldra zult gij den rijkdom en den rocin uwer nijvere voor
vaderen weèrvinden
I
(Vervolg en slot).
Ik ween, want'k gevoel dat mijn droom is vervlogen
En duurde helaas! maar een stond,
Want 'k voel dat die goudene droom slechts een logen
Is, waar ik genieting in vond.
Terwijl ik mij dan aan de smarte begeve,
Dan komt ge weêr zangster tot mij
Gij kust mijne tranen en ik ik vergeve
U weemoed en tranen en lij'
Dan glimlacht gij zoet en gij zegt me: Dijn droomen
i' Is jonghng gevoel, poezij,
Verbeeldingen denkkracht die 't hart overstroomen.
Ga dichter, dij laat ik thans vrij
'k Laat vrij dijne ziel die thans dwalend zal leven
En vlotten in eindlooze vlucht,
Opdat ze op dijn wille doordringend moog' zweven
ii Door hemel, door aard' en door lucht.
En eensklaps ik zie u, mijn zangster, dan wiegen
Een stonde nog over deze aard'
Dan hooger en hooger ten hemel toe vliegen,
ln blinkende en golvende vaart.
Zondag namiddag was het de trekking voor het vormen
van den tuchtraad der Burgerwacht, die in het vierde kwar
taal van 1867 moet zetelen.
Ziehier den uitslag
Effektieve leden. MM. Dusillon Emiel, luitenant Lob
bestal Konstant, serjant Degrijse Albert, Karporaal
La Grange Benoit, wacht.
Ik staar op uw vlucht met verbijsterde zinnen,
Verrukt, opgetogen, ontroerd
En 'k volg u met 't oog door de azurige tinnen,
Waar gij u klapwiekend in voert.
Daar klieft gij door 't ruim tot de hemelenkringcn,
Steeds klimmend en klimmend altijd...
Gij vaart naar de sferen waarde engelen zingen,
Van nachten en dagen bevrijd.
En eindling verdwijnt ge in het diepste der wolken,,
Door 't blinkende Zenith van 't licht;
Gelijk als een klomp in de woelende kolken,
Ontschiet aan des menschen gezicht.
Ik stuur dan mijn blik naar een hemel vol starren,
Eu dring door het nevelendiep
Ik zoek daar een wondervol raadsel te ontwarren,
Dat, zangster, uw wezen mij schiep.
Maar w: n ik wil grijpen naar 't spook dat in 't duister
Zich immer miju' handen ontrukt;
En dat ik nog immer naar de engelspraak luister,
Die toovrend mijn ziel heeft verrukt
En wen ik dan gissend mij wring in 't geschemel
Als in eenen konkligen nacht,
Verschijnen mij weêr aan den lichtrijken hemel,
Die schoonen op heldere vacht.