VAN IJPEREN.
4 FRANKEN 'S JAARS
]\r 299. Zesde Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Politieke berichten.
U beminnen is zoo zacht.
Vervlogene jeugd.
Mijn toren., mijn haantje.
VOOB IJPER1ÏN. Fb. 4-30 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 centime» den regel.
Reklanien 25 centimen.
Mfciïilêlll
ZONDAG15 DECEMBER 1867.
§11 Bureel: Dixmudeslraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij
De ondervragingen op de romeinsehe kwestie
zijn in het Wetgevende Korps van Frankrijk ge
ëindigd. Door het behoud van het wereldlijk gezag
van den Paus als het doel der fransche politiek uit
te roepen, heeft M. Rouer den genadeslag aan het
ontwerp van conferentie gegeven.
Hel is duidelijk dat Italië, na deze bekentenis,
de ontwórpene diplomalieke vereeniging niet kan
bijwonen. En indien men nog het antwoord van
Italic, te Parijs verwacht, kan men geenen twijfel
meer hebben op hetgeen het zal bevatten.
Overigens door cenen zonderlingen samenloop
van zaken, op het oogenblik zelf dat de fransche
minister die verklaring in het Wetgevend Korps
deed, nam graaf Russell in de engelsche Lordska-
mer het woord, om te verklaren, dat er nooit een
engelsch ministerie deel aan de politieke beraad
slaging zou kunnen nemen, die het behoud van 't
wereldlijk gezag van den Paus tot grondslag heeft,
en deze woorden hebben geene tegenspraak ont
moet.
Inzitting van Zaterdag is M. Lanza,voorzitter der
italiaansche Kamers gekozen. Op 543 stemmen M.
Lanza heeft er 194 bekomen en zijn mededinger M.
Rattazzi 154.
De discussie over de fransche politiek in de za
ken van Italien en van Duitschland, is woensdag in
het midden der grootste verwarring geëindigd.
Na M. Lanjuinais, die tegen de poiitiek van het
gouvernement sprak, heeft M. Guéroult het woord
genomen, hetwelk een waar tempeest heeft te weeg
gebracht. Hij beslreedt M. Thiers, argument voor
argument; hij vaart uit tegen den Paus en den
Syllabus, alsook legen de houding van Frankrijk
in de zaak van Rome, en eindigt met het volgende
Wat doet gij? gij verwart de religie met
de politiek. Men neemt de religie als dekman
tel, maar in het algemeen is men weinig ka
tholiek. Men is het voor zijne vrouw, voor zijne
kinderen, maar niet voor zich zelvcn. Indien men
eenen oproep deed tot de aanhoorders dezer rede-
Leopold Van Acker.
bonnet.
Leopold Van Acker.
voering, hoeveel zouden er zijn die de katholijkc
religie nakomen?
Na deze klimt M. de Iverveguen het spreekge
stoelte op en schandvlekte en veroordeelde alles wat
de andere aanbad, llij gaf daarna lezing van eenen
artikel uit de Finance, betrekkelijk de omkooping
van fransche dagbladen, die verleden jaar de poli
tiek van Rismarck ondersteunden. Men heeft ge
protesteerd en bijna tot dadelijkheden overgegaan.
Oostenrijk, 't welk door zijne klerikale richting,
door het concordaat en de religie-wetten, door de
hersenschimmige hoop van het oud Duitsch Kei
zerrijk te kunnen herinrichten, tot aan den boord
van den afgrond was gekomen, richt zich op en
streeft met reuzenschreden vooruit. Hel huis van
Habsburg heeft de vrijheid ter hulp geroepen en
daarin het geneesmiddel voor zijne sociale, poli
tieke en vooral finanliële rampen gevonden.
Het mexikaanseh congres is op den 20 november
bijeengekomen, en des anderendaags heeft de voor
zitter Juarez de volmacht afgelegd welke hem in
1862 was toevertrouwd.
(Sapphissche versmaat.)
1867
Victoricn Vande Weghc.
.rarasaaa
'S.
DE TOEKOMST,
BK ^Z!S2n3HQ3lljBCaBa^33EBK3SBHH8BI9BHBEE89BB&&RHNKS58NBIH9U
Gij alteen kunt mij bekoren,
Gij alleen uit uw geslacht
'k W il alleen u ook behooren
U beminnen is mij zacht
Gij verkrëegt mijn hart, mijn zinnen,
Gansch mijn ziel en mijn gedacht
'k Stel tl boven hartoginnen
U beminnen is zoo zacht!
Als gij 's nachts in mijne droomen,
Nadrend koomt in engeldracht;
'k Voel mij vuur in de aadren stroomen
l! beminnen is zoo zacht
Als ik veld en bosschen over,
Volge soms de wilde jacht;
'k Zie uw beeld dan in het loover
U beminnen is zoo zacht!
Driftig voel ik't hart mij jagen,
Als ik u hier eens verwacht....
En gij schielijk op komt dagen
U beminnen is zoo zacht
Dan mag ik uw hand eens vatten,
'Wijl gij mild mij tegenlacht;
Wie zou dan mijn heil bevatten
U beminnen is zoo zacht
Wie zou .eens mijn vreugd beschrijven,
Werd mijn jongste wensch volbracht
Maar ik wil u niet bekijven:
U beminnen is te zacht
Liefste, 'k min u toch zoo teedor,
Neem, ja neem dit wel in acht
Bied mij ook uw liefde weder,
Want beminnen is zoo zacht
Waar zijt gij heèn, mijn zoete jonglingsdroomen
Ik vond in u weleer a! mijn behagen
Thans ken ik lang des levens onweersvlagen,
Maar rein geluk heb ik nog niet bekomen.
Wraar zijt gij heèn, begoochling mijner jaren
Ik droomde in liefde een rozenkleurig leven,
Ik zag mij eer en roem voor de oogen zweven,
En 'k dacht aan tegenspoed noch aangevaren.
Doch 't lot bereidde mij veel tegenheden
De strijd begon en moedig bleef ik strijden
En 'k hield mij lang met 't wrangste lot te vredeii.
Doch een voor een verzwonden mijne droomen,
De moed begeeft mij soms in 'l grootste lijden,
En lijdend zie ik 't leven henen stroomen.
Als de dagster, die aan den hemel wacht houdt,
Draait en blinkt hij boven der hoornen kruinen
's Kerkjes windhaan ginds van het stille dorpken
Waar ik het licht zag.
Tusschen loof en groen, bij der vooglen Schuilplaats,
Staat het nedrig huisje met zijn strooien dakje,
Waar ik kind was eens, en er smaakte een schuldloos
Vreugdegenoegen.
Alles tuigt er lust en van reine vreugde,
Dat de landman vindt onbewust der steden
Drukte en ijdlen praal. Noch de pracht noch grootheid
Hoeft men op 't dorp niet
'k Vind den boomgaard weèr, nog beplant als voortijds
Waar de lente elk jaar in April de takken
Mild met bloemen kleurt, tot de herfst ze in weeïge
Vruchten gerijpt heeft.
'k Hoor nog steeds, zich achter mijn huis het heekjen
Murmlend heènspoèn tusschen de blanke abeelen
Boerenjonkheid, zingt er ook 't vrolik meilied
Zangen der liefde.
Immer dorpje, heb ik u lief, en jaarlijks
Groet ik eenmaal 't liefelijk haantje, boomgaard,
Beek en veld die 't vaderlijk huisje omgeven,
Makend mij jong weèr.