Samenspraak oop de visschers van Blankenkrge. Stads Nieuws. Indien er geen middel bestaat, om deze politiek ter zijde te stellen, zal de gewapende vrede zich in eenen hardnekkiger! oorlog veranderen. In tegenwoordigheid van hetgene wordt ge pleegd, wat kan het doel geweest zijn van het voorstel der negen elericalc representanten, om door de wet der rechterlijke inrichting te doen be palen, dat er in de vlaamsche provinciën geen an der rechters dan Vlamingen zouden mogen ge noemd worden? Is het om misbruiken te doen eindigen? In het geheele niet. M. Bara heeft des wege verklaard dat er, op de 170 magistraten, die in de vlaamsche provinciën rechterlijke ambten bekleeden, geen een was, die geen vlaamsch kon spreken dit is wijders zoo wel door die represen tanten als door eenieder gekend; zulk een voorstel is niets anders dan eene nieuwe streek geweest om aan de minstvermogende volksklas te doen geloo- ven dat de belangen der Vlamingen misacht en aan die der walen geslachtofferd worden Dit is gansch strijdig met de waarheid; maar wat geeft hun dat? De gelegenheid was gunstig om door bedrog den openbaren geest te misleiden, en die IIge vaderlan ders hebben verhoopt dat, met de walen tegen de Vlamingen en deze legen de walen optchitsen, zij het ministerie zouden kunnen ondermijnen. Ge- lukkiglijk misgrijpen zij zich grootelijksde Bel- getf, welke taal zij spreken mogen, zijn broeders die onder de bescherming der landswetten willen leven die van eikanderen gcene voorrechten eischen, noch die men door afjonstigheid zoo ge makkelijk niet kan verbitteren; zij zijn allen land genoten, en de eene zoo wel als de andere zullen nooit gedoogen dat de Syllabus hunne grondwet zou vervangen. TUSSCIIEN TWEE LANDBOUWERS VAN PROVEN. Karei. Wat hebt gij daar, Pier, Zondag laatst al gera teld tegen onzen Garde; gij hebt waarachtig uw verstand on gelijk aangedaan met zulke onnoozele vertellingen uit een te doen. Maar vindt de arme visscher 'l Klein gewin in zee Voelt hij eens zich frisscher, Met zijn schuit in reê Ramp mocht hem noch treffen, Trots zijn vlijt en moed Als de stormen heffen, Als het onweêr woedt Dan op d'oever in liet kluisje, ïleerscht geluk noch zielevreê En men hoort in 't visschershuisje, Slechts een stille, droeve, beè. Alles.... hoot en zeilen, In de zee versmacht Wie kan 't onheil peilen, Die gij storm er bracht.... Ween, zulk 'lijden kende Woo it de visschersstréek, Ti v aar voor biltre ellende reugd en welzijn week. Blankenberg, voor 't visschershuisje, W aar men thans van honger schreit, Blinkt nog hoop, want op het kluisje Waaks hier nog milddadigheid. Pier. Ik had reeds gezien in het Jaar 50, dat mij al tijd kosteloos wordt toegezonden, dat er een ontwerp was voorgesteld om een standbeeld ter eere van den Minister Alfons opterichten en niet verstaande wat het was, ik ben gaan raad vragen aan een vvijsgeleerden, die mij heeft gezegd, dat hel zoo iets was gelijk de Pecreboom uit den hof van den Baron, dien men in lfcüo voor zijne deur was gaan planten. Karei. Sukkelaar, dat gij zijt! liet is met al zulke klod den dat men uwen kop verdraait; men heeft u doen gelooven dat onze Minister genoegzaam was betaald met zijn traktement voor hetgene hij deed, en, ten einde hem nog wat te verne deren, men heeft er bijgevoegd zonder de gekivetsle; legt ze mij daar; aan deze woorden kan men geene andere strekking toekennen, dan om te doen veronderstellen dat onze achtbare Ministe, die zijne jeugd aan lui welzijn van ons land besteedt, eene scamoteur is, die zich, gelijk er ouder zijne voorzaten waren, ten koste van het land verrijkt. Pier. En het traktement van 21,000 franken, welk iedere Minister geniet, is hel niet genoeg om iemand te ver rijken Karei. Verre van daar; als men in aandacht neemt de menigvuldige uitgaven waaraan een Minister verplicht is, hij zou nauwelijks hebben om te leven, indien hij zelve geene for tuin had. liet is niet zoo als de Bisschop van Mcchelen, die dezelfde jaarwedde genieten wettige bijlagen ontvangt zonder aan dezelfde wereldlijke plichten onderworpen te zijn. Pier. Alles overwogen, ik zie niet waarom w ij erken tenis aan onze francmacons ministers verschuldigd zijnde leden der landbouwmaatsehappij van Gent, die het voorstel hebben gedaan van een standbeeld ter eere van den Minister Vandenpeereboom opterichten, hadden heter gedaan van de pauzelijke zouaven te ondersteunen. Karei. Voor eerst, er is nooit geene spraak geweest van een standbeeld, maar slechts van hem een kunstvoorwerp aan te bieden, uit erkentenis, omdat hij het land door wijze maat regels voor de gevolgen der runderpest heeft bevrijd. Pier, wij zijn er tocli wel van afgekomen, indien de ziekte hij ons gelijk in Holland had moeten heerschen, wij waren allen ten onderen; onder die betrekking alleen verdient de heer Van- denpeereboom eene oneindige erkentenis van wege de land bouwers. Pier. Is het wel door hem dat wij van dat ongeluk zijn bevrijd geweest Karei. liet is zoo wel door zijn toedoen, dat, in Enge land, in Holland en in Pruisen zelfs, alwaar de runderpest zoo heviglijk had gewoed men eindelijk en met den zelfden goeden uitval dezelfde maatregels heeft moeten werkstellig maken. Maar, daar de strengheid dier maatregels vele belangen kwet ste, de Minister heeft veel kloekmoedigheid moeten aan den dag leggen, om de menigvuldige pogingen, die bij hem wer den gedaan, om hem van zijne strengheid te doen afzien, tegen te houden. Pier. Als het al zoo is, ik moet bekennen dat ik onge lijk heb gehad van den champetter uitlelachen. Karei. En bijzonderlijk van in uw oud en versleten ge ratel van francmaconsvan Goeman enz., te treden al die betichtingen hebben noch kop noch zin. Pier. Wal wilt gij Gaan wij naar een sermoen wij hooren niet anders lezen wij, het is gelijk welke gazetten, die de Pastor ons toelaat van te lezen, wij zien niets anders; het is altijd tegen de Ministers, tegen de Senateurs en tegen de Representanten dat men spreekt en schrijft, en dus het is niet te verwonderen of wij dezelve zouden willen weg hebben. Karei. Dal bewijst niets anders, Pier, dan uwe dom migheid; want gij moet bekennen dat het door hun toedoen is dat onze toestand merkelijk is verbeterdherinnert u de ge steltenis van liet land, als de liberalen aan het staalsroer zijn gekomen Alles was in eenen kwijnenden staat vervallen; benden uitgehongerde bedelaars overrompelden onze hofste den heden is het anders, er ontbreken werkmenschen; wij leven beter dan voonnaals, en in weêrwil van de beknibbelin gen, over de maatregels door hi t Gouvernement genomen, de uilslag heeft altijd bewezen dat dfe Ministers wezentlijk in de belangen van het land hebben gehandeld. Dinsdag, in Stadstooncclzaal, ten G ure 's avonds, had het concert plaats gegeven door het muziek van het 10° reg' met medehulp van verschillige liefhebbers-uit de hoofdstad, ten voordeele der Bewaarscholen onzer stad. Donderdag, in het lokaal der Koormaatschappij, had de mu zikale avond plaats, grgevcn voor de ongelukkige slachtoffers van het onvveder van den 4 December laatst, te Blankenbcrge en te Ileyst. De toeloop in deze twee liefdadige bijeenkomsten heeft ons bewezen dat er niet tegenstaande veel te geven valt, men tot nu toe de goede herten niet tellen kan. Onnoodig over de uitvoering te spreken, dezelve was boven alle verwachting. Maandag aanstaande, in den Gouden Arend (Koormaal- schappij) tweede muzit kale avond voor de visschers van Blan kenberg en Heyst, bijzonderlijk ingericht voor de Damen, die ook de beurt barer mildheid vragen. ■fc Den 29 Di cembre aanstaande geeft de Vlaamsche Ster hare derde vertooning van het tooneelsaizoen. (Zie onze aankondi gingen). De tijleis der te spelen stukken voorspellen ons nogeens eenen aangenomen avond. De onvermoeibare ijver waarmede de akteurs bezield zijn staan voor het overige in, dus geen twijfel of nogeens zal de zaal proppend vol zijn. Ook wat vindt men toch aangenamer overgebracht dan een avond in Sladstooneelzaal, wanneer de Vlaamsche Ster eene vertooning geeft -¥ Donderdag laatst is te Langemarck, nabij de herberg De Barrier, langs den steenweg van IJperen, een groot ongeluk gebeurd. De genoemde Servaps Versavel, knecht hij den heer Pielers, brouwer te Sl Julia,an (onder Langemarck), was op de baan met paard en bierkar, toen eensklaps het beest verschrikt bij het vallen van eenen boom, die men langs de kalsijde bezig was met vellen. Het vuige dier gaal op hol,Versavel valt en de bierkar geladen met twee volle tonnen loopt hem dwaars over hel lijf. Men raapte hem op in eeneri deerniswaardigen toe stand naar men verzekert zou hij twee of drij gebroken rib ben hebbi n. Men wanhoopt voor zijhe redding. De ongeluk kige, die maar een veertigtal jaren telt, is getrouwd en heeft zeven of acht kinderen. KUNST- EN LETTERED RING. In de gewone wekelijksche zitting van Woensdag laatst heeft de heer Sii agier zijne spreekbeui t waargenomen met eene korte onderhandeling over de Deurwaarders. l)it onder werp ofschoon in zich zelveh weinig geschikt om in eenen Letterkring behandeld te worden werd onder een historisch oogpunt beschouwd, en op zoodanig eene wijze voorgedragen dat het de vergadering wel beviel. De spreker bepaalde eerst wat een Deurwaarder is en on derzocht alsdan den oorsprong der instelling van deze ambte naren welker noodzakelijke id zich van de eerste tijden der b - schaving schijnt te hebben doen gevoelen. Hij melde, volgens de getuigenis van eenige schrijvers, dat er hij de Hebreeuwen, bij de oude Grieken en Romeinen gerechtsdienaars waren, en zette uiteen welke plichten zij alsdan en in het vervolg te ver vullen hadden. Hij sprak verder van de onaangename beschul digingen die eeuwen lang hun omringd hebben de oorzaken er van schrijft hij toe aan de misbruiken der oude gerechtsdie naars onder de ieenheeren van voordezen, alsook aan di n aard zelfs der bediening, en die teenemaal onafhankelijk zijn van de ambtenaren, hoewel men daar niet altijd rekening van houdt.Hij zegde vervolgens dat dezen het grootste belang heb ben met al de ingetogendheid die de strengheid der wetten toelaat te handelen verhefle de weerdigheid van dit ambt en verdedigde het tegen al het belachelijke waarvan het somtijds het voorwerp is. Hij bewees eindelijk dat indien onze voorvaderen tegen de gerechtsdienaars zoo vooringenomen wa ren de geschiedenis ons nogtans tegenstrijdige voorbeelden op levert en dat onder anderen Lodewijk XII voor zijne serjenlen, zoo als men de gerechtsdienaars toen noemde, eenen b jzondi - ren eerbied had. Als vervolg aan zijne voordracht las de heer Stragier eenige verzen van eenen Deurwaarder-poëet van Orleans die zeer ei genaardig op het ambt toegepast zijn. De heer Rotiers droeg alsdan een lief gedichtje voor vol tee- dere gevoelens over den deerniswaardigen toestand onzer schoolkinderen en die wij met genoegen (in het toekomende nummer) ouz'e lezers zullen mededeelen. Wij hebben het genoegen onze lezers te berichten dat de heer Sieeckx leeraar van Vlaamsche Letterkunde hij :s Rijks normaalschool te Lier, Donderdag aanstaande, op verzoek van den Kunst- en Lettekring, eene voordracht komt geven over het middeleeuwse!) gedicht Reinaart de Vos. He heer Sieeckx is een verdienstlijk Vlaamsche schrijver; men heeft van hem menigvuldige schoone romans en novellen als too- neelschrijver munt hij bijzonderlijk uit. De maatschappij De Vlaamsche Ster voerde hier verscheide malen en niet den besten uitslag een bevallig stukje van M. Sieeckx ten tooneele; het is getiteld De Visschers van Blankenher ge. His^os'iscBB© hc?it!»ei*iogc(i van lepere». 22 December 1G02. Bisschop Pietcr Simon geeft een bevel van aanhouding uit tegen Bondcloot, pastor van Dun-

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1867 | | pagina 2