VAN IJPEREN. I J 4 FE ANKEN 7S JAARS A1' MS. - ZeVemte Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verscïiiüige Tijdingen. Markten. Bekeinlmakingen. Politieke berichten. Be Zwaluw van Miranda. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen eentimen den regel. Reklamen 25 een li men. lal Mij ZONDAG, 12 JANUARI *868. Bi-reet.Dixmudestraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij. Wij verzoeken dezen die met 1" Januari een abonnement aan DE TOEKOMST verlangen, zich rechtstreeks te vervoegen in ons bureel of in alle poslkantooren, ten einde de verzending geene ver traging te laten ondergaan. Ter dier gelegenheid zullen er eenige nummers buiten hel gewoon getal rondgezonden worden. Deze die zich niet bcgeeren te abonneren, zijn verzocht het nummer dadelijk ons terug te sturen. Die het drijmaal zal behouden, wordt aanzien als abonnent en de kwijtlanlie zal hen later met den post toege zonden worden. De politieke nieuwstijdingen zijn van weinig belang. De discussie in het W etgevend Korps van Frankrijk over het krijgswezen wordt voortgezet. Men heeft beweerd, dat bij het ontvangen der gelukwenschingen van het Wetgevend Korps, de keizer de noodzakelijkheid zou hebben aangeduid de inrichting van het leger te verhaasten in belang der veiligheid van Frankrijk. De Conslilulionnel beweert, dat die woorden door den keizer niet zijn uitgesproken. Des te beter, want zij zouden een slechten indruk hebben gemaakt. In een der laatste zittingen van den Senaat van Washington is er eene moeielijke kwestie opge worpen, welke tusschen Engeland en de Veree- nigde-Slaten bestaat en die tot erge verwikkelingen aanleiding zou kunnen geven. Er is kwestie van willekeurige aanhoudingen van genaturaliseerde Amerikanen in Engeland, en deze bijzonderen kant van de kwestie van het fenianism dreigt de Engel sehen niet min in verlegenheid te brengen als de gewelddadige akten, wadraan die geheimzinnige vereeniging zich oplevert. De amerikaansche Senaat, anders zoo kalm, heeft zich tegen het engelseh gouvernement hevig uitgelaten. De ilaliaansche correspondentie meldt dal het ministerie is samengesteld als volgt MM. Menabrea, voorzitter van den raad, bui ten- la ndschc zaken Cadorna, binnenlandsche zaken 5 Cambray-Digny, financien Defilippi, justicie Ribotti, zeewezen Bertoli, oorlog 5 Cantelli, travaux Broghio, openbaar onderwijs. Zondag heeft in het paleis der Tuileriën de uil- reiking der belooningen aan de landbouw tentoon- slellers plaats gehad. Het diplomatiek Korps, de ministers, de hooge staatsambtenaren, enz., woon den deze plechtigheid bij. Na de lezing van het ver slag van den'heer minister van den landbouw,heeft keizer Napoleon eene kleine redevoering uitgespro ken. Na de redevoering is men overgegaan tot de uit reiking der belooningen, te beginnen met de drij groote prijzen aan de keizers van Rusland, van Oostenrijk en van Frankrijk uitgereikt; aan de twee'eersten voor de zorgen, welke zij hebbèn aangewend tot de verbetering van het peerdenras en aan den derde voor zijne verbeteringen aan den landbouw van allén aard gebracht. De vrijheid der drukpers is zonder tegenspraak een der bélangljjkste weldaden, die wij aan de he- dendaagsche wetgeving te danken hebden; het is door haar dat de vooruitgang wordt bevorderd,dat de misbruikeu worden aangeduid en hervormd; zij is de moeder van al de andere vrijheden en het be letsels van alle onderdrukkingen. Doch het is altijd op voorwaarde dat de beknibbelingen, dieNzij zich toelaat, ten minste eenen schijn van waarheid op leveren, anders wordt het vermogen van zijne ge voelens uiltedrukkcn eene nadeelige toelating, die aan de menigte eenen afkeer voor de kostbaarste onzer vrijheden inboezemt. a (bb ia aas A«Al t i"\ /A A T0EK0MSÏ CRY Thans zie ik u, als voorhenen, Zweven waar de vreugde u beidt, Daar men mij, met moeite en voorzorg, Hier rond deze kamer leidt. K. Ledeganck. Bodinne der lente, ik zie u dan weder. Hervindt ge aan mijn dak hier uw nest van weleer; Zeg, gonsen de muggetjes reeds in de dreven, En vindt gij hier voedsel eti warremte weer, Om vroolik bij mij hier te leven Wal wonderen zaagt in die verre gewesten, Zeg vogel, zijn ginder ook bloemen en groen Zeg, vond gij er vlinders in 't kiemende loover, Dei' kelken zich lavend in brandenden zoen, Bij koesterend zonnegeioover Gedenkt gij u lieve der vorige lent' nog, Toen gij veuruw nest hier een plaatseken vond Dan kwaamt ge uwe wiek aan mijn vensterken strijken, Ofschoon er Miranda difcht tegen ook stond, Zij deed u noch vreezen noch wijken. Gedenkt gij u nog hoe 'k uw nest eens beschermde, Als 't onweêr ons huizeken wankelen deed En hoe ik dan veur uwe jongen geschrikt heb, Ontrust of uw kroost dan geen' hoogernood leed, En hoe ik die diertjes verkwikt heb. Toen was ik gelukkig, want hij mijn geliefde Was hier nog, en onder uw nest is zijn woord, Van liefde in hel hart van Miranda gedrongen Dat weet gij wel zwaluw, gij hebt hel gehoord, Dat hoorden ook wis uwe jongen. <i Miranda zoo sprak hij men zegt dat de zwaluw Een huis als omhult met den zegen van God O zie, hoe gelukkig die diertjes hier wonen, 11 Zoo worde eens Miianda, van beiden ons lot, Als gij mij met weêrmin wil loonen. Mijn hand in zijn hand, ik geloofde aan die woorden Van min, waar het licht mijner droomen in blonk Bcgoochiende droom, en hoe wreed mijn ontwaken, Toen hier geene stem des geliefden meer klonk, Die stem die mijn heil moest volmaken. Hij vluchtte eens als gij naar verwijderde streken. Onlmoetet gij niet mijn' geliefden op zee Zeg, vroeg hij u niet naar de droeve Mirande Wier hart hij doorboordde met 't vlijmensle wee, Wanneer hij ontvluchtte den lande Ofzaagtgij hem ginds aan het eind' zijner reize Weet gij wat hij zoekt, wat hij hoopt of begeert Is 't roem, is het eer, zijn het schatten der aarde Liet hij hier geen' schatten meer zoet en meer weerd Mirande en het kind dat zij baarde Bodinne der lente, brengt gij mij vertroosting, Een woord waar mijn hart zich nog immer meê vleit Schreef hij niet dit woord op uw' krachtige veder, Dit woordje van hope Miranda verbeid, Dra ziet gij uw' Hendrik nog weder. Maar neen, gij hebt niets veur de droeve verlaatne, Gij vlucht zelfs mijn raamken en laat mij alleen Ga zwaluw en vlieg in de bloemenvvarande Voor mij is hier niets meer dan schande, geween En smaad veur het kind van Mirande. IJpcren, 1807. Victorien Vande Weghe.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 1