Het liberaal kiezersgenootscbap van Gent heeft een smeekschrift aan de Kamer toegezonden tegen de nieuwe inrichting van het leger. Tot daar toe declen wij geheel en gansch in de gevoelens dei- liberale Gentenaren de lasten voorspruitende uit de thans bestaande inrichting zijn reeds drukkende genoeg zonder dat men dezelve nogzou verzwaren, bijzonderlijk voor hetgene het aantal der onder de wapens te roepen miliciens betreft, hetwelk men van 40,000 tot op 15,000 zou willen brengen; maar hetgene wij als een hersenschim aanzien het is van de lolingen te willen afschaffen om, zoo als hetinPruisen bestaat,van alle niet gebrekelijke Bel gen soldaten te maken. Het kiezersgenootschap van Gent vraagt van den eenen kant de verlichting dei- militaire lasten en drukt tevens verlangens uit om dezelve nog van veel te zien verzwaren want, in dien er een kwaad moet bestaan, het is beter een ongelukkige dan zes-, het ongeluk van allen zou in geener wijze dat van het gedeelte, hetwelk thans in het lot valt, verzachten. Ten slotte, wij zijn van gevoelen dat het moeilijk zou zijn zoo eene bezwa rende nieuwigheid in te brengen, en het Gouverne ment die het zou wagen, zou zich in gevaar stellen van welhaast omgeworpen te worden. Eene andere hersenschim, welke meer voorstan ders schijnt te hebben en waarin wij ook niet kunnen doelen, is de afschaffing van het plaatsver- vangen; liet is een vermogen dal ten voordeele strekt van dengene die zich doet vervangen zoo wel als van dengene die hem vervangt, en die on der geene betrekkingen schade toebrengt, noch aan den Staat, die eene man bekomt waarvan hij ge woonlijk langer tijd beschikt, noch aan de mili ciens der zelfde lichting, aangezien er hierdoor geen ecnen man meer moet opgaan. De beweegre den waarom sommigen zich als voorstanders van de afschaffing verklaren is de zoogezegde gelijkstel ling voor de wetmaar is die gelijkstelling verhin derd wanneer, ten gevolge der loting, de milicien, of door zich zeiven dient of, ten gevolge van over eenkomsten, eenen verdediger van het vaderland oplevert? wij beweren van neen. Het is een maat schappelijk voorrecht, zeggen de voorstanders van die afschaffing, van zich met geld aan den militai ren dienst te kunnen onttrekken; dit betwisten wij, aangezien er geen voorrecht en geene gunst kan bestaan, als er niemand hoegenaamd daardoor wordt beschadigd of gehinderd. Men houdt zich heden te Brussel met niets anders bezig dan met de daling, welke de wardijen van Langrand-Dumonceaü ondergaan. De aktien van het grond- en nijverheids-krediet zijn zoo leeg ge daald, dat zij bijna gelijk slaan met de waardijen der kompagnie van spoorwegmaterieel, Men spreekt van eenen oproep van fondsen, van eene likwidatie, enz. De wanorde in de kredietinstellin gen gebracht, onder de bescherming staande van de groote koppen der klerikale partij, zal een ver schrikkelijke slag zijn voor de katholijke partij en de liberalen zullen nooit een beter wapen gevonden hebben voor de aanstaande kiesworsteling. Verscheide nieuwsbladeren deelen den bilan der sociëteit Langrand-Dumonceau aan hunne le zers mede. Dit stuk werpt weinig licht op den wa ren toestand van die maatschappijvolgens dien bilan het bestuur brengt in het actief eene somme van boven de 81 millioenen; doch wij moeten be kennen dat wij met den besten wil mogelijk, niet kunnen begrijpen waarin dat actief wezentlijk be staat; men kan aan de cijfers doen zeggen al wat men wilt, wanneer dezelve door geene bewijsstuk ken zijn ondersteund; bij voorbeeld, welke is he den de waarde der eerste actiën, die op den bilan voor 55 millioenen zijn ingebracht wij twijffelen of men dezelve thans op eene der beurzen van Eu ropa voor de helft hunner namelijke waarde zou kunnen verkoopen Eene andere somme van 27 millioenen blinkt op den zeiven bilan onder den naam van verscheide waarden welke zoo liet schijnt is daargesleld uit actiën van andere finan- cieele maatschappijen, die niet beter zijn dan die der Bank van het grond-en nijverheids-krediet, en dus iedereen vraagt wat er eindelijk van deze maatschappijen zal geworden. De vraag is moeilijk om optelossen en hangt van omstandigheden af die de tijd alleen zal uitwijzenook beklagen wij de tusschenkomst der geestelijkheid welke destijds plaats heeft gehad en zonder de welke zooveel on gelukkige landbouwers hunnen spaarpot op eene min wagende wijze zouden ten profijte gebracht hebben. Het is altijd gevaarlijk voor den Gods dienst van zijne dienaren hunnen invloed ter bevor dering van financieele ondernemingen te zien ver slijten de minst vermogepden, wanneer de zaken kwalijk uitvallen, vermengen het goddelijk met het tijdelijk, en maken den Godsdienst zeiven ver antwoordelijk voor de verliezen, die zij ondergaan, hetgene uiisluitelijk aan de politieke en onbedaarde tusschenkomst van vele Pastors, Kapelaans en ver trouwde catholijken toetewijlen is. De heer minister deed nieuwe stappen bij den heer kardi naal en deed opmerkingen namentlijk wat het onderwijs van den cathechismus in de hoogere scholen betreft. De heer kar dinaal gaf geen antwoord. De zaken bleven in dezen staat, na eene proef tot verzoening door een derden persoon gedaan. Het is alsdan dat wij aan den heer minister van binnenlandsehe zaken gevraagd hebben zijn reglement te wijzigen. Hij weigerde, voor reden gevende, dat eene wijziging van dien aard zou doen veronderstellen hebben, dat hij eene onwettigheid had begaan, iets dat hij niet kon aannemen. M. Rogier dacht zich op de kwestie van den heer minister van binnenlandsehe zaken niet te moeten scheiden. Geroepen om het kabinet samen te stellen, verzocht ik den heerVanderstichelen de portefeuille van buitenlandsche zaken te nemenhij stemde er niet zonder spijt in toe. M. Pirmez, het eens zijnde met ons op de kwestie der scholen van volwas senen, nam het departement van binnenlandsehe zaken aan. Het ministerie is op die kwestie van gevoelen, dat de ge meenten moeten vrij zijn de medewerking der geestelijkheid teaanveerden of te verstooten en dat, in het een en ander ge val, zij recht hebben op subsidien van het gouvernement. Eene andere moeilijkheid deed zich op. Er bestond een verschil van meening nopens het on .werp van het gouverne ment en hetgene der midden-sektie ten aanzien van het wets ontwerp op de krijg-sin rich ling. Wij dachten eene overeen komst mogelijk. De heer generaal Goethals wilde integendeel het ontwerp van het gouvernement in zijn geheel behouden. Dit legt zijne aftreding uit. Men heeft in de drukpers gezegd, dat M. Goethals het mi nisterie verlaten heeft, omdat hij de gedachte wilde doen aan nemen den linker oever van de Schelde te versterken. Dit is niet nauwkeurig. Overigens is deze gedachte niet nieuw zij is in 18G1 door de drukpers vooruit gesteld M. Chazal was er niet voor; hij dacht dat de linker oever niet diende versterkt te worden, Wij hebben integendeel gevonden, dat het mogelijk zou zijn twee forten op den linker oever te maken. Het oogenblik is gekomen, dat deze werken mogelijk zijn geworden, door den verkoop der gronden van het zuider-kanaal, want de antwerpsche beweging had alsdan geheel hare onmacht laten blijken en wij vreesden niet den schijn te hebben aan die be weging toe te hebben gegeven. Wij denken dus heden te kunnen voorstellen, de werken op den rechter oever, die nut teloos geworden zijn, te kennen verlaten en ze door twee for ten op den linkeroever te vervangen. Wij stellen insgelijks de afwerping voor van de citadel van Gent, die nutteloos is ge worden. Het is bijna niet noodig te zeggen dat bet kabinet, op eene bijzondere kwestie' ontbonden zijnde,' 'er geene wijziging zal worden gebracht'aan het algemeen politiek bestuur, dat wij tot heden hebben gevolgd. Na opmerkingen door M. de Theux, wedergelegd door M. Delhoungne en deze laatste tegengesproken door M. B. Du- mof lier; en na dat M.de minister van finantien voor de twee de maal het woord genomen heeft, MAlph.Vandenpeereboom zegt dat hij niets af te doen of bij te voegen heeft, wat hem" betreft, van hetgeen de heer minister van finantien gezegd heeft. Hij verklaart dat het voor een verschil van denkwijze is in de toepassing der wet van 4842 op de scholen van vol wassenen. dat hij zijn ontslag heeft gegeven. Zie hieronder de datums op welke de lotelingen, in de ver- schiliige kantons van ons arrondissement, zullen moeten voor de milicie trekken Maandag', 5 Februari, te Poperinghe, 48 kanton, ten 41 u. Dinsdag, 4 Febr., te Langemark, 24 kanton, ten 44 ure. Donderdag', 6 Febr., te Gheluvelt, 22 kant., ten 40 4/2 u. Maandag, i 0 Febr., te Proven, 19 kanton, ten 4 1 4/2 ure. Woensdag, 12 Febr., te Nieukerke, 25 kanton, ten l i ur. Vrijdag, 14 Febr., te IJperen, 4 7 konton, ten 10 ure. Maandag, 47 Febr., te Elverdinghe, 20 kant., ten 14 1/2 u Donderdag, 20 Februari, te Wervicq, 25 kanton, ten 9 4/2 en te Waasten, 24 kanton, ten 12 ure. In de zitting van Woensdag acht dagen, bij, den Kunst- en Letterkring gehouden, maakte M. Dedeynen, Bestuurder der Kostelooze Gemeenteschool onzer stad, de leden bekend met den medelijdenswaardigen toestand van zommige der kinde ren die zijne school bezoeken. In zijn treffend en zielroerend tafereel deed hij eenen oproep aan de liefdadige zielen, ten einde deze bloedende wonde te heelen. Het feest dat heden avond plaats heeft ten voordeele der behoeftigën, levert eene gepaste gelegenheid op om aan dezen oproep te voldoen, met eenige brood-, aardappel- en soepekaarten ter hand der on derwijzers te stellen, men zal terzelfder tijde verzekerd zijn dat de gegevene aalmoes wel gepast zal verdeelden gebruikt worden reeds is het ons ter kennis, dat eenige menschiieven- de ingezetenen onzer stad reeds een aantal dergelijke kaarten ten beschikke der gemeenteschool gesteld hebben. Het is ons bekend wat al stappen de geestelijkheid ter be voordeeling barer lagere school en ter onderkruiping der stadsgemeenteschool stelt. Werken wij te samen deze onder mijning tegen, en iaat ons nooit dulden darde kinderen die in stads onderwijsgesticht gaan, uitgesloten worden toen er zulke feesten plaats hebben. Dezer week, is,er een man, niet ver van de herberg de Po- tijze, buiten de Meeuenpoorp in zijne woon doodgevonden geweest. Zoo men zegt, er was sedert eenigen lijd onvrede in het huishouden de man woonde boven en de vrouw bene den in het zelfde huis. Sedert verscheide dagen, de man nop niet gezien hebbende, gaven de gebaren hunne ongerustheid aan de vrouw te kennen. Men ging naar boven, de man was dood. Toen men de vrouw dat nieuws overbracht, zegde zij zonder aandoening en zeer eenvoudig weg 't zou wel' kun nen zijn, want 't is al twee dagen dat ik hem niet heb hooren roeren. Maandag en acht dagen geeft de Vlaamsche Ster hare vierde vertooning. (Zie de 4° bladzijde). Den eersten Zondag van Carnaval, geeft deze zelfde maai® schappij .ïare 5° en laatste vertooning van hot abonnement.- Na het eindigen der voorstelling, zal onmiddelijk een qedequi- seerd burgerbal plaats hebben onder de zorgen van het be stier derzelfde Vlaamsche Ster. De voorwaarden zullen later den inschrijveren bekend gemaakt worden. Een man had een muilezel gekocht, doch het heest was schuiw en wilde noch in stal noch in smisse gaan, zoo dat de kooper, het opstak. De boer die verkocht had, wilde leveren en tiok de kooper voor het gerecht, doch verloor het geding.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 2