BERICHT. waarheid! Inderdaad, het overlast, dat, sedert de inkomstder franschen, op onze provinciën weegde, in 1827 bestatigd geweest zijnde, de Koning Wil lem had reeds maatregels voorgeschreven om hetzelve bij gedeelten van jaar tot jaar te doen ein digen; maar de omwenteling van 1830 kwam daaraan een einde stellen; de Provinciale Raad, welke ten grootslen dceleuit liberalen was samen gesteld verzette zich jaarlijks vruchteloos tegen zulk eene onbillijkheid. Het is slechts, gelijk het Nieuwsblad het bestatigt, in 18G0, dat de her schatting door eene wet wierd bevolen. Zulk eene wet was niet gemakkelijk om te maken eene her schatting was een belangrijk werk, hetwelk voor afgaandelijk wel moest overwogen worden, en het is wel aan het liberaal ministerie, dat wij deze te danken hebben. Het is dus ten ongelijke dat het Nieuwsblad de liberale Ministers zou willen verantwoordelijk ma ken van het overlast, dat zoo lang op de Vlaande ren heeft gedrukt, want sedert hunne aankomst hebben zij alle middels ingespannen om tot eene evenredige verdeeling te kunnen geraken, terwijl al de klerikale ministerien, die zich sedert 1830 tot 1847 hebben opgevolgd, zich in geener wijze met den last die de Vlaanderen drukte hebben be kommerd en nogtans zij hadden zoodanig eene meerderheid in de Kamers, dat men er gedurende veel jaren slechts twee liberalen in teldehet ware hun dus gemakkelijk geweest de bedoelde onbillijk heid te doen eindigen maar, in plaats van de ge lijkstelling der Belgen, zoo als de liberale Ministers het hebben gedaan, te bewerken, al hunne pogin gen hebben voor doel gehad om door alle slach van voorstellen de grondwettige voorschriften te verij delen, om de overheersching en de rijkdommen in handen van de geestelijkheid te doen overgaan. De beraadslaging over het smeekschrift, door den gemeenteraad van Enghien aan de Kamer toege zonden, betrekkelijk de benoeming eener gemeente onderwijzeres door den aftredenden Ministers van Binnenlandsche Zaken gedaan heeft tweederleie zaken bewezen de eerste, dat de opvolger van M. Vandenpeereboom met niet min schranderheid dan hij de daden zijns voorgangers met welsprekenheid kan verdedigen, en ten tweede dat de stad Enghien wezentlijk door de Eerwaardige Paters Kapucijnen wordt beheerd. Deze paters bezitten de kunst van zich door vrouwen te doen onderhouden en van de mans onder hunnen invloed te doen buigen. Vol gens de verklaring van eenen representant, zij zouden van de Damen van Enghien vorderen dat zij elk volgens hare middels aan de noodwendighe den van het klooster voorzien, het is te zeggen dat zij de Paters gedurende eenen minderen of meer deren tijd, dat is eenen dag per week, per maand of per jaar zouden onderhoudenhet is dus, voor degene die met dezen staat van zaken bekend zijn, in geener wijze te verwonderen dat een gemeente raad, die onder dusdanigen invloed is genoemd ge worden, het wettelijk onderwijs tracht tegen te werken Enghien is een steedje dat, boven een tal rijk Kapucijne-kloosler, eene instelling van celle- broeders bezit, die met het geven van hel lager onderwijs en mogelijks ook wel met het verzede- lijken der jeugd belast zijn het is dus gemakkelijk te begrijpen dat zoo een gemeenteraad, die aan den invloed der klerikale overheid gehoorzaamt, alles in het werk heeft gelegd om het wettelijk onder wijs tegen te werken, ten einde^ gelijk de Bisschop pen het ook doen, alle medestreving te voorkomen; maar de Kamer, na de uitleggingen door den Mi nister en den representant Bruneau gegeven wegens de lage middels door het plaatselijk bestuur gebruikt om aan zijne meesters aangenaam te zijn, heeft het smeekschrift, met eene groole meerder heid door het stemmen der dagorde verworpen. WAT MEN MET TIEN MILJOEN DOEN KAN. ZIJ ZIJN MET HET YET WEG. Op hel oogenblik dat er zoovele onnoozele rnen- schen zijn, die door de sociëteit Langrand geruï neerd zijn, zal het niet ongepast voorkomen aan te halen, waar hunne centen gebleven zijn en wat de groote klerikale heeren getrokken hebben om hun de huid af te doen. M. Langrand-Dumonceau heeft de twee eerste jaren getrokken voor zijn paartje, als bestuurder en stichter, het sommekeu van vijf maal honderd vier duizend acht honderd franks. Dat is een. MM. Dechamps, De Decker, Mercier, Nothomb en Duval ieder negen en tachtig duizend frs. MM. Langrand, Mercier, Dechamps, De Decker en Duval waren bestuurders van de hypothécaire Beige. Zij maken eene andere sociëteit waar dat zij we der bestuurders van zijn en doen zich door die nieuwe maatschappij betalen een half miliioen, voor hunne plaats van bestuurders in de eerste so ciëteit. Dat is twee. Eeindelijk, terwijl de International 10 p. °/0 geeft aan de actionnarissen, trekken de bestuur ders MM. Dechamps, De Decker, d'Hane, de Lie- dekerke, Langrand, Mercier, Nothomb en Duval alweder vijf maal honderd zes en zestig duizend franks. Dat is drij. Zoodat die heeren te samen hebben ingetrokken: Van den eersten keer 949,800 Van den tweeden keer 300,000 Yan den derden keer 366,000 2,013,800 Totaal twee miljoen vijftien honderd duizend acht honderd franks en dat om menschen te ruï neren. 't Is voor niet. Dat heet de kapitalen katholiek maken, 't is te zeggen het geld der burgers in de zakken der kleri- kalen doen verhuizen. [ligrenaar De Moedige, Ondernemende, niet hoog moedige Vlaamsche Ster gact moedig niet hoogmoedig een vlaemsch GEOEGUI- SEEIÏD BAL ondernemen op karnaval aenstaende. Met zoo een gedeguiseerd bal zal de vlaemsche letterkunde veel winnen, en den zedelyken invloed dien het zal heb ben op de gedeguiseerde baldansers moet den vooruitgang zeer bevorderen! Ex tenge re leonem. Ja, t zyn leeuwen [NIEUWSBLAD van yperen]. i Onder dien titel, treffen wij het volgende aan in den Siècle: Wil men weten wat er in den St. Pieterspenning steekt, op het oogenblik dat de openbare en gepriveerde weldadigheid alle vormen heeft aangenomen, ten einde ter hulp te komen aan zoo vele belangwekkende ongelukkigen, aan zoo veel on verdiend lijden. v. Naar men verzekert, hebben de rondhalingen in de wo ningen, door de bureelen van weldadigheid gedaan, eene be trekkelijk aanzienlijke som opgebracht; doch, wij gelooven niet dat zij het cijfer zal bereiken van den Sint-Pieterspenning, welken het fransche bisdom de goede zielen heeft doen aftel len. Men zegt, dat men in Frankrijk 10 a 1 2 miljoen voor Rome heeft rondgehaald. Hebben onze heeren bisschoppen er dan nietaan gedacht, dat zij deze 10 a 12 miljoen zoo nuttig zouden hebben kunnen besteden aan hunne arme medemenschen als aan het tijdelijk gezag? Hebben zij vergeten dat zij fransche bisschoppen zijn, alvorens romeinsche rondhalers te wezen? Weten zij niet dat er in hunne diocesen ellende te verzachten, tranen te droogen en wanhoop te voorkomen is ii Het fransch prelaatschap heeft mogelijk geene rekening gehouden van hetgene men doen kan met tien miljoen Tot stichting gaan wij dan dit cijfer eens ontleden. :i Met tien miijoen kan men 10 franken uitdeelen aan een miljoen armen, of 100 fr. gan 10 duizend familien, welke op hunne zolderkamerkens zitten te beven van de koude. In tien miljoen zijn er: ii Veertig miljoenen ponden brood, of veertig miljoenen liters wijn >i Vijftig miljoenen ponden vieesch ii Achttien miijoen liters ossensoep ii Een miljoen hectoliters aardappelen ii Een miljoen sterren hout; ii Een miljoen paren grove beddelakens of dekens ii Een miljoen matrassen ii Drij miljoen strooizakken ii Een miljoen vijfhonderdduizend paletots voor grijsaards; ii Drij miljoen vesten voor kinderen; )i Vijf miijoen rokken voor oude vrouwen en kleine meis jes ii Eindelijk, vijftig duizend kleine huishuren van 200 fr. voor arme huishoudens. ii Ziedaar, heeren bisschoppen, wat er zoo al kan gedaan worden met tien miljoen. ii En gij hebt er niets anders in gezien dan een hulpgeld, om SOduizend pauselijke zouaven te mesten, tegen 500 fr. per kop vaste 'en onveranderlijke prijs, 't Is misschien zeer ka tholiek, zeer apostoliek en zeer romeinsch doch stellig is het in het geheel niet zeer menschelijk. .Ta, t zijn leeuwen die het hierbovenstaande geschreven hebbenten eerste, zij helpen de ruchtbaarheid geven aan iets dar zij willen ten onder doen, en ten tweede, zij toonen hoe zij IJperen en zelfs geheel het land zouden ringelen, moesten zij eens of morgen aan het bewind komen Geene Bals noch Komedien, niet het minste vermaak meer, zelfs dat niet welk in onze oude vlaamsche zeden en gewoonten be staat. Of zijn die leeuwen misschien ontevrede omdat de maskers in het bal der Vlaamsche Ster met mogen binnen gaan Ja, t zal dat zijn, zij zijn kwaad omdat zij daar geenen toegang hebben Zij schimpen, de leeuwen, omdat de leden der Ster een bal geven, alsof het iets zoo beiachensweerdigs ware dat de man nen, die het op zich nemen de vlaamsche taal en zeden hun ne stadsgenoten dierbaar te maken, op Vastenavond zich eens eenen dag van vermaak behouden, om met hunne medebur gers in een famiijefeest door te brengen. Weet gij wel, hei lige leeuwen dat UWE zending het bestier der zielen is, en geenszins de spekulatie op de beurze.... van een ander; weet gij wel dat al uwe uitvindigen om aan geld te geraken, niet het mmste overeenstemt met uwe goddelijke zending. Dat is niet alleen belachelijk, maar hetis wraakroepend 1 Ahgij meendet te lachen 1 Eh wel 1 de Sterrelingen met hunne vrienden en kennissen zullen op karnaval eenige ver makelijke uurtjes doorbrengen, niet tegenstaande, of "liever, dank aan net geratel der heilige gazette van uit den hoek. In dien het de mannen niet gaat dat men zich op eene ordente lijke wijze vermake, patiëntie! Wij hopen dat God eerder aan ons vergiffenis zal schenken, dan aan die mannen die hunnen evennaaste geruineerd hebben met hem zijne spaaroortjes af te droogen onder belofte van de hemelsche glorie... en 10 per honderd intrest Ex angere leonem. Ja, 't zijn leeuwen ZEDELEER Indien dansen niet helpt voor 't Vlaamsch en de Zeden, beurzesnijden helpt nog veel minder aan 't Ka- tholijk geloof

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 2