VAN IJPEREN. 4 Ml ANKEN 'S JAARS Nr 311. Zevenste Jaar, Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. lie visschers Tan lllankenberglie. Leopold Van Ackeii. Vervolg en slol Zondag). VOOR KJ PEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 centimen den regel. Reklarnen 25 centimen. ZONDAG, 8 MAART 1868. Bureel: Dixmudeslraat, 39. Alle inzendingen vrachtvrij. De fransehe Kamers hebben maandag, zeer be daard, hare werkzaamheden hernomen. Het fransch Wetgevend Korps heeft zich woens dag bezig gehouden met het wetsontwerp het con tingent van het leger op 100,000 man bepalende. In de aanstaande lente, zegde de heer minister van oorlog, zullen de fransehe soldaten Chassepóts geweren hebben, en met dit uitmuntend oorlogs wapen, tot de uiterste palen volmaakt, is Frank rijk in zijne wapening twee jaren vooruit op al de andere mogendheden van het vasteland. Bijgevolg zal het niets te vreezen hebben en zich op vreed zame werken kunnen toeleggen. De eerste Kamer van den Zweedschen Landdag heeft in hare zitting van 2 maart het behoud der doodstraf gestemd. Integendeel heeft de Wetgevende Vergadering van Weimar, die straf afgeschaft. De laatste tijdingen uit Abyssinie geven aan de londensche dagbladen de hoop, dat er binnen kort tusschen liet engelsch leger en de troepen van Ko ning Theodorus ccne ontmoeting zal plaats hebben. De koning van Pruisen heeft zaterdag de zitting van den Landdag gesloten met eene rede, wier in houd hoofdzakelijk neerkomt op het volgende: de koning geeft zijne tevredenheid te kennen, dal be langrijke vraagstukken, in volkomene overeenstem ming met de regering en 's lands vertegenwoordi ging, hunne oplossing gekregen hebben. De Koning van Beieren, Lodewijk I, is zaterdag morgend te Nizza overleden, na eene langdurige en smartvolle ziekte, bijgestaan door zijne twee zonen, de prinsen Leopold en Adelbert van Beie ren. Op den troon geklommen bij den dood van zijnen vader Maximiliaan I, in October 1825, in zijn 59e jaar, stond koning Lodewijk in 1848 zijnen troon af, ten voorneem van zijn... oudoton vnnn prins Maximiliaan. Hij had in 1810 de prinses Theresia gehuwd, dochter van den hertog van Sak- sen-Altenberg. De overledene was een verlicht en edelmoedig voorstander van de schoone kunsten. In zitting van 27 Februari heeft de Kamer der Gedeputeerden van Beieren met 92 stemmen legen 28. eene wet gestemd, die aan de personen, aan de niet erkende eerediensten behoorende, dezelfde rechten erkent onder het opzicht van het huwelijk, als aan de echtgenoten, den katholijken godsdiens belijdende. Men heeft te Florenlie een dokument afgekon digd, dat eene groole opschudding zal maken. Er is van niet min kwestie, dan van het maalrecht, dat zoo hatelijk is bij de bevolking, en van de af houding op de intresten der titels van de openbare schuld, dat krachtdadige protestaiien zal doen ont staan bij den vreemde houders \an die titels. De Kamer onzer Volksvertegenwoordigers heeft Dinsdag de beraadslaging voortgezet over het wets ontwerp op de herinrichting van het leger. Het art. i van het wetsontwerp is reeds aange nomen. M. Langrand-Dumonceau heeft den 22" der ver- ledene maand eenen omzendbrief naar al de nieuwsbladeren toegezonden om de deelnemers ïn de bank du crédit fancier et international gerust testellen; deze brief bewijst de slimmigheid van den vermaarden financier; hij wijt de kleine waarde, waarop die actiën zijn gedaald, uilsluite- lijk toe aan eene politieke haatzuchtige samenrot- ting en aan eenen woekerhandel, die, van den m -X feX Él <:\1\ DE TOEKOMST, Wel hem die 't goede weet te plegen Wel hem, die, met zijn overvloed, Den lijder helpt, die hem is toegenegen, En eenen broeder in hem groet Want Hij, die 't voorbeeld gaf tot lijden Belooft een eeuwig loon, Aan hen die troost- en hulpbetoon, Den armen wijden. De vlaamsche visschers, 't hart vol moed. Gaan wéér de stoute zeereis wagen, En aan den ongestuimen vloed, Het zuur bestaan des levens vragen. Zij trotsen stormen en gevaar, Om brood voor vrouw en kind te winnen. Met moed bezield is gansch de schaar, En vlijtig zal men 't werk beginnen. En ziet men vrouwen in getraan, De mannen doen geen wee vermoeden Zij heffen luid hun vaarlied aan, Terwijl zij naar den oever spoeden v. Sa lustig, gezellen, de net is gebreid, i De zeilen gespannen, de schuiten bereid, i> En spoedig vooruit 1 Wij kennen op zee geen gevaren, a Aan ons is de buit, >1 Al zingende zullen wij varen 1 ii De Zie is zoo effen, zoo helder bet weer ii Deöootjcs daar wieglen zoo lief op en néér. ii Op, op, in de schuit ii yij wagen ons koen op de baren ii Sa moedig vooruit,. A'zingende zullen wij varen. ii De feere behoede voor kommer en smart, ii He teedere wezen, de vrouw van ons hart. ii Hij wil ook ons kroost nfoor wee en voor lijden bewaren, ii Hij zij onze troost, iEn zingende zullen wij varen. Distond van scheiden is gekomen. Otroerd, omhelsd elk vrouw en kind f nauw kan men den angst betoomen, Je men bij t scheiden ondervindt. t hevig klopt des visschers harte, ils hij zijn vrouw ziet in getraan Joch hij betoomt, bedwingt zijn smarte Enstoot de schuit in d oeëaan De schuiten gaan weldra verdwijnen Toch blijven vrouw en kind op 't strand, Zoo lang een enkel punt blijft schijnen. Dan vallen zij geknield in 'tzand. De kleinen knielen naast de moeder, En vurig sturen ze eene beê, Tot vóór den troon van d'Albehoeder, Den leniger van alle wee. II. Orkanen woên op 't pekel veld De wind wordt huilend voortgedreven, En doet, met toomloos woest geweid, Den afgrond sidderen en beven. Hij voert de baren tot de wolken, En ploft ze dan al dondrend néér, Of, draaiend maakt hij diepe kolken Aan d'oppervlakte van het meer. Ontzettend is het zwaar geklots Der golven die in hunne wieling, Zich tuinden tegen klip en rots, Die zij bedreigen met vernieling. De bliksemflitsen klieven 't ruim, En slingren néér metvuurge tongen, Tot op den rug der zee, in 't schuim, Aan 't dolle golfgedrang ontwrongen. De donder dooft het wild gerucht, Als hij zijn grove stem doet hooren De diepte klaagt en d'aarde zucht, Al ging de Chaos zijn herboren.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 1