AAN IJPEREA.
mmm
4 FRAAKEiV 'H JAARS
A1' 328. Zevensté Jaar.
ZONDAG, 3 JULI 1868.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschiilige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Politieke berichten.
ALLERLEI.
Bij een wiegje.
EENE «ERE,
VOOR IJPEREN. Fr. 4-30 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 centómen den regel.
Reklamen 23 cenlimen.
>-
BdreelDixniudestraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij.
sa
Men schijnt het bijna overal eens te zijn, dat, om
den tegenwoordigen staat van zaken te verbeteren,
het noodig is zoowel voor Frankrijk als voor het
overige van Europa, dat er bestendige vrede zij. De
discussie van het Wetgevend Korps over denbud-
jet zooals zij nu is aangevangen, strektom eene zeer
beduidende manifestatie te worden ten voordeele
van den vrede. Behalve de leden der opositie zooals
M. Garnier-Pagès, M. Magnin, hebben de heeren
Calley S'-Paul en M. Louvetookde aandacht geroe
pen van het gouvernement op den finantieëlén toe
stand van het land Frankrijk zeggen zij geeft ieder
goed of slecht jaar 200 miljoen meer uit dan het
inkomen heeft, die tekorten moeten telkens door
leeningen worden aangevuld die staat van zaken
is van gevaren omringd, waar men ten alle prijze
een einde moet aan stellen.
De bill nopens de iersche kerk is in de Lordska-
mer verworpen met de groote meerderheid van 192
stemmen tegen 97, na eene discussie, die tot ten
drij ure 's morgends geduurd heeft. Deze uitslag
DE DICHTER EN DE WERELD.
was voorzien, maar zal niet min eenlevendigen in
druk in Engeland maken. Het is de groote kwestie,
die bij de aanstaande kiezing gaat gesteld worden
voor dit jaar in het parlement afgedaan, zal zij aan
hel dagorde blijven in de meetings en in de dag
bladen zij zal aangroeien tol dat liet nieuw kie
zerskorps uit den hervormingsbill gesproten zal ge
roepen zijn, om op het looneel te komen en de
kwestie op te lossen.
Al de tijdingen uit Belgrado zijn het eens,
zoo niet op de medeplichtigheid van de Karageor-
gevitch aan de moord op prins Michel, ten minste
op het bestaan van een uitgebreid komplot, om ge
heel de staat van zaken van Servië om te werpen.
Ofschoon de berichten betreffende wapening der
Garibaldislen, met het doel om een nieuwen inval
op 't pauselijk gebied !e wagen, stellige tegenspraak
gevonden hebben, wordt in brieven van eene
klerieale zijde uit verschillende gedeelten van Italië
de gegrondheid dier berichten nog altijd volgehou
den. De florenl ijnsche korrespondent van het Jour
nal des üébais zegt, dat, zoo lang het romeinsche
vraagstuk niet is opgelost, men steeds voor een
nieuwe krisis beducht moet zijn maar dat op dit
oogenblik niets de beduchtheid voor de herhaling
van garibaldistsche invallen wettigt.
Men meld uit Weenen dat de Officiële Gazelle,
de uitvoerende ministeriële ordonnantie afkondigt,
nopens de praktische uitvoering van de nieuwe wet
op de huwelijken. Men ziet dat het Oostenrijksch
ministerie zich niet veel ontsteld heeft over de ver-
oordeelingen van het hof van Rome en dat het niet
lang gewacht heeft ons er het bewijs van te geven.
In Oostenrijk, zoo als men er zich moest aan
verwachten, heeft de pauselijke aanspraak dc open
bare verbittering ten top doen stijgen, die reeds
aangehist was door de uitdadigen der bisschoppen.
De dagbladen zullen weldra alleen niet meer zijn,
om te strijden legen de ullramontaansehe leerstel
sels de politieke korpsen zullen ook hunne pro
testation doen hooren. Dq municipale raad der
hoofdstad, zegt men, maakt eene protestatic gereed,
die zij in naam der bevolking zal afkondigen, waar
in hij zal zeggen dat de aanvallen eener
vreemde mogendheid tegen de onafhankelijken en
en grondwettelijken oostenrijkschen Staat, moeten
verstooten worden als onbetamelijke aanvallen, en
Hij schrijft en zingt in 't krachtig woord,
laakt domheid en dweepend vooroordeel;
Looft werk en min: het licht dat gloort
veur's menschen geluk en zijn voordeel.
Maar zij, de wereld, die verkracht
gebuktligt onder geld en macht;
Hoort zij het woord des dichters
Een' maagd bemint dien dichter. Droomt
hij veur zijn geliefde geen' zangen
Uit beider harten welt en stroomt
een gloed als van vvonne en verlangen
De wereld hoort die zangen niet,
de wereld kent haar' liefde niet
Wat zijt gij dom, o wereld
Zij mint zijn lied dat uit zijn hart
de weerklanken zijn van het lijden;
maar door de min wil zij die smart
verdrijven en krachtig bestrijden:
De wereld kent zijn smarten niet,
de wereld kent haar' liefde niet
Wat zijl gij boos, o wereld
Schoon is die maagd rijk is zij niet
heur hart is een zetel van,goedheid.
Ook 't woord dat haren mond ontvliedt,
is hopen, vertroosting'slechts zoetheid.
Wordt goed- en zoetheid we'
De wereld mint alleen het geld
Wat zijt gij wreed, o wereld
geleld
Toch immer zingt de dichter voort,
laakt domheid en dweepend vooroordeel,
looft liefde en Werk het licht dat gloort
veur 's menschen geluk en zijn voordeel.
Maar zij de wereld die verkracht
gebukt -- ligt onder geld en macht,
Zij hoort geen woord des dichters
Teeder spruitje hunner liefde,
Wist gij hoe men u bemint
Wat een hoopbron gij in 't hart legt
Uwer ouders, liefste kind
Liefste kindjen, ik ook 'k min u,
Met uw mondjen dat reeds lacht
Met uw kroeze' blonde lokjen,
Met uw oogjes blauw en zacht.
Dra zult gij als meisje spelen,
Later groeit ge als maagdlijn op
Eens als vrouw zal ik u weerzien,
Ik danmet.mijn grijzen kop.
Weerzien... maar hoe broos is't leven,
En wie kent de wegen Gods
Wie mag op de toekomst bouwen,
Donker diep, als 't golfgeklots
Ik ben mangij eerst geboren,
In u ligt de hoop thans, kind
Wordt dan eens als uwe moeder
Goeden wijs, van elk bemind.
'VICTORIES VaNDE WeGHE.
Mijssesa wiesasï,
«icsa keer Cosastasst Re BrMycker,RH»stscMS«Ier,
te Re sat.
O Vriend Wat eer en wat geluk is mij geschied
Ik heb de werklplaats van u, die op 't kunstgebied
Zoo menigmalen welverdiende lauwren pluktet,
Yan u, die nooit het hoofd voor eenen vreemde buktet,
Maar lijk 't den vlaming past, fier opgeheven hieldt,
Bezocht. Met welk gevoelen was ik niet bezield,