Stads Nieuws. dat de gemeenteraad, volgens het gevoelen hande lende van de groote meerderheid der bevolking, met krachtdadigheid het gouvernement zal onder steunen in de uitvoering der wetten, door den paus veroordeeld.» Eene nieuwe tijding, geschikt om opschudding te verwekken, is uit Dresden gekomen. Volgens het Bulletin international zou er een nieuw aanval lend en verdedigend traktaatgeteckend zijn tusschen Pruisen en Italië. Er zou in aangestipt zijn, dat Ita lië zou schadeloos gesteld worden (schadeloos ges- steld, waarvoor?) door de aanhechting van Trieste enlstrië; er zou kwestie zijn van de aanhechting van dezuider-provintien van den Tyrol. De kwes tie der vijandelijkheden zou maar eene kwestie van tijd meer zijn en het teeken zou door Pruisen wor den gegeven, dat zoodra Rusland zijne wapeningen zou geëindigd hebben, ten velde zal trekken. Het is vooral tegen Oostenrijk, dat die samen spanning zou zijn gericht, zooals het de naam der beloofde provintien aanduit.'De Bulled jn zegt nie( wat Pruisen zal bekomen, noch wat de twee mo gendheden onderteekenaars Rusland aanbieden. Hij zegt ook niet welke houdingzij tegenover Frankrijk zullen nemen. Al deze veropenbaringen berusten op zoo vele onwaarschijnlijkheden, dat men er geen geloof kan aan hechten. De heer Defré heeft een nieuw boekdeeltje uit gegeven betrekkelijk de onafhankelijkheid der volksvertegenwoordigers. Dit boekje heeft de cle- ricale nieuwsbladeren verbitterd. Indien de schran derheid van Joseph Boniface en zijne snijdende schrijfwijze door al wie zich met politieke zaken bezighoudt niet ware gekendde bitsige wijze, waarop de gazetten der tegenpartij daarover spre ken, zou genoegzaam zijn om te doen besluiten dat de achtbare heer Defré nogmaals den nagel op het hoofd heeft geslagen. De schrijver bewijst dat degene die het Gouver nement willen omwerpen, het woord van Doclri- nairen aan de fransche omwentelaars hebben ontleend,om de matige liberale partij te bevechten, en inderdaad het is met dat woord dal de overdre- vene republican n, ondersteund door de jesuitieke aanhangers, met het wegjagen van hunnen Vorst, a! de vrijheden, welke zij genoten, hebben kunnen vernietigen. De schrijver vraagt, en met reden, of de uitvin ding van een zelfstandig naamwoord op den gang der zaken oenen invloed moet uitoefenen. Noemt de.matige liberale partij zoo als gij wilt. zegt hij, zij zaf niet te min de ware nationale partij blijven. Alle partijen hebben twéé tijdvakken, de eene van worsteling, de andere van zegenpraal en meesterschap, en eenmaal deze bereikt hebbende, het zou eene dwaasheid zijn van er van aftezien; het is daarom dat al de matige liberalen represen tanten het Ministerie, daargesleld uit mannen van hunnen boord, onderslennenzij doen het omdat het de eenigste middel is om de vrijheden waaraan zij verkleefd zijn te kunnen blijven behouden zij doen het omdat zij de overtuiging hebben dat, hoe weinig zij aan de jesuitieke partij zouden de hand bieden, het zou strekken om de bewerkingen van hunne tegenkanlers, de vernedering van het tijde lijk gezag, de dooderhand en eindelinge al de oude misbruiken te doen lukkenen herleven. Ja, indien de clericalengezamenllijk met de onbedaarde vooruilgangers, door dit tooverwoord, die inden grond geene beduidenis heeft, in ons land ook een gedeelte der bevolking kon misleiden om het libe raal beheer omtewerpen, er kan geen twijihel over blijven of deze eerslgenoemden zouden onze vrij heden uitsl u i tel ijk ten hunnen behoeve aanslaan, en de vooruilgangers. die wij de afbrekers noemen, zouden eindigen met de eerste slachtoffers van hunne verwaande onbedaardheid te zijn. Dit is hetgene het gezondste, het bemiddeldste en geleerdste gedeelte der natie gevoelt, en de reden waarom de liberale meerderheid in de Kamers al tijd aangroeit. Toen ik nieuwsgierig er mijne oogen rond liet dwalen, En zag, lot mijne vreugd, hoe gij wist af te malen, Op 't doek dat ginds, te recht, zoozeer mijne aandacht trof, Waar men van sprak, in allen ernst, met zóóveel lof, De plattelandsche zeden van 't goede vlaarasche volk, Dat, trots 't gepleegd bedrog om 't den vergeetniskolk Te leevren, steeds nog moedig paal en perken stelt Aan 's vreemden toorn en dwang en aan zijn slaafsch geweld. O Schilder, als gij soms zijt aan het werk gezeten, En gij dan beelden schept, die volgens uw geweten, Den stempel dragen van het vrome vóórgeslacht, Zweeft u dan niet voor de oogen hunne reuzenkracht Die zij in meer dan ééne heldendaad ontvouwden En waarom men ze steeds als moedig volk beschouwde Doet zulks aan uwe vaderlandsche ziel geen goed Zijt gij niet fier te zijn van 't echte vlaamsche bloed Mijn waarde kunstenaar, aan wien mijn jongste broeder Zooveel te danken beeft; die tot vriend en behoeder Hem immer strektu bid, u smeek ik om een gunst. Leg met den smaak in zijn hart voor uwe eedie kunst Lijk Rubens en Van Dyck de schilderkunst verstonden, Lijk Brouwer en Teniers en Crayer 't immers konden De zucht naar alles wat van Vlaandrens grootheid tuigt Zeg hem, dat nooit een Vlaming voor een vreemde buigt Wijs hem op Vlaandrens machtig, roemvol, grootsch voor beden Maak hem bekend met deze mijne vuurge bede Leer hem verstaan dat kunst altoos moet zijn gepaard Aan vaderlandsche trouw en liefde tot den haard. Zeg hem, zoolang mij God het leven zal vergunnen En ik zijn gang op 't kunstgebied zal volgen kunnen, Dat ik 't gewrocht, dat zijne hand heeft voortgebracht, Zal hulde biên, als 't spreekt van 's Vlamings roem en macht IJperen, Juni 1868. G. Rotiebs. Ïrausc3ïe züUcrcu pasmunt. Waar schouwing. Wij hebben reeds gemeld dat de oude fransche zilveren pasmunten vóór 1 Januari $869 zullen ingetrokken en buiten omloop gesteld worden. De fransche Moniteur van 19 juli II. kondigt een keizerlijk besluit af van den 17, welk verordent dat al de oude stukken van 2 fr., 1 fr5(1 c. en 20 c., vóór de regeering van Na poleon III geslagen, zullen ophouden in Frankrijk wettigen en gedwongen koers tusschen de bijzonderen te hebben, te rekenen van den 1 october 1868. Die muntstukken zullen in Frankrijk nog in de rijkskassen aanvaard worden, in betaling van rechten of belastingen, tot en met den 51 December dez.es jaars. Daarenboven zullen zij, van den 1 October tot 51 Decem ber nog tegen andere spreien verwisseld worden in de open bare kassen, door den minister van financien aan te duiden. Wij vernemen met een oprecht genoegen dat M. Theodoor Ceriez, een onzer artiesten, die op de jaar hjksche Tentoonstel ling van Parijs, zooveel bijval had, zijne schoone schilderij Eene iezing, tijdens Lodewijk XV verkocht heeft aan Mev. de gravinne de la Panouse, te Parijs. Eene andere schilderij, a De eerste Haas, ook een buitengewoon gewrocht, en welk aldaar insgelijks tentoon gesteld was, is reeds verzonden naar de Keizerlijke Tentoonstelling van Schoone-Kunsten, ter stad Amiens. Wij verhopen dat die uitnemende artiest niet zal nalaten onze ijpersche Tentoonstelling, ter gelegenheid des Konink lijken bezorks geopend, ook met eenige zijner ju weeltjes te be giftigen en dus ook de bewondering van het publiek weg te dragen. De voorbereidselen, tot de ontvangst der Koninklijke Fa milie in onze stad, worden met veel vlijt in het werk gelegd. Verschillige Commissien zijn reeds benoemd tot het regelen van den stoet, het banket, het uitvoeren der Cantaten, het versieren der straten en het opmaken eener programma der plechtige omstandigheid weerdig. Wij twijfelen niet of onze ingezetenen zullen wedijveren om de Koninklijke Ontvangst van 1868 ten minste zoo schit terend te maken als deze van I860, en met evenveel geestdrift onze jeugdige vorst zal bejegenen zooals men toen zijn door luchtige vader bejegende; drt feest waarvan zulke zoete her inneringen in onze herten nog gebleven zijn. Van alle kanten des arrondissements, zegt men, verzoekt men deel aan deze betooging te nemenzaterdag namiddag, vergaderden zich de afgeveerdigden van al de gemeenten van het arrondissement, om door hunne bijtreding aan dit feest al ei en luister en de pracht te geven welke het betaamt. In ons naaste nummer zullen wij de maatregels bekend maken wel de afgeveerdigden genomen hebben. De lijsten ter inschrijving op het Koninklijk Banket, liggen open in het Secretariaat der stad, tot 12 Juli; nu dit datum worden er geene handteekens meer aangenomen. Zie hier eenige namen, IJperen aangaande, genomen uit de lijst der kiesbare heeren voor den Senaat. (4o jaren oud en fr. 2,110-4o c. lasten betalende, patent erin begrepen). MM. P. Boedt, H. Carton, V. Coppieters, M. Deneckere, PI. Thibault de Boesinghe, P. Du Pare, L. Godtschalck, Huu- ghe de Peutevin, A. Hynderick, J. B. Malou-Dassonville, E. Merghelynck, Baron Mazeman, J. B. Vandenpeereboom, Alph. Vandenpeereboom. Dinsdag namiddag, ten 5 ure, hadden de kiezingen plaats voor de graden van groot-majoor, Bataljons-geneesheer en bijgevoegde geneesheer. Zijn gekozen MM. A. Hynderick, als Majoor, Cornette, als doctor, en X. Dahnote, als adjunct. 's Avonds was er serenade en ontvangst bij M. den majoor. Woensdag. 11 Juli aanstaande, zal er in onze hoofdkerk een Te Deum gezongen worden, te herinnering derzeven-en- derstigste inhulding van Leopold den Eerste, Koning dei- Belgen. Een kon. besl. van 16 Juni laatst, benoemt M. A. Vanden peereboom, Minister van Staat, voor 5 jaren tot lid der Be sturende Commissie van het Koninklijk Gesticht van Meessen, en behoudt hem in zijne bediening van Voorzitter derzelve. Zondag laatst is er aan den trein van Kortrijk naar Pope- ringhe rijdende, bijna een ongeluk gebeurd. Ten Io-4o des morgens, tusschen Weveighem en Meenen brak de as eener reizigersvoituur van 1° klas, welke onmiddelijk twee volgende rijtuigen van de riggels medesleepte. Een harde schok en eene halve uur tijdverlies was er gelukkiglijk het eenige gevolg van. Vrijdag was het erger op de ijzeren baan, tusschen Torn hout en Oostende, alwaar de mekanicien in twee stukken is gereden en verscheidene personen merkelijke verwondingen zouden bekomen hebben. Doch, wij wachten verdere inlich tingen over dit ongeluk. Men schrijft ons uit Zillebeke, dat er brand ter dezer ge meente is uitgeborsten den 27 Juni laatst, ten 2 ure des na middags, in hetbosch genoemd het groot appelleyntje bosch, de Burgerlijke Godshuizen van IJperen toebehoorende. 500 bondels sparrenhout op eene vlakte van 6 aren zijn de prooi der vlammen geworden. Men schat het verlies op 75 fr. Men schrijft de oorzaak dezes ongevals aan kwaadwilligheid toe. Bij overmaat aan materie moeten wij, tot binnen 8 dagen, uitstellen onze lezers hel reglement op de Arrondissements- Tentoonslelling van Schoone Kunsten te IJperen, mede te deelen. De artisten daarin begrepen hebben reeds de uitnodi ging en het bedoelde reglement ontvangen. Alles lot nu toe belooft aan deze Tentoonstelling den besten uitslag. De kolonel J. Missotten, van het 2e regement jagers Ie voet, is bij koninklijk besluit van 17 Juni lot generaal Major benoemd. Kermissen der mnnitd JJssII 1" Zondag. -Poperiughe. Cornell. 5" Zondag. Dixmude. West- Rooscbeke. Brielen. Polinchove. 4" Zondag. Gheluvelt. Historische herinneringen vos* B.tpcren. 5 Juli 1682. Men begon aan het verdiepen van Zillebeek vijver en het bouwen van een verdedigingswerk, genaamd het Blauckhuis. 6 Juli 1786. Heeft men binnen IJperen verkocht al het sieraad voortkomende der Jubelfeest van 0. L. V. van Thuine en bestaande in de Reuze, praalwagens, kemels, vvalvisschen, hellewagen, en andere. De reuze werd verkocht aan zekeren Pieter Ignon, voor 120 guldens. 7 Juli 1864. Verjaardag der inrichting van de ijpersche Koorzangersmaatschappij, thans gevestigd in den Gouden Arend. 8 Juli 1805. Den 19 Messidor jaar XI, deed Napoleon Bonaparte zijne intrede in IJperen, komende van Bijsel. De ontvangst was prachtig, en men verhoopte eene verbetering voor onze stad, reeds lang als verlaten door het fransch gou vernement. De vorst onderzocht nauwkeurig deze oorlogstad en vertrok nog den zelfden avond naar Oostende. 9 Juli 1689. Kwam te IJperen aan Sebastiaan Le Prestre de Vauban, ingenieur des konings, die de versterkingen onzer stad deed vergrooten. 10 Juli 1579.Door besluit van het Groote-Gemeente, werd de kerk van sint-Maartens overgelaten aan den hervorm den eeredienst. 11 Juli 1775.De schilderijen en andere kunststukken werden uit de kerk der gewezen Jesuieten weggenomen om ten vreemde verkocht te worden. Men schrijft ons uit Rousbrugge, 50 Juni 1868 De pastoor van Rousbrugge, twee dagen na de kiezing van 9 Juni, gaal in den preekstoel en brabbeld alles, wat een

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 2