Stads Nieuws. Versehillige lijdingen. selijk is, daar die afschaffing slechts betrekking heeft tot de correctioneele misdaden en in geener wijze tot de schelmstukken, die van de bevoegdheid der Assisen zijn. Het is aldus dat de clericale schrijvers altoos te werk gaan in de afwezigheid van gegronde bezwa ren; zij vervalschen den zin der wetten om aan hunne lezers te doen gelooven dat hunne politieke vijanden dezelve niet eerbiedigen. De omwenteling van Spanje is voltrokken de Koningin, die te Sl Sebastiaan was gekomen om een bezoek te ontvangen of afteleggen aan Keizer iXapoleon, heeft in hare hoofdstad niet durven te rug keeren op de tijding dat de bijzonderste sleden hun prononciamenlo hadden gedaan, heeft zij, vergezeld van den Paler Claret en van den genoem den Marfori, het land verlaten en naar Frankrijk gevlucht, alwaar de Keizer het kasteel van Pan ter barer beschikking heeft gesteld. Het was de laatste Bourbon die nog eenen troon bekleedde, en Isabelle gelijk hare bloedverwanten is het slachtoffer geworden der jesuilieke listen om den vooruitgang inleloomen. Het was eene non en de gezegde pater Claret, die hare raadsleden wa ren, en het was bekend dat zij onder den invloed der kinders van Loyala gebogen ging. Het is door bun toedoen dat de bijzonderste ge neraals en staatsmannen uit het land werden geban nen en ten deele naar de Canarie eilanden werden vervoerd; het zijn deze die, van dezelve onvoor ziens teruggekeerd, de zeemacht en het leger heb ben bewilligd van het jok, waaronder hun vader land zuchtte, af te schudden, en liet opperbeheer aan de natie over te leveren, Welke de toekomst zal zijn, die deze omwente ling aan Spanje voorbereidt, is niet mogelijk te voorzien het is waarschijnlijk dat de versehillige partijen, in de afwezigheid van een wettig beheer, onder hun om hetzelve zullen kampen; ten ware dat de generaal Serrano, die aan het hoofd van een legertje te Madrid is binnen getreden en die zich zelvcn als Voorzitter van een nieuw Ministerie heeft genoemd, de rol van Monck zou waarnemen, en zonder uitstel, het zij den Prins van Asluriën, het zij den prins van Monlpensier of mogelijk nog den Koning van Portugal, op den ledigen troon zou plaatsen. (Stad Gent). ZAAK VAN S' DENYS (BIJ KORTRIJK). Ziehier volgens de Patrie, van Brugge, de twee brieven van den onderpastoor Van Eeeke 1° October 1868. li Heer opsteller der Palrie, Ik schrijf u uit een vreemd land, waar ik mij heb bege ven om mij aan het aanhoudingsmandaat te onttrekken, tegen mij uitgeveerdigd. De tooneelen van Brugge, die gij verhaalt hebt en zoo krachtdadig geschandvlekt, hadden mij op mijne hoede doen zijn. Liever dan de strengheid eener voorloopige gevangenis en den hoon van een rechterlijk onderzoek te on dergaan, tegen mij uitgelokt door laster en leugen van de liberale drukpers, die met een verachtelijke trouwloosheid mijne daden en woorden hebben ontaard, heb ik er toe beslo ten de grenzen over te trekken, om er in vrijheid het oogen- blik af te wachten, dat ik plechtig, voor het gerecht van mijn land, de schandelijke en valsche beschuldigingen zal kunnen wederleggen, waaronder ik nu gebukt ga. Ik verzoek u, Mijnheer, in uw achtbaar blad, ten zelfden tijde als deze regelen, den hier ingesloten brief af te kondigen, dien ik aan den heer prokureur des konings Maertens, van Kortrijk, heb gezonden. Ik hoop, dat gij oo!: de katholijke drukpers zult verzoeken mijnen brief mede te deelen, opdat het land zou weten, dat het de vrees niet is, die mij de vlucht doet nemen, maar enkel de begeerte om aan de onrechtvaar dige en onverdiende strengheid van de preventieve gevangenis te ontsnappen. Men moet kost wat kost een katholijken priester hebben 1 Ik zou al goed geweest zijn mij aldus gewillig aan de hatelijke eisehen van de politieke driften over te leveren. Aanvaard, Mijnheer, enz. A. Van Eecke, onderpastoor. 1" Octoder 1868. ii Aan den heer prokureur des Iionings bij den rechtbank van eersten aanleg te Kortrijk. :i Ik heb de eer u te laten weten, indien ik de beslissing ge nomen heb mijne woningen mijn land te verlaten, het enkel is om aan de preventieve gevangenis te ontsnappen, waarmede ik bedreigd was. ii In mijne eer van burger en in mijn karakter van priester gekrenkt door schandelijke beschuldigingen, ben ik er verre van een rechterlijk onderzoek te vreezen, integendeel is dit mijn eenigste wensch, voor zooveel het onderzoek eerlijk en trouu-hertig zijen ik verzeker u dat, indien tegen alle ver wachting, de laster en de leugendie mij met zooveel hard nekkigheid vervolgen, tegen mij voldoende beschuldigingen kunnen inbrengen, om mij voor het gerecht te doen verschij nen, ik op een dag voor de debatten bestemd, openbaarlijk mijne onschuld zal komen bewijzen. ii Aanvaard, Mijnheer, enz. A. Van Eecke, onderpastoor. Wij geven deze twee brieven ten titel van dokumenten, aan iedereen het recht latende ze naar behooren te waarderen. I)e hoedanigheid van katholijken priester, door M. Van Eecke ingeroepen, om zich aan de gemeene wet te onttrekken,laat ons tamelijk onverschillig; overigens, zou men weinig kunnen veronderstellen, dat die brieven, doormengt met beledigingen en grove woorden, van een dienaar Gods komen. Dit is wel de taal van den dweepzuchtigen priester, die aan de gemeente 5' Denys het lot van Sodoma en Gomorra heeft voorzeid, ten zelfden tijde als hij de walgelijke artikels in het blad 'tJaar 50 schreef. Wij zouden a! te goedhartig moeten zijn, indien wij van dien priester anders moesten verwachten, dan dat hij de grenzen iusscht n hem en het martelaarschap stelde. Den 2 October, omtrent 4 uren namiddag, is er alhier een ongehoorde stoute diefstal aan de statie gepleegd. Het regiment was daar zoo even aangekomen, de bagagie der officieren was bewaakt door eenige gewapende soldaten twee personen bie den zich aan, den reiszak vragende van een der regimentge- neesheeren. Men toont hem hun aan zij nemen hem mede, slaan den weg naar de bolwerken, doch worden betrapt achter de wip van S' Sebastiaan, alwaar zij bezig waren denzelve te ledigen. Voorbijgaangers hebben deze deugenieten hij den kraag gevat en de policie heeft ze op het droog gezet. Zondag had de trekking plaats der heeren rechters van den Tuchtraad der Burgerwacht onzer stad, moeténde zetelen in den 4" trimestre 1868. Ziehier den uitslag: Leden Sonneville, B., onderluitenant. Lobbestal, C., serjant. Leenknecht, F., corporaai. Bouquet, P., wachle. Bijvoegende leden Stragier, Ed., onder luitenant. Ty- berghein, Jan, serjant. Roffiaan, Leonard, corporaai. Vandermeersch Jules, wachle. Maandag omtrent 4 ure namiddag, is de genaamde Auguste Latour, timmerman, binst dat hij bezig was met eenige wer ken uit te oefenen in den wijnkei van M. Gillebert, koopman in ellegoederen enz., in de Dixmudestraat, schielijk overleden. Die ongelukkige, was maar 30 j. oud en laat eene weduwe en vier kinderen achter. '4 Maandag zijn de heeren Laurie en G. Mailliard in onze stad terug gekeerd, bekroond met elk twee eermetalen, die zij gewonnen hebben in den prijskamp van uiterlijke wel- sprekenheid van Waereghem. Deze heeren maken deel van de Maatschappij De Vlaamsche Ster, welke over acht dagen te Poperinghe zulke schitterende uitslagen op dusdanigen prijskamp bekomen heeft. Eene Maatschappij welke op twee naareenvolgende Zondagen negen medailjen wint moet zon der twijfel het betrouwen inboezemen van het staatsbestuur alsook der plaatselijke overheid om dezelve door genoegzame hulpmiddels te ondersteunen om volgens haar jaarlijks pro gramma de inwoners te vergasten met de aangenaamste tooneelavonden. Zijn wij goed ingelicht, dan is het zeker dat de Vlaamsche Ster ons dezen winter eene reeks van 5 vertooningen zal ge ven, samengesteld uit'de beste stukken vau het tegenwoordig vlaanisch repertorium. De inschrijvingslijsten moeten nu reeds in omloop zijn.a Bovengemelde Maatschappij heeft Maandag avond, in aan denken der schitterende overwinningen van Poperinghe en Waereghem,. eene algemeene bijeenkomst gehouden in het Café de 'la Bourse, alwaar de vrolijkste en beste broederlijk heid de eerste plaats bekleedden. De Kunst- en Letterkring, onzer stad heeft woensdag zijne gewone werkingen begonnen, in het nieuw lokaal Café du Cercle, bewoond door G. Podevyn, Noordkant der groote Markt. Donderdag morgend ging er eene eenvoudige teraardbe- stelling plaats hebben. De dood had een arm huisgezin be zocht. Vader en moeder zaten te weenen hij het lijkje van hun 9jarig kind. De geburen snelden toe op het hooren huns hertverseheurend gekerm. Die menschen, door armoede ge teisterd, bezaten het noodige niet om in de begraving van dien diepbetreurden schat te voorzien. Seffens legden de ge- buren elk hunne jonste uit en men komt etndeling tot de soin om het kindje met eene mis te doen begvaven. Het slaat acht ure op onzen ouden Halletoren reeds staan de acht meisjes (de draagsters) op haar beste gekleed vóór de deur, zij wachten in stilte naar den geestelijke die gemeenlijk het lijk komt afhalen de vader komt bleek van aandoening ook langhalzen naar den kant der kerk, maar nie mand komt. Ongeduldig, gaat eene gebuurvrouw naar de kerk vragen waarom men met komt? Weet gij wat het antwoord was dat deze vrouw ontving Dat men eerst moest met het geld gaan en vóórop betalen dat alsdan er een priester zal gaan Bij de armoede, het verdriet over het betreurend verlies, nog zulde vernedering moeten ondergaan, is afgrijslijk. Het is ver van ons dat wij willen komen in de kwestie der begravingen, wij nemen zelfs de prachtige lijkdiensten aan; maar wij verheffen onze stem om den braven werkman, die zoo beproefd is door den duren tijd en het weinig werk, die doorzijn kind of vrouw te verliezen, soms zoo wreed geteis terd wordt, om dien werkman bij al het verdriet, en de ellende welk hij moet verduren nog eene vernedering te sparen. Een weinig goeden wil, dit misbruik zal voor eeuwig ver dwijnen en onze Godsdienst kan er maar bij winnen. Den 4 dezer was Meessen in feest, want de inwoners dezer gemeente booilden een banket aan M. Ch. Denecker, hunnen welbeminden Burgemeester, ter gelegenheid zijner benaming als ridder der Leopoldsorde. Onnoodig te zeggen dat alles versierd en opgetooid was, want te Meessen doet men gemeenlijk de zaken niet half. Het feest had plaats in het Stadhuis. Verscheide eere-dron- ken werden voorgesteld een aan den Koning, door M. den schepene Vestibule; een aan den burgemeester, door den schepene Delobel, waarop met de levendigste toejuichingen geantwoord werd. Dan de treffende aanspraak van den heer burgemeester, dan deze van M. baron Van Grave en einde- ling van M. den majoor Thibaul, ook een Meessenare en ins gelijks ridder van het Orde van Leopold, die onder de warmste bravos zijnen nieuwen mederidder liet accolaad gaf. Het feest is zeer laat in den nacht geëindigd. Men zendt ons het volgende ter inplaalsing In onze stad is er eene speldewerkschool waar er meer dan SO kinderen werken. Een meisje van 11 jaar ging naar deze school en wanneer het twee volle maanden neérsligvan 's mor gens tot 's avonds gewerkt had, ging de moeder om rekening te houden. En zij ontving....16... centimen, 't is té zeggen 4 cents te maande Ecsi kwijtbrief. Gevroegdt door ordenasie van Myn heer X*** 14 kuen van den Billaerd gearntzert is te saemen fr. 1-60 den 2 Ocfoebér 1868. Pour Quet, Z. W... Met genoegen vernemen wij dat M. ADLER, op aandrin gen zijner talrijke kliënteel. 2 dagen per maand te IJperen zal komen overbrengen. Het talenten de algemeene achting, welk M. ADLER geniet, zijn waarborg van vertrouwen voor de personen die zijne hulp behoeven. Vergeten wij niet dat hij de eenigste Tandmeester van geheel België is, met eene eervolle melding van de geneeskundige fakuiteil bekroond. M. ADLER is schrijver van verscheidene merkwaardige werken, hij de voornaamste boekhandelaars van Brussel te koop gesteld. liermiKseu des* maand ©etefeer 1" Zondag. Beerst. Thielt. Merckem. Vlamer- tinghe. Elverdinghe. Becelaere. Gheluvelt. 2n Zondag. Zarren. Oostniéuwkerke. BE KROONPRINS. De bulletijns over de gezondheidstand van den kroonprins zijn min bedroevend, dan over acht dagen. Er is inderdaad eene merkelijke beternis opgekomen, doch, men moet het zich niet ontveinzen, de ziekte waaraan den hertog van Brabant lijdend is, mag ongelukkiglijk, nog niet als overmeesterd aan zien worden. De lijder brengt betere nachten door, het water is oogen- blikkelijk verdwenen maar de kwaal bestaat nog. TV el is waar zal men deze nu gemakkelijk kunnen bestrijden. Mochten de geneesheeren in hunne pogingen gelukken en weldra tot vreugde van het gansche land, eenige meer verze kerende, min raadselachtige bulletijns mededeelen 1

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1868 | | pagina 2