Losdca van liet Nieuwsblad. -
Sepulcri dealbati.
Stads Nieuws.
Yei'schillige lijdingen.
zij zija verantwoordelijk van de gevolgen hunner
onvoorzichtige ophitsingen.
De Koster. Ik houd slaande dat, noch de
schrijvers van 'r Jaar 50, noch de kapellaan Van
Eecke, nooit in betrekking zijn geweest met de
plichtigen.
Jan. Het is helgene het proces mogelijks zal
uitwijzen; ik zegge mogelijks, want indien er on
derhandelingen tusschen den kapellaan en de da
ders in den biechtstoel hebben plaats gehad, de
jusliciezal het nooit weten.
De Koster. Hoe gij zoudt kunnen vermoeden
dat een geestelijke zich zooverre zou vergeten van
in den biechtstoel de boetvaardigen aantedrijven
om gruweldaden te begaan
Jan. Ik zeg niet dat zulks heeft plaats gehad,
verre van daar maar ik boud staande dat degene
die zich in zijne sermoenen zulke aanhitsingen
toelaat, het ook wel in den biechtstoel zou kunnen
doen.
De Koster. Het is toch niet waar dat de ka
pellaan zou gezegd hebben dat men de eigen
dommen der liberalen moest afbranden.
De Meester. Zekerlijk dat hij zich daarvan
heeft gewacht; maar hij heeft gezegd dat S'Genois
gelijk Sodoma en Gomorra door het vuur des he
mels ging vernietigd worden, en dat hij verlangde
dat een engel hem, even als Loth, er uit zou ko-
wen verlossen.
Jan. Indien zulks had plaats gehad de kapel
laan had ook wel in eenen zoutsteen kunnen ver
anderen, want hij had te veel genoegen geschept
om de woningen der liberalers te zien vlammen,
om te kunnen laten van omine te zien
De Koster. Gij schertst, Jan, en nochtans
het is geene kleine zaak van iemand ten ongelijke
te beschuldigen van brandstichter te zijn, en ik
versta dat er representanten zijn, die de verdedi
ging van den heer Van Eecke en van den opsteller
van 't Jaar 50 aannemen.
De Meester. Niemand heeft ooit gezegd dat
de schrijvers van 't Jaar 50 of de kapellaan Van
Eecke de brandstichters van S4 Genois waren
maar het is zonneklaar dat zij door hunne overdrc-
vene uilvallen de brandfakkels in de handen van
ongelukkige dweepers hebben gesteld, en dus dat
de verantwoordelijkeid van het gebeurde wat
hunne vrienden mogen doen of zeggen, op hun zal
blijven wegen, en daarom is het onbegrijpelijk dat
men representanten vindt die met hunne verdedi
ging te nemen, zonder er zich daarmee te bekom
meren, de zedelijke verantwoordelijkheid van het
voorgevallene op hunne partij doen wegen.
Jan. Ook indien de liberalen zoo onbillijk
en zoo wraakzuchtig waren als hunne politieke
tegenstrevers, die het beheer sedert 1857 aanhou-
delijk het Ministerie der kasseismij tiers noemen,
zij zouden met veel gegronder redens de clericale
partij niet anders meer noemen dan de partij der
brandstichters.
De Meester. Men mag nooit het kwaad met
kwaad bevechten, en indien de clericalen door
geld en heerschzucht verblind zich zulke overdre
venheden toelaten, zij vergeten dat zij tegen Gods
voorschriften handelen en dat zij den Godsdienst
meer tegenwerken dan degene wien zij ten onge
lijke zulke inzichten toewijlen.
nüix^Ki lïiiiT
Poperinghe, 21 December 1868.
De Toekomst van 6 dezer, geeft een verslag over de alge-
meene droefheid van den Arend-Kring bij het politiek over
lijden van den grooten Kareialsook over de algemeene
blijdschap bij bet aanveerden van eenen ijdelhoofdigen over-
iooper, die, voor zeven ellen kahko en drij meters Alpaga,
zijne ziel aan den zwarten (iui\el verkocht heeft. Wij meenden
dat dit aan onze groote mannen zeer aangenaam zou geweest
zijn maar.... 'f is niet van', zij zijn nog eens gram. 't Is al
geen waar, zeggen zij, en om dit te bewijzen, luistert
Er is tot Poperinghe een vent die overal bekend is, tot
>i Rousselaere, tot Brugge, tot Veurne, tot Gent, enz., enz.,
met paternosters, kruinen, soutanen, korte broeks, drij—
buizen, kappen, kruiswegen, broederschappen en Manste-
peerden, Ergo: 't Is al geen waar Wat zegt gij
van dien luisterlijken Ergo Het is besluitend niet waar
Het is nog niet albij de groote dwaasheid voegt het Nieuws
blad, volgens gewoonte, nog de slechte trouw De woorden
welke wij in den mond van deszelfs overdreven overlooper
stellen, wegens de papen en het schavot, wijt het toe aan de
liberalen van Poperinghe. Daar is nogeens niets van. Herlees
de Toekomst van 6 dezer, en als gij niet te dwaas zijt, gij
zult verstaan dat het uwen toekomenden kandidaat voor de
Kamers is, en niet wij, die zulks heeft buitengesmeten.
Nu koomt het strafste vsn alBroodschrijver, gij zijt
sepulchri dealbati, Ergo: 't En is geen waar!» Hoe is
't mogelijk Vóór dat gij een woord latijn schrijft, keer toch
eens weder naar uwe kleine figuur, en aldaar zult gij leeren
1" sepulcrum zetten in plaats van sepulcri. 2° dealbatum
in plaats van dealbati. 5° seyidcrum, zonder h, in plaats van
sepulcIJrum met eene h. 4° En als gij aan verschelde brood
schrijvers zult schrijven in plaats van aan éénen, gij zult dan
leeren sepulcra zetten in plaats van sepulcri3° dealbata in
plaats van dealbatien als gij niet te dom zijt, gij zult leeren
verstaan, dat sepulcrum van het onzijdige geslacht is in
plaats van van het mannelijkeen dat dealbatum moet over
eenkomen met het zelfstandige naamwoord sepulcrum in
geslachten in getal; ja, hoe is het mogelijk dat voor eenen
keer dat gij tivee woorden latijn schrijft, er vijf fauten moe
ten in zijn Nochtans wij verstaan tot een zeker punt
waarom den zwarten boel van het Nieuwsblad liever sepulcri
dan sepulcra geschreven heeftde zwartjes zouden immers
niet overeenkomstig zijn met hun eigen zeiven; ten allen tijde,
zelfs onlangs vóór de Rechtbanken, hebben zij bewijzen ge
geven van hunnen voorkeur van het mannelijke geslachten
niet te vreden zijnde met onder de levenden verergernis te
geven, zij zouden nog willen in de graven nederdalen om de
doodbeenderen van schrik en ijzeling te doen beven, en alzoo
maken zij de graven van het mannelijke geslacht, en zeggen
sepulcri in plaats van sepulcra. (Het gevolg per naasten).
Met het eindigen van het jaar hebben wij niet veel nieuws
onze lezercn mede te deelen. Het schijnt dat alles rust en dat
bet] nieuwszich wil sparen voor 1869. Nu, nu, beter
geen nieuws dan slecht.
De morgend-concerts door het 10e regement gegeven blij
ven voortdurend veel en schoon gezelschap naar de groote
Hallezaal te iokken, en Zondag laatst was er meer dan na ge-
woote.
De Kunst- en Letterkring zet rustig zijne werkingen voort;
M. Aug. Böhm, kunstschilder, heeft Woensdag laatst een
overschoon verslag afgelezen over de IJpersche Tentoonstel
ling van kunstvoorwerpen van verledene oogstmaand, verslag
welk zeer kernachtig opgemaakt is en geschikt om in onze
Toekomst opgenomen te worden; nog twee voordrochten
waarvan een van denzelfden heer Böhm en een ander dooi
den heer J. Cordonnier zullen insgelijks onze lezeren mede
gedeeld worden.
In ons aanstaande nummer zullen wij spreken over de
openbare voordracht van den heer Lenaerts welke jons Zater
dag avond, 26 dezer, in stads Schouwburgzaal werd gegeven.
De lotelingen der lichtingen van 1861 tot 1868, die,
in den loop van laatstgemelde jaar, hetzij door het overlijden
van hunnen vader of moeder-weduwe, hetzij door de wettige
scheiding of echtscheiding hunner ouders, hetzij eindelijk
door het overlijden van eenen of verscheidene broeders, recht
op dienstvrijdom zullen verkregen hebbende, overeenkomstig
artikels 91 en 94 der voorgemelde wet van 1817, zullen
hunne vraag ter bekoming van dienstontslag, schriftelijk en
gestaafd door de gewoonlijke gevergde bewijsstukken, vóór
den 5 Januari aanstaande, aan het plaatselijk bestuur hun
ner gemeente moeten zenden.
Poperinghe, 21 December 1868.
Iets dat de bevolking van Poperinghe grootelijks moet ver
wonderen,'t is dat men nergens meer hoort luiden en bellen,
en nergens de kerken en kloosters meer ziet floreeren dan in
onze stad, en dat men tenzelfden tijde hier bijna van niet an
ders hoort prediken dan van de hedendaagsche vervolgingen
tegen het Geloof en de geestelijkheid.
Terwijl men dagelijks ziet werken aan het herstellen en
versieren van kerken met het geld van liberale subsidien
terwijl alle godsdienstige plechtigheden, patroonfeesten,
processiën, jubileën, berechtingen, enz., zich nu in volle
vrijheid verrichten gelijk ten tijde Aan onze voorouderster
wijl men hier op vele heiligdagen doof en blind gebommeld
is van 's morgens tot 's avonds, zonder dat de politie, die het
gerucht van een trommel mag verbieden, hiertegen iets te
zeggen heeftterwijl de geestelijken, boven hunne jaarwedde
van Staat en Stad, voor uitvaarten, jaargetijden, intentie
missen, huwelijken en doopingen vet betaald worden, en,
onder alle slach van benamingen, geldlichtingen mogen doen
tot onderstand van hunne heerschappij, welke schooierijën
aan een armen duivel op straat verboden zijn terwijl zij in
alle wereldlijke zaken hun woord te zeggen hebben, zonder
dat het burgerlijk gezag in de geestelijke zaken zich het minst
mag bemoeien; eindelijk, terwijl zij, behalve al die vrijhe
den, welke wij hun geenszins betwisten, nog door sommige
privilegiën geplaatst worden boven de gelijkheid der burgers
voor de wet, zij weten dagelijks te klagen, te schreeuwen en
te tempeesten over hun gebrek van vrijheid en over de kwel
lingen en verdrukkingen door de liberalen hun aangedaan
Nog onlangs een hevige pater jesuiet, in een oogenblik dat
niemand het minste teeken van al die vervolgingen rond zich
ontwaarde, is ons op den stoel der waarheid komen wijsmaken
dat de bezwaren der catholijken ten top gestegen waren, en
dat de religie voorzeker zou ten onderen gaan indien wij den
oorlog welken de liberalen haar aandoen, niet uit al onze
krachten tegenwerken om zegepralend uit den slag te gera
ken. Onder de booze listen, zegde hij, welke de vijanden dei-
kerk in het werk stellen om den Godsdienst te vernietigen,
er is geene die meer te'vreezen is dan de stichting in alle ge
meenten van slechte scholen waar het christelijk onderwijs
uitgebannen is, en, met opgezetten wil verzwijgende dat de
priester den vrijen toegang heeft in al de Lagere Scholen van
den Staat, en dat het maar van den Bisschop afhangt van een
geestelijken onderwijzer te zenden in de Middelbare Scholen,
bij valt geweldiglijk uit tegen het genootschap bekend onder
den naam van Ferbond van Onderwijs (Ligue de l'Enseigne-
ment), 't welk hij uitschildert als eene heische uitvinding van
de francs-magons en de godshaters.
Maar welhaast zag men de oor Yan den fabel uitsteken,
want de verdoeming van dit genootschap was bij den predi
kant maar een middel om zijn eigen winkel aan te prijzen en
de geestelijke gestichten boven de wereldlijke te verheffen. Na
tegen de waarheid bevestigd te hebben dat liet Verbond van
Onderwijs geen ander doel heeft dan van, bij middel van in
schrijvingen geld op te zamelen om overal goddelooze
scholen te stichten, hij wekte zijne toehoorders op om ook,
bij middel van inschrijvingen, de ondernemingen te begunsti
gen van het genootschap van S' Franciscus de Sales, strek
kende om goede scholen er tegen te stellen waarvan zich
nergens de noodzakelijkheid doet gevoelen.
Wanneer men overal het getal goede scholen bezichtigt
die zoowel de landgemeenten als de steden vervullen, men is
welligt overtuigd dat al dat geweld maar eene oogverblinding
is, en dat het broederschap van S' Franciscus de Sales tot
niet anders strekt dan om nieuw geld te slaan, 't welk, gelijk
de opbrengsten van zoo veel andere instellingen, zal dienen
om den oorlog te voeren tegen het burgerlijk gezag en het
land te vervullen met goede gazetten in het slach van 'r Jaar
50.
Daar is de uitlegging der zoogezeide liberale vervolgin
gen. Indien erin Poperinghe gelijk elders menschenvervol-
gers en godsverloochenaars zijn, 't zijn veeleer onze heersch-
zuchtige tegenstrevers die, terwijl God zegt dat zijn rijk van
déze wereld niet is, de religie gebruiken om hunne heer
schappij boven de burgerlijke macht te plaatsen, en die al wie
liberaal is vervolgen tot het graf. X.
Er gaat een patroontes, nieuw model, ten gebruike on
zer infanterie-regementen worden gesteld. Zij zal van zeildoek
gemaakt zijn, in het zwart geverfd en zal zes jaar moeten die
nen. Deze patroontes zal tegen fr. 1-14 de soldaat worden in
rekening gebracht. Tol hiertoe moest de gibern door den sol
daat niet worden betaald, daar zij als deelmakende van de wa
pening werden aanzien.
Men schrijft uit Parijs aan de Gazette van Keulen, dat
M. de Lagueronnière, gezant van Frankrijk, eensklaps uit
Brussel te Parijs is aangekomen en eene bijeenkomst met den
keizer heeft gehad.
Een stoutmoedige diefte in den nacht van Donderdag
jot Vrijdag laatst gebeurd bij M. A. Carbon, wonende in de
S'Jozefstraat te Oostende. Na bij middel van gereedschappen,
eene luik en eene ruit van het bureel, dat op straat geeft te
hebben uitgenomen, is de dief in huis gedrongen, heeft eenen
lessenaar en een meubel opengebroken waaruit hij tien bank
briefjes elk van 1000 fr. in verschillige muntspeciën. Ziehier
de nummers der bankbiljetten
Y 7 554, X 6 3-18', F 7 421X 5 252, Z 6 445
1' 8 90, Z 7 595, F 7 9, F 8 973 C 6 546.
Een koninglijk bessuit van 2 December, schaft den grijs-
blawen mantel af der kavalerie, om hem te vervangen dooi
den ouden mantel met kraag, in donkerblauw laken voor de
jagers en lansiers, in groen laken voor de gidsen en voor de
kavalerieschool.
Eene tentoonstelling van schilder-, beeldhouwen gra-
vuurwerken zal den 29 Maart 1869 te Luik geopend, en den
51 Blei daaropvolgende gesloten worden. Er zullen vele tafe-
reelen aangekocht worden voor den tombola, zonder te reke
nen die voor partikulieren, zooals in 1866.
patrijzenjacht. Bij ministerieel besluit is er vastge
steld, dat de patrijzen-jacht te rekenen van 51 dezer, te mid
dernacht, niet meer zal toegelaten zijn.
Te Brugge en in de omstreken zijn valsche dubbele franks
met de beeltenisvan Leopold II, nieuwe munt, in omloop. Zij