Stads Nieuws. Yerschillige tijdingen. aan, zegt het,als er met de inkomsten der fondatie 25 nonnen in plaats van 8 konnen worden ge kweekt Dit gaat iedereen aan die voor de belangen van den armen moet zorgen Jufvrouw Van Zuutpeene heeft die fondatie ingericht en Maria-Theresia heeft ze goedgekeurd om de be hoeftige kinders een geschikt onderwijs te geven en kanten te leeren maken, bepalende dat er met het overschot kleedingsvoorwerpen zouden worden uitgedeeldbijgevolg de gifle is niet gedaan ge weest om nonnen te kweekenZooveel tc min de wijl er in den akt der fondatie uitdrukkelijk is bepaald, dat men van het gesticht nimmer noch een beslotennoch een ander klooster zal mogen maken. HET YRAAMSCII BIJ MET EEG ER. Wij lezen in den Koophandel van AntéWperffG dézer: ii Reeds hadden wij gelegenheid van de pogingen te spre ken, welke twee vlaemsgezinde officieren van ons leger aan wenden om de Moedertaal in het onderricht der theoriën, in de regimentaire scholen en in andere leergangen te gebrui ken. ii Het krachtdadigste middel bestaat gewis hierin vooreerst de reglementen, verordeningen, enz., in het vlaamsch over te zetten, ze in de regimenten te verspreiden en ze nevens de fransche ter aanleering te doen aannemen. Voegen wij hier bij, dat, indien mén van alle militaire oversten van kor poraal tot generaal toe eischte de twee talen te spreken, men weldra bij het leger van geene vlaamsche grieven meer zou weten te spreken. ii Althans de luitenanten Vande Weghe en Van Acker ko men hun tweede werk DE SOLDATENSCHOOL, gijmnas- tink, zwemlcunde en bajonetschermen), bij de hh. Mar- chand en C.°, te Antwerpen, ter pers te leggen. ii Jammer maar, dat het gebruik hunner reeds uitgegeven vertaling in de regimenten nog,, niet verplichtend is gewor den, maar slechts naar willekeur als een voortbrengsel der fantazie wordt aanzien en doorbladerd en het van den eersten kolonel den besten kan afhangen om in kompagnies en batail- lons de vlaamsche theorie buiten te sluiten. Jammer maar, dat de hooge overheid er tot hiertoe de dringende noodzake lijkheid niet van bevroedt om onze tot den krijgsdienst ver plichte landgenooten in staat te stellen, de onderrichtingen en gansch het militair vak in hunne moedertaal te laten lee ren. ii Voor ons is het eene betreurenswaardige zaak dat de hh. Vande Weghe en Van Acker schier de eenige zijn die bij het leger voor de vlaamsche belangen op de bres springen, en nog meer betreurenswaardig dat het Ministerie van Oorlog, nogtans der nuttigheid en der verdienstelijkheid dezer vertalingen overtuigd zijnde en zulks erkend hebbende weinig doet om er eenen goeden en rechtvaardigen uitslag te doen uit voortspruiten en deze vlaamsche en welmeenende of ficieren slechts komt zeggen Uw werk is goed, maar met het vlaamsch moeien wij ons niet, indien het u bevalt moogt gij uw werk op eigen kosten laten drukken, gij kunt daar voor inschrijvingslijsten openen en inteekenaars opzoeken!!... ii Welke rechtvaardigheid, welke billijkheid en vooral welke logiek ii Waarom niet de vlaamsche theorie als de fransch op re kening van ons overmatig budjet van oorlog doen drukken en het in de handen der vlaamsche troepen stellen? Waarom niet de vlaamsche zoowel als de franscheofficiël verklaren? Of zou een vlaamsch soldaat in zijne taal onderwezen een min dapper strijder zijn dan een waal die zijne theorie in het fransch geleerd heeft Waarom dus onzen korporalen en sergeanten niet toelaten hunne les in het vlaamsch te leeren en op te zeggen. ii Waarom met den vlaming niet immer en overal als met den waal gehandeld ii En op deze wijze wordt niet alleen het onderricht der vlamingen bij het leger erg belemmmerd, maar daarenboven zij, die reeds door enkele kennissen in staat zouden zijn tol de lagere graden op te klimmen, worden gedwongen de aan spraak op de katoenen of gouden strepen als voor eene zotte verwaandheid te aanzien want wij weten het maar al te wel bij het leger kan slechts de vlaming iets worden,voor zooveel hij de fransche taal machtig is, terwijl integendeel van den waal slechts de kennis van zijne spraak wordt gevorderd. ii Hoevele onzer militianen zien wij telken jare niet onder de wapens treden die hier een vlaamsch en degelijk onder richt genoten hebbende, flinke korporaals en wakkere onder officieren zouden kunnen worden, indien het aanleeren der uitsluitelijk fransche theorie hun niet afschrikte en indien zij niet als onwetende en plompe vlegels aanzien - gestadig in onaangenaamheden en moeielijkheden verkeerden met hunne weinig vlaamschgezinde overheden, waarmede zij da gelijks te doen hebben. Dat deze maar al te droeve, doch ware beschouwingen de hh. Vande Weghe en Van Acker van hunne ingeslagen baan niet afwenden en dat de zwarigheden en de tegenkantingen die tot heden hunne pogingen mochten dwarsboomen hun ten minsten den moed niet doen zinken. Het doel dat zij voor oogen hebben is edel en rechtvaardig en zijn zij naar verlan gen tol hiertoe in hunnen aanvankelijken oproep nog niet ge slaagd, wij beloven hun met zekerheid dat eens de lijd komen zal dat hun werk zal bekroond worden. Hun loon zij thans slechts de dankbetuigingen van ieder vlaamsch hart, in de hoop dat weldra bij iedereen de overtuiging der goede zaak zal binnendringen ten minsten bij hen die het met het Vader land wel meenen. IJperen, 13 Maart I8G9. NOG ALTIJD OVER DE LAMOTTESCKOOL. Wij hebben in ons laatste nummer het inrichtingsdecreet laten kennen van dit gestichtnu zullen wij het Koninklijk be sluit laten volgen waartegen sommige inwoners zoo schreeu wen zonder deszelfs inhoud noch beteekenis te kennen, omdat zij zich alle slacli van vertellingen hebben laten opvesten en waaraan zij geloof hechtten 2onder eens te onderzoeken of den grond rechtzinnig was. LEOPOLD II, Koning der Belgen, ii Aan alle tegenwoordige en toekomende, salut ii Gezien het edikt van Keizerin Maria-Theresia, van 9 Sep tember '1766, de toelating verleenende aan Mej. Clara-Fran- cisca-Henriette Van Zuutpeene, dame de la Motte, te IJperen eene kostelooze dagschool op te richten, voor de arme meis jes, waar men ze in de christelijke leering zou onderwijzen ter zeiver tijde men ze zou leeren lezen, schrijven en kant werk maken, volgens het plan van inrichting door de begift- sier medegedeeld Gezien de wet van 19 December 1864, op de stichtingen van openbaar onderwijs, en voornamelijk de art. 1, 10 en 49, en de wet van 23 September 1842, op het lager onderwijs ii Gezien hef advies der Bestierster van bovengemeld ge sticht, in dato 17 April 1866, der Bestendige Deputatie van den Provincialen llaad van West-Vlaanderen van 28 December van't zelfde jaar, en van het Slads-Bestuur van IJperen, ge- dagteekend 29 Juni 1867 ii Op voorstel onzer Ministers van Justicie en van Binnen- landsche zaken, ii Hebben besloten en besluiten ii Art. 1. Het Bestuur der fondatie, door Mejuffer Van Zuutpeene ingericht, en der goederen die er van afhangen, is overgezet aan het Stads-Bestuur van IJperen, zonder inbreuk op de rechten der derden. ii Art. 2. In de maand der verwittiging welke aan de overste of bestierster der bedoelde school gedaan zal zijn, moet zij in het Secretariaat van stad al hare lijtels, boeken en andere oorkonden deze fondatie aangaande welke zij in haar bezit heeft, nederleggenin hetzelfde tijdverloop zal zij aan Stads-Overheid rekening geven over haar bestier, die het, mits haar advies, aan de goedkeuring der Bestendige Depu tatie van den Provincialen llaad zal onderwerpen. ,ii Onze Minister van het Inwendige is met het uitvoeren van het tegenwoordig besluit gelast. Gegeven te Laken, den 19 Januari 1869. (Get.) LEOPOLD. Van wege den Koning De Minister van Justicie (get.) Bara. De Minister van 't Inwendige (get). Eudore Pirm'ez, ic De goederen der fondatie Van Zuutpeene zijn gegeven voor de meesteressen, en indien ze het inkomen vereten met 4, 8, of 23 zegt het Nieuwsblad dat gaat niemand aan. iiJa wel, Nieuwsblad, het gaat de arme kinders aan want het is hunnen eigendom en niet degene der mees teressen, dewijl de overschot moet dienen om het lot der arme kinders zooveel mogelijk te verzachten, en dat er waar achtig niet veel kan overblijven als er 23 nonnen moeten van leven, in plaats van 4 of 8. Dus het kapitaal der fondatie aan den armen toebehoorende moet er natuurlijk rekening van gedaan zijn en dour alle wet telijke middels gewaarborcht worden tegen alle verlies of vervreemdingen wij besluiten dat het lawijt en aanhitsingen niet anders dan comedie zijn van eenige heerschzuchtigen om het bestier van .de Lamotten in hunne handen te blijven houden. Zijn het St. Jans-Gasthuis, de Belle, het Hospitaal, en zoo menig andere gestichten minder wel bestierd, en hebben de nonnen zich te beklagen, omdat deze gestichten regelmatig bestierd worden Zekerlijk neen. Het zal met de Lamolte- schooi ook zoo gaan en de menschëri die nu helpen redenee ren over eene zaak dat zij niet begrijpen, zullen alsdan zeg gen u Wij waren toch dom van ons alzoo te laten zetten, en naar al deze kinderachtigheden te luisteren. Zondag in den namiddag is er in de Platteelstraat alhier een gevecht gebeurd tusschen zekeren Doolaghe en Slosse. De eerste is (zoo men zegt) doodeüjk verminkt, doordien hij een erge stamp in den onderbuik ontvangen heeft. Zondag avond heeft het Bal der Maatschappij de Ware Kruisboogschutters in het Café de la Bourse plaats gehad en is buitengewoon wel geslagen. Een schoon orkest deed de zaal weêrgalmen met zijn toover-akkoorden de balzaal was uitnemend schoon versierd en er mangelde niet een liefheb ber tot den dans. De vrolijkste eendracht heeft van den beginne tot het einde niet opgehouden te heerschen en ieder is even veel te yrede over de uren vermaak welke men aldaar overge bracht heeft. Hetzelfde mogen wij zeggen van het Bal welk plaats gehad heeft in Barbara-Iiof, gegeven door de Cercle de l'Union. De leden dezer Maatschappij hadden zich vermomd en den Zondag in den namiddag op drij wagens rond de stad gere den, vergezeld van een muzijk. Het weder heeft deze feest begunstigd en eene menigte wandelaars uitgelokt die geheel den namiddag eene buitengewone levendigheid aan de straten onzer stad gegeven heeft. Donderdag laatst heeft de Koormaatschappij onzer stad de familjen barer leden met een schoon Concert vergast, welk plaats had in haar gewoon lokaal den Gouden Arend. In de bijzondere loftuigingen treden, ware onmogelijk, want alwie dezen avond zijn talent aan het feest geleend heeft verdient toejuichingen en heeft er ruimschoots ingeoogst.Dus, wij zul len ons bevredigen met te zeggen dat de zang en muzikale avondstond van Donderdag laatst een der schoonste feesten geweest is dat de Koormaatschappij, sedert haar bestaan, aan hare leden nog gegeven heeft. De Maatschappij de De YLaamsche Ster had reeds hare plakbrieven uitgegeven voor hare vertooning van Zondag toen eene nieuwmaar is toegekomen dat haar tooneelspeelster, welke Brussel bewoont, onpasselijk is. Dadelijk heeft zij al hare aankondigingen doen intrekken en hare tooneelvertoo- ning verschoven tot op een anderen dag. Programma der stukken welke Zondag ten middage in de groote Halle-Zaal door het muziek van 't I0C regement, onder het bestuur van den heer Walhain, zullen uitgevoerd worden 1. Grande Marehe Indienne de l'Africain, (Meyerbeer) arr. par Walhain. 2. Ouverture de Giralda, Adam. 3. Don Sébastien, fantaisie, (Donizetti) arr. Snel. 4. Dublin, valse, (Labitzky) arr. par Zulch. ONTMUNTING DER KOPEREN STUKKEN VAN VIJF EN TIEN CENTIEMEN. Een koninklijk besluit van 6 Maart bevat het volgende: Art. 1. De koperen stukken van vijf en tien centiemen, ge slagen krachtens de wet van 5 Juni 1832, zullen ophouden wettigen gang te hebben te rekenen van 10 Maart 1869. Art. 2. Van 10 Maart 1869 lot 11 Juni 1869 zullen deze stukken uitgewisseld worden tegen nickelnmnl in de Nationa le Bank te Brussel, bij de agenten der bank in de provintien en in debureelen der ontvangers van belastingen in desleden en gemeenten, waar geene agenten van de staatskas bestaan. Daarenboven zullen de onlmunttestukken ontvangen wor den tot op Juni 1869 in de openbare staatskassen, in beta ling der belastingen, enz. In de belgische hospitalen, zegt de Gazette de Mons, en wij zijn volkomen van haar gevoelen, zou men wel doen zich wat menschlievender te toonen. Wanneer een soldaat gevaarlijk ziek is verwaarloost men niet alleen zijne ouders te verwittigen, maar deze vernemen maar den dood van hunnen zoon, wanneer men de kleedings massa regelt. Dit is hoogst onmenschelijk en wij durven ver hopen dat indien de minister van oorlog over dien staat van zaken verwittigd werd, hij onmiddelijk de noodige bevelen zou geven, opdat de soldaten voortaan niet meer als wezenlij ke parias zouden behandeld worden. Wij lezen in het verslag der middensektie, gelast niet het onderzoek des budjets van binnenlandsche zaken de vol gende regelen ic De middensektie beveelt het gouvernement aan, van de bezoldigde konsuls de kennis der Vluamsche taal te eischen, en in het handels-instituut van Antwerpen eenen verplichtenden leergang van Vlaamsche taal, voor de leerlingen-consuls te openen. De studenten die zouden verlangen eene van de 60 beur zen van 400 franks, voor het academisch jaar 1869-1870, te bekomen, ingesteld door art. 45 van de wet van I Mei 1857, moeten voorden 15 Mei aanstaande, hunne vraag op geze geld papier, aan den koning zenden. Die vraag moet vergezeld zijn van een getuigschrift door de gemeente overheid afgele verd, vaststellende dat de student en diens ouders weinig be middeld zijn, en dat petitionnaris inderdaad eene beurs noodig heeft om zijn studiën voort te zetten. Het is kurieus te zien tot welken afslag medebrengt de aanbesteding der levering van het vieesch, noodig voor de troepen van het leger, daar waarde krijgsoverheid geene beenhouwerij heeft. Men kan oordeelen door de volgende uitslagen, aan een officieel dokument van het departement van oorlog ontleend, wat profijt zekere beenhouwers moeten doen, die hun vieesch fr. 1-6(1 en meer per kilo doen betalen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 2