Stads Nieuws. Verschillige lijdingen. hebben wij noch gezegd noch gedacht. Anders is het van te stelen of van slecht te besturen, en het overleggen der rekeningen zal bewijzen of degene, die zich niet het bestuur dezer fondatie op eene onwettige wijze hebben belast, deswege geene ver- wijlselen verdienen. Yerscheide geruchten zijn daarover in omloop en wij zullen ons weerhouden van dezelve aantehalen, vooraleer daarop onweder- lcggelijke bewijzen te hebben bekomen. Welk is het doel van de wet die de stichtingen voor het onderwijs door wettelijke besturen wilt doen beheeren Is het zooals de Clericale nieuws bladeren hel zouden willen doen gelooven, om daar uit een genot te trekken of om dezelve van de inzichten der stichters af te keeren In het geheel niet, maar integendeel om de opbrengsten der goe deren daaraan toegewijd van hunne ware bestem ming niet te laten vervreemden. Er zijn reeds te veel voorbeelden geweest van bestuurders welke geene veranlwording opleverden, die de kapitalen der stichtingen hebben verkrenkt of geheel op- geëtcn er beslaat in onze stad zelve daarvan een voorbeeld: over öO jaren was er alhier eene stich ting van denzelfden aard van die der lamolteschool, den naam dragende van Bastiaansschool, welke fondatie gelijk die der Lamottcn door de overste zelve was bestuurd en zich bevond in de gebouwen thans dienende voor militair hospitaal; na dal het kapitaal der stichting was opgeëten, men leende rechts en links, overal waar men geld kon krijgen: meest al de spaarpotten van bedienden en weinig vermogende sukkelaars werden onder de schoonste beloften afgeperst, hetgene tot de bankeroet heeft geleid, zoodanig dat niet alleenlijk bel gesticht dooi de macht der zaken werd afgeschaft, maar dat nog een oneindig getal ongelukkigen geheel hun heb benschap hebben verloren! Indien dus het beslaan van hel Lamotlegesticht niet zou gewettigd worden, welke is de waarborg dat het eerst of laatst inel hetzelve niet zal vergaan zoo als met de Bas tiaansschool? De Clericale nieuwsbladeren der stad redeneeren altijd alsof de inzichten van het bestuur zouden zijn van de Lamottenonnen plotseling op straat te werpenwelke de gevolgen zouden kunnen zijn van baren onvoorzichtiger) tegenstand kunnen wij niet voorzien, maar w ij bobben de overtuiging dat de inzichten van den staat en nog min van liet Ge meente Bestuur niet zijn van ter uitvoering der wet zulken maatregel te nemen. Er bestaat geen twijfel dat, indien de eenvoudige dochter, die kwaadgezinden in een politiek belang willen be driegen. zich op eene betamelijke wijze aan de be palingen der wet onderwierpen dat alles op den zelfden voet als te voren zou blijven voortduren, en dat het eenigste verschil die daaruit zou voort spruiten is dat de stad geld zou moeten toedragen, niet alleenlijk om de gebouwen, die zich in eenen gemeenen staat bevinden, te herstellen, maar ook om de religieuzen, boe buitenmachtig het getal moge zijn, tot de uitsterving van een gedeelte, te onderhouden. marsumm mmatamatatsnsKm^tm IJperen, 20 Haart 1869. Woensdag, omtrent 7 ure des avonds, de echtgeno ten Malfait, neeringdoeners, terug komende van de markt eener omliggende stad, stonden niet weinig verbaasd toen zij hunne huisdeur open vonden. In hunne afwezigheid waren dieven in hun huis gedrongen, de deur der slaapkamer open gebroken alsook deze eener commode en er 500 fr. in gouden geld en 100 fr. in stuivers uit gestolen. De nachtwakers had den in den vorigen nacht licht op de kamer gezien en dacht- leti dat de meuschen van den huize nog naar de markt niet waren vertrokken, nogtans waren dezelve reeds van den Dinsdag avond de stad uitgereden. Het is te hopen dat de na- vorschingen der politie welhaast het speur der dieven zal doen ontdekken. Y De Cercle Commercial et Industrie! onzer stad heeft Za terdag laatst eene algemeene vergadering gehouden, het voornaamste dat er uil deze vergadering gesproten is, is een verzoekschrift aan de Kamer der Volksvertegenwoordigers strekkende tot het bekomen van den aigemeenen brievenlaks aan 10 centimen voor geheel het binnenland. Het verzoek schrift is bij ai de handelaars onzer stad aangeboden en met talrijke handteekens bekleed geworden. M. Justice, Ieeraarbij de Middelbare School, zal voort gaan met twee leergangen van rekenkunde te geven, alle Zondagen van 8 lot 'J en van 9 tot 10 uren 's morgens, tc beginnen van den 4" April tot dén 29° Juli (den 16° Mei uit genomen) aan de leerlingen der Professionneele School ge voegd aan de Akademie van fraaie kunsten. De Besturende Kommissie koestert de hoop dat de leer lingen en hunne ouders het nut dezer lessen zullen weten te waarderen. Degene die dezelve met vlijt bijwonen zullen prijzen kunnen bekomen op het einde van de leergangen. -¥• Y Programma der stukken welke Zondag§ ten middage in de groote Hallc-Zaal door het muziek van 't 10e regement, onder het bestuur van den heer Walhain, zullen uitgevoerd worden 1. Quadrille, Le Coucou du Rois de Boulogne, Bousquet. 2. Ouverture, Le Poè'te et le Paysan, Auber. 5. Si Masnadière, fantaisie, (arr. par Schroder) Verdi. 4. Fête au Camp, polka, Baratto. DE PASMUNT. Wij vermrenen eenen dienst aan 't publiek te bewijzen met te melden dat iedereen gehouden is l volgende pasgeld te ontvangen en niemand 't recht heeft ie weigeren, te weten Frankrijk, de stukken sedert 1864; Belgie, de stukken van Leopold II Italien, de stukken geslagen sedert 1863 Zwitserland, de stukken geslagen sedert 1860 Pauselijke Staten, de stukken van Pius IX. Dit bericht is nuttig, vermits verscheidene stukken, tot bo vengemelde!! bchoorende, in den' handel zonder recht of re den, geweigerd worden. Zoo als wij reeds gemeld hebben, zijn de belgische koperen stukken 5 en 10 centiemen niet meer gangbaar sedert 10 Maart, Men kan ze echter nog tot 11 Juni tegen niekelmunt uitwisselen. Men bemerke wel dat dit besluit geenszins betrekking heeft op de fransche stukken van 5 en 10 cent", die geen wettigen loop hebben noch ooit gehad hebben. Deze stukken moet men niet aanveerdeu als men niet wil. Het is alleen bij misbruik dat zooveel dezer stukken in omloop zijn. Dezer dagen zijn te Nieupoit aangekomen de heeren ingenieurs gelast met het op te maken plan voor het leggen der spoorbaan, die deze stad) aan den zee-oever of hadplaats verbinden zal. Bij koninklijk besluit van 9 Maart, zijn hulpsommen toegestaan aan de volgende leerwerkhuizen: Ardoie, ij80 fr.; Aartrijke, 920; Cortcmarck, 580; Gereken, 83a; Dixmude, 371-25; Ghistel, 746-88; Hooglede, 620; Lichtervelde, 682- 06; Langemarck, 813-02; Nieuport, 300; Poperinghe, 800; Rousselaere, 725-60; Staden, 548; Thouroul, 700; Westroo- sebeke, 704. Men schrijft uil Oostende: De visschers die onze haven binnenkomen, maken een droe vig tafereel van den slaat der zee, welke, volgens de bewce- ringen der matrozen, thans een treffend tooneel voor een schilder van zee gezichten zou uitmaken, die onderzijn werk: Na den storm zou kunnen plaatsen. Men ziet niets anders dan bovendrijvende wrakken,eene tegeneenbotsing van lijken, roeispannen, verbrijzelde bootjes, gedeelten van dek'schansen, hangmatten, planken en stukken hout. Ziende wat er boven drijft, kan men zich een gedacht vormen van hetgeen de zee op nieuw voor altoos heeft ingezwolgen. Men verwaarloost geene schatting der weerdijen in geld, schepen en bevrachtin gen, om enkel aan de ongelukkige slachtoffers van den storm te denken, aan de ijselijke doodsnood die verscheidene onder hen hebben onderstaan, voor aleer door den Oceaan inge zwolgen te worden aan de arme weduwen en weezen die de schipbreukelingen beweenen. Het is te vreezen, dal het nog bijzonder onze kusten niet zijn die het meest door de laatste tempeesten hebben geleden, alhoewel de wrakken zoo talrijk in onze waters zijn. Inderdaad,onze vischvangst, die zooals men weet, zeer talrijk is, is maar weinig of niet beproefd ge weest; de verliezen zijn betrekkelijk zeer klein. Zaterdag is hes grauwvuur te Elouges, in de koolmijn Longterne-Ferrand uitgebarsten, maar de 400 personen, die er in werkten, hadden gelukkiglijk den tijd om het gevaar te ontvluchten. Donderdag namiddag hebben drie werklieden in de kool mijn den dood gevonden. Zij waren een ader aan 't kappen, toen het grauwvuur eensklaps uitborst. Terwijl zij het gevaar oulv luchtten, vielen zij in eenen put met water en vezdron- ken. Bij koninklijk besluit van 3 Maart is de minister van oorlog gemachtigd definitieve verloven aan de miiilianen van 1859 toe le staan. Er heeft in de gemeente Burges, nabij Saintes, eene verschrikkelijke ramp plaats gehad. De ketel in de vlasfabriek van M. Havaux is gesprongen. De zoon was op het punt de machien in gang te stellen toen zich eene verschrikkelijke ont ploffing liet hooren. Ite muren, het dak, alles is in puin. De zoon werd oiiivgrre geworpen en de vader lag onder de pui- nen, in 't midden vau het vuur, zijn hoofd alleen stak uitna eenige minuten in dien toestand te zijn gebleveu, heeft zijne vrouw, met behulp van andere personen, hem er uitgetrokken, zijn linker ben is gebroken. De schuur, die vol met vlas lag, stond in brand. Men moest eerst het vuur blusschen alvorens men de wegruiming der pniiien kon beginnen. Vijf werkmeisjes lagen onder het steen gruis begraven. Silvie Breunaert, oud 20 jaren, werd eerst gevonden; daarna ontdekte men noch twee meisjes, een 16 en 14 jaren, bijna geheel verkoold rond den middag heeft men de twee andere meisjes, een van 15 en een van 17 jaren uitgehaald. wijl zijne vrouw en zijne dochter zich met het beteulen van hun stukje land bezig hielden met iever op de jacht van mar ters en vossen over, welker pelsen in oostelijk Rusland het voorwerp van een aanzienlijken handel uitmaaken. Dan, helaesalles nam weldra eene andere wending: de edelmoedige 43 athchiki werd naar S* Petersburg teruggeroe pen, en de gouverneur, die hem opvolgde, was volstrekt met dezelfde gevoelens niet bezield. Op bevel van dien nieuwen ambtenaar, werd de arme Tzernikof. genoodzaakt om zich, iu gezelschap van twintig andere bannelingen, naar Mangarea te hegeven, welk stadje, in eene steeds ijskoude streek gelegen, meer dan honderd mijlen van Tobolsk verwijderd was. Hoe smel tend hun dit bevel ook viel, onderwierpen echter Tzerni kof en de zijnen zich met overgeving aan hetzelve en vertrok ken, vol vertrouwen in Gods bei mhertigheid. De deugdzame man zegde: God is onze Vader en beschermer en zal hel steeds blij ven, al wilde ook de gansche wereld mijn ongeluk bewerken. Met inojs-d verdroegen zij de vermoeijemssen diêr lange reis, langs woestijnen en met sneeuw bedekte vlakten, en kwamen eindelijk, na een onnoemelijk lijden te Mangarea aan. Daar, even als le Tobolsk, wees men hun eene hul en een stuk grond aan, welks heteuling in hunne noodwendigheden moest voorzien. Wanneer zij in die ellendige woning waren getreden, be zagen moeder en dochter elkander droevig. De vader toonde niet de minste neêrslagtigheid. Houden wij moed zegde hij tot zijne vrouw en zijne dochter. Dikwijls komt men gemakkelijker tot het doel langs wegen, die met doornen zijn omgeven, dan langs eene baan, welke met roozen is bezaaid. Overigens is de Aiontfermer nog altijd daar. Stellen wij in Hem steeds een onwankelbaar ver trouwen. Even als altijd aan den goddelijken wil onderworpen, her vatte hij zijne gewone bezigheden, zooals de jacht en de visscherij, terwijl zijne vrouw enNahyda zich langzamerhand aan het strenge klimaat gewenden In dien lusschentijd beklom, in 1801, keizer Alexander I den troon. Sedert vier jaren leefde het verbannen huisgezin te Magarea, wanneer op zekeren dag Nahyda, die zich on ophoudelijk met het lot barer goede ouders bezig hield, tot haren vader zegde: Dikwijls hoor ik zeggen, dat onze keizer met een reeht- veerdigen geest is bezield. Ik ben voornemens naar S' Peters- burg te gaan, mij aan zijne voeten le werpen en hem te smee- ken dat men u regt late wedervaren. Vergun mij dus lieve vader, dat ik dit voornemen uitvoere Mijn kind, antwoordde Tzernikof bewogen, uw besluit is schoon, is edel, het getuigt van de goedheid uws herten, van uwe ouderliefde; doch het offer is te groot, en uw plan is onuitvoerbaar ook zoudt gij u aan duizende gevaren kunnen blootstellen, en dit verlang, dit wil ik niet. Zie dus van uw voornemen af, mijne dochter. Ik kan er niet van afzien, lieve vader, antwoordde Na hyda, terwijl zij zich weenend aan zijne voeten wierp; het schijnt, dat God mij dat voornemen heeft ingegeven. Ach, laat mij dus gaan ik za! gewis in mijne poging gelukken. Mijn kind, hervatte de vader, met tranen in de oogen, gij stelt uw leven in de waagschaalgij kunt onderwege be zwijken, en dan dan wordt ons lijden, ons zielesmert nog grooter. Blijf dus hier! God zal mij op mijne reis geleiden en beschermen, lieve vader, hernam de engelachtige Nahyda smeekend met gevouwen banden Ilij zal mijn doel bekronen, den keizer ten uwen opzichte bewegen en gij, gij zult onschuldig verklaard, vrijgesteld worden en gelukkig zijn. Wordt voortgezet

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 2