VAN IJPEREN. 4 FRANKEN 'S JAARS Nr 370. Achtste Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. DE ZINNELOOZ.E. VOOR IJPEREN. Fk. 4-SO VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen 12 centime» den regel. Reklamen 25 cenlimen. ZONDAG, 25n APRIL 1869. Bureel: Dixmudestraat, 39. Alle inzendingen vrachtvrij. In Frankrijk is er eene hevige beweging ontstaan tegen de beginselen van den vrijhandel. Langs alle kanten vraagt men den opzeg van het traktaat met Engeland. Het fransch gouvernement biedt natuur lijk weerstand, maar dit laat niet, dat het door die reclamation, vooral bij het naderen van de ver kiezingen, sterk in verlegenheid is gebracht. Het wetsontwerp, door den Keizer voorgesteld ten voordeele der soldaten van de republiek en van hel keizerrijk, schijnt weerklank langs den over kant van den Ilhijn te hebben gevonden. De Cor- respondance dc Berlin spreekt van een voorstel, dal de nationale liberale leden voornemens zijn te doen in den Reichstag, in voordeel der vrijwilli gers van 1813. De fransche napoleontische bladen zijn hier al weder boos over. Hel is maar te vreezen, dat dit gestadig spel van poets wederpoets eens van eenen minder onschadelijke» aard zal worden, en de nieuwe soldaten van Frankrijk en Duilschland eens zullen willen nazien of zij elkander zoo wel als de oude gediende van den aanvang dezer eeuw naar de andere wereld kunnen zenden. Men spreekt sedert jaren van eene reis, die de Keizerin der Franschen zou moeten doen, hetzij naar Rome, hetzij naar Jerusalem. Dit maal zou het naar het Oosten zijn. Het schijnt dat men in Spanje moede geworden is van naar eenen Koning te zoeken en men denkt een directoir samen te stellen. Volgens la France zou ditïdirectoir samengesteld zijn uit Serrano, Prim en Olozaga. M. Rivero, voorzittervan de Cortes, zou voor zitter van den ministernad worden. Rios Rosas, de gewezen voorzitter der Cortes, door Narvaez verbannen zou tot den voorzittersze tel der Cortes worden geroepen en men duidt M. Fernando Nunez als gezait te Parijs aan. In dc zitting der spaaische Cortes, heeft de heer Figuerole zijn finantieel {San, 't is te zeggen zijnen budjet van middelen en vegen, welk op 2141 mil- lioen realen wordt geraand. uiteen gezet. Eene depeche uit Milaten meldt de ontdekking eener samenzwering en het aanslaan van een zeker getal bommen. Zes persotcn zijn aangehouden.Tol hiertoe heeft men geem andere bijzonderheden over die samenzwering vernomen en men denkt dat zij niet ernstig was. Koning Vietor-Emanuel is de provintien van zijn koninkrijk gaan bezoeken. Eene depeche meldt zijne aankomst te Napels. Men heeft gemeld, dat de Paus ter gelegenheid van zijn jubelfeest eene volledige kwijtschelding zou vergund hebben. Thans vernemen wij, dat de ze kwijtschelding zich tot eenige strafverminderin gen heeft bepaald, en dan nog zijn het de politieke veroordeelden die het minst begunstigd zijn gewor den. Natuurlijk. De tijdingen uit Weenen bevestigen, dat dc Po lakken ontevreden zijn. De gedeputeerden van Gallitië zullen,zegt men, hun mandaat neerleggen, indien de Kamer de vragen dier provintie ver werpt, zooals de kommissie der grondwet reeds heeft gedaan. De President der Amerikaanselie Unie heeft den lieer Basset, een neger, tot gezant op Haïti be noemd, en door den Senaat in die benoeming be krachtigd. De ongelukkigste toestand van een land is de overheersching der kinderen van Loijola; vreemd aan alle andere belangen dan aan die van Roomen, zij trachten de beheeren te ondermijnen en den pa- triotieken geest der bevolking te vervalschen. Se dert hun bestaan hebben zij in alle landen verwar ringen veroorzaakt en alle slach van gruweldaden begaan, zoodanig dat zij beurtelings uit dezelve tot uit Roomen toe zijn moeten gebannen wordenhet is thans denzelfden geest, die zij in ons land trach ten te doen doordragenzij veroorloven zich de zelfde bewerkingen om ons gelukkig België op nieuw in verwarring te brengen; al de vakken van beheer worden door hunne nieuwsbladeren gelas terd enbeleedigd; onder eenen schijn van gods- dienstigen hebben zij het land bedekt met congregatiën en maatschappijën,ten einde daarover bij gelegenheid te konnen beschikkenzij hebben hunne maatregels genomen om op het gemoed, bijzonderlijk der vrouwen, eene onbepaalde druk king te kunnen uitoeffenen, en zij maken van dezelve gebruik om in alle gelegenheden het tijde lijk gezag te vernederen en hatelijk te maken, ten einde zich verder van hetzelve meester te maken. Het is aldus dat zij de hand toesteken aan alle mis noegden, die zich als vijanden van het Gouverne ment verklaren en zonder achterdenken van hetgene er uit zou kunnen volgen, zij trachten al dat eerlijk en onafhankelijk is, zoo wel door de .ui;i m-m iiillilo DE TOEKOMST Van den morgen tot den avond, Stond Maria aan het strand Wachtend op den teerverloofden, Wien zij schenken zou heur hand. Al de makkers met hun schuiten Waren reeds in veilge reê, Hij alleen, heur lieve Hendrik Zwalpte verre nog in zee. Eiken avond als het zonlicht ]n het westerwater zonk, keerde 'l maagdlijn droevig huiswaarts, En een traan in 't oog haar blonk. Dagen, weken vloden henen, Immer zag men 't meisje daar Over 't effen water starend, Blikkend op de minste baar. Telkens er een bootje in 't zicht kwam, Zonk de hoop haar in het hart Maar 't was nimmér dees heurs Hendrik Grooter, droever werd heur smart. Eens, zij stond weer aan den oever, Maar hoe aaklig grolt de zee '1 Noodweer giert, de golven slingeren Al wat in hun weg komt, meê. Maar och, zie daar in de verte Tart een boot toch storm en vloed, Dien de orkaan met macht en woede Omrukt... en dan zinken doet De arme maagd erkent het vaartuig, Dat ginds in de golven zonk, En de stem van heuren Hendrik, Die ii vaarwel voor 't laatst haar klonk. Dan, toen wind en onweer stilden, Stond zij immer nog aan 't strand, Toen de zee het lijk des visschers Vóór heur voet wierp op het zand. Raadloos,.... huilend, torscht zij 't lichaam, Hendrik... van den grond en draagt Liefdevol hem naar het strand op, Maar, o Godwat ziet de maagd Hij, o wrang, o ijslijk schouwspel, Koud en stijf... reeds levenloos Als verplet zijgt zij ten gronde.... Weent en lacht.... ze is zinneloos Zinneloos en eiken dag nog Komt Maria naar het strand, Vragen naar den teerverloofden, Wien zij schenken moet heur hand. Thans, wanneer een visscher 't waagt nog 't Zeil te steken in den wind Wil zij hem steeds tegenhouden, 't Onweer nadert zegt ze vriend. En wanneer zij hem ziet varen Smeekt zij breng mijn Hendrik meê, Want ik wacht hem hier zoo lang reeds Wanneer komt hij weer uit zee Dagen, wreken, jaren volgen, Immer staat Maria daar, Zinneloos in zee te kijken, Blikkend naar de minste baar. VlCTORIEN V.ANDE WeGHE. Antwerpen, 18C9.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 1