VAN IJPERm
DE BRUID VAN DEN SCHILDER.
4 FRANKEN '8 JAARS
fül
i\r 88Ö. Achtste Jaar.
ZONDAG. 4n JULI 1809.
Politiek. Stads.- Knust- en Letternieuws. Yerscliillige Tijdingen. Markten. jBckcndmakibgeïi.
Politieke berichten.
VOOR IJ PEREN. Fa. 4-30 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 centime» den regel.
Reklamen 23 cenlimen.
IP Bckeei.: Dixmudeslraat. 39. Alle inzendingen vrachtvrij.
TAL
baandag heeft de opening plaats gehad van het
fransch Wefgevend-Korps.
Men heeft veel gesproken over de redevoering
van Napoleon le Beauvais, maar deze redevoering
bedreigt niemand, er bestaat zelfs geene voorwen-
se 1 tot oorlog en de nieuwe Kamer schijnt zeer ge
neigd te zijn de oorlogzuchtige ondernemingen te
bestrijden, want tijdens de kiezingea hebben zelfs
de officiële kandidaten zich voor de bestendige vre
de verklaard.
Wij weten wel dat L. Napoleon nooit in verlegen
heid is om een voorwendsel lot oorlog te vinden,
maar als hij het land tegen hem heeft, zal hij toch
wel tweemaal zien alvorens zijne kroon op het
spel le zetten,
De rechtbank der Seine heeft beslist M. Roche-
foi'l alle mogelijkheid te ontnemen zich nog als
kandidaat in de aanstaande kiezingen le Parijs voor
te stellen hij is lot drij jaren gevang, tien duizend
frank boet en berooving van zijn kiesrecht en van
gekozen te worden veroordeeld, om de Lanterne
in Frankrijk te hebben ingevoerd.
Een erg indicent is tusschen de spaansche minis
ters opgerezen, ten gevolge van een geschil tus
schen maarschalk Prim en den minister van finan-
tien, M. Figuerola.
Eene depeehe uit Madrid, meldt, dal de minis-
teriëele krisis reeds geëindigd is en dat al de leden
ontslaggevers van het kabinet toegestemd hebben
hun ontslag in (e trekken.
De Paus heeft in eene kerkvergadering te Rome
eene aanspraak gedaan. Hij betreurt de nieuwe
wet, te Florentie gestemd, die strijdig is met de
katholijke kerk en die de geestelijke aan de militie-
loten onderwerpt.
Hij looft de ilaliaansche bisschoppen, die te
gen die wet hebben geprotesteerd en verklaart,
dat het kalholijkdom in Oostenrijk en in Hongarië
een grooten strijd tegen het kwaad le onderstaan
heeft. De tijdingen uiiSpanje bedroeven hem.
Hij zegt dat het russisch gouvernement voort
gaat niet de Kerk te vervolgen en de bisschoppen
uit hunne diocesen te verjagen, omdat zij de beve
len van den stadhouder van Christus willen na
komen.
Men belet ze het keizerrijk te verlaten zelfs
als het belang der kerk dit vereischt.
De gemeenschap der rechtgeloovigen met Ro
me is meer moeiclijker gemaakt. De ijver en de
kracht der bisschoppen troosten den paus en hij
hoopt dat de geestelijkheid het voorbeeld van de
bisschoppen zal volgen.
Hij verwittigt de vijanden der Kerk dat de von
nissen van God tegen hen verschrikkelijk zullen
wezen en hij beveelt te bidden om dat de verdwaal
den in den schoot der Kerk terug zouden kee-
ren.
Uit Berlijn meldt men, dat M. von Bismarck
waarschijnlijk in het voorzitterschap van den mi
nisterraad zal worden vervangen, totdat zijne ge
zondheid hersteld is.
Hij zal evenwel met het bestuur van de hond
zaken gelast blijven.
Volgens een bij den parijschen Constilutionnel
ontvangen telegrafisch bericht, zijn de katholijke
ouders, welke hunne kinderen naar het te Kon-
staniinopel onder fransch toezicht opgerichte
lurksche iijeeum zenden, door het hof van Rome
met exkomunikatic bedreigd geworden. Daar de
Porie in dezen maatregel een uitvloeisel ziel van
den naijver der jesuiten. die in de turksehe hoofd
stad en in haren omtrek verscheidene inrichtingen,
van onderwijs en opvoeding hebben gevestigd
schijnt zij niet vreemd aan het denkbeeld om, bij
wijze van wedervergelding, de leden der orde van
Loyola van bet otlomalische grondgebied te ver
bannen.
Het Internationale en Bestendige F rede ver-
Ij and heeft over acht dagen tc Parijs, in de zaal
Hers, zijne tweede jaarlijksehe algemeene vergade
ring gehouden, onder voorzitterschap van M. Mi
chel Chevalier, senaleur.
In die zaal en in de gaanderijen hoorde men alle
talen: engelsch neven het fransch5 het duilsch ne
ven het griëk.sch; liet spaansoh neven 'tzweedsch.
Er waren veel dames. Het publiek was uitmuntend
talrijk.
M. Michel Chevalier opende deze zitting met
eene merkwaardige geschrevene redevoering.
De gebeurtenis der zitting was eene redevoering
van den eerwaarden pater Hyacinlhe, die grooten
ophef zal maken, en waarvan wij lot ons spijt
maar een korten inhoud kunnen van mededeelen.
Degroote prediker begint met te verklaren, dat
hij het Evangelie aanbrengt zoo als het is niet het
uitsluitend Evangelie, maar liet Evangelie dat alle
krachten aanneemt.
•XBsammaesnsmaaaaaBaa
wtSBHtmea mvtm. mmsaof^wsssmmcsscji
A tufa H\
PATER HYACINTHS.
1.
Vrolijk en krachtig klonk een liedje over het veld de
jongman, die liet met. luider stemme en op den hoogstèn
toon en in den prachtigen zomermorgen zong, zag er zoo
vrolijk ais zijn liedje uit.
Dat hij een dier schildersWas, die zich in den ouden tijd
vooral het leven zoo lustig wisten te maken, zag men aan zijn
opgeruimd en zorgeloos wijzen en uit den zeer lichten handel
dien hij droeg.
tn die dagen, omstreeks 1430, ontmoette men op alle we
gen jonge en oude reizigers, die naar de Nederlanden trok
ken, waar toen de zon dei' schilderkunst zoo hoog aan den
hemel stond. Eenieder die in eenigen nildoek van Duitsch-
land penseel en palet voerde, meende zijn leven lang een
knoeier te zullen blijven, wanneer hij niet het vaderland van
de hoog beroemde gebroeders Van Eyck en van hunne nog
grootere navolgers bezocht en voor hunne meesterstukken
eerbiedig het hoofd gebogen had.
Ieder, die zijne kunst ter harte nam, deed de pelgrimaadje
naar de Nederlanden liever barrevoets en bedelen, dan dat hij
gemakkelijker in Duitschland was blijven leven. Zoo als de
kruisridders naar Jeruzalem trokken, zoo gingen de schilders
naar de Nederlanden, vooral naar Antwerpen.
Het stadje, dat die jonge gezel zoo even zingend doorwan
delde, lag midden van Duitschland en werd Gotha genoemd.
Als een hoop schapen stonden de huizen rondom een heu
veltje gedrongen, op wiens top de vesting Grimmenslein als
een recht kwaadaardigen wachthond stond. De strijdzuchtige
landgraaf van Thuringen had het slot laten bouwen en ook
hooga muren rondom de stad doen optrekken. Dit had aan
het stadje aks een duister en treurig aanzien gegeven, indien
tusschen de huizen zoovele schoone hoornen niet gestaan
hadden, die met hun schoon frisch groen de grauwe steenen
schenen toe te lachen.
Langs de muren van vele huizen klom de wilde wijngaard
op; voor de vensters bloeiden allerlei bloemen; achter de
keine ronde ramen bloeiden lieve maagden, voor de deuren
stonden steenen banken, die de vermoeide wandelaars tot
rustplaats, de buren tot_avondkout uitlokten, en bij deze
blijken van levenlust vergat men spoedig de muren en het
dreigende sombere slot daarboven.
De lustige reiziger scheen zich ook over de bloemen te
verheugen en hij zag naar elk venster opniemand kon gissen
of dit geschiede om de bloemen daar buiten of om de roosjes
daar binnen te zien. Hij droeg een fluweelen baret op de
bruine lokken, een kort kleed met pelswerk gevoederd nau
we donkerkleurige onderkleederen, wijde schoenen en een
sneeuwit hemd, dal buiten uitkwam en de bruine hals sierlijk
omsloot, zoo als men dit nog op de oude prenten ziet. Zijne
gelaatstrekken waren niet zöer fijn gevormd, maar de wangen
waren roozenkleurigde lippen waren met vlassig dons om
zoomd en de óogen waren echte kinderoogen, die getuigden
van eèn jong en rein hert, dat nog aan alles geloofde en
hoopte. Wie dieper en langer in die heldere, onschuldige
blikken staarde, had gewis op den bodem iets zeldzaams
moeten ontdekken, namelijk den zachtea wonderbaren steen
die men zeldzaam ziet schitteren; die edelsteen heet tronw-
lierligheid.
De sagen kan den voortijd verhalen ons van tooverachtige
blikken die dé macht bezitten ailes aan te trekken en vast te
houden, die genezing verschaften aan zieken, aan bedroefden
den moed en aan veriatenen lief; geluk wedergeven. Wij ge-
looTen dat eigentiijk slechts daarin de kostbare steen draalde,
waarvan wij zoo even spraken, wiens zacht licht de spiegel
is van de ziel en liefde tot in de eeuwigheid uitdrukt.
Juist toen de vrolijke wandelaar zijn lied had gezongen
bleef hij voor een hoog hoekhuis staan, alsof hij in bewonde
ring aan den grond genageld was.
Het huis zag er een weinig beter uit dan de overigen in
den omtrek; op het dak was een torentje gebouwd en een