Stads Nieuws.
Briefwisseling der Toekomst.
Een Kandidaatsonder zoek*
Humdlet.
deze zaak: De arme boerfjes en de onnoozele dibbefjes die nu
plat geruïneerd zijn zullen u in hare plaats wel antwoorden.
In onze wetten bestaat er nog eene leemte om de dieven
in het groot te kunnen bereiken maar het is niet te min be
wezen dat zulk een slach van menschen en hunne aanhangers
niet recht liandelelen met eerst de groote winsten in den zak
te steken en dan de ongelukkige uctionnarissen in plan te
laten.
liet Nieuwsblad zegt dat de katholieke partij op geene
Banken rust, maar op de katholieke leering. Het zou moe
ten alzoo zijn, maar waarom in den tijd vondt men dan al die
makelaars voor den bank van Langrand onder de mannen die
zich maar met het geestelijke te bemoeien hebben? Waarom
dan den naam van God, van den H. Vader en der religie ge
bruiken om het geld in te zamelen? En het Nieuwsblad durft
toen zeggen dat de Toekomst de wet van God, de wet van
Christus, de wet der H. Kerk niet meer volgt omdat zij zulke
mannen schandvlekt Allo toe ge lacht zeker! Gij zijt gij
liberaal schreeuwt gij. Eh wel wij zeggen u gij zijtgij den
haal.
Er zijn oneindig meer Liberalen die, met God en hunnen
evenmensch te beminnen, katholijk zijn, dan Clerikalen die
de wet Gods, de wet van Christus en de wet der H. Kerk vol
gen; want dat volkje verdraait zoo behendig naar hunne
plans deze heilige wetten dat men er niet meer wijs uit wordt.
God zegt bemint uwen evennaasten gelijk uw eigen zel
ve en leest het Nieuwsblad en de andere smeerige ga
zetten der zwarte partij en gij zult zien hoe ze de wet Gods
nakomen.
Van hetgeen er in Oostenrijk nog altijd ontdekt wordt ten
gevolge der opsluiting eener ongelukkige non, moeten wij
het Nieuwsblad niet antwoorden, de feiten bestaan en zij kun
nen niet weggenomen worden met te zeggen liet zijn
leugens.
Yperen, 14 Augusti 18G9.
De inhulding der herstelde oude Schepen Kamer heeft Zon
dag jl. plaats gehad in de tegenwoordigheid der plaatselijke
overheden, van een groot getal kunstoefenaars die van Ant
werpen, Brussel en Gent de plechtigheid niet hunne tegen
woordigheid waren komen verheffen en van eene talrijke
menigte van stads inwoners de achtbare Burgemeester heeft
ter dier gelegenheid eene vvijdloopige regevoering uitgespro
ken, waarin hij in gepaste woorden den gewezen voorspoed
der stad en de ernstige pogingen, door de bevolking gedaan
om hare vrijheden te verdedigen, heeft herinnerd; en, na
een verhaal van den triestigen toestand waarin de stad en
deszelfs gebouwen gedurende de vreemde overheersching ver
keerden en in het bijzonder het prachtig gebouw der lialle,
die in sommige deelen gansch bouwvallig was geworden,
M. deBurgemeester heeft verhaald de opvolgentlijke herstellin
gen, die aan de zelve sedert 1817 werden gedaan en bestatigd
dat dit gebouw het prachtigste van het land, en, in zijnen
eigenaardigen stiel mogelijk van vele landen daarbij, door het
onvermoeieiijk toedoen der magistraten en bijzonderlijk den
achtbaren heer Carton in zijnen vorigen staat is hersteld en
zelfs merkelijk verbeterd geworden.
De zinsnede waarin M. Beke met recht hulde heeft geboden
aan de kunstoefenaars die daaraan het hunne hebben bijge
bracht, te weten: de heeren Guffens, Swerts, Malfait, Dobbe--
laere en Yanysendvck, heeft eene daverende toejuichingve r-
worven.
De overheden en de kunstoefenaars hebben alsdan de Halie
veriaten om zich te begeven in de Schepen Kamer, al.vaar de
schilderijen, welke merkwaardige voorvallen der sladsgeschii-
denis verbeelden, en het snijwerk van den heer Malfaitdoor
alle Lenders en met recht werden bewonderd.
M. Alphons Vandenpeereboom, wiens toedoen aan deze
herstelling veel heeft bijgebracht, heeft alsdan het woord ge
vraagd, en met zijne gewone welsprekendheid in vurige en
vaderlandsminnende woorden den geestdrift der aanwezige
personen opgewektmaar de ontroering en de toejuichingen
van eenieder waren onbepaald, wanneer de Staats Minister
namens den Koning te kennen gaf dat MM. Guffens en Swerts
tot den rang van Officier, in het Leopolds orde waren ver
heven. (Ingezonden).
M. Justin Bergman, heeft zijn exaam als capdidaat in de
rechten, met onderscheiding onderstaan.
Donderdag namiddag ten 3 lire, in de groote Hallezaal heeft
de plechtige prijsuitreiking plaats gehad aan de leerlingen
van stads kolegie en deze der school van middelbaar onderwijs.
Gedurende geheel de plechtigheid liet de beiaard zijne vreug
detonen hooren; 's avonds was er verlichting in al de wijken
der stad waarde leerlingen woonden.
Daags tevooren, ten 10 ure :s morgens, had dezelfde plech
tigheid plaats voor de leerlingen van het kollegie van Sint Vin
cent a Paulo.
Zondag, 13 Augusti, ten middage, zal in eene der zalen van
het stadhuis, de plechtige prijsdeeling plaats hebben aan de
overwinnaars in de cijbélschieling van 1 en 2 Augusti laatst.
Woensdag morgend stond geheel de kerk van het Gasthuis
overhoop. Een lijk was aldaar aanwezig en de familie wachtte
met ongeduld op de priesters voor de gezongene mis die moest
gecelebreerd worden. Maar, doordat de prijsdeeling in het
bisschoppelijk kollegie plaats had was er geen geestelijke ver
wittigd geweest. Eenige leden der famillie begonnen luidop
te morren en te schreeuwen, zoodanig dat er buiten aan de
kerkdeur volk bijeen troppelde. liet ging zooverre dut men de
kist naar de doodkapel wilde terug dragen; toen eindelijk een
geestelijke zich aanboodt. Ziende dat het maar eene gelezene
mis was en dat er noglhans betaald was voor eene gezongene,
ging nogeens het spel op den wagen men eischte het geld te
rug ruling, eene geheele verwarring ontstond, toen door de
tusschenkomst van andere personen allest in vrede verging en
het lijk eindeling met eene uur en half retard naar zijn laatst
verbiijI'kon overgebracht worden. (Ingezonden).
Programma der stukken welke Zondag 13 Augusti, ten
middage, in den Publieken Hof, door het muziek van het 10°
Keg', onder het bestuur van den heer Walftain, zullen uitge
voerd worden
1. Pasredoublé, Van Buggenhout.
2. Ouverture de la Fète des Carabiniers, lleitiinicyer.
5. Les Bords de la Meuse, Boléro,
4. Fantaisie Burlescpie d'Orphée aux enfers, Denefve.
'S avonds ten 6 ure, in den hof der Concorde, buiten de
Meenenpoort, door hetzelfde muziekkoips
d. Le Drapeau d'honneur, pas-redoublé. Vanbuggenhout.
2. Ouverture de la Bohémienne. Balfe.
3. Les Bords de la Meuse, boléro. Humblet.
4. Fantaisie de Guillaume Tell. Rossini.
li. La Grive, polka de concert, p. flute. Chrislophe.
KUBIST- EN LETTERKRING.
In de laatst gehoudene zitting deed de heer G. De Brou
wer,eene schitterende voordracht onder den titel van kwestiën
van openbaar recht.
Dit achtbaar lid sprak zijne rede ten grooten deele voor de
vuist met eene ongemeene bekwaamheid en gemak. Wij ver
oorloven ons er van eenige punten, volgens wij die meenen
opgevat te hebben, hier bij ontleding neêr te schrijven.
De spreker drukte vooreerst op den goddelijken oorsprong
der wet die hij zeer stipt kenschetste en legde op eene over
tuigende en duidelijke wijze uit hoe de wet om stand en
kracht te hebben, met alleen de rechten en de vrijheid van
den mensch dient te waarborgen, maar bovendien geschreven
en voor elk verplichtend zijn moet. De ontwikkeling dezer
grondbeginselen ondersteunde hij met treffende voorbeelden
en aanhalingen die de aandacht der toehoorders boeiden, en
deed vooral bemerken dat.Engeland haren hoogen graad van
voorspoed aan niet anders te danken heeft dan aan den eer
bied die deze natie de wet toedraagt.
De redenaar ging vervolgens over tot het onderzoek dei-
wet in de vrije staten en nam België tot standpunt zijner be
schouwingen. Hij stipte ter loops aan dat het gevoel van ge
lijkheid in onze wetten ontbreekt en ten bewijze hiervan wees
hij de strekkingen aan der politieke partij die in ons land,
onder voorwendsel van godsdienstige vrijheid,den opstand te
gen de wet aanpreèkt. Hij gaf de redenen te kennen waarom
»r eene volstrekte scheiding tusschen Kerk en Staat moet be
staan, zi gde welke onbepaalde vrijheid de kerk in België' meer
dan in alle andere landen geniet, welk ruim gebruik zij daar
van maakt, terwij! zij gedurig roept dat zij vervolgd en ver
drukt wordt; hoe deze vrijheid haar niet bevredigd en steeds
den Staat zoekt te overheerschen de hooge hand over het on
derwijs tracht te verkrijgen, en meldt waarin zij spijts alle
recht en reden, de wet overtreedt. Hij doet ten slotte gevoe
len hoe schrikkelijk de gevolgen en de terugwerking zouden
wezen voor de samenleving indien ooit de Kerk in den hard-
nekkigen strijd dien zij onderhoud om den Staat onder den
voet te brengen, moest komen te zegepralen.
De redenaar sprak met zoo veel overtuiging en vrijmoedig
heid dat hij op menige plaatsen zijner kernvolle voordracht,
de meeste toejuichingen der*vergadering verwierf. Ook ver
dubbelden dezelve wanneer hij het spreekgestoelte verliet.
Men schrijft ons uit Becelaere:
Zondag, 23" Juli 11. gaf de gemeente Becelaere een luister-
lijk Muziekfeest, waaraan een zestiental maatschappijen deel
namen.
'S avonds te voren werd hel feest aangekondigd door het ge
bulder des kanons en het geluid der klokken. Reeds van den
vroegen morgen wapperde op alle huizen, zonder onderscheid,
bet drijkleurig vaandei. Alles kondigde in deze gemeente
vreugde aan.
De weide van M. J. Delefortrie, eene ruime vierkante plaats,
op eene lichte helling gelegen, langs den steenweg, werd in
eenen lusthof herschapen. Rond deze weide had men hooge
sparren geplant, en tusschen deze jeugdige boompjes met
frisch groen bekleed, slingerde honderden glazen en lanteer-
ncn, welke een snoer rondom de afgeslolene plaats vormden.
Te midden der weide verhief zich een lief, zoet en bevallig
kioskje. Dit uiterst aanlokkelijk paviljoenlje, in vollen tooi
gehuld, boeide liet oog van al de aanwezigen.
Gewis verdient de heer J. De Laveleve, die zoo gocdwillig-
lijk het bestuur der versieringen op zich genomen had, den
algemeenen lof.
Om twee ure werd iedere maatschappij ontvangen in het
lokaal der muziekmaatschappij, waar men den eerewijn aan
bood. Het recht broederlijk onthaal trof verscheidene maat
schappijen derwijze, dat zij, in geestdrift gestegen, zich in
eene stad waanden.
Daarna begaven zij zich naar de herherg DE ZWAAN,
waar de stoet gerangschikt werd. Nooit zag men ir, die ge
meente eene zoo groote massa volks als die, welke den stoet
vergezelde.
ledereen wilde het aandenken van dezen vreugdvollen dag
lang bewaren. Niemand haastte zich om dit aangenaam ver
blijf te verlaten, want, wel verzadigd inde tentenen inde
talrijke restaurants, kon men met geduld het heerlijk zicht der
verlichting afwachten.
Om acht ure en half ontstak men den prachtigen luster die
het kioskje in volle praal stelde. De menigvuldige lichten, die
de weide omringden, en de lanteernen iri de fruitboomen,
gaven aan de weide met haar sierlijk paviljoenlje, den schijn
van een paradijs.
Om middernacht, toen de muziekmaatschappij van Pope-
ringhe hare lieve stukken afgewerkt had, werd er aan elke
maatschappij een verguld eermetaal geschonken.
De heer Cailliez van IJ peren died daarna een fraai vuur
werk losbranden tot sluiting van het feest.
Lang zal dit feest in het geheugen blijven van de duizende
vreemdelingen, die ooggetuige geweest zijn van hetgeen eene
gemeente vermag, toen zij met een wijs bestuur aan haar
hoofd, op haar vaandel mag neerschrijven Eendracht maakt
macht.
Passchendaele, 10 Augusti 1869.
Mijnheer opsteller,
Ik houde veel uwe lezers bekend te maken met het schitte
rend onthaal dat de afgeveerdigden en het muziek van Vlijt
voor Kunst, van Passchendaele, Zondag laatst ontvangen heb
ben van den rijken bewoner van het kasteel La Lovie bij Pro
ven, M. Van Merris. Men kan zich geen gedacht vormen der
beminnelijkheden waarvan wij door hem en zijn huisgezin
overladen zijn geweest. Bij onze aankomst weèrgalmdtj de
lucht met vreugdetonen, aangeheven door het muziek van
dit prachtig buitengoed een rijk banket wachtte ons en her
stelde ons teenemaal van onze reis. Onze muziekanten, in het
eerst als bedwelmd, werden al gauw op hun gemak gesteld
door de minzame handelwijs van M. Van Merris.
De statuten der maatschappij Vlijt voor Kunstbehelzen
een artikel dat bij elke benoeming in den Monileurtot eenen
post van een harer leden, de muziek ten zijnen huize eene se
renade geven moet; M.Van Merris, zijn eere-lid, als schepen
van Poperinghe benoemd zijnde, was de sociëteit gelukkig
het artikel van haar reglement naar te komen en begaf zich
naar Proven.
U het schoon feest beschrijven, de gelukkige uren afschil
deren welke wij aldaar in dit prachtig paleis doorbrachten
ware onmogelijk. De afgeveerdigden hadden, buiten de sere
nade, nog eene belangwekkende zending van wege den
Bestuurraad, bij M. Van Merris af te leggen. Eenige stonden
vóór het vertrek, nam een der afgeveerdigden het woord en
in eene warme improvisatie bedankte hem over zijn schit
terend en vriendelijk onthaal en de gunsten waarmede hij
Vlijt voor Kunst overladen heeft, en droeg hem het eere
voorzitterschap der sociëteit op. Dit onverwacht voorstel
bracht die goede man, die machtige héér als van zijn stuk;
doch door bet aandringen van ons allen heeft hij eindeling
aanveerd. Zijn antwoord heeft ons geelectriseerd en bewezen
dat onze maatschappij in haren eere-voorzitter een rechscha-
pene en edele man gevonden heeft die haar bestaan voor nog
lange jaren waarborcht. Het vreugdegeroep, de blijdschap en
de begeestering onzer muziekanten was onbeschrijvelijk de
Brabanconne, Waar kan men nog beter zijn, sloten deze fa
milie-feest.
Het geheugen van dit uitstapje zal lang in het hert blijven
der leden van het muzijk Vlijt voor Kunst van Passchendaie.
Ontvang, M., mijne groetenissen. X. P.
Poperinghe, 12 Oogst 18G9.
Toen wij, tijdens onze laatste gemeentekiezing, de lasterin
gen schandvlekten wraarmede de schrijvelaar van het Nieuws
blad den liberalen kandidaat aanrandde, hij antwoordde ons,
om zijne lage handelwijze te verschoonen, dat iedereen het
recht had van de hoedanigheden der kandidaten te kennen.
Zonder hem te willen navolgen in zijne lasteringen die bij
hem sijnoniem zijn van vastgestelde hoedanigheden, wij pro
fiteerden op onze beurt van het recht dat hij ons toestond tot
het onderzoek der persoonlijke waarde van eenen katholijken
kandidaat dien men in het gars gesteken heeft tegen October,
en wij begonnen met te vragen wat Peetje M., die bijna de
belle van eenen accoucheur aftrok, wilde zéggen met deze
woorden Zeere, zeere, is Mijnheer niet t'huis? hij moet