VAN IJPEREN 4 FRANKEN 'S JA AKS JV 38*. Achtste Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Vcrscliilligc 'Lijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. Politiek en Religie. DE SCHELDE EKEN TEN IS VOOR IJPERE.Y Fis. 4-BO VOOIS BUITEN STAD. Aankondigingen 12 centimen den regel. Rcklamen 25 centimen. 10 iimo AiSïf s s ZONDAG 22" AUGUST! 1869. J|j|p Büreei.: Dixmuileslraat, 39. Alle inzendingen vrachtvrij. WS De fransche Journal Ofjïciel kondigt een de kreet van kwijtschelding af. De kwijtschelding is volledig, zonder beperking noch voorwaarden. Er was geen maatregel, die meer dringend dooi den toestand aangeduid was en men moet L. Na poleon en zijne ministers prijzen, die noodwendig heid niet miskend te hebben. Inderdaad, de keizer heeft door het onderteek e- nen van het dekreet niet alleen waarborgen gege ven voor het nieuw regeringsregiem, dat hij wil inhuldigen, maar hij onkent nog tot een zeker punt eene reeks veroordeelingen, door de magistratuur uitgesproken. De begrafenis van maarschalk Niel heeft Dins dag de werkzaamheden van de commissie des scnaats onderbroken. Het fransch gouvernement heeft de compagnie van den franschen onderzeeschen kabel gemachtigd ëenen kabel te leggen tusschen Berst en Engeland. Het is nog niet definitief vastgesteld wie er mi nister van oorlog zal worden. Behalve dat men spreekt van de maarschalken Bazaine en Mac-Ma- lion, zou er ook kwestie zijn van dc generaals Le- boeuf en Castelnau. Uit Madrid meldt men, dat de bisschop Jolian aan het gouvernement hel recht ontkent, hein te dwingen herderlijke brieven te schrijven. De onderhandelingen te Madrid, door den ame- rikaanschen generaal Sickles aangeknoopt, voor den aankoop van het eiland Cuba, beginnen de en- gelsclie drukpers bezig te houden. Te Weenen heeft men zich in de cisleithansche vergadering bezig gehouden met de discussie van den oorlogsbudjet. De minister van oorlog heeft gezegd, dat hij eene vermindering van het leger als ongepast aanziet. Met eene vermeerdering van 90 man per bataljon en door de inrichting van een zesde bataljon, is het nu mogelijk 5 tot 600,000 man in gereedheid te hebben. Evenwel zal het effeklief zeer beperkt zijn. Het is overal hetzelfde: altijd vermeerdering van oorlogsuitgaven. Wanneer zal dit eindigen? ïn Engeland is eene nieuwe vereeniging tot stand gekomen, welke zich noemt Labour Representa tion League en ten doel heeft 'werklieden (personen van den arbeidenden stand) als volksver tegenwoordigers te doen zitting nemen in het Parlement. Het bestuur, samengesteld uit voorzit ter, penningmeester en sekretaris, wordt bijgestaan door eene kommissie van beheer teliende 52 leden, gekozen uit bijna alle klassen van ambachtslieden. De hoofdzetel der vereeniging is te Londen geves tigd, doch in alle deelen van het koninkrijk wor den afdeelingen opgericht. Te Frankfort hebben in denlaatsten tijd we der vele burgers voor hunne zonen, heneden de 17 jaren, het burgerrecht in zwitsersche gemeenten trachten te verwerven, met het doel om op deze wijze de algomeene dienstplichtigheid te ontdui ken. Van regeringswege zijn zij verzocht om binnen den lijd van zes weken hunne zonen ook werkelijk liet gebied der stad Frankfort en van den pruissi- schen Staat te doen verlaten. Tot nu was het ge bruik dat zij lot hun 21e jaar in het ouderlijk huis mochten blijven. Naar verzekerd wordt zou bet belgisclie gouver nement op Beierens uitnoodiging tot overleg be treffende de houding der mogendheden tegenover liet aanstaande concilë geantwoord hebben, dat liet belgisclie staatsrecht aan liet gouvernement elke inmenging in de zaak der kerkvergadering verbiedt. Dit gerucht mededeelende, voegt de ka tholieke Journal de Bruxelles daarbij de aanmer king, dat het belgisclie gouvernement geen ander antwoord op de beiersche depeche mocht geven en dat liet zijn antwoord openbaar zou dienen te ma ken. Dit is de titel van een artikel uit het Nieuws blad van den 7" dezer maand, waarbij ons verwijt- selen gedaan worden omdat wij zeldzaam of nooit op zijne aanhalingen antwoorden, en verhopende dat liet nogmaals aldus zal overgaan het heeft de onvoorzichtigheid van ons vragen te doen, die wij (Wordt voortgezet). s8»£»2»ï!bk» eB'SxarmjmiCss!» mnsauMtmaMasmBxamam SSBBK^OBBmSS Tweede vervolg. Zie nummer 584). Een vertrouwelijk gesprek met zijne moeder gaf hem gele genheid hare gevoelens ten weinig uit te vorschen Zij glimlachte vriendelijk hij zijne fijne toespelingen, en deelde hem zelfs in vertrouwen mede, welke geschenken zij Emma voor hare achttienden verjaardag had toegedacht. Op dezen dag zou tevens het feesl van hare eigene genezing worden gevierd. Daar zij echter geene gezelschappen beminde, zou, behal ve de huisgenooten, alleen Emma's moeder hierbij worden genoodigd. Een vergenoegd avondmaal vereenigde de goede menschen, allen waren van herte vrolijk; in het bijzonder versierde Emma heden avond den glans eener opgeruimdheid, die zich in hare omstandigheden slechts weinig in het volle licht vertoonde, doch hare jeugdige schoonheid ongemeen ver hoogde. Wiliiblad's blik volgde in de zoete bedwelming der hopen de liefde, elke beweging van het geliefde kind, en met eiken «ogenblik werd zijne liefde tot haar inniger. Nu wenkte, toen het dessert opgedragen werd, mevrouw Born haren zoon, terwijl zij opstond en in eene andere kamer ging. Williblad volgde haar. Zij voerde hem naar eene tafel, op welke de voor Emma bestemde geschenken lagen. Is het zoo goed? •-> vroeg zij hem vriendelijk, wat dunkt u, mijn zoon! is het genoeg? 0, moeder! antwoorde Williblad, ik wil n geen voorschrift geven, of grenzen stellen aan uwe goedheid doe gelijk gij wiltO, niet waar Emma is uwe doch ter a Genoeg, genoeg. Ik bemerk wel, dat de jonge heer nog niet voldaan is; ik zal er dan nog wat bijleggen. Met deze woorden trad zij naarde groote notenboomhouten kast, opende met eene geoefenden hand het sterke slot, trok een laadje uit, en greep naar de bovenop liggende papieren. <i Hum, waar is dan liet handschrift? zegde zij een weinig ontsteld, toen zij het derde en vierde blad geopend en weder toegevouwen had. Welk, lieve moeder, vroeg Williblad. Millers schuldbekentenis voor die 200 daalders, gij weet wel, die wilde ik nog bij Emma's geschenk leggen. 0, mijne beste moederzegde de zoon, en kuste met eene traan van vreugde hare hand. «Laat dal maar, hervatte de moeder, en help mij zoe ken eerst moet ik het geschrift hebben, alvorens ik het kan wegschenken. Beide zochten en herzochten de geheele kas door, vergaten het dessert en de gasten, te vergeefs nergens was de schuldbekentenis te vinden. Toen er nu geen hoekje, geen verborgen laadje, geene ruimte in de geheele kast was, die zij niet doorzocht hadden, sloot de moeder dezelve met een bevende hand, leunde, bleek en als door hevigen schrik van hare krachten beroofd, tegen dezelve, en zegde met eene verschrikkelijke zekerheid in hare stem en gebaren Niemand kwam nooit in deze kas dan Emma, voor nie mand dan voor haar had het handschrift eenige weerde: Em ma heeft het ontvreemd. Met een kreet van ontzetting, stortte Williblad voor zijne moeder neder, omvatte hare kniën, bezwoor haar, zich te her stellen, te overwegen, na te denken, alvorens zij het verschrik kelijke, het ongeloofelijke, openhaar maakte. Medelijdend zag zij op haren zoon neder, doch herhaalde dadelijk de woorden: Emma anders niemand. Dan trad deze het vertrek binnen, in het vermoeden, dat hare moederlijke vriendin, die niet terugkeerde, iets overge komen was. Als versteend stond zij voor de groep: Williblad, aan de voelen zijner moeder, terwijl de hevigste aandoening op zijn gelaat uitgedrukt was; zijne moeder, doodsbleek, kampende tusschen schrik, toorn en verachting. Om Godswil, wat is het vroeg de bevende Emma. Niets, in het geheel niets antweorde mevrouw Born, zich van haren zoon losmakende, met troschheid en gesmoor de heftigheid, hier zijn de geschenken voor u.... ik had u nog iets anders toegedacht, hier uit deze lade.... het is mij echter ontstolen.... Wie kan het tooneel beschrijven dat hier op volgde?.. Vier edele herten werden op het gruwzaamste verscheurd, door de sterkste verbitteringen gescheiden, ach, misschien voor altoos

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 1