YAW ÏJPEREW.
A»' 300. Achtste J nar.
ZONDAG12" SEPTEMBER 1869.
4 FRANKEN '8 JAARS
Politiek. Stads.- Kunst- en Letternieuws. 1 er schil li ge Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Po!itieke berichten.
BE SCHULDBEKENTENIS
Het ppd Nieiwsblad
Bcriübi.Dixumdeslraal, 39. Alle inzendingen vraehUrij.
VOOR MI'EKEfi. Pu. t-SrVOOU BITTEN STAD.
Aankondigingen 32 oen timen den regel.
Beklanien 23 een Urnen.
Aa het eindigen van ons feuilleton,
De Schuldbekentenis, zullen wij inel 23" Septem
ber, onze lezeren rnededeelen eene Historjsfche
Opgave van doktor Ozanam, handelende over de
verschilligé vergiftigingen sedert het begin der w e
reld tol over eenige jaren.
De gezondheid des keizers is meer dan ooiL liet
voorwerp der bezorgdheid van de Parijzenaars,
vooral nu dal het senalus-eonsulte met spoed is
gestemd en lot de voltrokken feilen behoort.
Het bevestigt zich, dat de minister van oorlog er
aan denkt om de groote militaire bevelhebber
schappen af te schaffen, behalve degenen van
Parijs en van Lyon en dat deze maatregel zich zal
verwezenlijken voor zooveel het Wetgevend Korps
er op aandringt. De spaarzaamheden die daaruit
zouden voortspruiten, zullen op den budjei van
hel openhaar onderwijs worden gebracht.
De kalholijke geestelijkheid is niet verdraagza
mer in Ierland clan overal elders, ondanks de laat-
sle maatregelen, die haar hadden moeten voldoen,
Kardinaal Gullen heeft een langen herderlijken
brief uil.geveerdigd tegen de gemengde scholen,
waar het onderwijs gegeven wordt, zonder aanzien
van godsdienst waartoe de leerlingen behooren,
en hij zal de ouders de sakramenten weigeren, die
er hunne kinderen zullen heen zenden.
Zoo als men ziet zijn de klerikalen overal dezelf
den zij willen geheel meester zijn van het onder
wijs, om dus gemakkelijker de kinderen als dom
koppen te kunnen opleiden.
De telegrammen die uit Madrid komen gelijken
op elkander niet. De eene zegde dat de openbare
denkwijze het eens was om de noodzakelijkheid te
doen uitschijnen zonder uitstel een koning te kiezen.
Heden is het tegenovergestelde dat men wil. Men
zou nu het regentschap van maarschalk Serrano
voor twee jaren verlengen, tot dat de hertog van
Genua zijne meerderjarigheid heeft bereikt en de
telegraph voegt er deze naïve bemerking bij: In
afwachting zou de hertog van Genua de spaansche
provintien bezoeken.
De Impartial geeft de volgende inlichtingen
over dien prins
Thomas-Albert-Victor, hertog van Genua, is
de zoon van den hertog van Genua en van Maria-
Isabella-Maximiliana, dochter van den koning van
Saksen. Deze prins, die de neef is van Victor-Em
manuel1, is 16 jaren oud. Hij is in Engeland opge
voed. Zijn onderwijs is zeer ontwikkeld.
De redacteur van de Toekomst zou zeker Iec-
Iyk doen, moest de burgmeester, met nieuwjaer.
in zyn huis komen eti aen zvne vrouw vragen of
o zv met beuren vryen wille getrouwd is en te sa-
men woont
HKg&aS9Mfig«gjBSg»ggB «nn-^tarTOgraagatf SSBS3Sa^eW^^^akSi^&^2a^^ta^SSÊaa3masmiieSBXri7-rrz-
Vierde vervolgzie nummer 588.)
Met vele moeiten, met beden, met vernederingen van aller
lei aard,want de rijken weten niet, welk eene bovenma
tige som 200 daalders voor de behoeftigen zijn, gekikte het
haar dezelve bijelkander te brengen, en een vertrouwd vriend
nam op zich, dezaak in orde te zullen maken.
Koel en trotsch liet Mevrouw Born antwoorden: zoodra zij
de schuldbekentenis vond, zou zij voor dezelve het geld terug'
nemen; tot op dat tijdstip had zij geene geldige eischen op de
Millersche familie, en om hei gezegde kapitaal als een geschenk
aan te nemen, dit moest men van haar niet vragen.
li O, het is hard, zegde Etnma, die met tranen bevoch
tigde geldrollen weder wegsluitende. Hard, maar toch niet
onrechlvcerdig, antwoordde de moeder, want spreekt,
wal kan men met grond hier tegen inbrengen.
Niets, lieve moeder! wij zullen hier verders ook niets
tegen inbrengen, wij zullen zwijgen, geheel zwijgen.
Dat deden de miskenden.
Stil, zeer stil en treurig was het van nu afin Millers huisje.
Want hoezeer in elk ongeval een goed geweten den besten
troost oplevert, blijft echter miskenning van dierbare raen-
seiien, eene groote smert, voor dat bespiegelend beschouwen
van het lijden, dat eindelijk gelijk een langzaam werkend ver
gif alle inwendige kracht verteert, en het gevaarlijkste van
alle spelen, het speten met gevoelens, in den treurigslen ernst
verandert.
Emma kon niet ledig zijn, zij had geenen tijd overig, om
in ledigheid alleen over haren kommer na te denken; hierdoor
bleef zij, hoezeer ter nederdrukt, aan lichaam en ziel gezond.
Zij deed alles, zij vervulde eiken plicht gelijk voorheen,
maar de drijfveer van alle werkzaamheid opgeruimde moed en
hoop, ontbrak haar.
Emma was anders er toe geboren, als bet ware, om uit de
geringste zaken veel, zeer veel vreugde te putten.
Haar kamertje werd, als zij zich des avonds aan het klavier
zette, nu in een tempel, dan in eene vreugdezaal veranderd.
Haar tuintje, niet veel grooter dan haar kamerke, geleek
onder hare verborging, de aanvaliigste partij uit een lusthof
thans bleef het onaangeroerd, haar klavier bleef gesloten.
Zij arbeidde stil met hare moeder, en menig traan, dien
geen mensch zag, en dien geen mensch kon afvvisschen, viel
op haar werk.
Zoo gij, waarde lezersde stil-üjdende famillie beklaagt,
laat ons aan den anderen kant de vrouw niet veroordeelen, die
u wel hard en wantrouwend toeschijnt; doch in den grond
bij menige eigenzinnigheid en menig gebrek, een deelnemend
hert en vele neiging tot de weldadigheid bezat.
Laat ons, den avond van het voorval in het geheugen roe
pende ons in hare plaats stellen.
Alleen bezig met de gedachten, om het lieve meisje, aan
wie zij de zorgvuldigste oppassing in eene langdurige ziekte
te danken had, eene uitgezochte vreugde te verschaffen treed
zij naar de kas, en vermist juist dat, waarmede zij dacht haar
te verheugen, juist dat handschrift, dat voor geen derde al
ware het dat eene vreemde hand de kas had weten te openen,
de minste weerde bezitten kon.
Hel N iniwsblad, ziende dat wij op al zijne domme en ver
draaide vragen of gezegdens, niet antwoorden dan met het
verachlelijkste stilzwijgen of met de eenvoudigste redens van
het inenscheniijk begrip, is om uit zijn vel te springen van
spijt. Het kneedt de artikels der Toekomst dat het een plezier
is! Het spouwt vuur en vlain tegen de Toekomst en de li
beralen, omdat de oordjelokkers geene testamenten meer kun
nen doen maken naar hunne goesting; het schreeuwt tegan
het wereldlijk onderwijs, waaruit de priesters gebannen zijn
(zegt hel); over de vrijheid van den stoel der waarheid, waarin nog
nooit het brandstichten noch de opstand tegen de wetten is
aangepredikt geweest, noch tegen de reputatie van eerlijke
lieden gesproken werd! Het dondert tegen de Toekomst om-
dut zij (volgens hem) - de vervolging de H. Kerk asn-
preêkt. liet gaat zóóver te durven zeggen dat er in 1857 pa
ters door liberalen zijn gebrand geworden En, na gezeept en
gewasschen te hebben op de zaak van het klooster van Cra-
cau, en getierd te hebben op het voorstel van jaarlijks een op
zicht in de kloosters te houden, eindigt het met deze merk-
weerdige woorden, welk wij hier jetterlijk laten volgen, als
een staalken van :t ijpersch clericaal journalism! Leesten
oordeelt:
Dat middernachts-uur in hare ziekte. Emma's lang wegblij
ven bij het halen der papieren, dit alles vloog haar pijlsnel
door het hoofd.
Aan natuur, en wel nog meer door weinige bittere onder
vinding, tot wantrouwen geneigd, werd bet haar anders on
verklaarbare snel tot stellige zekerheid, en hoezeer haar hert
ook tegenstreefde, hoe luid het voor Emma pleitte, de achter
docht sprak nog luider, sprak over Emma het schuldig «uit.
Hij sprak op eene wijze, die haar binnenste nog meer door
griefde, want zij wist maar ai te goed, boe juist alsdan, toen
zij Emma den sleutel toevertrouwde, haar leven in gevaar ge
weest, was hoe de geneesheeren en huisgenoten» voor haat-
beducht geweest waren en gevreesd hadden, dat zij niet weder
zou herstellen.
Men had dit gelijk gewoonlijk gebeurt, na het gelukkig
doorgestane gevaar, niet meer voor haar geheim gehouden.
Het was haar mede niet onbekend hoe drukkend deze
schuld voor Emma en hare moeder was gronden genoeg,
om ook zielkundig den vermeenden diefstal te verklaren;
gronden genoeg, om de arme Emma tot zulk een trouwloos
heid in staat te achten.
Moeder, zegde Williblad op eenen droevigen morgend,
die dien avond volgde. Moeder, laat ons alles nog eens be
kennen. Naamt gij zelve niet een papier uit de kas? Is eene
verwisseling niet mogelijk? Moeder, wij zullen nogeens zoe
ken.
n Geerne mijn zoon, antwoordde dc moeder, ofschoon
ik er op zou willen sterven, dat ik geen papier terughield,
dat ook de schuldbekentenis in een geheel ander vak lag. Of
kent gij mij als zoo wanorderüjk, dat ik niet weet waar ik