f
Stads Nieuws.
EEN DROOM.
Briefwisseling der Toekomst.
Nog iets oyer onze kicziiig.
L.-J. Van Auker.
ke den dekmantel der religie gebruikt, om de onverstandige
menschen te misleiden.
Om tot dit doel te geraken, tracht zij te doen gelooven, dat
di liberalen tegen de religie zijn en dat de wetten door de li
beralen voorgedragen, op den godsdienst inbreuk maken.
Wij zullen zien hoe een man, die als katholieke bekent staat
cn rechtzinnig in zijne overtuiging is, die handelwijze der
klerikale partij beoordeeld.
Die man is de schrijver Garcia de la Vega, waarvan de ka
tholieke bladen meer dan eens den lof hebben gezongen. Hij
heeft een werk uitgegeven dat voor titel draagtDe Belgische
katholieken en de politieke partijen, waarin hij de verschillende
grieven, door deklerikalen vooruitgezet, onderzoekt en beoor
deeld onder het waar oogpunt der religie.
M. Garcia zoekt vruchteloos de bewijzen van de achtervolgin
gen, waarvan de klerikalen spreken.
In de werken welke men als ongodsdienstig uitgeeft, heeft
hij niets gevonden dat op bet geloof inbreuk maakt. Hij heeft
daden gevonden, welke de geestelijkheid van sommige oude
voorrechten berooven, en welke de geestelijkheid moet afstaan
iri vergelding der volkomene vrijheid, welke zij geniet en
welke de grondwet haar verzekert.
Ons gouvernement, zegt hij, handelt niet gelijk Joseph
II, om den koster te spelen, maar integendeel omdat dc Staat
niets in de kerk zoude te zien hebben.(Vervolg hierna).
IJperen, 15" November 1869.
Nog eene achtbare familie onzer stad komt op hare beurt
een onherstelbaar verlies te onderstaan. Mijnheer August
Froidure is Zaterdag avond, S Nov., ten elf ure, in den bloei
zijns levens (33 jaar, 7 maanden), door de dood van zijne on
troostbare vrouw en kinderen gescheiden. Eene langdurige
en smartvolle ziekte, die sterkere dan hij zou ter neêr gerukt
hebben, werd door hem met den grootsten moed uitgestaan
zijne lichaamlijke pijn als niets achtende, was zijn eenigen
kommer het moeten verlaten van zijn door hem zoo bemind
huisgezin, want hij was een voorbeeldig echtgenoot en de
beste aller vederen.
Aan het hoofd van een merkweerdig handelshuis, stond hij
bekend als een eerlijk en bezorgde handelaar.
Als onder-voorzitter der Koormaatschappij, inag men hem
beschouwen als een uitmuntend en talentvolle man, die al
zijne uren, welke hem van zijne talrijke bezigheden overblee-
ven, zelfs die der rust, besteedde lot den vooruitgang der
maatschappij. Hij ontzag geene moeite wanneer het zijne ge
liefde koorzangers betrof, en die zorgen zijn hem tot opzijn
sterfbed bijgebleven. Al de leden der Koorzangersmartschap-
pij betreuren even zeer het groot verlies dat zij door zijn af
sterven komen te doen.
Zijn politiek leven was pas begonnen sedert drij jaren als
Gemeente Raadslid gekozen door het liberale kiezerskorps,
volbracht hij gewetensvol het hem opgelegde mandaat en
deed zich onderscheiden op het stadhuis, door zijne diep
grondige kennissen van bestier en zijn vast en heraden karak
ter. Die man was geroepen om eens een der eerste magistra
ten zijner geboortestad te wordn.
Woensdag laatst werden zijne stoffelijke overblijfselen ter
aarde besteld. Het Koninklijk Gild van Sint Sebastiaan, de
Maatschappij der Koorzangers, het Muziek en het Korps der
Pompiers, ai de Burger en Militaire Overheden, het perso
neel der openbare gestichten van onderwijs, alsook dit der
liefdadigheidsgestichten, enz., enz., maakten den stoet uit.
Eene ontelbare schaar van vrienden en kennissen hebben het
lijk tot zijne laatste rustplaats vergezeld en daardoor bewe-
Aan Vlaandrens oude duinen,
ginds waar de wilde zee stroomt,
weerspieglend hunne kruinen,
Heb ik gedroomd.
Een scheepje zag ik varen,
het had geen mast geen roer meer
het dobberde op de haren,
die woest aan 't gieren waren,
heen en weer.
Orkanen woedden, gierden
't werd duister lang hel zeestrand,
en niksen dansten, zwierden
van 't meer op 't land.
Er klonk op eens langs 'i water,
daar waar ik straks het schip zag,
een vreemd een woest geschater,
gepaard met golfgeklater,
dan eenAch
zen dat allen den rouw deelen die heden op de leden der fa
milie zoo innig drukt.
Twee lijkredens werden uitgesproken, die beiden wel het
gevoel vertolkten, waarmede de bevolking onzer stad jegens
den betreurden afgestorvene bezield was.
Zaterdag, korts nanoen, heeft genaamden Adriaan Dewitte
oud 37 jaren, soldaat hij het ÏO linieregement, zich in de
voetvolkskazerne voor den kop geschoten. Men is de oorzaak
dezer zelfsmoord onbekend.
Mejufvrouw Louise Ramaut, komt met een zeer voldoen
den uitslag haar exaam als Vroedvrouw, te Brugge te onder
gaan. Zij vestigt zich met der woon te IJperen.
De V'aamsche Ster geeft Zondag avond (14 Nov.), ten ;j en
half ure, eene allerschoonste cn tevens zeer kluchtige vertoo
ning, waar het publiek zeker is eene leerzame en zeer aan
trekkelijke uitspanning te vinden. Wij mogen onze ijverige
vlaamsche tooneelspelers eene volle zaal voorzeggen, daar er
in stad een ongeduldig verlangen bestaat om de Vlaamsche
ster te zien spelen. Wij verzenden onze lezers tot onze vierde
bladzijde.
De fransche looneeltrocp van Roubaix, onder het bestuur
van M. Caiiste-Pascjuier, heeft woensdag laatst eene schitte
rende vertooning gegeven. De liefhebbers van fransche eo-
medie hebben nu hun wensch: een goede troep. Ook was
men het gewaar, want de zaal was goed bezet. Nu is het aan
het publiek van de pogingen van M. Caliste werkelijk te on
dersteunen.
Gebrek aan plaats verplicht ons nogmaals een artikel over
den Kunst en Letterkring tot een ander nummer te verzetten.
Poperinghe, 11 November 1869.
Gelijk de kiezing nu voorbij is, wij meenden onze electo
rale briefwisseling allengskens te mogen staken en een weinig
gerust te mogen leven; maar onze tegenstrevers zijn met deze
rust niet gediend en zouden liever de wanorde die
zij in de stad gebracht hebben met twee kandidaten tegen
M. Van Merris en M. Pharazyn te stellen, wat langer zien du
ren. In dit oogwit hebben die mannen der duisternis een
nieuw manifest, in wijze van een bijvoegsel aan het Nieuws
blad, hij nachte onder de huisduren gesteken, ten einde de
kiezers die meest verblind en flauwst van geest zijn, van meer
tot meer op te hitsen tegen de liberalen die zij Van Merris
bende noemen.
Na, in de kiezing, M. Van Renvnghe en de katholijke scru-
tateurs te hebben doen dienen voor marionnetten wier hoofd
zij deden knikken of schudden volgens de bewegingen van
een koordelje die zij in hunne hand hielden na 7 liberale
bulletins vernietigd en nog een berg brieftjes van dezelfde
opinie voor belachelijke prullen betwist te hebben na, door
alle slach van chicanen en valsche streken, de poperinghe-
naars te hebben doen passeeren voor onnoozelaars die, zonder
de tusschenkomst van twee of drij vreemde verstanden,hunne
kiezing niet zelve kunnen bestieren inet een woord, na
van het kiesbureel eene oprechte garenmarkt gemaakt te heb
ben, de abbéljes zouden nu willen de schuld van dit schanda-
d'Orkaan stilde en de winden
Mijn oog kon op de zee weer,
het mastloos scheepje vindenj:
't ging op en neer.
'k Zag, op het dek gezeten,
een maagd met bleeken oogstraal.
Zij zucht Versmaad, vergeten,
ik die met roem mocht heeten,
Vlaandrens Taal 1
Ach! wreed werd ik verstooten,
gebannen door den waanzin
van snoode stamgenooten,
Ik, heerscherin
En 'k moet zoo blijven dwalen,
tot dat de vlaamsche volkszoon
mij weer doet zegepralen,
en stelt voor vreemde talen,
Eigen schoon
Antwerpen, Juni 1869.
lig schouwtooneel op den rug der liberalen werpen, om dat
deze zich tegen zulke verwaande overdrevenheden verzet heb
ben en hunne rechten hebben willen doen gelden.
De schrijvelaar van dit factumdie hetzelve onderteekent:
Een kiezer, maar dien wij vermeenen geen kiezer of ten
minste geen poperinghenaar te zijn, meent alles overwonnen
te hebben met aan zijne eenvoudige aanhoorders te vertellen
dat de liberalen tot hunne verdediging geene andere argu
menten hadden dan slaande argumenten die bestonden in het
buischen op de tafeldat zij voor het overig niet ééne ge
gronde rede hij te brengen hadden, en dat gansch hunne
discussie, bestond in babbeling en sirateling van Désilétje en in
eene onbeschrijvelijke furie van Julius, waaraan niemand
kon antwoorden en die gevolgelijk den mond stopten der ab
béljes.
Met dezelfde reden zouden wij mogen zeggen dat, alswan-
neer een predikant buischt op zijnen predikstoel, het ai swa-
teling en babbeling is dal hij uiteendoet, en waarop niemand
kan noch mag antwoorden. Nogtans de schrijvelaar bekent
dat, onder dit huischen en onder die mondstoppende argu
menten, de vraag gedaan werd waarom de burgmeester om
trent dertig valsche kiezers op de lijst gebracht heeft die nooit
het kiescijns betaald hebben, en waarom hij niet alleen buiten
de kiezing maar zelfs gedurende de kiesbewerkingen zich zoo
lodderlijk bij den neus laat leiden.
Wat deze onbeantwoorde vraag betreft, de vreemde schrij
ver neemt de verdediging van den burgmeester en zijne coi-
legas met te zeggen dat die valsche kiezers openbaar ijk
aangeplakt geweest zijn, en, dewijl er met tegen is gereciu-
meerd geweest, dat M. Van Renynghe onschuldig is. Zoo
dan, als men, bij voorbeeld, eene diefle begaat, een valschen
akt teekent of een valschen eed doet, gelijk het over zekeren
tijd meteen katholijk hoofdstuk gebeurd is, en dal hel kwaad
niet aanstonds ontdekt wordt, men is dan onplichtig en men
is een treffelijk man Als een liberaal voor eene besehuldi
ging van arglist en bedrog door het Hof van Beroep vrijge
sproken is, hij is een faamiooze persoonaadje en als een
katholijk voor het zelfde liof van Beroep eene transaktie moet
maken van boven de 20,000 franks voor een lid van zijne fa
milie gefrustreerd te hebben, hij is een spiegel van christe
lijke deugden Dit is toch zeker de leering der religie
niet die men nogtans met de kiezmg zoo nauw wilt in verband
stellen dat men dezelve eene religiekwestie noemt Schoonc
religiekwestie
Een ander doorslaande argument dat het manifest aan de
liberalen ten kwade duidt, 't is dat deze op den dag der kie
zing omringd waren van Crispinders en fabriekwerkers die
hunne beste vrienden zijn, weikgepeupel en w elk volkje de
kiesbewerkingen, door zijne geestdriftige tegenwoordigheid
aan den ingang der kieszaal, zoude gestoord hebben. Wij
moeten den kalholijken schrijvelaar doen opmerken dat dit
volkje een geheel ander slach van menschen was dan de stok-
slagers van Leuven, en, indien er eenige nieuwsgierigen in
de zaal geslopen zijn, dit was een teeken van het belang dat
de werkersklas stelde in den zegepraal dér liberalen. Ja, hel
zijn onze vrienden, en wij maken ons eene eer en zelfs eene
plicht van het werkvolk onder onze vrienden te tellen. Het is
maar gij die ongevoelig zijt aan de zedelijke aandoeningen van
het volk, het is maar gij die onverschillig zijt aan zijne ver
langens, aan zijn lot en aan zijne deelneming in de belangen
der samenleving, het is maar gij die overal het volk verstoot,
even als men eenen hond of eene kat verjaagt uit alle plaatsen
die niet tot vuiikeuken dienen. Weet dat 11 er cm us Clabau zoo
veel recht heeft als M. de deken om den uitslag der kiezing
toe te juichen of af te keuren, en dat hij zelf het vermogen
heeft van er tegen te reclameren. Dewijl alle inwooners be
lang in de gemeentekiezingen hebben, zij mogen allen, van
den eerste tot den laatste, tegen de operatiën opkomen, of zij
kiezer zijn of niet.
Dit al belet onze tegenstrevers niet van de liberalen en het
werkvolk voor verachtelijke menschen uft te maken en van te
blijven beweren dat Van Merris (Mijnheer en Monseigneur is
maar toepasselijk aan de katholijke doorluchtigheden) met ge
heel zijne bende op het slagveld gebleven is. Hij is zoo wel op
het slagveld gebleven dat het waar getal stemmem, die aan
hem en zijne medekandidaten gegeven zijn, het volgende is:
J. Van Merris, 202; F. Rommens, 200; Ch. Pharazyn, 197;
J. Lecluyse, '190; C. Valcke, lo9. En daar de volstrekte meer
derheid 192 was, er volgt hieruit dat drij liberale kandidaten
de majoriteit bekomen hebben, zoo niet door de geestelijke
mannen die het kiesbureel bestierden, ten minste door het
echt burgerlijk kiezerskorps.
Om de compassie der kiezers op te wekken, onze arme
bloedjes, na hunne perten uitgespeeld te hebben, stellen zich
als slachtoffers van al dat slecht ivolk. Wat voor eene abonii-
natie! zeggen zij, men maakt de priesters uit voor verval-
schers van hetEvangelie die met de hel in hunnebeurs Ioopen
Men schildert hen af als dienaars van Satan en zendelingen
van den duivelWat zoudt gij dan anders zijn, indien
gij, in plaats van den vrede en de liefde onder de menschen
aan te prediken, niet anders dan tweedracht onder de burgerij
en onder de familien zaait? Wat zoudt gij anders zijn,indien
gij, tegenstrijdiglijjk aan de woorden van onzen Zaligmaker
die zegtmijn rijk is van deze wereld nietgansch de we
reld tracht om te keeren en bijna al de revolutiën gemaakt
hebt waarvan de historie gewag maakt, om uwe dominatie op
hare bloedige puinhoopen te vestigen Christus, die geboren