VAN IJPEREN. ■4 FRANKEN JAARS Nr 4H5. Achtstee Jaar, ZATERDAG, 25" DECEMBER 1869. Politiek. Stads,- Ranst- en Letternieuws. ërscMllige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen, Pol itieke berichten Stads Nieuws. VOOR ÏJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12 eentimen den regel. Reklamen: 25' een timen. Bureel: Dixmudeslraal, 39.— Alle inzendingen vrachtvrij. De tijding een er algemeene ontwapening van Europa door den Times medegedeeld wordt gelo genstraft. In de best ingelichte politieke kringen van Berlijn weet men van niets; bij gevolg is de hoop nogmaals vervlogen om eene vermindering te hebben in de krijgsuiigaven, die zoozeer opbel volk drukken. L. Napoleon bevindt zich in eenen valschen toe stand. Hel is hem onmogelijk een parlementair ministerie indien dit zijn voornemen is te vormen, omdat hij er geene meerderheid voor zou vinden in de Kamer. Om uil den tegen woord i gen toestand te komen is eene ontbinding der Kamer het eënigste middel. De llaliaabschc Kamer heeft zonder opmerking het voorloopig dienstjaar met 208 stemmen tegen 56 aangenomen. De Kamer is tol op 1 Februari uiteen gegaan. Er is te Rome wederom eene nieuwe grondwet uitgekomen van Pius IX, volgens welke er eene menigte lieden in den ban der kerk geslagen zijn, zonder dat het noo'dig is daartoe een vonnis uit te veérdigen. Ziehier eenige dier punten Degenen die rechtstreeks of onrechtstreeks de uitoefening der geestelijke jnridiktie beletten, die bevelen of raad daartoe geven. Degenen die rechtstreeks of onrechtstreeks de wereldlijke rechters dwingen de geestelijkheid voor de rechtbanken te brengen, strijdig aan de veror deningen van de kerkwet en degenen, die wetten of dekreten uitvcerdigen tegen dc vrijheid of de rech ten der kerk. Degenen, die lot de wereldlijke macht den toe vlucht nemen, om de brieven of andere akten van den Paus of zijne gevolmachtigden tegen te houden of er de uitvaardiging van zuücn beletten. Degenen die de goederen, de renten, enzv ver beuren, aan de geestelijkheid behoorende. Degenen die ;de gronden, de plaatsen of rechten overweldigen. vernietigen of behouden, aan de roomsehe Kerk behoorende of er de hoogere juri- d ik tie van stooren. Zoodat al die de Syllabus of andere verordenin gen tegenwerken, in den ban der 11. Kerk geslagen zijn. Op bet laatste zullen nog al de menschen in den ban zijn als hel zoo voortgaat. Uit Madrid meldt men. dal erZondag te Baradas (provincie Seville) wanorders zijn uilgebroken. Men heeft Leve de Republiek geroepen. Er is eene aanhouding gedaan. aria -.uni: mssagasii^K^-^^'rA^assEana SaEsaesjspraak ti>»schc» «Ben Seisoeïsjsecstcï', «lesa Siesiefi* ess Jisss Roedjclniui'. De Koster. Wel, Meester, zullen wij heden ons gesprek van de laatste maal voortzetten De Meester. Zeer gaarne, Koster; hel is uit hel ophalen en de wederlegging der bezwaren dat de waarheid moet te voorschijn komen. De Koster. Is het niet schandelijk, Meester, van de libe rale Ministers, zoo als Frère en Ba ra, aan hunne kinders en bloedverwanten plaatsen te zien geven Jan. Omdat ik bloedverwant van eenen Minister ben, ik zou moeten van alle ambten uitgesloten zijn Zulk eene vor dering is belachelijk, in tegenwoordigheid van hetgene des tijds door de clericale Ministers zelve werd gepleegd. De Meester. Bij gebrek aan gegronde misdrijven aan de Ministers te kunnen verwijten, men vindt bezwaren nit die geene zijn het is attijd dezelfde middel waarmede men de sukkelaars tegen het beheer tracht optehitsen. De Koster. Gij zegt dat, Meester, omdat gij de liberalen genegen zijtmaar bekent het, is het geene samenzweering tegen den catholijken Godsdienst van de kerkgoederen te wil len aanslaan De Meester. Dit is nimmer het inzicht geweest; hetgene men wilt het is een toezicht op het gebruik der inkomsten te kunnen uitoeffenen, ten einde men dezelve van hunne bestem ming, ten nadeele der gemeenten, niet meer zou kunnen af- keerenik zeg' ten nadeele der gemeenten, daar deze volgens de wet in het tekort moeten voorzienvindt gij dus niet, Koster, dat degene die moeten betalen ook het recht moeten hebben van te weten welk gebruik men van hun geld maakt. Jan. En inderdaad, de goederen der kerkfabrieken be- hooren aan de gemeente toe ten zelfden titel als de goederen der armgestichten, het is te zeggen, met eene bepaalde be stemming, en gij kunt toch niet zeggen, Koster, dat de goe deren der Dissehen, om dat zij door wettige kommissiën worden beheerd, zijn aangeslagen. De Koster. Gij spreekt beide alsof de inkomsten der kerkfabrieken verkwist werden of zelfs werden gestolen. De Meester. - Gestolen, neen I maar dikmaals lot andere uitgaven gebruikt aan tot die, waarvoor zij zijn bestemd; bij voorbeeld, ik zou eenen Pastor kunnen noemen die destijds een groot gedeelte der inkomsten gebruikte om heiligen te verkleeden, terwijl de kerk bouwvallig werd en de gemeente nieuwe lasten moest daarstellen om in de dringendste herstel lingen te kunnen voorzien. Jan. Eu die andere, die destijds het geld der kerkfabriek in de hollandsche loterij verspeelde. De Koster. Gij moet toch bekennen dat liet billijk is daj de Pastors op hel gebruik van de inkomsten der kerkfabrieken jets tc zeggen hebben. De Meester. Ongetwijffeld; maar gij moet ook bekennen, Koster, dat, aangezien de gemeente-raden in het tekort moe ten voorzien, het ook billijk is dat zij het wettig gebruik de^ inkomsten kunnen bewaken en door vertrou wde doen behee- ren. De Koster. Er zijn veel aardige schikkingen in het voor gedragen wetsontwerp, waarvan dc nuttigheid mij schijnt betwistbaar te zijn. Dc Meester. Gij hebt hierin niet teencmaal ongelijk, Koster; dit is een gevolg van te groote toegevendheid, in plaats van die menigvuldige artikelen, men zou zich moeten bepalen met in een enkel artikel te zéggen dut de wijze van benamingen der raadsleden en al de bestaande schikkingen, die betrekking hebben aan de rekenpleging oer armbesturen, ook aan de kerkfabrieken toepasselijk zijn. De Koster. Let wel op, Meester, gij zoudt aldus dc Pastors willen uitsluiten en den invloed der Bisschoppen willen vernietigen. De Meester. Volstrekt niet, ik vind billijk dat de Pastors van de kerkraden ambtshalve deelmaken, en voor wat den in vloed der Bisschoppen betreft men zou hun hel bureel dei- kerkmeesters onder dc leden van den raad kunnen laten kie zen in zoo een geval al de belanghebbenden zouden een bil lijk gedeelte van invloed hebben, en, mits de benoeming van eenen verantwoordelijken ontvanger, al de partijen zouden de waarborg hebben dat de inkomsten en de gemeente subsidien van hunne bestemming niet verder meer zouden vervreemd worden. De Koster. Dit kan al waar zijn, maar het ware tocii beklagelijk dat de liberalen zich met het beheer der kerkfa brieken zouden moeten bemoeien. De Meester. En waarom zijn de liberalen geen eerlijke lieden, die hel geld van zijne bestemming niet zouden ontrek ken en die voor het welzijn van de huizen Gods genegen zijn? ziet tot voorbeeld, Koster, hetgene in onze stad deswege heeft plaats gehad is het niet door het toedoen der liberalen dat de kerk van deri H. Martinus zoo pi-aclitiglijk wordt her steld? zijn het geene liberale kerkmeesters die de kerkfabriek- van den H. Nicolaus uit haren moeilijken toestand hebben gered Jan. En wie heeft de kerk van den II. Petrus uit den kwijnenden staat waarin zij sedert lang verkeerde, verheven Er was zoo gezegd geen geld om het gebouw te herstellen en het binnenste rein te houden, en nauwelijks waren er libe rale kerkmeesters genoemd of men vond middel om een nieuw pastoorshuis, eene nieuwe sacrisie tc bouwen, eene naald op den toren te plaatsen, het binnenste te versieren en tevens aan de godsdienstige oeffeningen meer plechtigheid te geven De Koster. Ik moet bekennen dat het waar is. IJperen, 24™ December 1869. Woensdag aanslaande geeft de fransche comedie eene ver- tooning in slads-tooneelzaal. Wij kennen de namen der stuk ken die er zullen opgevoerd zijn stellig zal het der moeite weerd zijn. Par droit de conquête, 3 act. Je dine chez ma mère, 1 act. Bij Koninklijk besluit van 21 December 1869, is M. L. Yanheule, schepene der stad IJperen benaamd.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1869 | | pagina 1