VAN IJPEREN,
4 FRANKEN 'S JAARS
A1" 408'. AejïCTiste Jaar.
Politiek. - Stads,- Kunst- en Letternieuws. Vcrschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
Po I i t i ek e b e r i c Si teil
Hoe men vrij denkers hééft
gemaakt.
In het Album
der veertigjarige ju Her S). B.
Victories Vande Weghe.
VOOR IJPEREN. Fr. 4-30 VOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen 12 cenlimen den regel.
Reklamen: 25' centinien.
ZONDAG, 1G" JANUARI 1870.
V Bi-REEtDixmudestraat, 39.Alle inzendingen vrachtvrij.
Dat er op dit oogenblik van niets anders gespro
ken wordt in de dagbladen van Parijs dan van de
moord door prins Pieter Bonaparte op M. Victor
Noir gepleegd, behoeft niet gezegd te worden, liet
is eene zeer gewichtige gebeurtenis en die veel
kwaad zal doen aan de familie Bonaparte.
Dinsdag, zoo ais wij gemeld hébben., heeft hel
Wetgevend Korps van Frankrijk zijne zittingen
hernomen. M. Olivier heeft met eene aanspraak
de aanstelling van hel nieuw ministerie bekend
gemaakt.
De zetel van Soulhwark, die in het engelsch
parlement is opengevallen, is het voorwerp eener
drijdubbele betrachting. Eén der kandidaten is M.
Odger. een schonmnakersgast* die zeer verstandig
en een der invloedrijkste leden van den hervor-
iningsbond is geweest.
Het spaansch ministerie is heringericht en in
Griekenland is er ook een nieuw ministerie be
noemd. Andere voorname buitenlandsehe tijdingen
hebben wij niet te melden.
Indien men eene depêche uit Rome van de
agnetie liavas moet gelooven zou de groote kwestie
van de onfeilbaarheid van den Paus op het punt
zijn aan de dagorde van het Concilie te komen.Een
zeker getal prelaten tot de ullramontaansche l'rak-
tie behoörende, zouden aan den H. Vader eene
petitie in dien zin hebben gezonden met het inzicht
de vergadering en den Paus te dwingen eene be
slissing over die kwestie te nemen.
De Kamer der Gedeputeerden van het groot
hertogdom Baden heeft in hare laatste zitting de af
schaffing van den lijfsdwang gestemd.
Voor de omwenteling van 1787, die men het
Palriottespel noemt, had men nooit van vrijden
kers hooren spreken de lands-, provinciale- en
gemeentebesturen van den cenen kant en.de gees
telijkheid van den anderen hadden hunne rechten
zoodanig beperkt dat de eenen op de betrekkingen
van dc anderen zefdzaam trachtten in te palmen,
en wanneer dit door een der partijen werd be
proefd, zij kwamen er gewoonlijk kwalijk van af.
Een voorbeeld daarvan heeft in onze stad plaats
gehad, als de Bisschop Wavrans zich wilde ver
zetten legen de Schikkingen door hel Magistraat
genomen betrekkelijk de processie van den Jubilé
van 1783.
Van dan af heeft de geestelijkheid altijd trachten
in te palmen op het tijdelijk gezag, hetgenc van
harentwege tol overdrevenheden van allen aard
heeft aanleiding gegeven de bejaarde lieden her
inneren zich de tijden dat de pastoors aan het
hoofd hunner parochianen vijgenboomen kwamen
desschen op de Groote Markt; het was het zinne
beeld der liberalen van dien tijd, die men vijgen
noemde, en gelijk beden aan den haat der menigte
verwees, omdat zij dé onafhankelijkheid van hel
burgerlijk gezag verdedigden de fransche omwen
teling en het eerste keizerrijk schorheden alle wor
stelingen op, maar nauwelijks was Belgie van de
fransche dwingelandij verlost of eenige edelen,
door de geestelijkheid opgewonden, wenden zich
tot de véreenigde mogendheden, omdat zij al de
voorrechten en de misbruiken van de oude eeuwen
in ons land zouden herstellen dit werd door de
menigte afgekeurd en is de oorsprong der aan
groeiende wantrouw, die het verlichte deel der be
volking tegen de geestelijkheid voedt.
Indien deze het welzijn van den Godsdienst had
willen bevorderen, zij bad door hare handelwijze
moeten bewijzen dat zij in de begeerte van eenigen
niet deelde; maar verre van daar, al hare po
gingen, zoowel onder de beheerscbing van Willem
als sedert de omwenteling van 1850 hebben bewe
zen dat de Godsdienst hel minste barer bekomme
ring was; helgene zij betrachtte het is om door
alle middels, zelfs de oneerlijkste gelijk de Bisschop
Malou het heeft aangeraden, het Staatsbestuur in
handen te krijgen om aldus de ultramontaanschc
dwingelandij, de ergste van alle dwingelandijen,
te kunnen daarstellen om tot daar te geraken men
heeft haar heden zien vervloeken helgene zij des
anderendaags aanbevool, noch waarheid noch leu
gentaal hebben de menigte niet kunnen doen ach
teruit deinzenomwentelaars of bewaarders, vol
gens dat het hare inzichten het vereischen. zij heeft
de biecht- en preekstoelen in politieke tribunen
veranderd en hare tegenstrevers beschuldigd van
O
Spes immorfalilafc plena.
Veertig jaren klaagt ge, lieve,
'k weet dat nooit uw mond eens liegt
maar uw lippen beven telkens
u dit zwaar geheim ontvliegt.
•-> Veertig jaren 'k word een oudje,
jonkvrouw ben ik thans niet meer,
't hart doorwond, des bijkens angel
prikte 't bloemenkelkje neer.
Veertig jaren 't wordt zoo duister,
flauwig daalt mijn levenszon,
frischheid vlucht me van de wangen,
drogen gaat mijn levensbron.
't Zijn geen stonden meer der rozen,
t zijn geen dagen meer van min;
bloemen slensen, pas ontloken,
rouwklank dringt mijn ziel thans in.
Veertig jaren zegt ge lieve,
tijdstip van verdriet en rouw;
heeft uw hart dan geen gevoel meer,
is uw glimlach minder trouw
Denkt ge, lieve, dat men schoon is,
slechts wanneer er twintig jaar
op het helder voorhoofd blinken,
met eene onschuldshloeme in 't. haar
Want de schoonheid van de ziele,
heiige bloem die God u gaf,
schittert lente, zomer, herfst dooi';
wie breekt haar den stengel af
Schoon nog is des levens zomer
alles vonkelt, blaakt en bloeit,
ideaal van 't tentedroombeeld,
dat thans krachtig schiet en groeit.
't Is de voorstond van den oogsttijd,
't is de julizon in gloed,
?t is de grootheid van de schepping,
die de ziel met lust begroet.
Jonkheid! o, zij is onsterflijk,
als de ziel, vol hope, streeft
naar de waarheid, rede en liefde,
naar het. lichl dat eeuwig leeft.
Dat. liet herfst of winter weze,
't hart blijft jong, zoolang het lieft
en aan 't laffe kwaad een strijd voert,
dat het menschdom vlijmend grieft.
Zonder aan het lot te denken,
dat de toekomst u bespaart,
wil nog bloemen, vruchten samelen
uit des zomers rijken gaard.
En laat mij nog schoon u vinden,
lieve, met uw veertig jaar
met uw hart van reine goedheid,
met uw zomerbloem in 't haar.
[Jperen 18f>9.