Stads Nieuws.
Briefwisseling dei' Toekomst.
Yerschillige tijdingen.
Somtijds beklaagt men zich, omdat het godsdiens-
lelijk gevoel verflauwt. Maar wij hebben reeds zoo
menigmaal gezegd, dat zij die beweren de eerste
voorstanders van de religie te zijn, daaraan mees
tendeels de grootste schuld hebben.
Ziehier, bij voorbeeld, een paar feiten, die van
aard zijn den slechtstcn indruk op het volk te ma
ken. Te Kortrijk weigert men een meisje, dat hare
eerste communie moet doen, te kleeden, omdat het
een onecht kind isen te Oostende sluit men een
arm kind buiten de klericale sebool, omdat zijn va
der zich om het leven heeft gebracht.
Zijn die armen dulsekens nu piichligaan hetgeen
anderen gedaan hebben Pis hel niet onntenschelijk
die twee kinderen te doen boeten, omdat zij zoo
diep ongelukkig zijn en zij de wereld moeien intre
den met eenen last op de schouders, waaronder zoo
velen op de levensbaan bezwijken?
Kan de religie, die de eeuwige rechtvaardigheid
lol grondslag heeft, zulke gedroehtelijkheden lee-
ren Toen de stichter van het christendom zegde;
Laat de kleine kinderen tot mij komenheeft
hij dan daarbij gevoegd maar de kinderen, die
ongelukkig zijn, mogen mij niet naderen
Wij herhalen het, wanneer men bij het volk
den eerbier voor de geestelijkheid en voor de religie
ziet verminderen, dan is het omdat de eerste plich
ten van christelijke liefde zoo dikwijls, in naam
der religie, onder de voeten getrappeld worden
Stad Gent).
IJperen, den 10 April 1870.
Yictokiea VAN DE WEGHE.
liet is alzoo dat men van de rninsi bekwaamste advocaten
tot de eerste plaatsen der magistrature zag verhellenen no
tarissen zag noemen die noch fransch noch viaahisch konden
schrijven.
De Koster. Dat kon verschoond worden in de eerste ja
ren na de omwenteling, wanneer men de wederkomst der
hoilanders te vreezen had, maar thans dat ons onafhankelijk
bestaan verzekerd is, al de Belgen zouden moeten op den
zelfden voet behandeld worden.
De Meester. Dat zijn zij ook, voor zoo veel het geene
bekende vijanden zijn van degene van wie zij de noemingen
afsmeeken met het inzicht van des te beter hunne weldoeners
te kunnen bevechten; en de Ministers, bekent het, Koster,
zouden groote onnoozelaars moeten zijn om de macht in
handen van hunne vijanden te stellen, die van den invloed,
welken hunne ambten hun zouden geven zouden-gebruik ma
ken om hun van hunne zetels te kunnen werpen, dit ware
eene zelfmoord die den spot van hunne begunstigden zelve
en de verwijten van hunne partijgenoten zou opwekken.
Jan. Zegt eens, Koster, indien de Bisschop pastors, ka-
peiiaans of kerkmeesters te benoemen had, zou hij zijne ver
trouwde versteken om de voorkeur te geven aan mannen, die
alle mogelijke pogingen doen om hem hatelijk te maken en
die dagelijks hem honen en belédigen
De Koster. Zekerlijk dat hij^ich, en met recht, daarvan
zou weèrhouden.
Jan. En gij, Koster, indien gij eenen onderkoster, eenen
orgelist of eenen zanger te benoemen liadt, zoudt gij iemand
intrekken die uwe plaats betracht, en die in uwe overtuiging'
u door alle middels zou doen ter zijde stellen
De Koster. Ik zou voor zeker zoo ounoozel niet zijn.
De Meester. Waarom vindt gij dus kwalijk, dat de Mi
nisters handelen gelijk uwe Bisschop en gij zelf het zon doen?
Jan. En men is zelfs in rechte van kwalijk te vinden dat
een tiende der noemingen clericalen zijn geweest.
De Meester. Voor grondstelsel aanvaardende dat men
geene wolven in zijne schapen mag toelaten, er zijn nogtans
mannen die zich door blijkens hunner schranderheid, in het
belang der Justicie, van uitzondering waardig maken, en hef.
is aldus dat de Minister ten aanzien van eenigen heeft gehan
deld het is een bewijs van zijne matigheid, die onder de cle-
ricale Ministers veel zeldzamer heeft plaats gehad.
Jan. En die in het vervolg dubbel moeilijk zal worden,
daar de Minister met thans nog elericale noemingen te doen,
zou aanzien worden als handelende onder de drukking en de
bedreiging van den heer Wasseige, die, door zijne vervvijtse-
Jen, zijne vijanden op den rug zijner partijgenoten heeft ge
klopt.
Toen herstopte Johannes
zijn steenkoppen pijpten nog eenmaal,
vuurde 't en zei goèn nacht
aan de vrienden. Zo zegden hem: slaap wel»
Maar thans volgde Maria
hem op tot buiten der voordeur,
waar de vriendinne zijns harten
met snikkende tranen hem toesprak
Zekerlik heugt het u nog
van den metser, die, 't is nu vier weken,
werkzaam was aan de bouwing
der nieuwere schuur van ons pachthof
hoe, een voormiddag, o hemel,
hij viel van de hoogere stelling,
hoe men naar huis hem droeg,
een arm, twee ribben gebroken
sinds dien dag nu ligt hij
te bedde, en vandaag in het kraambed
kwam zijn vrouw. Wie zorgt
thans voor ouders en kind in het huisje
Dan Maria bracht iets
een pakje van onder beur vsorschoot,
zeggend 't is moeder die vraagt
of gij er u meè wilt belasten
't is wat brood en wat vleesch
vcur 't lijdend gezin van den metser,
klein is de aalmoes, 'l is waar,
maar ze is hun van harte gejond toch.
RFHfJF.ESWlCBS'F. De dienst van het Bataiijon
en de Halve-Batterij voor 1870, is vastgesteld als. volgt
1° Exercicie voor de Officieren, Onder-Officieren, Carpo-
raals, Brigadiers en Garden van 2! tot 35 jaren, den 24
April; 1, 15, 22 en 29 Mei; 26 Juni; 5 Juli, ten 7 ure juist
des morgens, op het Minne-Plein.
2° Eerste wapen- en uitrustingsinspectie voor geheel de
Burgerwacht den 8 Mei 1870, op het uur vast te stellen door
den Majoor-Kommandant.
5° Algemeene wapenoefening voor het kader en al de gar
den den 12 Juni 1870, ten 7 ure 's morgens.
De tijdstippen op welke de twee monsteringen of alge
meene vergaderingen zullen plaats hebben, alsook de tweede
algemeene wapen-en uitrustingsinspeelie zullen later bekend
gemaakt worden.
*1* Zondag heeft een banket plaats in het Hotel het Gou
den Hoofd, gegeven door de heeren Officieren van het 10 re-
geinent, aan hunnen nieuwen bevelhebber kolonel Mistet.
Vrijdag laatst heeft men het vaandel van het regement ver
huisd, vari het huis van kolonel Fissette, (thans plaatskomman-
dant te IJperen benoemd), naar de woonst van den majoor
Kremer, tijdelijk met het bevel van het regement gelast, tot
de aankomst van den nieuwen kommandant.
Maandag aanstaande, zijnde tweede Paaschdag, zal er
in Stadstooneelzaal eene ware familjefeest plaats hebben.
MM. August Vanden Bogaerde en HilairDe Coene, ter ge
legenheid hunner benoeming als voorzitter en ondervoorzit
ter der Koormaatschappij onzer stad, vergasten AL de leden
dezer talrijke maatschappij met hunne dames op een Concert-
Bal, welk aanvang neemt ten 7 ure des avonds.
Indien sommige onbescheidenheden echt zijn, zou er in
lang zulk geene feest te I Jperen plaats gehad hebben.
W ie volbracht niet met vreugd
zoo 'n teeder milddadige boodschap
dies wat zalige stonden
veur 't hart des verliefden Johannes
zoo bij snerpenken koude,
eens avonds 'ne schamele veldslulp
eenzaam binnen te sluipen,
en daar des benoodigden werkmans
honger en weedom te stillen,
wat vleesch en wat brood er te dragen
aal'moes, die het gezin,
vertwijflerid nimmer dorst beedlen
Goed ja, deed het zijn harte
des arbeiders zegen te ontvangen,
wen het strenge getijde
van werk dus van brood hem beroofde
goed deén de tranen der vrouw,
die haar ontrukte die mildheid,
goed ook den blik van het kroost,
dat dankend en biddend hem toeloech.
Tusschen u, lieve, gezeten
in 'i diep van ons minnelik Vlaandren,
weeft het geheugen nog meermaals
zacht me vóór oogen dien avond
beter dan iemand kent ge
de lieden van wie ik in eenvoud vertelle,
want !t is een stond uit uw leven
uit dat van uw vrouwken Maria.
IJperen, Januari 1870.
KUNST- EN LETTERKRING.
In zitting van 6 dezer gaf de heer Vande Weghe lezing
zijner voordracht op het elfde Nederlandsch congres gehou
den over het onderwijs van het vlaamsch in het leger. De
schrijver betoont daarin hoe het onderwijs uitsluitelijk in de
fransche taal gegeven wordt tot groot nadeel onzer vlaam-
scge soldaten die daaruit weinig of geen nut trekken en oor
zaak is dat zij overal op den achtergrond staan terwijl hunne
waalsche wapenbroeders spoedige vorderingen maken en op
hun den voorrang blijven behouden. Om dezen betréurens-
waardigen staat van zaken, die strijd [met alle rechten reden,
te doen ophouden en de broederlijkheid en eendracht in ons
leger te versterken stelt hij eenige veranderingen voor die
dienden in het onderwijs ingevoerd te worden.
Dan droeg de heer Vande Weghe een dichtstuk voor ge
titeld de Nieuwjaarbrief (geschiedkundig verhaai), wel
licht het schoonste en uitgebreidste werk welk uit de vrucht
bare pen van onzen volijveriger! olficier-poëet gevloeid is.
Ook boezemde het veel belang in bij de leden die het vurig
toejuichten.
Woensdag laatst gaf de heer August Böhm eene korte le
vensbeschrijving van den heer Karel-Cornelis-Augustus De-
groux, historieschilder, geboren te Comen den 4 Augustus
1825 en overleden te S* Joost-len-Noode,deu 50 Maart 1870.
De kunst doet in hem een onherstelbaar verlies. Zoo ais men
weel was de heer Degroux gelast met de muurschildering
onzer llalle.
Men schrijft ons uit Meessen, 15 April
Hoewel men hier en in onze omliggende gemeenten maar
weinig bekommred is met het Concilie, er is nogtans eene
groote nieuwmaar op handen die, indien zij zich verwezen
lijkt, veel zal doen spreken van de werkzaamheden der Kerk
vergadering. Een priester van Brugge heeft hier in een
bijzonder huis verteld dat onzen bisschop te Roomen zeer
verlegen is met de inlichtingen die hij te geven heeft over de
Godsdienstige verdeeldheden in België, en met de vaststel
ling der politieke zonden, om welke reden hij M. DeHaerne,
als raadsman naar Roomen geroepen heeft.
Daar het zeer moeilijk is om te beslissen of het gebruik
van een liberaal stembrieftje eene doodzonde of eene dagelijk-
sche zonde is, en of een priester voor hel lezen van liberale
gazetten de absolutie mag weigeren, gelijk de biechtvaders
het gewoonlijk in onze landgemeenten doen, er zou kwestie
zijn hij M. De Haerne nog eenige andere ervarene theologan
ten te voegen om deze moeilijkheid te helpen oplossen. De
eerweerdige heeren op wie Monseigneur zijnen keus gevestigd
heeft zijn nog niet vast gekend; maar men verzekert dat die
welke meest kans hebben van met dit hoog vertrouwen ver
eerd te worden, de volgende zijn: M. Vervot, pastor te Locre,
M. De Lannoy, pastor te Reninghelst, M. De Bruyne, pastor-
te Wijtschate, en M.Vercaemer, onder-pastor te Dikkehusch.
De milicianen der klas van 1862 die op april hunne
8 jaren dienst, door de wet vereischt, volbracht hebben, zijn
vrij van dienst; echter worden zij op de naamrollen behouden
zij kunnen, zonder bijzondere toelating van den minister van
oorlog, naar den vreemde gaan.Echter moet de gemeenteover-
heid weten waar zij zich bevinden.
Er zijn thans te Brugge valsche goudstukken van 10 IV.
in omloop, dragende het afbeeldsel van Napoleon 111 en het
jaartal 1855. Zij zijn goed van maaksel, doch een weinig klei
ner dan de echte stukken en hebben een stalen klank.
De koning heeft zaterdag 9 april zijn 55" jaar bereikt.
Uit eene statistiek, afgekondigd door den Epeuvier, het
blad der belgische duivenmelkers, blijkt dal er in een enkel
jaar in Belgie 655 prijskampen met duiven gegeven zijn. Er
waren 11,245 prijzen te winnen en 89,960 duiven hebben
aan die prijskampen deel genomen. Voor iedere duif is er 5 fr.
teri minste betaald, dus 449,800 fr. tezamen.
Men leest in den Figaro
De inwoners der gemeente Boux in de Hoogere-Garonnes,
hadden sedert eenige maanden opgemerkt dat een kleermaker
verdwenen was, zijne vrouw en drie kinderen in droefheid
achterlatende.
Men had hem den 21 december laatstleden op de jaarmarkt
van Saint-Béat gezien. Hij was drager c-ener som van 800 fr.,
welke bestemd was om eene schuld te betalen. De kleermaker
en zijn schuldeischer waren in eene herberg bijeen. De schul
denaar wilde betalen.
Waarom wilt gij betalen zegde de schuldeischer, geeft
mij slechts den intrest.
Kort daarna vond men te Saint-Béat een naaniloozen brief,
welke het volgende inhield
>i Zoekt in de kelders der stad en gij zult het lijk vinden van
den man, dien gij zoekt.
Jfiel alleen deed de justicie vlijtige opzoekingen, doch zij
deed zich hierin helpen doorhondenDeze dieren huil
den op eene zonderlinge wijze, toen zij in den kelder der
herberg, in welke men den kleermaker verscheidene maanden
te voren gezien had, naderde. Men zocht en vond de volko
men goed bewaarde overblijfsels van een menschenlijk.