Stads Nieuws. En dit nu zoo zijnde, volgt er daaruit dat dit on derwijs aldaar wordt verwaarloosd? Verre van daar, wij houden staan dal de leeraars aan wie dit onderwijs is toevertrouwd daartoe meer bevoegd heid hebben dan de dweepende kwezels, die de geestelijkheid te dikmaals daarmede belast. Het Nieuwsblad durft alles: bet beschuldigd ons van de testen der H. Schriftuur te hebben ver- valscht, van de geestelijkheid gelasterd te hebben, van toegejuigd te hebben aari conferenciegevers, die dom genoeg zouden geweest zijn om te zeggen dat de mensch afstarnd van den grooten aap en dat de plechtigheden der II. Kerk bijgeloovigheden zijn! En het is met zulke leugens dat het zijne le zers misleid, en. omdat zij de waarheid niet zou den kennen, dat de lezing van ons eenvoudig blad je verboden is. Dat het eens aanhaalt welke de testen der H. Schrifture zijn die wij vervalscht hebben, welke andere geestelijkheid dan de politieke, anders ge zegd de elericaie, die wij beknibbeld hebben, en in welk nummer wij aan de aangehaalde veronder stelde dommigheden van conferentiegevers hebben toegejuigd Voor wat de Jesuiten betreft wij bekennen dat wij dezelve voor gcldafdoeners aanzien het proces Debuek en vele andere le lang om hier te herhalen bevestigen onze beoordeeling; en. wat hunne poli tieke misdrijven betreft, indien het Nieuwsblad dit verlangt wij kunnen eenige onzer nrs vervullen met aanhalingen uit de geschiedenis, die onze be oordeelingen rechtvaardigen. Blijft het mirakel van O. L. V. van Saletten zouden de schrijvers van het Nieuwsblad mis schien houden staan dat dit zoogezegde mirakel een geloofspunt is? Hoe overdreven en dweepzuchtig zij ons schijnen,-wij kunnen toch niet vermoeden dat zij er zelve geloof aan geven, want hel is hun zoo welbekend als aan ons, dat er volgt, uit een arrest van het Hof van Beroep van Grenoble, dat die rol is gespeeld geweest door eene arglistige kwezel, en dat er in hetzelve is bewezen waar zij de kleedsels heeft gekocht om zich te vermommen. Wij houden dus staan dat het zoogezegde mira kel niets anders dan eene Jesuitieke bewerking is geweest om de dweeperij en de bijgeloovigheid dei- vrouwen op te wekken, en wij voegen er bij dat dergelijke arglistige bewerkingen meer kwaad aan het geloof en aan den cathoiijken Godsdienst toe brengen dan al de liberale nieuwsbladeren, waar tegen men dagelijks preekt en waarvan men de lezing verbiedt. BIJTREDENDE LEDEN. WERKZAAMHEDEN. spreekbeurten YÓOR EN WA» Het bijwonen der diensten van de goede week heeft op ons eenen triestigen indruk gemaakt; vóór 1850 al de trefiVlijksle lieden der stad namen den Witten Donderdag en den Goeden Vrijdag den rouw aan om de kerkelijke plechtigheden hij te wo nen de bijzonderste ambtenaren vergezelden het Hoogweerdig met flambeeuwen en woonden de te- nebersbij. Thans is het geheel anders, ter uitzon dering van een gering getal kwezels en kwezelaars, weinig aanzienlijke lieden wonen die diensten nog hijwelk is de reden daar van? Zijn de ware gods dienstige gevoelens uitgedoofd In het geheel niet, maar sedert dat de geestelijkheid zich bemoeit met de kiezingen en met journalen le schrijven, die al dat eerlijk is honen en beledigen, zij heeft alle ge zag verloren, helgene de wantrouw der menigte en eenen afkeer voor hare handelwijze opwekt. Ziedaar waarom de vroegere godvruchtigheid zeer snel verdwijnt. IJperen, den 25 April 1870. {Wordt voortgezel). De lijst der reeds deelmakende personen, die onze pogin gen ondersteunen, is door eene enkele aanveerding vermeer derd. De voordrachten en onderhandelingen, die de werkende leden verplicht zijn te geven, werden bij voortduring in de wekelijksche zittingen gedaan volgens eene beurtlijst dermate geregeld, dat een ieder den tijd voor zich had een naar wei- behagen gekozen onderwerp le bewerken en op gestelden dag voor te lezen. Slechts een drietal leden konden tol hiertoe door ongesteldheid of ambtsverrichtingen aan hunne verbin tenis niet volkomen. Be voorgedragen redevoeringen en opstellen die we gretig aanhoorden waren even zoo belangrijk als verscheiden het leerzame dat er voor de leden uit voortsproot, is onbereken baar. liet valt niet te betwijfelen dat alles wat in verband staat met Kunsten, Wetenschappen en Letteren oas allen om het FEEST BIJ DE KOORMAATSCHAPPIJ. Het is lang, zeer lang geleden dat men te IJperen zulkda- nig feest niet aantrof. De heeren August Vanden Bogaerde en Ililair De Coene, laatstmaal verheven geweest zijnde, de eerste tot Voorzitter en de andere tot Ondervoorzitter dezer maatschappij, hebben zij beiden dezelve willen vereeren en hunne intrede plechtig vieren door een Concert-Bal te geven waarop al de leden derKooren,'t zij bijvoegende als werkende leden, en nog eenige uilnoodigingen tegenwoordig waren. Van in den loop der veriedené week was er wel hier of daar een woord in omloop dat ons kon doen gelooven aan iets buitengewoons; maar wij waren e,r ver af er de heerlijk- beid van geraden te hebben. Maandag avond ten 7 ure begon het feest. Mevr. A. Vanden Bogaerde ontving op eene schitterende wijze de damen welke door zeer galante" commissarissen met al de vereischle wel- voegelijkheid naar hunne plaatsen werden geleid. Schitterend en strelend om zien was het uitzicht der zaal bij het beginnen des Concerts. Alle standen der ijpersche ingezetenen waren er vertegenwoordigd; de eenvoudige burgervrouwen trof men aan nevens de mevrouwen van den hoogen adel en fortuin het burgermeisje pronkte nevens de bekoorlijke rijke juffers Burgers, Hoogs Beambten, Officieren en ingezetenen van aan zien vervulden de zaal. De uitvoering van het Concert was uitsluitelijk door de werkende leden der maatschappij gedaan. De Kooren, de Quatuors, de Trios, de Duos en de Solis zijn met gemak en kunde gezongen geweest,en,alhoewel iedereen bijzonderiijke lof verdient, zullen wij ons bij het aigemeene houden en een bravo te meer toezwaaien aan de ijverige Koormaatschappij, welke Maandag avond zulke talrijke verdiende toejuichingen heeft ingeoogst. Na het Concert, nam het Bal aanvang, het orkest was onbe rispelijk wel en uitgelezen. Bezaai was versierd met smaak en men zag dat degene die er zich mede bemoeid had het met kennis van zaken gedaan had en M. BebrUck mag het zich aantrekken, bij haalt er eer af, vooral over de muziek-trofee welk men van achter óp het tooneel bewonderde. Het eerste deel van het Bal afgeloopen zijnde werd er overgegaan tot de trekking van het tombola, opgedragen aan de damen. Overheerlijke en kostbare p ijzen vielen ten deele aan een vijftigtal door het lot begunstigde Eva's dochters, welke voorzeker dit geschenk als aandenken aan het schitte rend feest met genoegen zullen bewaren. meest duurbaar is. Zijn er in ons midden warme vereerders en beschermers dier drij groole vakken des menschelijken vernufts, niemand zal ontkennen dat de Kunst- en Letterkring over geene ijver- en talentvolle beoefenaren beschikt. Trou wens, een ieder, kwam hier zijne bijzondere bekwaamheden ontwikkelen de vadcrlandsche geschiedenis werd door velen, zoo niet altijd even meesterlijk dan toch onpartijdig en in gansch hare waarheid voorgedragen en wij mpenen het niet overbodig te zeggen, dat het ons een innig genoegen ver schafte telkenmale dat wij onder de leden sprekers aantroffen, die de roemrijke daden dei' vrome en voorbeeldelijkè voorva deren in het licht brachten. Insgelijks zagen wij edelmoedige voorstanders van het volksonderwijs optreden. Deze predikten het verplichtend onderricht aan en bewezen dat het alleen geroepen is om eenen heilzarnen invloed op de samenleving uit te oefenen en voor immer met onwetendheid, bijgeloof en vooroordeel gedaan te maken. Ook sprongen eenigen van ons moedig op de bres ter verdediging en verheffing der lang miskende moedertaal, die de zekerste waarborg onzer eigendommelijk- lieid en daarbij het doeltreffendste beschavingsmiddel voor onze vlaamsche volksklassen is en immer blijven zal. Al deze voordrachten droegen ontegenzeggelijk het hunne bij om de liefde tot Vorst en Vaderland te doen aangroeien. De genoodigden in het algemeen konnen hunne oogon niet gelooven over het onthaal welk zij in de feeslzaal genoten hebben. De feeslgevers, MM. Vanden Bogaerde en Biiaire De Coene, wisten iedereen een woord en handdruk rond te dee- lenontellijke Garcons gingen gedurig rond met verver- schingen, met alle soorten van wijnen, met glue,en, enz. Men geloofde zich vervoerd ais in de betcoverende droomen van de Duizend en één nacht vertellingen. En dit heeft alzoo geduurd tot's morgens ten 4 ure! Dansers en danseressen gaven het niet op eu wanneer nu geheel liet order der dansen was afgeloopen werden er nog dansen bijgevoegd. Nu, na dit alles in acht genomen te hebben, moeten wij zeggen dat nog nooit dergelijke feest alhier plaats heeft ge had, te meer daar de heeren die er van het initiatief genomen hebben, de mannen zijn om iets in te richten, daar zij den volksgeest verstaan, en men zegge wat men wil, nu en dan zulke toenaderingen kunnen bewerken, waar men debeguns- telingen van fortuin en eer met den eerlijken burger en het kind des volks ziet omgaan, zijn van die onbetaalbare diens ten die zulke mannen aan hunne geboortestad bewijzen, die aan de zedelijke overeenkomst der ijpersche voiksfamilje het, grootsle goed bijbrengen. Proficiat en dank aan de inrichters van het feestEn een ware gelukwensch aan de maatschappij die het geluk heeft zulke mannen als hoofden te mogen aantreffen. Donderdrg, op het middaguur heeft men op het Plaine d'Amour achter de batterij het lijk opgevischl van zekeren Faes (bijgenaamd je n'ltovke pos), gepensionneerde soldaat. Het manneken dronk geern een glaasken, en wij zijn in de onzekerheid of zijne dood loe te schrijven is aan eene zelfsmoord of wel aan een ongeluk. Zondag morgend, ten 7 ur.e, heeft de eerste wapenoe fening voor onze Burgerwacht plaats. Maandag laatst was het feest ter gehuchte Pilkem, het was de inwijding eener nieuwe schooi, opgericht onder het hoog beleid ven den nieuwen Heere van Pilkem, M. de pastor van Boesinge. Niels ontbrak aan dit feest: een stoet tot stand gebracht door de Congregatie der gemeente, waarvan de wel edele Heere van Pilkem de Beschermer is dezelve was saam- gesteld uit een muziekkorps gezegd dér ijpersche Congrega tie, van een groep maagden welke de Karosse vergezelde van den afgeveerdigde van Monseigneur van Brugge (tegenwoor dig te Rome), en een andere groep peerdenrijders (Kavalkade), met blinkende uitrusting, sloot den tocht. Gekomen zijn de recht over de nieuwe school, de Kanonijk klom op den molenwal en sprak de daar rondgeschaarde menigte aan. Die heilige man heeft deze schoone gelegenheid niet willen laten voorbij gaan zonder den vloek te werpan over de Ijpersche Gemeentescholen en de achtbare personen die geroepen zijn om er de jeugd te onderwijzen. Hij toonde zich grootelijks verbaasd over den merkweerdigen toeloop, (bemerkt wel dat 2e-Paaschdag was), welk hij, zooals hij zegde, nog nooit te Brugge noch te IJperen gezien had Het spijt ons dat wij den naam niet weten zijner geboorteplaats De Edel-IIeer Stichter, klom op zijne beurt op eene ton, maar bij de eerste woorden zijner redevoering keerde de ton en de doorluchtige redenaar rolde kop over.... rug ten gron de (Viel zulks aan een liberaal voor, het ware de hand Gods geweest). Het volk, dit ziende, schoot in eenen schater lach, en de afgevaardigde van Brugge vreezende voor schan daal hernam het woord en sermoende op nieuw dat het een plezier was. Hij eindigde met deze ongelooflijk diepgezochte woorden God is met ons, Beminde Piikemnaarsch Mijnheer de Pastor is we! daar zooeven door de ton gevallen, maar maar.... de school van Pilkem zal nooit vallen. Hoe vindt gij het, beminde lezer Denkt gij niet met ons dat de concurrentie die zij aan het wereldlijk onderwijs willen brengen, hun soms groote belachelijkheden en dom migheden doet doen Indien enkele leden nog als vroeger gebruik maakten van de fransche taal en zelfs uitheemsche onderwerpen behandel den, het was ten gevolge der onbepaalde vrijheid die hun bij ons reglement vergund wordt. Deze toegevendheid hier meer dan eens door wakkere vlamingen bestreden en die eenige on der ons hebben trachten te rechtvaardigen, wordt door velen als eene noodzakelijkheid aanzien. Zonder deze gedoogzaam- heid hadden wij immers ons van eenige kunstenaars en be kwame mannen moeten afzonderen en men had in een zekeren zin den Kring van uitsluiting eri kortzichtigheid kunnen be schuldigen. Tot beden, denken wij, is daaruit niet de minste zwarigheid ontstaan integendeel het gaf ons de gelegenheid om de verkeerde denkbeelden nopens de vlaamsche zaak, tel kens zij zich in onzen schoot onder de leden verklaarden des te beter te bestrijden en hun door overtuigende redenen in onze gevoelens te doen deelen. Doch verhaasten wij ons te zeggen dat zelfs degenen die de voorkeur aan het fransch schepen te geven thans onze pogingen, bij middel der moe dertaal aangewend, volkomen ondersteunen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1870 | | pagina 2