Slads Nieuws.
Briefwisseling der Toekomst.
Be misslag- der oortiiigaiigers.
Oorlogsberichten
rocltianen waren komen uitoefenen, geen een ka
pellaan was te huis gebleven, en allen hadden
hunne bestemming: de eene waren belast met de
kiezers, die zij op hunne parochie door beloften
en bedrog verworven hadden, onder het oog te
houden anderen hadden de taak bij de aankomst
de liberale kiezers af te wachten en hun door alle
middels te bewilligen om zich naar het bisschoppe
lijk kollegie te geleiden, alwaar men hunne slem-
briefjes uitwisselde. Waarom, zullen onze lezers
zeggen, hebben zij zich daarlaten medeslepen?
Het is gemakkelijk om verstaan van den eenen
kant de zwarte aanwervers hebben noch leugens
noch beloften gespaard om de ongelukkige te mis
leiden, en van den anderen kant velen zijn dom
genoeg geweest om aan hunne gezegdens geloof te
geven, zoo verre dat men aan sommigen, die alles
in de ondernemingen Langrand verloren hebben,
heeft doen gelooven dat indien eenige mannen van
die schurkenbende aan het hoofd konde komen,
er door het Gouvernement middels zouden inge
spannen worden om de geldschieters buiten schade
te stellen. Ongelukkiglijk die sukkelaars zullen tijd
van wachten hebben.
IJpereu, 15" Oogst 1870.
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
Woensdag laatst is onze Koormaatschappij een uïtstapken
naar Oostende gaan doen.
Gelijk het gaat in zulke reizen iedereen verlustigt zich om
het meest. De opgeruimde jongelingenschaar hief kooren aan
aan elke statie waar het ijzerengevaarte stilhield. Te Oostende
aangekomen begaf men zich rechtstreeks naar het strand
waar meest allen een zeebad namen. Vandaar trok men naar
het hötel Marion alwaar een zeer prachtig diner opgedischt
werd. Na den maltijd voerden de Koorleden twee sehoone
zangen uit, welk de toejuichingen van al de bijzijnde Eerle
den wegdroegen.
Na den diner ging men nogeens naar strand alwaar in het
Kursaal onze ijpersche zangers zich op nieuw lieten hooren
tot groote voldoening van al de vreemdelingen te Oostende
tegenwoordig. Het bestuur der Kursaal heeft zijn spijt uitge
drukt omdat het in lijds niet over de reize der Koormaat
schappij was onderricht geweest, om van deze komst aldaar
eene feest te maken zoo als dezelfde het verdiende.
Ten 8 4/2 waren meest allen met het laatste convoi binnen,
zeer voldaan over dit oprecht aangenaam en broederlijk uit
stapje.
Onze Thuindagfeest is nogeens voorbij. Dit jaar kon
den wij niet klagen over het klein getal barrakken, want wij
hadden Philip, van Gent; Damar met zijne familje Adelaide
de Tijgerin; Mlle Victoria, een klomp vleesch op twee beenen,
eene menagerie met beesten van alle slach twee drie manè-
gen met veel peerden (van hout); twee waarzeggers, die te
laat gekomen zijn om den uitslag der kiezingen te voorzeg
gen twee wafelhuizen een hollandsch en een belgisch (de
gebroeders Semyn); dan drie fotografen die u uw portret ma
ken aan 75 centiemen met kader rn al. De boeren omdat het
maar zooveel meer kost doen nu hun portret niet meer ma
ken, zij wachten tot dat het voorniet zai zijn. Er zullen er
alsdan nog zijn die zullen wachten tot dal zij geld toe krij
gen. Dan twee kijkkassen. Boven een glas stond te lezen
«Grand combat naval sur mère»geheel nieuwsgierig keek men
naar binnen en het was het binuenzicht der groote kerk van
Home! en menig ander verstrooidheden van den kijkkasman.
Voor het laatste trof men den fameuzen monitor aan waar
Mijnheer B. C. Laere met zijne familje van 's morgens tot 's
avonds aan het bakken is van ijpersche broeders, dat het een
plezier is.
Van alles wat op ons jaarlijks program gedrukt stond zijn
de twee voornaamste artikels, ter oorzaak van de tijdsom
standigheden, weggelaten, het zijn het Festival en de Schie
ting van S' Sebasliaan. De vinken, bollen, schaartje knip en
andere leuten hebben plaats gehad gelooven wij doch wij
weten dat op kleine Thuindag de Stalenboogschieting in de
Beurze en de Ringsteking op de Kruisstraat zullen plaats
grijpen.
De prijsdeelingen van het Stads-Kollegie en van het
Bisschoppelijk Kollegie hebben den Donderdag' en Vrijdag
plaats gehad. Gelijk andere jaren vereerden de geburen der
bekroonde kinders hun met eene lichlsteking.
Een kind onzer burgerklas, M. Vanwerveke, komt met
de grootste onderscheiding zijn exaam af te leggen van dok
tor in de rechten. Die heer heeft 4 maal reekswijs zijn exaam
afgelegd met de grootste onderscheiding, iets wat zelden ge
beurt.
Heden Zondag, 14 dezer, indien het weder zulks toe
laat, zal de muziek der Pompiers eenige der beste stukken
van haar repertorium in den Hof der Concorde (buiten) uit
voeren onder het beleid van den heer Otlo.
Nu dat de stad van garnizoen beroofd is,kan men waardee-
ren hoe aangenaam 't is een muziek te bezitten die door het
stadsbestuur op eenen militairen voet is ingericht geweest.
Men herinnert zich nog het treurig overlijden van M.
en Mevr. Merghelijnck alhier, welke na het innemen van ge
neesmiddelen uil Parijs gezonden, bijna onmiddelijk bezwe
ken waren.
MM. Gendrot en Lamoureux, fabriekanten van scheikun
dige en apolhekerij-produkten, te Parijs, zijn aldaar voor de
korreklionnele rechtbank verschenen, onder beschuldiging
van moord door onvoorzichtigheid gepleegd. De heer La
moureux werd buiten zaak gesteld, maar M. Gendrot is tot
eene maand gevangenis veroordeeld, als schuldig aan het afle
veren, bij vergissing van schadelijke produkten.
van tïe»s Jfall 4©t «less 5 aesg.
GEBOORTEN ^chl ®j te zamen, 15.
Debuf, Henricus, slotenmaker, en Goppens, Felicia, kant
werkster. Reeren, Josephus, soldaat hij het 10° reg', en
Gilliard, Maria, kantwerkster.
Verhaeghe, Maria, 67 jaren, kantwerkster, weduwe van
Franciscus Brisou, Meenenstraat. Ramskindt, Stephania,
29 jaren, kantwerkster, ongehuwd, S' Maartens Nieuwweg.
Vitse, Nalhali, 65 jaren, echtgenote van Carolus Plancke,
Bollingstraat. Simoen, Petrus, 72 jaren, werkman, echt
genoot van dementia Debrouwer, Lange Thouroutstraat.
Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht. 5. Vrou
welijk geslacht. 5, te zamen 8.
Poperinghe, 10 Oogst 1870.
Wij zegden iaatstmaal dat de liberale nederlaag van 2
oogst toe te wijten was aan de veropenbaring van het pro
gramma der progressisten. Wij hebben inderdaad altijd ge
meend, gelijk wij het nu ondervinden, dat dit programma,
zoo ongeduldiglijk opgedrongen aan al wie liberaal was,
geen gunstig onthaal kou vinden bij de fanatieke kiezers on
zer landsgemeenten die, bij gebrek aan genoegzaam onder
wijs, niet kunnen wederstaan aan den invloed der geestelijk
heid. Dit gedacht waarvan nevens ons al de zoogezegde doc-
trinairen doordrongen zijn, is de oorzaak dat de vooruilgan-
gers deze laatste aanzien als vijandig te zijn aan hunne
princiepen, en dat zij hen in de laatste kiezing als ware
vijanden bevochten hebben.
Niets is ongegronder dan deze inbeelding. De doktrinairen
zijn al partisan van een vooruitgaande programma, en zij
zouden niets beters gevraagd hebben dan deszelfs schikkingen
te kunnen bewerkstelligen maar hetgeen waarin zij ver-
schillen van de denkwijze der progressisten, 't is de waarde
ring van het bestgeschikt oogenblik op welk dit programma
aan de Kamers voordeeliglijk zou kunnen voorgedragen wor
den.
Men spreekt van beloften die gedaan zijn sedert 1847 en
waarvan de uitvoering drij-en-lwinlig jaren lang zouverzuimd
geweest zijn. Wij bekennen dat de doctrinairen met meer
krachtdadigheid hadden kunnen te werk gaan maar, als wij
het wel onderzoeken, uunneer zouden zij hunne heloften
met kans van goeden uitslag volbracht hebben Weet men
niet dat, gedurende die drij-en-twintig jaren, de liberalen
nooit op eene aanhoudende wijze in staat zijn geweest van het
programma van 1847 ten uitvoer te brengen, en dat hunne
pogingen zijn verlamd geweest door de onstandvastigheid en
de wankelzinnigheid van het kiezerskorps en de schokkingen
die er uit gesproten zijn.
Na hunnen grooten zegepraal van 1848 zijn de liberalen
nauwlijks drij jaren in goede verbintenis gebleven hunne
verdeeldheid begon reeds klaar uitteschijnen in 1851 en de
partij werd gansch ontbonden in 1852, op welk tijdstip een
ministerie van moderatie en conciliatie ten dage kwam, iu
afwachting van hel ministerie der kloosterwet dat aan het be
wind bleef tot in november 1857. In de algemeene kiezing
van 10 december daarna, ten gevolge van teene ontbinding
der kamers, kwamen de liberalen op nieuw aan het hoofd
maar reeds in 1861 verdoemde het kiezerskorps nog eens
hunne vooruitgaande politiek; hunne meerderheid in de Ka
mers, die alsdan merkelijk verminderd was, werd in 1863 te
niet gebracht door eene katholijke oppositie die, op eene
stem na, haar in getal evenaarde, en zij verdween ganscheiijk
met de dood van M. Cumont. Door eene nieuwe ontbinding
der Kamers in 1864 werd, wel is waar, de liberale partij aan
hel bestuur behouden maar hare meerderheid die maar in
1807 op G in het Senaat, en in 1868 op 26 in de Kamer ge
klommen is,was, bijzonderlijk in het Senaat, niet verzekerend
genoeg om met meer kans als voorgaandelijk het programma
der vooruitgangers aan te bieden. De wet op de studiebeur
zen en later de wetsontwerpen op de afschaffing der dood
straf en des lijfsdwangs hadden hun tot goede vermaning
gediend, en het onderzoek dat door M. Frère gedaan is
geweest nopens de herziening der wet van 1842 kon hem,
in dit ongunstig oogenblik, onder de leden der Kamer geen
twintig stemmen verzekeren.
Deze gesteltenis vereischte eene versterking der meerder
heid in de twee Kamers, in plaats van hare vernietiging en
hare toekomende vervanging door andere mannen.
De Opinion heeft schoon te zeggendat men in den keus
der kandidaten moet vooruitgaande mannen zoeken in wier
bekwaamheid men eene waarborg kan vinden van de diensten
die men van hen té verwachten heeft, in plaats van zich te
werpen in de armen van nulliteiten. Dit blad heeft
schoon te zeggen dat die keus moet aangewezen worden
door den openbaren geest in publieke vergaderingen, en niet
in een klein comiteit dat zijnen wil oplegt aan meer dan
2,000 kiezers, niets ware moeielijker, niets ware onuit
voerbaarder dan zulke voorstellen. Vooreerst de gewenschte
kandidaten, hoe bekwaam zij mogen wezen, hebben niet al
tijd onder het volk eene genoegzame sympathie of populari
teit om den invloed der geestelijkheid op de ongeleerde kiezers
te overwinnen, en van een anderen kunt de openbare verga
deringen zouden het nadeel hebben van eene mengeling te
zijn van omstanders die, ontslagen van alle eerverbindtenis-
sen, geen de minste waarborgen zouden opleveren nopens
hunne princiepen en overtuigingen. Dit ware een voorbeeld
dat de katholijken zelve, die hun ordewoord maar ontvangen
van één en man, niet zouden willen navolgen.
Onze liberale progressisten,die op sommige punten van hun
programma zich door de eensgezindheid en de vleierijen der
katholijke progressisten hebben laten bedriegen gelijk de raaf
door den vos, hadden op eene betere wijze hunnen zegegraai
in het toekomende kunnen verzekeren. In plaats van zich af
te scheiden van het klein comiteit waarvan zij met zooveel
verachting spreken, zij zouden veel beter gedaan hebben van
in dit kiesgenootschap hunnen voet te vervasten, van daar
door overtuigende redevoeringen hunne oppositie te verster
ken en hun verstand te doen gelden, om alzoo te trachten
onder de leden van dit steeds aangroeiende genootschap hun
nen invloed uit te breiden en zich eene meerderheid te ver
werven waaruit de vooruitgaande kandidaten moesten sprui
ten.
Heden zou hunne verlatenheid en het verlies van hunnen
invloed hen niet genoodzaakt hebben van, in hunne zorg
zaamheid voor de triomf hunner princiepen,te doen gelijk de
vader van een ten ondergaande huisgezin die, om zich te vr.e-
ken over de verkwistingen van zijne vrouw en kinderen, al
de potten en pannen breekt en ganseh zijn huisraad in stuk
ken slaat. X.
De gebeurtenissen op het oorlogstooneel volgen elkander
dapper op en worden belangrijk. De lijdingen, welke veel ver
schillen ingevolge zij uit fransche of pruisische bron voortko
men, komen echter hierin overeen dat de Franschen de eene
nederlaag op de andere krijgen.
Alzoo gaan de Pruisen zegevierend op den franschen grond
vooruit, terwijl de Franschen den Pruisischen bodem hebben
moeten ontruimen en in hun land achteruit trekken.
Tot nu toe hebben wij
1° GeveeM van Saacbj'Bscken.
Te Saarbrucken bleven de Franschen viktorieus. Die stad
viel in hunne macht. De verliezen der beide legers waren hier
maar klein.
De Pruisen schenen het der moeite niet waard om over zoo
iets vijf minuten te raisonneren. Er waren zegden de duitsche
dagbladen, maar een half dozijn armen en beenen gebroken
en de mitrailleuzen waren niet meerder te vreezen dan een an
der speelding van dien aard. Overigens zegden die zelfde dag
bladen, de Pruisen moesten achteruitgaandat kwam zoo in
de bloedige komedie te pas.
S" Gevecht te Wtsseswhosarg.
Dit gevecht had plaats den 4 oogst te Niederrottenbach.
De Franschen werden geslagen. Van weêrskanten verschrikke
lijke verliezen. Het slagveld lag bezaaid met lijken, waaronder
zich dat bevond van den franschen generaal Douay Volgens
berichten uit Berlijn hebben de Pruisen 800 fransche krijgsge
vangenen gemaakt. De Pruisen, niettegenstaande zij viktorie
zingen, bekennen zelf dat hunne verliezen groot zijn. DeGau-
lois rekent 7000 dooden aan den kant der Pruisen. Wij ge
looven echter dat getal tot nu toe niet is gekend.
3° Het tweede gevecht van Kitnrhi'iirkcii.
Die stad wordt weder door de Pruisen ingenomenzoodat
de Franschen hier het weinige moesten afstaan wat zij tot
hiertoe gewonnen hadden.
Bij hunne terugtrekking schoten de Franschen brandstich
tende hommen op Saarbrucken. De stad is thans weder door
de Pruisen bezet.
4° Het gevecht van Waes-tls.
In het gevecht te Woerth, heneden Wissembpurg gelegen,