Stads Nieuws.
Briefwisseling der Toekomst.
Oorlogsberichten
't Is geen wanorde in het het kleine, maar wan
orde op eene groote schaal uitgeoefend.
Dit zijn ook al weldaden welke wij aan den ver-
nuftigen bestuurgcest der nieuwe ministers te dan
ken hebben.
Die mannen kunnen zeker in geen spiegel
kijken zonder te lachen, en telkenmale zij zich al-
zoo bezien, zeggen zij zeker in hun eigen: Eiwel,
we zijn wij de ministerkens!
BURGERSTAND
Sterfgevallen.
IV.
V.
Victorien Vande We»be.
IJperen, 7 Januari 1871.
Eiooi'nnnatschnpiiij, Donderdag aanstaande
zal er een buitengewoon feest plaats grijpen bij de ijpersche
Koormaatschappij. Dit feest zal bestaan uit een muziekalen
avondstond, gevolgd door een schitterend Bal voor al de le
den met hunne damen.
Zooals de inrichters gewoonlijk de zaken verrichten, men
mag zich verwachten aan iets buitengewoons wel.
Meuwjasfdag va» 1871. Onze straten wa
ren zoo levendig niet als op andere jaren. Is het de slechte
tijd, het zure weder of eene andere reden die er de oorzaak
van is? altoos is het, ware het geen zondag geweest, men dien
dag niet zou onderscheid hebben uit andere gewoone dagen.
Buiten eenige geneverlappen, die alle gelegenheden waarne
men om zich een stuk in den kraag te drinken, mogen wij
zeggen dat deze niet loffelijke gewoonte van den nieuwjaar
dag te veel kleine glaaskens binnen te lappen, teenemaal be
gint achter te blijven.
's Avonds zijn eenige dronke soldaten van het 4e regement
handgemeen geworden met mannen der Rijschool. Men heeft
nogal toegetrommeld, want een brigadier heeft zeer erge
wonden bekomen aan hoofd en zijde, zooverre dat men hem
naar het hospitaal heeft moeten dragen en dat hij reeds over
leden is.
Men zegt dat het een jongeling van voorbeeldig gedrag was
en dat hij gonomen is geweest voor eenen anderen.
Den dinsdag avond was er eene tweede editie ophanden,
toen een piket der wascht in tijds verwittigd, halt heeft ge
steld aan deze beweenlijke brutaliteiten.
Hoe is het toch godsmogelijk dat mannen van een en het
zelfde leger zich onderling willen verdelgen omdat de eene
voet- en de andere peerdenvolk is Ware de ongelukkige ge
woonte van den drank bij sommigen niet ingeworteld, voor
zeker zou men niet veel zulke beweenlijke feiten aan te stip
pen hebben.
©ugeliiklkess. Sedert Donderdag avond is het
weder veranderdeen stille dooi is ons komen verlossen van
een weder die waarlijk te sterk begon te nijpen. Het wierd
tijd. Sneeuw en ijs waren aan de kassijden der straat vervro-
zen en maakten de baan gevaarlijk. Eene schamele vrouw is
al weggledsend gevallen haren arm in twee plaatsen gebroken
alsook een heer die door hetzelfde ongeval zijn been is gebro
ken.
JLooie. Ons Stadsbestuur heeft eenen maatregel
genomen bij welken de arme kinders die naar de Gemeente
school gaan, sedert het begin des winters aldaar hun middag
maal gratis verschaft worden door de zorgen van het gesticht.
Zulke maatregels verdienen eer en lof en toonen ons aan hoe
onze bestuurders het welzijn hunner stadsgenoten behartigen.
Tan desa 2S tot den g® öcecinber.
GEBOORTEN Mannelijk geslacht. 4. Vrouwelijk idem. 3.
te zamen 7.
Vanhecke, Maria, 71 jaren, kantwerkster, weduwe van
Franciscus Deroulé, S' Jans hospitaalstraat. Ladouceur,
Amelia, 74 j., kantwerkster, weduwe van Joannes Leroy,
Thouroutstraat. Lollbé, Seraphina, 53 j., koopvrouw,
weduwe van PetrusCrelon, Baterstraat. Yerbrugghe,
Isabella, 87 j., zonder beroep, weduwe van Joannes Claer-
bout, RijsselsUaai. Mortier, Petrus, 40 jSchouwenveger,
echtgenoot van Barbara Hubert, lange Thouroutstraat.
Vandenbussche, Alexander, 81 j., zonder beroep, weduwaar
van Angela Dancoene, Dixmudestraat. Blanckaert, Maria,
78 j., zonder beroep weduwe van Engel Claerebout, S' Jans
hospitaelstraat. Morreeuw, Rosalia, 53 j., kantwerkster,
ongehuwd, Meenenstaat. Gadeijne, Maria, 07 j., kant
werkster, weduwe van Jeannes Bouckaert, S' Pinters plaats.
Ghyselen, Philippus 66 jaren dagiooner, echtgenoot van
Amelia Soenen, Heere Janstraat.
Kinderen beneden de 7 jarenmannelijk geslacht, 0,
vrouwelijk geslacht, 3, te samen, 3.
Poperinghe, 4 Januari 1871.
©sas MïstIi®Es|k AiS'sasEiestiaras».
ERRATUM: In onze correspondentie van Zondag laatst,
waarin wij handelden van onze administratieve kopstukken,
2C bladzijde der Toekomst, 2" kolom, 3!" regel, er staat:
eene stadssubsidie van rond de l,ooo fs*. voor hel Bureel
van Weldadigheid en van boven de 6©© I's», voorde II os-
picen.
Lees: fr. voor het Bureel van Weldadigheid en
6,ooo fr. voor de Ilospicen. Te samen 13©,sm:«o fr.
Hoewel dit erratum door iedereen moet bemerkt geweest
zijn wanneer wij verder zegden dat de boni van tT*3,w<»® fr.,
verwezenlijkt op den hudjet der stad, door den Disch en de
Ilospicen moest ingeslokt worden en dat er een middel moest
gezocht worden om de nog ontbrekende som van 4,©o® fr.
goed te maken, wij hebben nogtans gemeend het achtergela
ten Otje op zijne plaats te moeten brengen, om onze tegen
strevers uit ds eerstgenoemde cijfers geen voordeel te laten
trekken en de aandacht der iastgelders nog meer op de ge-
brekkelijke bestuurwijze onzer Weldadigheidsgestichten in te
roepen
Wij hebben laatstraaal grzygd dat het Armbestuur geen de
minste moeite doet om .zijne jaafiijksche deficieten te vermin
deren, dat het niet alleen de oogen luikt op de hooge prijzen
(36 "/„bovenden middelbaren prijs) van sommige leveringen
gedaan door kathoiijke neringdoeners, en allen voorstel van
aanbesteding verwerpt; maar dat het, buiten de in rekening
gebrachte uitgaven, nog vrijelijk wil beschikken over eene
som van 7,200 fr. bestemd voor verschiiiige voorwerpen,
waarvan men weigert de minste rekening te geven.
Sommige burgers, die iii iedere kiezing altijd dezelfde
mannen kiezen, en wier verblindhied al de wetenschap van
onze kopstukken uitmaakt,staan nu met verwondering te kij
ken dat zij zich zoolang hebben laten foppen. Zij kunnen bijzon
derlijk niet verslaan dat men in eene openbare administratie
geen boek houdt en dat men eene som van 7,200 francs
wijds en zijds uit zijne handen stort zonder te kunnen zeggen
waar al die francs gerold zijn. 't Is nogtans hetgeen wij aan
de kiezers dikwijls opgemerkt en herhaald hebben,om te too
nen dat het Bureel van Weldadigheid te samen met de Hospi-
een en het Hoppewarandeerderschap, vereenigd in de han
den van bijna al dezelfde mannen, niet anders was dan eene
Sociëteit van exploitatie, strekkende om met het geld dei-
stad en der armgestichten overal den baas te spelen, en bij
zonderlijk om, in tijden van kiezing, hun gezag te doen
wegen op de stiel-en neringdoeners wier vrij stemrecht zij
stellen tusschen hunne stoffelijke intresten en hun geweien.
Hebben wij inderdaad niet gezien dat er van tijd tot tijd
winkeliers zich lid maken van de maatschappij der Rijtende
Grenadiersden eenen om dat hij zijne waren 56 0/o duur
der mag verkoopen dan zijnen liberalen concurrent, den an
deren om dat men hem een vet aandeel in de leveringen voor
de armgestichten beloofd heeft? hebben wij niet ondervonden
dat sommige ambachtslieden, die pleegden liberaal te zijn,
voor de kalholijken gestemd hebben om dat zij op die conditie
aan de Disch- en Hospiciegoederen hebben mogen timmeren,
metsen of schilderen Hebben wij ons niet kunnen verzeke
ren dat de pachters van het goed der armen nooit geen libe
raal briefte wilden aanveerden om dat zij bedreigd waren
hunnen pacht ontnomen te zijn En hebben wij nog onlangs
niet hooren zeggen dat in de laatste gemeente-kiezing twee
hoppekeurders de libérale kandidaten maar in stemmen over
troffen hebben door eene verbintenis aangegaan niet eenen
hoppehandelaar die van een vijftiental stemmen kon beschik
ken (Vervolg en slot in het aanstaande nr).
Versailles 2 Januari.
Officieel. De beschieting der vijandige stellingen voor
het noord-oost front van Parijs, is den 51 december en 1 jan,
met bijval voortgezet.
De vijand heeft niet overhaasting zijne vooruitstekende stel
lingen van dat front verlaten.
liet vuur der forten van Nogent, Rosny en Noisv is den 1
januari tot stilzwijgen gebracht.
De 20e afdeeüng is den 51 nabij Vendóme aangevallen
door grootere krijgsmachten.
De aanval is evenwel afgeslagen. De generaal heeft te dier
gelegenheid vier kanons genomen.
Den 50, heeft kolonel Wittich, niet eene vliegende kolom,
nabij Souchez, tusschen Atrecht en Bethune, o officieren en
170 mannen krijgsgevangen genomen.
Boulzecours, 2 .Tanurri.
Mezières heeft gekapituleerd. De intrede der pruisische
troepen in de stad zal heden te middag plaats hebben.
Londen, 2 januari.
De Times zegt, dat'graaf von Bismarck ongesteld is.
Versailles, 5 Januari.
Op het banket van den I januari, heeft de koning de vol
gende aanspraak gedaan
Ik hef mijn glas op om het nieuwjaar te groeten. Hel is
met dankbaarheid dat wij een blik op het afgeloopen en niet
hoop op het aanstaande jaar werpen.
Mijne erkentenis is ook de hier tegewoordige duitsche
prinsen toegezegd, die, gedeeltelijk, reeds aan dit leger toebe
hoorden, anderen die er zich sedert hebben bijgevoegd.
Johanna's man,heur hijstand,werd ziek, stierf in heure armen,
en met heur man verdween ook de welstand in de stulp
wie zou thans haar en kindren voortaan in 't lot beschermen,
wie reiken haar de hand en wie brengen steun en hulp
Zij zag dat weekloon nimmer dat iedre Zaturdagen
haar man vol zoet genoegen haar in het voorschoot goot
de kindren mochten nimmer van vaders werkloon vragen
wat luttel lekkernij, die hij hun des zondags bood.
Weldra moest zij heur hofken en 't stukje land verkoopen,
haar hofken met zijn bloemen, met allerhande vrucht
baar hof waarin haar kindren zoo lustig mochten loopen
als dartle vogeljongen voor 't eerst der kooi ontvlucht.
t Len meubelstuk na t andre uit vaders erf verkregen
tot beuren gouden trouwring dien ze aan den vinger droeg,
baai trouwring, pand van liefde, herinnering aan zegen,
verdween uit 't schamel huisken 't was nood die alles vroeg!
Zoo w erd het laatst juweel haar door nood en dwang ont-
[t rokken,
een enkel bleef nog over van al wat ze eens bezat
voo* eenige stuivers liet ze heur zachte blonde lokken
van t blanke voorhoofd snijden -waartoe voortaan die schaft
O, mocht Johanna vroeger op wondre schoonheid roemen,
de tegenheid had ras haar het lief gelaat ontkleurd
de worm verknaagt in de aarde den wortel van de bloemen
totdat den teedren stengel tot stervens buigt en treurt
Helaas zij zag heur kindren verkwijnen aan heur zijde,
op wier gelaatjes vroeger de kracht te lezen lag
vaak smeekte zij den Hemel om toch alléén te lijden,
want dubbel leed de moeder als zij hun smarten zag.
Het moederhart bestaat zoo een milde bron van goedheid,
een engel die de Schepper op onze wegen stelt
wier levensioo'p een keten van zorgen is en zoetheid,
wier leven niets dan strijd is en vaak beproeving kwelt.
Net als de Julizonne door hare vuurge stralen
hel frissche beekjen wegdroogt, dat door de weide vliet
net als de blanke lelie na 't heirlijk zonnepralen
heur maagdlijk kelkje neerbuigt, wier geur en kleur ontschiet;
Zoo ook Johanna's harte waar zoo veel liefde in vloeide,
verloor zijn levenskrachten gebrek en nood verwon
gebrek!... gij hadt dit lichaam waar zoo veel ziel in gloeide,
verzengd als ginds de bloeme, gedroogd als dooi- de bron.
Bij nacbte sliep zij nimmer! en bleek als eene doode,
men zag haar 's avonds dwalen tot in de groote stad,
waar ze aan der rijken deuren ging klagen heuren nood, en
waar men heur meest verstootte, boe zij ook smeekte en bad
Eens later dan gewoonte kwam zij haar woning binnen
ziet - sprak ze tot heur kleinen - wat mij een enge! bood;
dit om u te verwarmen, wat deksel en wat linnen,
komt, stilt thans uwen honger, hier is wat drank en brood.
Voor zich hield zij geen kruimelen zoo ging zij ter ruste,
en sliep maar ach! die sluimer, die steeds haar sponde
[ontweek
was van den dood de voorbod, wiens kille lip reeds kuste
het uitgehongerd lichaam dat eer een rif geleek.
Des morgens als de kindren aan moeders bedde knielden,
den zegenkus haar vragend, dien ze iedren dag hun schonk
was reeds de hand versteven die ze in hun handjes hielden
en 't was thans uit den Hemel dat moeders glimlach blonk!
Doornik, December 1870.
