Stads Nieuws.
Briefwisseling der Toekomst.
BURGERSTAND
Huwelijken.
Sterfgevallen.
verschooning
Art. 28. Zijn bevrijd van de inlijving, maar aanzien als in
dienst voor de vorming van het kontingent:
Definitievelijkde dienaars der eerediensten
Voorioopig als zij aan geene familie in welstand behooren
l°De geestelijke studenten;
2° De studenten-onderwijzers en de onderwijzers die een
diploma hebben.
Art. 91In a! de kantons, de aanvragen tot gemotiveerde
certifikaten op den staat der fortuin van de familie moeten
woordelijk of schriftelijk gericht worden, 't zij aan den ar-
rondissemenls-kommissaris den dag der loting, onmiddelijk
na de trekking, 't zij aan het gemeente-bestuur, binnen de 10
dagen
Na dit tijdstip worden de vragen niet meer aangeno
mentenzij dezelve zich op feiten kunnen gronden die na
deze tijdsbepaling gebeurd zijn.
Plaatsvervanging. Wij zullen hier eene bemerking
maken, die belangrijk is, namelijk de peronen die voortijds
enkel als substituant konden dienen, kunnen zich nu als rem
plagant aanbiedenmen weet dat de nummerverwisseling
afgeschaft is.
Om als remplagant te diepen moet men tot de milicieklas
van dit jaar ofwel tot de Vorige behooren, en vrij zijn van
allen dienst. Men mag de dertig jaar niet bereikt hebben,
noch getrouwd zijnde weduwaars zonder kinders mogen
als plaatsvervangers dienen. Allen moeten van goed gedrag
en zeden zijn. (Art. 68).
Art. 79. Twee milicianen van de klas, die moet loten, be-
hoorende zelfs tot verschillende provinciën, van welke de eene
aangewezen wordt tot het werkzaam leger en de andere tot
de reserve, mogen hunne nummers verwisselen.
Art. 69. De remplagant afgewezen door een milicie-raad,
mag zich in de hoedanigheid niet weder aanbieden in den
loop ven het zelfde jaar.
Het staatsbestuur kondigt aan, dat het een zeker getal
plaetsvervangers kan aanschaffen, ten prijze van 1600 fr., op
voorwaarde dat de loteiing 800 fr. vóór de trekking storte.
Indien de aanvragen grooter zijn dan het getal beschikbare
mannen, zullen de milicianen hun geld terug krijgen en zich
elders moeten voorzien. Volgens art. 77 der wet op de mili-
cie, kunnen de lotelingen, die door de zorgen van het oor
logsdepartement vervangen worden, op geene hoegenaamde
wijze vervolgd of last aangedaan worden, van als de gevraag
de som gestort is.
IJperen, 4 Februari 1871.
Vlaamsche Ster. Het goddeloos Nieuwsblad
dat zich kathoüjk noemt(hoort gij het stinken is in eene
bloedige colère omdat er den 22 Januari in de vertooning der
Vlaamsche Ster de zaal al het volk niet meer kon slikken. Het
maakt zich kwaad, het armzalig vuilblik, omdat het ziet dat
de menschen zoo weinig naar zijne artikels luisteren, of de
zelve niet lezen Het scheldt het publiek dat er tegenwoordig
was uit voor lediggangers, valsche Chignons Voorzichtig1,
goddeloos bladje, uwen moed gaat al te ver, en gij zoudt u'
die scheldwoorden kunnen beklagen, want, ten beste geno
men, gij zoudt ten naasten jare veel nieuwjaargiften kunnen
verliezen, doordien er veel van die lediggangers in de zaai
aanwezig waren die op uwe lijsten nu blinken
Maar daar ligt de knoop nietWederom als over een jaar,
gebruikt het schandalig Nieuwsblad zijn gewoon oorlogsmid-
't Is wreed toch een mensch in den bloei van zijn leven
Op 't schandige bloedveld te leevren den dood
En pijnlijk om hooren dat zware gekwetsten
Soms dagen doorbrengen van alles ontbloot
Hoevelen vertrokken gezond uit hun woning
Wiens dood men met deernis vroegtijdig vernam
Hoevelen gesneuvelden, vóór hun verscheiden,
Vervloekten niet hem die hun 't leven benam
Van alle de rampen die dreigen, ons menschen,
Wordt de oorlog gewis onder de ergste geteld
Hij is de verspreider van ziekten en plagen
Hij is het die 't menschdom 't geweldigste kwelt.
Althans doet hij handel en nijverheid kwijnen
Baart kommer, verdriet in den huislijken haard
Hij maakt dat er velen ontberingen lijden
Zaait armoede, ellende op deze hobbelige aard'.
Der oudren ontvoert hij hun kostbaarste schatten
Der vrouwe besteelt hij haar duurbaren man
Der kindren ontrooft hij hun steun - hnnnen vader;
Eenieder ontdraagt hij zooveel hij maar kan 1
Verlicht is onze eeuwe, verkondt men alonnne,
Beschaafd is het menschdom dat thans er in leeft
Barbaarsch is het werk èn van eeuw èn van lieden'
VV aar onscnuidig bloed van den broeder aankleeft
IJPereo" G. Rotiers.
(Voortzetting volgt).
del: spertelen, stampen, schreeuwen, tieren, lasteren en lie
gen, de onnoozele menschen bedwelmen met groote en ver-
ontweerdigende woorden over religie, zeden, onderwijs
enbinstdien vergroot de lijst voor den Paus met eenige
duizende frankskensHunne kunst om aan geld te geraken is
waarijk ver gebracht.
De huichelaars! schijnheilig schreef het Nieuwsblad in zijn
laatste nummer
it Al hetgeen het Nieuwsblad aen de Toekomst en aen hare
aenhangers vraegt, is: van gerust en zonder tegenzeg of te
genkanting den godsdienst, en alles wat hem van verre of
van by raekt of aengaet, te mogen beminnen, gelyk het be
hoort en betaemt; maar de vryheid meer te mogen beminnen
dan al die mannen het doen. Geweerdigden zy wat meer de
politiek en de godsdienstige gedoogzaemheid werkstellig te
maken, zulks zou strekken om hen betere burgers en ook be
tere christenen te maken,
En het zijn de mannen die de paters-kinderbedervers ver-
schoonen en verdedigen die Langrand en zijné bende ophe
melden die eenen Delaqt vergoden die gebrandmerkt door
een proces Dëbuck, door' eene speciilatie-Ingelmunster, nog
den toupé hebben hier de les te: willen spellen en eerlijke
burgerij voor eenen hoop lediggangers uit te maken f
De lediggangers vJnIJpëren zullen u hunnen dank bewij
zen <i als 't past hi appetite.
Intusschen mogen wij aankondigen dat de Vlaamsche Ster
den 12 dezer maand nogeens eene vertooning geeft, een be
wijs dat het goddeloos Nieuwsblad veel effekt maakt
KoormaatHchapitijNiet goed ingelicht, heb
ben wij de zang- en muziekavond voor heeren eene week te
vroeg aangekondigd. Op Donderdag aanstaande, 9 febr.,
is het feest vastgesteld. Het belooft aantrekkelijk te zijn.
Befievaamd. Donderdag laatst is de Congregatie
van Jonge Dochters naar Hollebeke vertrokken om O. L. V.
van aldaar een voetval te gaan doen ten einde den vrede te
gaan afsmeeken.
Het trekt veel op het bidden om regen wanneer de Ba-
romèters beginnen te zinken
ReeMoiuwwerk. -- Over een jaar sprak men met
veel verdienden lof over het nieuwe orgel in de kerk van
Hoogstade geplaatst en verveerdigd door d'heer P. Loncke
woonachtig aldaar. Thans word in dezelfde kerk een commu
niebank bewonderd, gemaakt door den heer G. Loosberph,
beeldhouwer te IJperen. In deze kerk getuigen reeds ver
scheidene werken van, het talent van dien kunstenaar. De
veertien paneelen die den communiebank uitmaken, allen ta-
fereelen, personen en onderwerpen uit het oud testament
voorstellende, uitgezonderd degenen der twee deuren die O.
L. V. van den roozenkrans en den Ecee Homo verbeelden
doorwerkt met samenhangend loofwerk (stiel bodewijk XV),
zij» van den hesten keusj en met dien smaak samengesteld en
uitgevoerd, welken waarljjk.de hand eens meesters kenmerkt.
Vaa cScbï 2© tol desa 27 «SfSBBSïMïd.
cmon^Trivi Mannelijk geslacht8)
GEBOORTEN Vrouw^ -j te zamen, 8.
Gisquiere, Ilenricus, werkman en Houtens, Elodia, kant
werkster. Meesdom, Henricus, werkman en Gryson, Vir
ginia, kantwerkster.
Didier, Elisabeth, 42 jaren, kantwerkster, ongehuwd,
Meenensiraat. -Rustin, Benedicts, 36 j., naaijster, echtge
noote, van Livinus Geeraert, Mondstraat. Coolzaei, Cecifia,
78 j., kantwerkster, weduwe van Joannes Bouillet, S' Jans-
hospitaalstraat.Barbier, Amandus, 83 j., zonder beroep,
ongehuwd, Rijselstraat. Bumortier, Maria, 85 j., zonder
beroep, weduwe van Petrus Spiiliaert, koeijmarkt. Soenen,
Natalia, 75 j., werkvrouw, weduwe van Carolus Dumon'
S' Jans-hospitaalstraat. Vieren, Bruno, 78 j., zonder be
roep, weduwaar van Joanna Carion, Dixmudestraat. Clae-
rebout Maria, 70 j., zonder beroep, echtgenoote van Joannes
santy, Houtmarkt. Vandecasteele, Anna, 40 j kantwerk
ster ongehuwd, S< Pietersplaats. Ceriez, Sophia, 51 j
zonder beroep, echtgenoote van Julianus Gerste, Thourout-
straat. - Vermeersch, Bazilius, 79 j., zonder beroep, wedu
waar van Coleta Huyghebaert, Dixmudestraat.
Kinderen beneden de 1 jarenmannelijk geslacht 2
vrouwelijk geslacht, 2, te samen, 4.
Poperinghe, 24 Januari 1871.
VAN ONS KATHOIiIJK ARMBESTUUR.
(Vervolg en slot).
Maar hetgeen wij zonder tegenspraak niet kunnen laten
voorbijgaan, t is dat onze tegenstrever van den eenen kant
verklaart dat de armbestuurders maar al te dikmaals onaan
genaamheden, tegenkantingen en kwaadwilligheden ontmoe
ten bij de altijd zoo lastige behoeftige menschen, en dat hij,
deze lastigheden voor niets achtende ten opzichte van de ge-
neesheeren, aan deze laatste de volgende vermetele vragen
durft toesturen
Is het waar of geen waar dat, als de arme menschen de
hulp van de geneeskunst gaan vragen voor hunne zieken,
zij dikwils voor antwoord ontvangen: Gaat naar de geeste-
lijken en zegt dat zij hem geven al wat hij noodig heeft,
terwijl Mijnheer in het bed blijft liggen of bij zijn vier
j> blijft zitten? Is het waar of geen waar dat er onlangs een
i> geneesheer, twee of drij maal geroepen op verschillige da-
ii gen naar eenen zieke, niet eens heeft omgekeken, zoodanig
ii dat de patient gestorven is zonder den geneesheer te
ii zien ii
Indien die slimme ondervrager uit deze zeer zeldzame ge
vallen besluit dat de arme zieken slecht bezorgd zijn, wij pro
testeeren uit al onze kracht tegeu die kwaadwillige beschul
diging, en wij vragen hem op onze beurt welke bevoegdheid
hij heeft om de plichten van eenen geneesheer, aan wiens
kunst hij teenemaal vreemd is, te oordeelen? De geneesheer
alleen weet hoe dikwijs zijn bezoek aan den zieke noodig is.
Zelfs de twee gevallen die hij zoo wel weet te beknibbelen
zijn maar al te natuurlijk: want, wanneer bij voorbeeld de
doktor zijnen zieken bezoekt omtrent den avond en de moge
lijkheid voorziet van een toekomende gevaar, wij zien niet
waarom hij later in. den nacht zijn bed of zijn vuur zou mui
ten verlaten om door een nieuw bezoek getuige te worden
van het reeds gevreesde gevaar dat hij maar door de aanhou
dende werking van zijne voorgeschrevene middels kan bestrij
den. Wanneer een geneesheer, een of verscheide malen hij
eenen zieke geroepen zijnde, op dien tijd afwezig, belet of
zelf ziek is, het is zeer verstaanbaar dat hij zich bij dien zieke
niet begeeft, en men moet ezeldom zijn om dit niet te begrij
pen. Wij hebben een kapellaan gekend die door eene zeert
tee belet was van aan eenen stervende de gerechten te dra
gen, en eenen andere die, overlast door zijne werking in de
kiezingen, den tijd niet vondt om aan een nieuwgeboren
tweeling het Sakrament des Doopsels toe te dienen. Het bélèt
dat aan een priester overkoomt kan ook bij een geneesheer
bestaan; maar in zulk geval is er altijd middel van een ande
ren priester of doktor te vinden, zonder dat er hiervoor zoo
veel geschreeuw moet gemaakt worden.
En indien, volgens men het beweert, de zieke en kranke
behoeftigen zoo slecht ten hunnen huize bezorgd zijn, hoe
komt het dat er zoo veel zijn die het voorstel van in het Hos
pitaal geplaatst te worden verwerpen Hoe komt het dat zij
liever gemeesterd zijn door de liberale doktors van den disch
dan door de katholijke faculteit van het Gasthuis waar zij
vreezen nooit meer levende uit te komen Hoe komt het dat
men, om de geneesmeesters der armen te kunnen beschuldi
gen, zijnen toevlucht moet nemen tot een sterfgeval van eenè
andere gemeente, waarmede fnen nit politieken drift 'gehéél'
die parochie over einde gesteld heeft Met een woord, hoe
komt het dat de voormelde geneesheeren over hunne zooge-
zeide zorgeloosheid nooit de minste vermaning ontvangen
hebben van ons zoo bekwaam en zoo verdienstelijk armbe-
stuur, en dat zij diesaangaande voor de eerste maal eene les
moeten ontvangen van politieke vreemdelingen die, om dat in
onze streek de onwetende mensehen in meerderheid zijn,zich
als hunne koningen willen doen aanzien
Maar dat men het vrij bekenne, het is in den intrest van
den armen zieke niet dat de eerweerdige man zich over de
geneesmeesters van den disch zoo bitterlijk beklaagtmaar in
het belang der groote en kleine pastors die, vooraleer zij hun
bad of hun vuur verlaten, geern zeker zijn of het nachlge-
vaar met lot 's anderdags zou kunnen uitgesteld worden, en
die zich maar willen derangeeren wanneer de geneesheer den
dringenden nood onmiddelijk te vooren vastgesteld heeft. Zij
zouden willen dat de doktor niet da slaaf van den zieke maai-
hunne slaaf zoude zijn.
Misschien ook zou men wenschen, gelijk men het doet in de
sukkelaarsfamilien en in huisgezinnen waar de man geen
meester is, dat de liberale geneesheeren, die welhaast te oud
zullen worden om den nacht- en winterdienst te doen, in de
arme huizetjes zouden vervangen worden door twee jonge
katholijke kunstenaars waarvan de eene éénmaal alle twee of
drij dagen het Gasthuis op zijne drooge voetjes uit en in
springt, en waarvan de andere, door zijne medewerking in
sommige heelkundige gevallen, ook van de faculteit van dit
gesticht schijnt deel te maken. Dit ware een cumul die ten
minste zou overeenstemmig zijn met de princiepen der katho
lijke politiek of der nieuwe religie. Het schijnt zelfs dat deze
christelijke heeren reeds een voetje in den disch hebben,want
sommige godvruchtige lief kinders mogen bij voorrecht door
hen gemeesterd worden niet met biltere fleschjes waarvan men
de bijgevoegde sieroop of suiker uit spaarzaamheid zou wil
len afschaffen,maar met onfeilbarespecifieken en knuisten Opi
um die teder SV. 8-50 kosten bij den kalholijken apotheker,
en die, na eene aanhoudende meestering van drij of vier ja-
re wnuS G'CTni' SenezinS te weeg gebracht hebben.
Welke schoone organisatie van den geneesdienst der ar-
men e gnjsGairige praktizijns doorloopen het uitgestrekt
grondgebied van Poperinghe gelijk de facteurs van den post,
n c jonggeheende sprinkhanen doen don scdentairen
Dit laatste geval door niemand in Poperinghe bekend
zijnde wij hebben vernomen dal het politiek priestertje allu-
sie wi maken op eenen zieke van eene omliggende gemeente
o men 1 et i odeurtje maar maal is geroepen geweest»