VAM IJPEREN. 4 FRANKEN *8 JAARS msm Ar 486. Tiende Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. YcrscMüige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Politieke berichten. EENE EERSTE LIEFDE. VOOR ÏJPEREN. Fr. 4-50 YOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12centimen den regel. Rek'amen25 centimen. r --7 ZONDAG, 16" JULI 1871. Bureel Dixmudestraat, 59. Alle inzendingen vrachtvrij. De eerste kamer van Holland is bijeengeroepen tegen Dinsdag 18 Juli aanstaande. Londen, 12 Juli. Lords Kamer. Lord Granville aan lord Stratford antwoordende, zegt dat hij niet gelooft dat het waar is dat Turkye aan het russiseh eskader toelating heeft gegeven de Darda- nellen door te varen om zich naar Odessa te bege ven. Madrid, 11 Juli. Kamer der Gedeputeerden. Het voorstel van M. Candeau, het gouvernement de noodige ondersteunig gevende om den opstand te dempen, is met 122 stemmen aanveerd; geheel de oppositie heeft zich onthouden. De zitting is zeer woelig geweest. New-York, 12 Juli. De protestantsche pro cessie, onder de militaire bescherming, is om 5 ure begonnen. De katholljken dezelve aangevallen hebbende, werd er door de troepen gevuurd. Meer dan 60 opstandelingen zijn gedood, 150 gekwetst; 6 politie-agenten en 10 soldaten zijn insgelijks gedood. Do wanorders duren voort. Twee regementen troepen zijn onder de wapens. Men verwacht dezen nacht eenen ernstigen op roer. Bij de regeering te Munchen is aanvraag gedaan om afstand van een of meer kerkgebouwen, ten dienste van die Katholieken, welke zich met de nieuwe leer niet kunnen vereenigen. Het Comité stelt vast dat het bekende protest uit Munchen te gen de Concilie-besluiten reeds door meer dan 18,000 personen ondcrleekend is, waaronder ruim 8000 van de aanzienlijkste ingezetenen. De rijkskanselier von Bismarck heeft aan den componist der Wacht am Rhein, den heer Carl Wilhelm te Schmalkaden, een brief gezonden waarbij hij heni 1000 thaler aanbiedt en de hoop uit, dat hij hem ieder jaar een dergelijke som uit 's lands kas zal kunnen doen toekomen. Gedurende de 25 jaren dat de liberalen het Staatsroer in handen hebben gehad, veel groote werken zijn ten uitvoer gebracht geweest, en de be lastingen zijn nochtans opvolgelijk verminderd ge worden. De octrooirechtenwelke eene groote inderpaal voor den koophandel waren, wierden af geschaft, de barriererechten, die eene kwellende belasting was, daar de reizigers gedurende de hand in de beurze moesten hebben, verdweenen, de dou- aan-en postrechten wierden ook verminderd, en in tegenwoordigheid van dit al, wanneer het Mi nisterie Frère wierd vervangen, er bestonden nog 40 milüoenen bezuinigingen in de schatkist; thans, is 't nauwelijks een jaar dat de jesuiterij aan het hoofd is, en de 40 millioenen zijn gesmolten! De verslaafde meerderheid der Kamer komt de belas tingen van twee millioenen te verhoogen, dit al on verminderd eene nieuwe leening van 40 millioenen welk op handen is. Wel is waar dat men hel patentrecht voor het verkoopen der sterke dranken en der tabak heeft afgeschaft; maar de verkoopers zullen er niets aan winnen, daar men de Provinciale Raden dwingt hetzelve voor de Provinciën aan tc nemen. Ook, van al de schikkingen door de vorige en tegenwoor dige landsbesturen daargesleld, er is nimmer geene zoo onbillijke noch zoo gevaarlijke uitgevonden geweest; onbillijk, omdat het voor eenigste doel wit heeft eene zekere klasse, als verdacht van libe ral is mus, tegen reden en recht van hun stemrecht te beroovcn, en gevaarlijk, omdat het een voor gaande is dat bewijst dat volgens de grondstelsels der clericale partij er niets moet geëerbiedigd wor den om aan zijn einde te geraken liet zijn wijders die zelfde grondstelsels welke Bisschop Malou in zijn merkwaardig electoraal mandement verklaar de, zeggendedat alle middels, zelfs de oneerlijk ste, toegelaten zijn om liet doel dat men betracht, te bereiken. De lieer Malou heeft in den Senaat hel voorstel gedaan eene straf van een of twee maanden gevang en eene boete van 50 lot 2000 fr. op te leggen aan degene die,in politieke bijeenkomsten, door reden voeringen of lezing van geschriften zullen aange hitst hebben om daden te begaan die volgens de burgerlijke of militaire wetboeken strafbaar zijn. De achtbare Senateur heeft verklaard dat dien voorstel voor doel had de listige bewerkingen van de Internationale tegen te werken, en onder die betrekking juichen wij het voorstel toe maar wat zullen de heeren Jacobs, D'IIaene en Coomans er van zeggen, die in de Anlwerpsche metingen zich zoo dikmaals aan dergelijke overdrevenheden heb ben plichtig gemaakt? Zullen zij de wet stemmen? waarom niet, de kunst was van ér te geraken, maar V. VI 2ij> fei g' VERVOLG EN SLOT. Mijn oom was aangekomen en mijne moeder kondigde mij aan dat ik met hem ging vertrekken, om onder zijn geleide eenige reizen in-verschillende landen te doen. Met henepen hart ontving ik deze mededeeling. Ondanks mijne lichtvaardigheid was er nog plaats genoeg in mijne ziel voor eene pijoekjke gewaarwording. Bedeesd vroeg ik wan neer wij op reis zouden gaan. Een rimpel doorploegde mijn voorhoofd toen ik voor u antwoord kreeg dat wij binnen de vier-en-lwintig uren afreisden. Ik verliet al zwijmelende de zaal. J Babet wachtte mij. Zoodra ik vet scheen, stond zij op en kwam mij te gemoet geloopen. Ik had mijnen stap vertraagd. Zij nam mijne hand en beide bewaarden wij het stilzwijgen. Babet, zegde ik eensklaps, ik ga op reis. Babet stond als van den bliksem geslagen. Zij werd plose- lings zoo bleek als een lijk. Ik deed alsofik zulks niet bemerkte. Maar ik zal er van sterven, zegde zij. Zottinnekenzegde ik, haar omhelzende. Gij zult u troosten. Nooit. Dan zult gij trouwen. Laat mij, zegde zij, zich loswringende. Mijnheer, gij hebt mij nooit bemind. Wat heb ik dan toch gedaan. Gelooft gij dat mijn ver trek van mij afhangt? 't Is mijne moeder en mijn oom die het willen Babet, veroerde zich niet. Hare op het gras gerichtte blik ken waren onbeweeglijk, strak. Ik, ik begon ongeduldig te worden. Bebet, zegde ik, gij doet mij pijn. Gaat gij altijd boos blijven Droog uwe tranen af. En aangezien Babet niet antwoordde, begon ik een dans- airken te fluiten en keerde naar het kasteel terug, dwars over de bloembedden heen. Er perelde nogthans een traan in mijn oog. Een wielengeknars wekte Babet uit hare mijmering. Zij slaakte eenen kreet en blikte in de laan. Uit de portel eener koets, die in volle snelheid voortrolde, stak eene hand die met eenen kanten zakdoek wijfde. Babet viel snikkende op de krieè'n. Dien avond, gelijk ik later vernam, ging de kleine hovenier ster langs heen de naburige rivier wandelen. Het was een schoon vlietend water, zoo helder als kristal, en dal eeuwig over eene laag witte keijen vloot. Schoone palmboomen, die hunne rnajestatische kruinen te samen neigden, bezoomden beide oevers. Babet deed hare holleblokken en hare saaien kousen uit. Zij ging aan de boord des waters zitten, en luisterde langen tijd naar den zang eens vogels, die tusschen de twijgen verscholen zat. Daarna liet zij hare voeten in 't water hangen en zij voel de dat zij allenskens van den kant waarop zij zat, afrees. Alstoen, door een werktuigelijk gebaarde, wilde zij zich vastgrijpen aan eenen groes die onder hare hand stond maar er bleef haar slechts een maagdelief ken tusschen de vingers. Beide, meisje en bloem, gingen te samen naar onder een ronde op het water wees de plaats aan waar zij gezonken waren. Toen Lucas die de bewegingen der jonge dochter had afgespied, ter hulp opdaagde, was het reeds te laat. Men vischte het lijk van Babet opzij had het maagdèlief- ken nog in de hand. Kabel Monselet. -IS

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1871 | | pagina 1