TAN IJPEREN. 4 FRANKEN 'S JAARS i\r 520. Elfde Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Yerscliillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. Pol itieke berichten. SCEI AKEI GEDICMTEN VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. i Aankondigingen12 cenlimen den regel. Reklamen: 25 cenlimen. ZONDAG. tO, MAART 1872. Bureel: Dixmudeslraat. 59.Alle inzendingen vrachtvrij. De Nationale Vergadering van Frankrijk is dins dag overgegaan tol de herbenoeming van haar bu reel. M. Grevy is met cene groote meerderheid voorzitter herkozen. M. de herlog van Aumale, die door cene frak lie der Kamer tegenover hem ge steld was, heeft maar 59 stemmen bekomen. In dien de Orleanisten zich hebben willen tellen in dezeslemming, moeten zij weinig voldaan zijn ge weest over den uitslag. De benoeming van M. Fournier lot gezant van Frankrijk bij den koning van Balie, is in het offi cieel blad verschenen. De fransche Nationale Vergadering heeft met cene groote meerderheid de nieuwe belasting op den tabak gestemd; zonder debat de kiezing van M. Rouher goedgekeurd. De ondervraging over hel ontslag van M. Pouyer-Querlier zal zaterdag plaats gehad hebben. In Berlijn is het gerucht verspreid, dat de zitting van de beide huizen der pruissische vertegenwoor diging omstreeks Paschen gesloten en terstond daarop de duitsche rijksdags geopend zal worden. Rusland schijnt een zoo kwistig gebruik tema ken van zijne bevoegdheid, door de wijziging van het parijsche tractaat van 1856 herkregen, om oorlogschepen in de Zwarte zee uit te rusten, dat Turkije het noodig oordeelde om op vriendschap pelijke wijze opheldering daarover te vragen. De Russische regering antwoordde dat zij niet voorne mens was het aantal oorlogschepen in de Zwarte zee te vermeerderen en dat het 25tal alleen gewa pend en uitgerust was met het doel om te manceu- vreuren en de equipagie te oefenen. De graaf van Chambord bevindt zich nog voort durend in Holland. Hij houdt thans zijn verblijf te Breda en zal, naar men zegt, binnen kort zich langs Utrecht naar Amsterdam begeven. De aankomst en het verblijf van den graaf de Chambord te Antwerpen en hetgeen aldaar plaats heeft gehad is eene les voor alvvie de strekkingen der klerieale partij naspeurt;| de pretendent die de jesuitieke en de arislocratieke partij verbeeldtis onder de bescherming onzer gastvrijheid, zijne listige bewerkingen komen voortzetten om op den troon zijns vaders te kunnen klimmenhij was in zijn recht zoolang zijne tegenwoordigheid de open bare rust niet stoorde, of de klachten van Frank rijk niet opwekte, maar wij keuren de toegevcn- heid van het ministerie af ten aanziene van dien Prins en de blijkens van partijdigheid die het hem heeft gegeven, dit is een nieuw bewijs dat het je- suiliek jok op de geheele wereld weegt. Inderdaad, om welke ander redens zijn de bijzonderste ambte naren onzer handeldrijvende hoofdstad den graaf van Chambord hunnen eerbied gaan beluigen Waarom hebben de ministers hem zoo heviglijk verdedigd en al dc katholijke nieuwsbladen zijn verblijf aangemoedigd? Is het niet omdat hij aan de partij toebehoort die zij voorstaan in de hoop den vertegenwoordiger van het goddelijk recht aan de jesuiterij de hand te zien leenen om onder zijnen naam de overheersching zelve in Frankrjjk te ves tigen en aldus, zoo niet de vereeniging van ons Belgie aan hetzelve te bekomen, ten minsten een machtigen steun bij het nabeurig Gouvernement te vinden. Wanneer de Prinsen van Orleans, die de mede dingers zijn van den heiligen graaf, in Belgie komen wordt er geenen opstel gemaakt, omdat zij de he- dendaagsehe gevoelens van vrijheid verbeelden. Van daar twee maten en twee gewichten. De Meester. Wel, koster, hebt gij de Parle mentaire Annalen van den 28 en 29 februari en van den 1 maart gelezen? De Koster. Waarom De Meester. Omdat gij daarin zoudtzien van welke overdrevenheden uwe partijgenoten machtig zijn, wanneer zij in hunne ondernemingen misluk ken. De Koster. Hoe dat? De Meester. Dö vrijstelling van Deipoorter, destijds veroordeeld om acht brandstekingen van eigendommen aan liberalen toebchoorcndc te heb- 10. MIJN TEMPEL. DE VOEKOMST EEN TEEKEN YAH .DEN TIJD. Ziinicnspraiik tusschcn den Schoolmeester, den Ra-ster en Jan tloedgcbeur. 'k Min den Heer in zijnen tempel Dien hij voor hel menschdom schiep, Toen hij licht en zee en aarde Uit den niet in wezen riep. Gansch de schepping is een outer, Waar de zang van liefde en vreè, Onbegonnen, onvolzongen Opslijgt als een heiige beè. Waar én zon én maan én starren Gods gewijde kaarsen zijn, Die voor christen en voor heiden Glanzen met denzelfden schijn. Tempel, waar de genrge wierook Uit elk bloenjpje ons tegen waait; Reinigend den aardschen moorpoel, Waar het kwaad zijn rampen zaait. AI wat strijdt en werkt op 't heelal Zeis en ploeg en geest en zin, Zijn de klokken, die elk nooden Liefdevol ten tempel in. Tempel, waar elk menschlijk wezen Dat gevoelt en denkt en werkt; Priester is voor andre wezens, Die hij moedigt, leert en sterkt.' Tempel, waar 't gevoelig harte 't Schoon der menschenliefde ontwaart; Waar het ziel- en geestekrachten Burger-trouw en zeden gaart. Waar men zoete waarheid huldigt. Waar men haat wat liegt- rn drukt; Mn den kanker van de dweepzucht Uit verdoolde harten rukt. Tempel, waar voor ieder plaats is, Aan den groolen vrijheidsdisch Zelfs voor hem, die van de vrijheid Een gezworen vijand is. Tempel, waar 't geloof niet blind is, Maar op wetenschap geschraagd; Waar men onverslaafd vooruit wil, Waar men recht aan rede paart. Tempel, die hoe groot en schoon reeds, Baaglijks wint in sterkte en kracht Op de zuilen, waar de Waarheid D'eersten steen heeft aangebracht. Waar verdraagzaamheid verheffing Voor den zwakken is, die dwaalt Overtuiging door hel voorbeeld, Licht dat door het duister straalt. Waar men 't zweet des twijfels afdroogt Door een woord van Bede en Licht; Waar vooroordeel voor de Kennis, Domheid voor de Rede zwicht. 'k Min den Heer in zulken tempel Niet uit steen is hij gebouwd Maar uit alles wat de schepping In haar heerlijkheid ontvouwt. Tempel, op wiens breede voorpoort Een gebod staat, één uiteen ii Menschenbroeders, mint elkander, En gaat zóo in vrede heên. Yictorien Venule Wpr/lie. Luik, 1872.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 1