VAN IJPEREN. 4 FRANKEN \S JAARS V 553. Elfde Jaar. Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Verschillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen12 ccntimen den regel. Reklamen: 2o een timen. ZONDAG, 27" OCTOBER 1872. 1 Bcreei, Dixmudeslraat. 59.Alle inzendingen vrachtvrij. VERTREKUREN VAN IJPEREN De klericale drukpers en hare patronen bedienen zich van hevige uitvallen tegen den archi-kanselier van het duitsch keizerrijk. Volgens hun zeggen, is de afschaffing der jesuiten gericht tegen den katho- lijken Godsdienst, en die hooge ambtenaar maakt zich vijanden van een derde der onderdanen die den roomsehen katholijken Godsdienst uitoefenen; wij gelooven dat het zoo is ten aanzien van het ge deelte der bevolking dat de listige berwerkingen van het orde en zijn vertrouwde aanhangers hebben verdweept en verbeest, maar het onderwijs is in Duitschland meer verspreid dan bij ons, en al de gene die min of meer met de geschiedenis bekend zijn, zullen gevoelen dat den maatregel door den Heer Bismark genomen voor doel heeft te voorko men dat het beheer en den keizer zelfs onder hunne overheersching zouden moeten buigen, en, gelijk Spanje, Frankrijk en ons land. hunne onderdruk king zou moeten gedulden;.M. Bismark heeft het voorbeeld voor de oogen, hij ziet welk de gevolgen zijn geweest van de bedoelde overheersching, bij kent tot welke rampen zij Spanje heeft geleidhij ziet hoe Frankrijk van sedert dat men aldaar den toom aan de ultramontanen heeft op den hals gelegd, hoe dit land is vernederd. Noch poëten, noch merk waardige schrijvers, noch vermaarde schilders, noch zelfs kundige Generaals, geen één heeft de lijst der groote mannen waarvan het land zich be roemde, komen verrijken; en hetgene in ons land plaatsheeft, is niet gemaakt om de Gouvernementen te bewilligen van de vorderingen der ultramontanen te ondersteunen, de Minister heeft het voorbeeld der verdeeldheid die bestaat onder de bevolking; van de pogingen door de afhangers der jesuiten gedaan om hun meesterschap in de kamers te ver krijgen en door dien middel ministers van hunnen boord te doen benoemen, en ware het niet van den invloed die de grootste steden tot heden nog uitoe fenen, zij zouden in state zijn om tot den koning toe in voogdij te stellen St weg te jagen De inzichten van M. Bismark zijn zonder tegenzeg om deze hin derpalen te voorkomen en om het beheer van het nieuw keizerrijk van al die hinderpalen welke de geschiedenis aan het orde der jesuiten toeeigent, te bevrijden, maar geenszins om den katholijken Godsdienst op den voet dat denzelve sedert achtien eeuwen bestaat, te henadeeligen. Het Nieuwsblad vraagt of wij rechtzinnig willen redeneeren over de geschiedenis der jesuiten, wij zouden niet heter vragen, indien het woord van rechtzinnigheid onder de pen der schrijvers van het N'ieuwsblad geen bedrog beduidde. Zij hebben in alle omstandigheden zooveel bewijzen van slechte trouw gegeven, dat wij van te voren overtuigd zijn, dat de daden door de geschiedenis schrijvers aange haald en bevestigd, door hun zouden worden afge- logen wij zouden schoon te herhalen hebben dat zij, ten gevolge van hunne listige bewerkingen om het meesterschap in alle landen te hekomen, beur telings uil al dezelve hebben moeten gebannen wordenwij zouden moeten bewijzen dat het de voorstanders der inkwisitie zijn geweest en veel omwentelingen hebben opgehitst, het Nieuwsblad zou houden staan dat het al leugens zijn, en indien wij, bij voorbeeld, zegden dat na eeuwen nutlelooze bewerkingen te hebben aangegaan, zij door hunnen invloed eindelinge de onfeilbaarheid van den Paus of de onbevlekte ontvangenis als geloofpuntcn heb ben doen verklaren, hel Nieuwsblad zou ons zeggen dat zulks door de ingeving van den H. Geest heeft plaats gehad EHCTMOj DE TOEKOMST IJZEREN-WEG. Naar KORTRIJK. 5-40. - 9-39. - 11-41- 2-55. - 5-53. Naar POPERINGHE. 9-05. - 8-45. - 9-58. Naar POPERINGHE-IIAZEBROUCK. 6-50. - 11-45. - 3-40. - 0-52. Naar ROUSSELAERE. 7-55. - 12-35. - 6-40 II. BISMARCK EN DE JESL1TER1J WEERAL WAT SCHOONS. EEN PASTOOR-KINDERMOORDER. Men schrijft uit Kallern (Pruisisch Silesièj, van J6 dezer Onze gemeente, gewoonlijk zoo rustig, is sinds eenige da gen in opschudding. Eerie afschuwelijke daad is er gepleegd door een man, wiens geheiligd karakter, meer dan irmand an ders, hem voor zulke misdaad moest vrijwaren. Er is kwestie van eene drijdubbele kindermoord. De pastoor Miller leefde sinds eenige jaren met zijne huis houdster, Theresia Wendl, in innige betrekkingen, die niet zonder gevolgen zijn gebleven. Het meisje Wendl bracht de zer dagen een drijiing ter wereld, wiens geboorte de pastoor GEHEILIGD BOOR DE JEZl 1ETEÏ. ledereen weet wat het beduiden wil, wanneer men spreekt van Jezuietischfe leerstellingen. Hare spitsvindige dislengur/s zijn wereldberoemd geworden, en de wijze waarop de vaders de zedelijkheid beoefenen heeft meer dan eens tot verbazende schandalen aanleiding gegeven. Hel ka pi tel der erfdeelinpatmingen is geheel uitzonderlijk wel bekend en alle jaren raken onze rechtbanken op het spoor van meer dan één, terwijl de talrijkste nog de gene zijn die verholen blijven, dank aan de kuiperijen en de bedreigingen der heilige vaders. Vele onzer lezers denken misschien dat men die kleine zondekens, waaraan zich de Jesuieten nu en dan plichtig maken, alleen moet stellen op de rekening der menschelijke zwakheid dat zoo soms hier en daar een lid van die eerwaarde orde buiten het spoor der eerlijkheid geraakt, dit eene enkele uitzondering is, en dat de algemeenheid der zwarte vaders een afschuw moet gevoelen voor alles wat gelijkt aan diefte of bedrog. Er zijn er die zoo denken, maar zij dolen Om juist te weten naar welke beginselen de Jezuieten hun gedrag regelen, is het beste en zekerste middel hunne ge schrevene leerstellingen, de boeken der doorluchtigtse hoofden van hunne orde te raadplegen. Welnu, indien wij die bewijs stukken. die niet liegen kunnen en tot de geschiedenis behooren, onderzoeken, dan vinden wij dat de diefte, gelijk de meineed, gelijk de manslag, gelijk het overspel, gelijk allerhande ondeugden door hen zijn verdedigd en geheiligd geworden, dank aan hunne vernuftige onderscheidingen. Pater Emmanuel Sa, der Sociëteit Jesu, schrijft letterlijk het volgende in zijne Aphorismen der biechtvaders, dat in 1590 te Keulen verscheen Het is geene doodzonde aan iemand in geheim te i> ontnemen wat hij toch geven zou indien men het hem vroeg, alhoewel hij niet wille dat men hem heimelijk i> bestele, en men is niet verplicht lot teruggave. Welke schoone en gemakkelijke leerMen tracht zich zeiven te overtuigen dat de bezitter van het voorwerp dat men verlangt, het u gewillig zou afstaan, indien het hem werd gevraagd, en die loutere veronderstelling is genoegzaam om de diefte te verontschuldigen. Hoe zulke veronderstellingen toch wonderwel te pas kunnen komen, aan hen die lust gevoelen om, ter grooter eere Gods, arme weduwen en weezen van hunne erfdcelen te berooven De zelfde schrijver gaat voort c Men begaat geene diefte wanneer men geheimelijk een j> klein voorwerp aan zijn echtgenootof zijn vader ont- neemt. Maar men zal vragen wat men beslissen moet wanneer heden een klein voorwerp ontstolen wordt, en morgen nog een klein voorwerp, en overmorgen nog een, enz., enz. Het antwoordt schijnt duidelijk. Vele kleine dieflen maken ééne groote, zegt het gezond versland en het rechtschapen gemoed. Maar de paters Jezuieten denken daar anders over. De jesuiet Thomas Tamburin, in zijne Zedelijke Theologie in 1659 te Lyon gedrukt, verklaart uitdrukkelijk tt Men is niet, op straffe van doodzonde, verplicht terug te geven wat men ontnomen heeft in verschillige kleine dieften, hoe aanzienlijk ook het geheel bedrag moge zijn.» Men begrijpt terstond welke onschatbare voordeden zulke leeringen opleveren Een Jezuiet maakt in den biechtstoel aan de vrouwen, en in de scholen aan de kinders wijs, dat zij, zonder te zondigen, alle dagen, voor het welzijn der orde en ter eere Gods, eene kleinigheid mogen ontstelen en op die wijze vergaren zij al spoedigmet een zuiver geweten onmetelijke schatten

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 1