TAN IJPEREN. 4 FRANKEN JAARS V 555. Elfde Jaar. Politiek. Slatin.- Kunst- en Letternieuws. Verschil!i«»e Tijdingen. Markten. Bekendmakingen. VOOR IJPEREN. Fr. 4-50 VOOR BUITEN STAD. Aankondigingen: 12 cenfimen den regel. Reklamen: 25 centimen. ZONDAG, 10" NOVEMBER 1872. Bcreel Dixmudestraat. 59.Alle inzendingen vrachtvrij. VERTREKUREN VAN IJPEREN liet Nieuwsblad zingt den lof van hel Ministerie over zijne matigheid in de hernaming der Burg meesters en Schepenen; wij bekennen dat hel veel erger had kunnen te werke gaan, indien het volle gehoor had gegeven aan de voorstellen gedaan dooi de ijpersehe kopstukken, die al de communale ambtenaren, die geen blijkens van onderdanigheid aan hunne Pastors hadden gegeven, wilden zien vervangen door sukkelaars, die geen ander ver diensten hadden dan hunne blinde gehoorzaamheid de hevelen dergenen die zich inbeelden of aan toonen te geloven dat zij over Hemel en hel lot hunne politieke helangens kunnen beschikken. Volgens het verlangen van die mannen moest er cene algemecne kuisching in de gemeentebesturen meesterschap zonder tegenzeg te kunnen uitoefe nen, maar het Ministerie heeft gevoeld dat het gezag waarvan de gemeentebesturen moeten genie ten om hunne zending met vrucht te kunnen volbrengen, ware vernietigd geweest, indien men, in plaats van de bekwaamste, door de kiezers zelfs aangeduidt. de onbevoegdste had uitgekozen. Een andere beweegreden waarom het Ministerie in het algemeen weinig acht op de voorstellen van onze Camarilla genomen heeft, het zijn de pogin gen door dezelve gedaan om in de kiezing al wat eerlijk en schrander is, zonder rekening te houden der gedane diensten, huilen te doen, en in de wei nige plaatsen waar zij gelukt hebben om hunne voorstellen te doen aannemen, zoo als te Waeslen, heelt men kunnen oordeelen tot hoe laag het be heer is gedaald M. Malou, de ziel van ons Ministerie, wilt er niet van afzien, de dooderhand moet en zal worden hersteldhet is het verlangen der Bisschoppen, en helgene men door de wet niet durft wagen men doel het door koninklijke besluiten; het is aldus dat het Bureel van Weldadigheid der gemeente vangen, gedaan door Catharina Casier, Overste, en andere zusters van het klooster aldaar bestaande, alwaar de behoeftigen, zoo van de gezegde als van andere gemeenten, mits betalen, worden aanvaard en verpleegd. Deze gifte is gedaan met voorbehoud van het vruchtgebruik gedurende hel leven der begifsters, en om na haar overlijden overtegaan, ter uitslui ting barer erfgenamen, aan elke der overlevende, onder voorwaarde dal het inkomen bij voortduring op den thans beslaanden voet zal blijven gebruikt worden. Dit besluit houdt twee onbevoegdheden in, voor gift van Weldadig- eerst, het is een Godshuis aan hetwelk de gilt zoo gezegd is gedaan, en de Besturen worden gemaakt;- hel was een middel om hun Merckem bemachtigd werdt om het legaat te ont beid zijn onbevoegd om de giften van dezen aard te ontvangen, dit komt toe aan het Bestuur dei- Godshuizen dat, indien er te Merckem geen be- stondl, tot dat einde had moeten ingericht worden, en ten tweede, het is een zijdelingsehe middel om de dooderhand ten behoeve der kloosters te kunnen herstellen; ook wij zijn nieuwsgierig van te zien hoe het Ministerie zich zal verdedigen wanneer er hem ondervragingen daarover in de Kamers zullen worden gedaan. DE TOEKOMST i^<SiW®-« IJZEREN-WEG. Naar KORTJIIJK. 5-40. - 9-39. - 11-41- 2-35. - 5-3 3. Naar POPERINGHE. 9-05. - 8-45. - 9-38. Naar POPERINGHE-HAZEBROUCK. 0-50. - 1 1-45.- 3-40. - 6-32. Naar ROUSSELAERE. 7-55. - 12-35. - 6-40 GEHEILIGD SÏOOR DE JEZUÏETEN. (Vervolg en slot). In ccn bock getiteld Ab'régé en forme de cdtéchime du cours complet d'instruction chrèliennea Pusage des caté- chismes et des écoles, par M. V. Marotle, vicaire-général de Mgr. I'évéque de Verdun. 3° édit. 1866 lezen wij op biadz. 266 VraagIs men altijd plichtig aan diefte, wanneer men eens anders goed neemt Antw. Neen, liet kan gebeuren dat degene wiens goed men neemt geen recht hebbe zich daartegen te verzetten; hetgeen plaats heelt, bij voorbeeld, wanneer degene die eens anders goed neemt zich in eenen uitersten nood bevindt en hij zich vergenoegt met te nemen hetgeen hij noodig heeft a om er uit te geraken of wanneer bij geheimelijk aan zijnen evennaasten iets ontneemt, bij wijze van vergelding, niet anders kunnende verkrijgen wat deze hem verschuldigd is. Volgens dat werkje, ten dienste der scholen opgesteld, mag men dus stelen in twee gevallen 1" Wanneer men zich in eenen uitersten nood bevindt. ■En daar men nu toch niet loochenen zal, dat luiaards, land- loopers, bedelaars en schurken zich altijd in eenen staat van «itersten nood bevinden, zoo hebben zij ook altijd het recht van stelen. Welke gemakkelijke leer voor alle gepatenteerde luiaards, die zich in monikken Verkleeden en zich voor hun gansche leven aan de armoede wijdenNiet alleen eigenen 2'j zich hel recht toe van te bedelen, ofschoon er wetten tegen de bedelarij bestaan, maar zij eischen zelfs het recht van te stelen, onder de enkele voorwaarde, dat zij maar juist zullen stelen hetgeen zij noodig hebben. 2° Wanneer gij geheimelijk ontneemt wat anderen u ver schuldigd zijn. -En daar niets gemakkelijker is dan u te overtuigen dat A en B u zooveel verschuldigd is, zoo kunt gij maar stelen zooveel u belieft. Een Jezuiet heeft n een vernuf- tigen raad gegeven hij schat de waarde van dien raad 100 fr. hij ontneemt u 100 fr. en blijft altijd een heilig man. De theorie der heimelijke vergelding heeft veel opgang gemaakt en wordt breedvoeriger ontwikkeld in een ander werk van denzelfden abt Marotte: Cours complet d'inslruc- tion chrèliennepar Pabbé Marotte, vicaire-général du diocese de Verdun. Ouvrage approuvé par NN. SS. les évêques de Verdun et de Strasbourg 5° edition. Men leest aldaar bladzijde 556 wij vertalen letterlijk (i Nr 550. II Over de heimelijke vergelding. De heimelijke vergelding is de daad waardoor wij aan onzen evennaaste heimelijk ontnemen hetgeen hij ons genomen heeft of hetgeen hij ons verschuldigd is, ten einde ons schadeloos testellen. liet algemeen gevoelen der doctoren is dat die vergelding geoorloofd is, onder zekere voorwaarden. i> Inderdaad, men kan niet aanzien als hebbende eene onrechtvaardigheid begaan, dengene die, zelfs op eigen gezag, ontneemt wat hem toebehoort of wat hem verschuldigd is, wanneer hij geen enkel middel heeft om het terug te krijgen of zich te doen betalen. Met andere woorden Gij vindt dat uw bakker u zijn brood te duur verkoopt, gij oordeelt diensvolgens dat hij u het verschil verschuldigd blijft; onder die voorwaarden moogt gij uwen bakker vrij en vrank bestelen. Op bladzijde 277 van hetzelfde werk, ontmoeten wij het volgende <t Vraag. Kan men soms ontslagen zijn van de verplich- a ting tot teruggave? a Antio. -Ja, er zijn gevallen die ontslaan van de ver- i> plichting tot teruggave, 't zij voor een zekeren tijd, 't zij op a volstrekte wijze en voor immer. i> Vraag. Welke zijn de gevallen die de verplichting van ii teruggave uitstellen? ii Antw. Die gevallen zijn 1° Het stoffelijk onvermogen a l'itnpuissance physique), 't is te zeggen, de staat van den a schuldenaar die niets bezit of zich in uitersten nood bevindt ii 2° het zedelijk onvermogen I' impuissance morale't is te n zeggen, de slaat in welken de schuldenaar niet zou kunnen a teruggeven, zonder merkelijk van zijne met recht verkregen ii positie af te wijken sans déchoir notablement de sa posi- x tion justement acquisezonder te vallen en zijn gezin in a de ellende mede te slepen of zonder zich bloot te stellen aan a het gevaar van zijn goeden naam te verliezen [ou sans s'ex- iv poser au danger de perdre sa reputation). Zijne schulden niet betalen, om zijne reputatie niet te ver liezen I Welke schoone en gemakkelijke leer Men behoudt ter zelfder tijd zijn geld en zijnen goeden naam. Wij vragen ons alleenlijk maar af hoe het mogelijk is dat iemand, die zijne schulden niet betaalt, zijne reputatie behoude, ten zij men alleenlijk de reputatie van slechten betaler bedoeieMaar het is onnoodig met Jezuieten de kwestie van goede reputatiè'n te besprekeo, daar wij ze in de zaak als volslagen onbevoegd beschouwen. Hel zij genoeg dat de vaders van familie opmerkzaam wor den gemaakt op de zedeleer, die in de klerikale schoolboeken gepredikt wordt, en zij eens voor goed weten wat eigenlijk het onderricht der Jezuïeten beteekent. rr e-vs-s&s

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1872 | | pagina 1