POPERINGHE, Opperbnrgerschap der pastors in de gemeenten. Briefwisseling der Toekomst. Vcrschillige tijdingen. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. *- MENGELINGEN. Deze drie stukken zeer wel gekunnen en gestudeerd, worden degeven met medewerking van Mevrouw Fauconnier en hare gochterMejuf. Zenuïde, beide kundige tooneeikunstenaressen. Wij voorzeggen den liefhebberen een uitgelezen Tooneet- avond; het orkest zal insgelijks niets te wenschen overlaten. [n een woord alles is aangewend 0111 de goede faam der Vlaamsche Ster staande te houden. Wij rioodigen de moeders uit er hunne kinders naartoe te geleiden, aldaar zijn er voorbeelden van ware zeden en ware eerlijkheid te vinden en de liefde tot onze goddelijke moc- dertaal.aan te winnen. Sclsoosse SiHsaeftesa. - De Journal de Gand heeft veel lof gesproken van M. Gaimant zoon, over zijne uitvoering op den vioion der Motifs sur des thèmes de Fuust in ent concert door de koninklijke Koormaatschappij te Gent gegeven op 1 i Januari laatst. Den 19 Januari was het concert, in de beslotenen Maat schappij der Vrijschutters té Ledeberg. Men heeft veel toegejuicht op eeue overschoone ouverture voor piano en harmonium zeer wel uit gevoerd door MM. Ferar en Moerman Jules, (ditn laatste is insgelijks eenen- IJperling). In dit concert heeft M. Moerman blijken gegeven van een verregaande talent op de piano in het Carnaval de Vónise en andere moeielijke stukken. Met genoegen zullen wij altoos den verdienden lof mededee- len welke aan kinderen onzer stad in vreemde steden ten deele valt. Eere zij hun, alsook de stad welke hun zag geboren worden Va» deu 24" tot dea 32" JïaaiKarl 1873. GEBOORTEN Mannelijk geslacht 5) Vrouwelijk o) Spinnewyn, Carolus, herbergier, en Du Bois, Sophia, dienstmeid. Boudry, Amelia, 74 jaren, werkvrouw, echtgenote van Petrus Chrisliaen, S' Jacobs-uevens-IJpre. Didier, Amelia, 8fi jaren, weduwe van Lambertus Vandaele, Ss Pieters-nevens- Upre. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslachl, 5. Vrouwelijk geslacht, 1te zaraen 4. 29 Januari 1873. KATHOLIEKE KODDIGHEDEN. Om te toonen dat 't docteurtje geen docteur is, dewijl hij de plaatsvervangers van Onzen Heer meer zoekt in hel graf te helpen dan hun het leven te behouden, het Nieuwsblad ver gelijkt ht m aan Herodes, die ook geen docteur was, mits 1 hij de 1 4,000 onaoozele kindertjes liever vermoordde dan liet leven. Dus, om dat de correspondent der Toekomst gedurig de plaatsvervangers van Onzen Heer in hunne politieke buiten- spoorigheden aanrandt en hunne wereldsche heerschzucht in vergelijking stelt met de leering van hunnen goddeüjken meester, zij maken hem uit vooreenen moordenaar en stellen zich als slachtoffers van zijne wreedheid Ziet gij den Paus, de bisschoppen en priesters nu daar lig gen gelijk schaapjes onder het mes van dien godloozen been houwer? Ziet gij dien tweeden koning Herodes het kindetje Jesus opzoeken om het te vermoorden in de personen van zijne plaatsvervangers En zeggen dat die wreïde beul, terwijl hij met eenc on- verzoenelijke woede en een doodelijken haat de kerk en godsdienst vervolgt, schijnheiüglijk naar de mis gaat, zijn paaschen houdt en de priesters groet. (Het Nieuwsblad kan dit niet opkrijgen). Wij hebben reeds duist maal gezeid da! de politiek, volgens de eigene woorden van Christus, de religie noch het rijk Gods niet aangaatdat wij de priesters en den godsdienst eerbie digen in de palen van het Evangelie, maar niet in de tegen- stijdige schikkingen en verandering m welke onze heerzuch tige prelaten aan het testament van Onzen Zaligmaker gebracht hebben. Hoe dikwijls zullen wij dit nog moeten zeggen? Decorrespondent van 't Nieuwsblad wil niet verstaan dat men in een geestelijk man zijne hoedanigheid van priester kan scheiden van ziine hoedanigheid van burgeren hij vraagt ons of wij reeds vergeten hebben wal hij op deze scheiding geantwoord heeft. Wij vragen op onze beurt of hij de goede redens .vergeten heeft met welke wij zijne antwoord gansche- lk wederiegd hebben in de Toekomst van 12 Januari? 't Gazetteprieslerije houdt staande, dat de katholijke stem mers van Poperinghe en van Proven meer verstand hebben dan de liberale stemmers van Brussel, Antwerpen en al de grootste steden van het land, omdat de eerste meer geloof hebben dan de laatste. Dus het verstand bestaat niet in de geleerdheid, in de ver lichting van geest of in politieke en administrative kennissen, maar in de belijdenis van het roomsch katholijk geloof. De protestanten, joden en andere sekten hebben geen verstand; Pruissen, Ruissen, Holland, Engeland, enz., hebben geen verstand, en zelfs onze oude koning Leopold I .was een dom merik in vergelijking van Leopold 11. Wij hebben reeds meermalen bewezen dat het katholijk, het protestantsche of hét joodsehe geloof de landszaken in het geheel niet aangaat en bijgevolg geene betrekking kan hebben met de politiek of met de kieziogen dat onze constitutie gee- ne gelooven, «och godsdiensten, noch geestelijke overheden herkent, en dat de kiezing eenc wereldsche zaak en een al gemeen burgerrecht is tot welks uitoefening men burgerver- stand maai- geen religie verstand moet hebben, bijzonderlijk reliegie verstand gelijk men vindt bij de onnoozelaars van Proven en bij de Poperingsche kiezers van 10 franks. Wanneer zullen onze tegenstrevers deze waarheid maar verstaan? Een onzer hedendaagsche evangelisten, die, in plaats van broederliefde, familietwist en burgerlijke tweedracht aanpre diken, had onlangs zijne katholijke toehoorders aangewakkerd om zooveel mogelijk'tgezels chapder liberalen te schuwen, en ten dien gevolge zag men welhaast 18 leden van onze muziek maatschappij hunne demissie nemen en eene scheuring ont slaan in de gilde der Duiveniers en andere genootschappen. Heden is "het de beurt der maatschappij van.S' Sebasliaan waar een twintigtal katholijke leden op S' Sebastiaansdag ge weigerd hebben van met de liberalen de patroonmis bijtewoo- nen en deel te nemen aan de feestelijke mal tijd. Wij aanzien deze katholijke manifeslatien met eene goede oog want, sedert dé zuivering der muziekmaatschappij, is dit ge nootschap lot zoo een bloeienden slaat gekomen dat men er nu omtrent 180 leden en eerleden telt, en wij verhopen dat al de andere Maatschappijen, door de bijtreding van nieuwe leden, zich, gelijk deze laatste, van meer tot meer zullett libe- raliseeren. Wat voor koddigheden z.al men nog al uitmeten,. Wij vinden te lezen in het Nieuwsblad dat de priester eene soort van opperburger is die nog meer dan een ander verplicht is vaderland en moederstad tc beminnen en te verde digen. Do voormelde koddigheden laten zien in welken zin beminnen en verdedigen moet verstaan worden. Zondag laatst heeft men hiér vrolijk gedanst met mannevolk en vrouwvolk en op de maat van eene piano in een katholijk huis waar dagelijk palers en priesters uit en in loopen. Zal da: eene zonde zijn gelijk den dans der liberalen X. Woesten, 30 Januari 1873. De lezers der Toekomst herinneren zich nog ons artikel nopens hel uittrekken der krtiissen geplant op het kerkhof van Woesten en en het effenrakelen der graven door den heer pastoor om een gedeelte er van in blormenhof te veranderen ten dienste .van zijne congregatie en het ander en grootste gedeelte in maaigras. Welnu dit maaigras heeft eene hooimijt opgebracht ter waarde van 00 a 33 fr. Volgens de schatting derleden van den kerkraad, en ren dier leden bood "Ofr.in eene vergadering binst de maand oogst. Aide andere leden waren ems om dat gebod te aanveerd n; maar de pastor schudde zijn hoofd en alle monden waren gestopt, üs hooimijt bleef dan staan lot in liet slechl weder, toen men voor dezelve noi* eens in vergadering 15 fr. bood, de pastor schudde zijn hoofd en op nieuw aile monden waren gestopt. Men zegt dat de ze hooimijt onianga verkocht :s voor 2 fr, door den eerweer- digen oppetTi-!. om in ee.i mestput te smijten, en men vraagt wie de 50 of 35 fr. opbrengst der kerkgoederen zal inslaan, de pastor of de leden der kerkfabriek? Antwoord, Nieuwsblad Men verzoekt de aandacht der bevoegde overheden over de werken van zoo eenen opperburger. O. Q. Passchendaeie, 29 Januari 1873. Mijnheer de Opsteller, Toen wij zegden dat de landelijke herberg-poülie een terg- middel was, en juist het tegenovergestelde uitwerksel ging teweeg brengen, o dan brieschtè het Nieuwsblad van toorn en hel viel ingebeelde personen aan. De Belgische Grondwet geeft ons het recht ons gedacht vrij uit te drukken en nooit noch voor niemand zullen wij van dit rechi afstand doen. Wat de hej'bei'g-politie in zich besluit, op de wijze zooals zij wordt toegepast, is de getrouwe afteekening der onder drukkingen en voorrechten van de middeleeuwen, 't is te zeggen het volk in zijne persoonlijke waardigheid op alle pun ten te krenken en te versmachten. Onze voorzeggingen zijn inderdaad teenemaal verwezent- 1 ij k t Sedert dat men te Passchendaeie de politie op de herbergen uitoefent heeft men den Zondag nacht niets anders meer dan gewoel, krakeel en gevecht En het Nieuwsblad mag zooveel zedepreèken als het wil, wij houden staan dat een meiisch niet gedwongen wilt zijn, en bijzonderlijk de Passcliendaelenaars, die recht voor de vuist en vrij van karakter, geene onderdrukking verdragen. Wil men een bewijs: Zondag laalst was er geene politie te zien. De koster was op reis voor personeele zaken. Zijne zonen verwittigden de katholijke herbergiers van de afwezigheid huns vaders en dien avond werd er te Passchendaeie een echt smakelijk en rustig glaasje geledigd, iets wat nog in lang niet gebeurd was en aan onze inwoners door het Nieuwsblad zoo misgund is 1 Eh welwat wij kunnen vaststellen hebben is dat Passchen daeie sedert September laatst geen lustiger noch gemakkelijker avond gehad heeft. Noch rusie noch gevecht, niet van dat alles, en om elf ure waren alle herbergen toe en iedereen was ter rust, gelijk in de goè lijden Het Nieuwsblad is woedend omdat er te Passchendaeie ie mand is die durft tegenspreken en met bewijzen zijne dom migheden wederleggen; het tast in den donkeren nu papa dan den zoon aan en, van zijn stuk gebracht, zal het eindigen met de kat te moeten aanvallen. De domme correspondent Passchendaele-Avelghem-Wer- vick moge te vreden zijn, wij, wij halen de schouders op van medelijden. Z. Wroensdag, 22 Januari, ten 10 ure 's avonds, is Ber nard Biebau, bareelwachter op den weg van IJperen naar Vlamertinghe onder den trein geraakt en ellendig verbrijzeld. De ongelukkige laat eene weduwe met kinders achter. Hij is verongelukt omtrent op de zelfde plaats waar zijn broeder over tijd op de zelfde wijze liet leven liet. Wij vernemen, zegt en blad van Doornik, dat het openbaar ministerie in beroep gaat tegen liet vonnis dat M. de kanonik Ponceau, lot diij honderd frank boet veroor deeld voor overtreding aan de wet op de begravingen. Men schrijft uit Brussel, dat de benoeming van den opvolger van generaal Guillaume, tot minister van oorlog, eerlang in den Msniteur zal verschijnen. Wat is dat 'k Eti weet het niet. Ilooi, t luidt nogeens. k Weet wonder wat er gaande is in de kerk... hoe laat en is 't nog maar Nu, wel elve van den nacht Der moet en twat particulier voorvallen in dc kerk. En d eene liepen naar den pastor en d'undere naar den koster. Een iioopken gebuurs in nachtpaket bleef kommeeren: d eene zegden dat het een dief was, d'andere dal '1 tooverij was, d'andere nog dat het een mirakel was,en alzoo schuifelde ieder vogel zijn zangsken. Een beenhouwer van rechte daar over haalde zijn groot kapmes, een korporaal der burgerwacht zijn geweer' een ander renen stok; koster en pastor kwamen welhaast op, elk met eenen lanteern, beiden waren ook maar half gekleed twee nachtwakers met pijken kwamen ook bij en het klein'leger trok de kerk binnen. Bij de koord van 't kloksken vondt men Mej. X. in onmacht en achter een pilaar verscholen M.Z., meer dood dan levend. M. Z. was tegen den avond in de kerk gegaan om zijn avondgebed te doen en was achter den pilaar in slaap geval len. Toen hij wakker kwam was het geheel donker. Hij begreep welhaast dat hij in de kerk gesloten was, zelfs hij meende een kloksken te hooien luiden. Onder dien indruk richtte hij zich naar de klokkoord, toen hij meende iemand er bij te zien. Inderdaad die iemand gaf een luiden gil, snakte meer dan eens krampachtig aan de koord en zonk neder, ffl. L. geloofde met eenen geest in betrek te zijn en vluchtte weg. Het was alsdan dat liet volk de kerk binnentrok. De pastor alles begrijpende, verzocht zijne geburen zich elk naar zijn bed te begeven en van dit voorval aan niemand te Spreken. Een gebtiur liet heeft op een eeuwig zwijgen verteld en wij, w ij vertellen bet op onzen beurt, maar ook op een eeuwig zwijgen. 1

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1873 | | pagina 2