TAN MPEIiËM.
GRAAF DER RIRAUDS.
4 FRANKEN 'S JAARS
Nr 571. Twaalfde Jaar.
Politiek. Stads,- Kunst- en Letternieuws. Versehillige Tijdingen. Markten. Bekendmakingen.
GESCHIEDKUNDIGS AANTEEKENINGEN
VOOR IJPEREN. Fr. 4-üO YOOR BUITEN STAD.
Aankondigingen: 12 ccntimcn den regel.
Reklamen: 25 eentimen.
ZONDAG, 2" MAART 1875.
Bureel Dixmudcstraat, 59.Alle iuzendingea vrachtvrij.
Het is waarachtig aardig door het Nieuwsblad
de naam van Jean Jacques Rousseau te zien
aanhalen, om te bewijzen dal de godsdienst
noodzakelijk is voor de zanienleving er is
niemand, ten ware de schrijver misschien, die
daaraan ooit getwijfeld heeft de goddeloozen,
indien er wezenllijk bestaan, moeten toch bij bun
zelve gevoelen dat er iels beslaat die alles regeert
maar van daar lot te moeten gelooven dal alles
wat de jesuilerij voorhouden van God komt, dat
is wat anders. Indien Christus op de wereld is
gekomen om den mensch van alle slavernij te
verlossen en door zijne leeringen de zedelijkheid
en het welzijn der menigte te volmaken, het
behoort aan dc jesuilerij niet van de zelve te
vervalschen. God heeft gezegd Geeft aan Cesar
hetgcne aan Cesar toekomt, ei} zij doet niet
anders dan de beheercn bevechten hij heeft nog
gezegd bemint u den eene den andere, en
zij doet niet anders dan al wat eerlijkst en aan-
zienelijkst is hoonen, lasteren en beliegen
Het is daarom dat
tegenwerken; want
de liberale dagbladen
indien de liberalen,
hun
hare
overdrevenheden niet tegenhielden, zij zou de
maatschappij tot aan de 16B eeuw, met al hare
gruweldaden, doen achteruitgaan, en eene nieuwe
hervorming zou er het onvermijdelijk gevolg van
zijn.
De beraadslaging op de begrooling van binnen-
landsche zaken is
onstuimig
geweest; de heer
Kervyn de Lellenhove, niet kunnende vergeven
dat de liberalen hem gedwongen hebben zijne
ministerieele porte-feuillie af te leggen, heeft
eenen uil gesmid met de liberalen te Willen voor
com muil a a rs uitmaken; ofschoon het ordewoord
aan al de klcricale gazetten gegeven was om te
trachten te doen gelooven dal er gemeenschap
bestaat tusschen de parijsche deugenieten en de
liberalen, ten einde deze laai/sten in den geest der
menigte hatelijk te maken. De gewezen Minis
ter heeft eene onvoorzichtigheid begaan met deze
beschuldiging in de Kamer aan te halen, helgene
de leden der linker zijde verplicht heeft zich tegen
dezen verfoeilijken laster te verdedigen ook heb
ben zij niet alleen den heer Kervyn, maar een
gedeelte zijner partijgenoten, wezenllijk verplet
terd; de heer Rogier heeft den heer D'hane dc
Steenhuise gevraagd of hij nog de Godheid van
Christus loochende; M. Bara heeft doen uitblinken
hoe de Syllabus al onze vrijheden veroordeelt en
hoe hel onmogelijk is dat, alwie den eed aan onze
Grondwet heeft gedaan, zijn geweten in verband
te stellen met de verordeningen van den Paus,
helgene. niet tegenstaande al de schijnredens door
de klcricale redenaars aangehaald, niet mogelijk
is, ten zij, gelijk het spreekwoord zegt, er met
den H emel overeenkomsten te maken waren
De klcricale in het vooruitzicht van op hunne
beurt de kopstukken der tegenpartij in verlegénd-
heid te brengen, hebben door M. Schollaerl ge
vraagd of zij de vervolgingen tegen de geestelijkheid
in Duilschland goedkeurden, waarop M. Bara,
met zijn gewoon versland, heeft geantwoord,
dat hij in geener wijze vervolgingen legen de
geestelijkheid goedkeurde; maar dat, volgens hem,
dezelve in alle geval aan de wetten van het land
moeten onderdanig zijn, en dus die welke daar
tegen handelen strafbaar waren, zoo dat, indien
er iu Pruisen en in Zwitserland er straffen
toegepast werden, het grootendeels de oorzaak is
van onze klerikale», die de Pruisische geeste
lijkheid aangemoedigd en geld toegezonden hebben
om haar tegen de wetten van hun land te
verzetten.
Een teeken van den tijd dien wij beleven, is de
tusschenkomst der fransche Bisschoppen hij M.
Thiers ten voordeele der jesuiten de eenparigheid
met welke zij hunne poging hebben gedaan, is
Vrije vertaling naar M. Arthur Merghelynck.
DE TOEKOMST
IJZEREN-WEG.
VERTREKUREN VAN IJPEREN
Maar KORTR1JK. 5-40. - 9-39. - 11-41. - 2-55. - 5-33.
Naar PO PER ING BE. 9-05. - 8-43. - 9-38.
Naar POPERINGHE-HAZF.BROUCK. (i-30. - 11-43.- 3-40.
- 6-32.
Naar ROUSSELAERE. 7-55. - 12-35. - C-40.
OP DEN
TE IJPEREN.
SLOT.
Bij de begravingen van dezen die aan eene ghilde toebe
hoorden of die door dezelve vergezeld werden, alsook dooi
de ouderlingen van 't Nazareth, de graaf der Ribanden had
recht op 4 groolen, zonder den dienst die hem ook 4 grooten
opbracht.
Eindeling voor de menschen onderhouden in gestichten of
door de openbare weldadigheid, waren in de eerste plaats
gerangschikt de weduwen van den II.Geest, de Wille Vliegers
dc ouderlingen van 'i Nazareth; in al die begravingen,
wanneer de Graaf der Ribanden er tegenwoordig was hij had
recht op 2 grooten.
Nu zullen wij de Bestuurder der Lijkslatien van daar zoo
even zich zien herschapen in ceremoniemeester der trouw
feesten, en tafe.knechl op de Banketten worden, indien men
hem er voor belaalde.
Het arabt van den Graaf der Ribauds bij de trouwplechtig
heden van eenieder was van den stoet naar de kerk te
vergezellen en den trouwers aan te wijzen wat zij doen
moesten. Deze plechtigheden waren als de begravingen in
klassen verdeeld. Gemeenlijk bij de vier eerste klassen was de
Graaf der Ribauds tegenwoordig. In de trouw der edelen
hij had 20 groeien bij de rijke burgerklas 16 grooten; bij
de meesiers van ambachten 8 grooten; bij de ambachtslieden
4 grooten. Wannéér er een huwelijk plaats had hij méiischèn
die van de weldadigheid leefden en hij er gevraagd werd, had
hij recht op 2 grooten.
Buiten al deze verschillige ambten zien wij hem nog als
Toezichter der openbare gezondheid en uitdéeler van soep en
brood aan den arme. - Buiten dit ontving hij nog:
1° Van elke persoon van melaatschheid aangedaan, bij zijn
vertrek, 10 grooten.
2° Van elke vreemdeling als melaats verklaard, wanneet hij
in den omtrek eener uur van onze stad kwam wonen alhoewel
hij reeds betaald had aan den deken van het Lazaret, 10 gr.
3° Van allen burger van IJperen of vreemdeling overleden
inden bovengezegden omtrek, erfde hij zijn zondagpak, zijn
koffer en zijnen korf.
4° Elke meiaatsche die veranderde van woonst moest hem
5 grooten betalen. Men ziel dat de huizen door deze ongeluk-
kigen bewoond, dooreen kruis geteekend waren.
5° Bij het afsterven van menschen die men vermoedde van de
kwaal aangetast te zijn en in den omtrek wonende had hij
1 2 groote.
6° Wanneer hij ecnige zieken der stad en hot schependom
voor den deken van het Lazaret moest roepen, hij ontving
daarvoor 4 groote.
7" Al de boeten die hij onder eed, den zieken oplegde, wa
ren voor hem.
8° Wanneer op Witten Donderdag de melaafschen zich
vereenigdeti op S' Maartens-kei-khof tot het ontvangen der
aalmóésen, gaf men hun stroo om er op te figjjen, hout om
te branden, bier en andere ververschingen. Gemeenlijk brach
ten zij dien geheelen nacht door met éten en drinken een
der plechten van den Graaf del* Ribauds' was, bij deze onge
lukkige!) te waken en met twee bedienden te zorgen voor
hun vuur en hun brood en bier toé te dienen. Tot vergelding
van dezen nachtdienst had hij het overgebieveg stroo dal 's
anderendaags ter plaats bleef, en zijne twee hulpert deelden
het overschot van het brandhout.
9° Wekelijks moest de Graaf tweemaal naar het Gasthuis
gaan om aan de overste te vragen of er geéne z;< ken waren
waarvan men te klagen had om dezelve aan het gerecht te-
gaan aangeven.
Hij was ook tegeewoordig hij de handboogschieting aan de
pers en ontving daarvoor 12 stuivers; hij de slalenboagschie-
ting ontving hij hetzelfde. Eindeling alwie (Ie tegenwoordig
heid van den Graaf inriep moest hem hetzelfde betalen.
7.0U het gebruik der statie te gaan op den nacht van
Witten Donderdag, alhier te IJperen noggepleeg, en het bij
eenkomen op hel kerkhof van S' Maariens der godvruchtige
menigte niet een overblijfsel zijn van ten tijde der melaatschen?