POPERINGHE. BURGERSTAND Huwelijken. Sterfgevallen. Le soussigné a l'honneur de porter a la contiais- sance des membres de la Garde Civique d'Ypres, qu'un concours de lir tt la cibleauquel sont conviés lous les corps de la milice eitoyenne du Royaume, aura lieu a Malines du 7 au 24 Juillet proehain, a l'occaison des fêtes communales. Le reglement et le programme des prix sont affiches au local du tir oü on peut en prendre eonnaissance. Les membres de la Garde Civique d'Ypres qui désirent participer a ce concours doivent se faire inscrirc avant le 10 Juin, au local du tir. Place de ['Esplanade, les Lundis de 5 a 7 heures du soir. Ypres, le 8 Mai 1873. Le Chef de la Garde, m plaats van woorden van vrede en troost welke men diiar zoude moeten aantreffen, doet hij den ongelooflijksten uitval tegen den verbaasden.herbergier; zie hier omtrent woord voor woord Zijne actiën moeten wel leege staan, en de armoede moet aan zijne dèure kloppen, om zulk vuil volk te aanveerden. Ik verhöpe dat er in lang geene treffelijke menschen over zijne zulle zullen treden, dit uit vrees van cochonskens op de stoelen te vinden. Daar is een vlek op dit huis die in lange jaren niet moet verdwijnen. liet is bijna niet gelooflijk, wij herhalen het, en nogtans hei is hetgeen gezegd werd. De herbergier heeft zijne klacht ingediend, maar dezelve heeft geen gevolg gehad, alhoewel het onderzoek 't gezegde heslatigd heeft, uit reden dat het Parket in de uitgesprokene vvöorden geen wettelijk karakter van laster of schelwoorden gevonden heeft. Goed. Maar strafbaar of niet, de woorden van pastor Missu zullen van alle treffelijk man aanschouwd worden als tene grove en oprechte schanddaad. Indien, op den tijd dien wij beleven, de pastors zich zulke daden veroorloven, wat, Ileerc God! zouden zij doen, moes ten zij meester zijn' ESsefsiiil. - Over 14 dagen, des nachts, werd er te I.angemarck (Poelcapelle) ten nadeele van Louis Verslraete, een peerd gestolen. Dit peerd is aan eenen landbouwer te ngoycgheiri (bij Kortrijk) door een onbekend persoóu ver kocht. liet heest werd aldaar erkend door den belanghebben de en is reeds in zijnen stal terug. De policie is op hel speur van den dader. ïilcziasg bij (Je Iïi«ï»ges*wacS»t. - Den Zondag 22 Juni aanstaande, dag der algemeeue kiezing voor de gra den in de Burgerwacht, zijn de uren vastgesteld zoo als volgt: !e Kompagnie, ten 7 ure 's morgens; 2° Kompagnie, ten 9 1/2 ure id.; 3° Kompagnie, ten 2 ure's namiddags; 4° Kompagnie, ten 4 ure ldllalve Batterij, ten G ure id. "''■h—g—ii Van den SO" Mei tot den 6" Juni 1S73. GEBOORTEN te zamen, 4. Verstraete, Julianus, schoenmaker, en Duhen, Ludovica, kantwerkster. -Dekimpe, Augustinus, werkman, en Borrc- man, Sylvia, kantwerkster. Moiriié, Joannes, werkman, en Arnout, Octavia, dienstmeid. Callewaert, Guillielmus, wever, en Degroote, Rosalia, kantwerkster. Cilor, Ed- mondus, daglooner, en Boutens, Emerenlia, kantwerkster. Lesage, Ludovicus, wever, en Vlaemynck, Celina, kant werkster. Garrein, Joannes, fabriekwerker, en Decorte, Eugenia, fabriekwerkster. Van Overschelde, Aloisius, daglooner, en Huys, Virginia, kantwerkster. Tasseel, Theresia, 78 jaren, zonder beroep, weduwe van Jacobus Wouts, Ileere Janstraat. Christiaen, Joannes, 84 jaren, zonder beroep, weduwaar van Joanna Burier, Dixmu- destraat. Dinau, Rosalia, 80 jaren, zonder beroep, wedu we van Ignatius Geldhof, Rijselstraat. Rabau, Virginia, 70 jaren, zonder beroep, echtgenote van Joannes Liebacrt, Dixmudestraat. Cnapelynck, Julianus, 79 jaren, zonder beroep, weduwaar van Victorina Rommens, Elverdingstraat. Lerjoir, Seraphina, 82 jaren, zonder beroep, ongehuwd, Rijselstraat. Vyncke, Petrus, 75 jaren, zonder beroep, weduwaar van Barbara Vanhee, Lange Thouroutstraat. Kinderen beneden de 7 jaren. Mannelijk geslacht 2. Vrouwelijk geslacht I. Te samen 3. GARDE CIVIQUE D'YPSES. A. HEADERICR. Over eenige dagen heeft een commissionnaris ons eencn brief besteld zeggende daar is en twot voor de gazette en aanstonds is hij vertrokken. Wij meenden dat het een artikel of eene annonce was voor dc Toekomst. Maar wat was onze verwondering toen wij zagen dat het een katholijk schrift was zonder naam welk ons scheen bestemd geweest te zijn voor het vuilblad Daar deze brief geen adres droeg en slecht onderleekend was met eene X., wij hebben geineend er van te mogen gebruik maken op dat onze abonenten de eerste lezing er van zouden genieten. Zie hier dit stuk Poperinghe, 3 Juni 1873. Mijnheer de Opsteller, Zoo als wij het in onzen brief van 29 Mei aangekondigd hebben de uitzolder is geïnstalleerd geweest met groot gedruis en groot beslag door 24 tamboers en clairons verge zeld van meer dan vijf honderd slaven van Menheere. De liberalen maken veel geweld van het groot getal leden der muziekmaatschappij die met hun huisgezin deze geuzen- feest bijgewoond hebben. Hoe groot de zaal is, zij was nog le klein, zeggen zij, om met gemak de menigte in te houden die zich aldaar bevond. Maar is er wel daarmede zoo te boffen als men bemerkt door wie dit gezelschap samengesteld was W at vond men daar? ?t Gene onze liberalen de bijzonderste familien noemen, maar 't gene wij sedert lang rieftje raflje heeten. Al wat slecht is was daar verbeeld: vele pracht, schoone toiletten, mooie lintjes en slrekjes, maar ook vele onreligie. Ter grooler schande van ons oud katholijk Poperinghe, wij verklaren het, al dat volk is daar toegeloopen niettegen staande de sermoenen en vermaningen onzer geestelijke overheden. Met droefheid moeten wij bekennen dat er vele geuzen in den tempel waren en dat er een groot getal onzer medeburgers zijn die zich durven wagen in zulke slechtbe- faamde en verderfelijke plaats, verlorene schapen, eilaas! die in den muil der liberale wulven loopen. En wal hoort gij in zulke vergaderingen? Muziekstukken uitvoeren van operas en operetten die door de H. Kerk in den Index gesteld zijn, slechte liederen zingen in plaats van godsdienstige lofzangen. En dat toejuichen en daarmede nog durven lachen, als gij zoudt moeten weetien over de zonde die gij begaat met u aldaar le bevinden 't is afgrijselijk I En wat brengen al die bijeenkomsten van ongelijke persoo- nen bij In plaats van goede katholijken te vormen die hun leven toewijden aan de H. Kerk, in plaats van een groot getal jonkheden en jonge dochters te vinden, gelijk het tot nu altijd geweest is,f die de passien dezer wereld verstooten om hun leven in zuiverheid te doorbrengen, men wilt nu deze reine liefde uitdooven om wereldsche en onzuivere huwelijksbe- geerteu in te boezemen I Indien dit zoo moest voorgaan, wat zoude er van de goede en onbevlekte faam van ons oud katholijk Poperinghe geworden Wij moedigen dan onze medeburgers aan voortaan deze slechte politieke gezelschappen te vluchten, indien zij willen hunne reputatie en die van hunne stad ongeschonden behou den. X. «r-sr» «gn-- Poperinghe, 4 Juni 1875. FEEST BIJ HE EX-POMPIERS. In afwachting van de plechtigeinhulding van den geuzen- tempel, welke maar zal plaats hebben wanneer de inwendige stoffering en optooiing zullen voltrokken zijn, dit nieuw gebouw heeft Zofidag laatst gediend tot de viering van den jaarlijkschen feesdag de oude pompiers. Deze brand-soldaten die vóór de laatste gemeentekiezing maar één korps uitmaak ten met de muziekanten der hedendaagsche Philhannonie, en die door de demissie van hunnen commandant ad-interim M. V'an Merris, ook hunnen ontslag bij de nieuwe Regenlie ingediend hebben, hebben zich op nieuw met hunne voormalige wapenbroeders vereenigd om te samen, gelijk naar gewoonte, hunnen feeslelijken dag te vieren. Het feest was luisterlijk, en het korps, voor dien dag her steld in zijnen voorigen staat met bijvoeging der twaalf trommelaars en twaalf clairons die bij bet muziek ingelijfd zijn, leverde het begoochelend zicht op van eene deftige krijgstroep. Men had in al de kloosters en congregatiën doen lezen op dat het dien dag zoude water gegoten hebben, en inderdaad, als men 's morgéns opstond, men hoorde den regen tegen de muren kletsen,welk slecht weder voortduurde tot in den achternoen. Maar Onzen Heer, die meer met de liberalen helt dan met de katholijken, en die met. al die politieke gebeden niet gediend is, heeft den storm doen ophouden juist op de uur (3 1/2) die vastgesteld was om eene wandeling te doen naar de Doorentje-kermis. Aan stonds al de mannen waren gereed, en de oude pompiers, voorafgegaan van het muziekkorps met zijne trommelaars e;i clairons aan hnn hoofd hebbende eenen deftigen tamboer majoor, en vergezeld van een ontzachelijk getal eerleden der Pmlharmonie, stelden zich in marche om langs de Vlaming straat, de Groote-Markt, de IJperslraat, de Schalestraat en de Gasthuisstraat naar de bedoelde kermispiaats te vertrekken. De luidruchtige pas redoubles die, tot over de daken weergalmende, zich door gansch de stad en lot op den buiten lieten hooren, brachten zoo eene groole menigte volk te been dat in vele straten de doorgang bijna onmogelijk was. De zuivere katholijken alleen durfden uit hun huis niet kijken en tot de dikke buiken toe waren tot in hunnen achterkeuken geblazen. Bij het Doorentje aangekomen zijnde scheidde de stoet uit een, en men begaf zich bij groepen in de eene of de andere herberg van dit liberaal volkskwartier om zijne keel te ververschen.Na drij uren op dezen wijk doorbracht te hebben de feestgasten hebben zich op nieuw in stoet gesteld om langs de Pollestraat,de Casselslraat, de Boescheepstraat en de Kleine- Markt naar den tempel terug te keeren.waar twee reken tafels zoo lang als de zaal was hen tot een avondmaal afwachteden. Vele eerleden der muziekmaatschappij hadden immers inge schreven om deel te nemen aan dien maaltijd en maakten met de pompiers en de muziekanten een getal uil van niet min dan 200 tafelgenooten. In dit eetmaal heerschle de grootste gulhartigheid en de vreedzaamste broederlijkheid, en men zag nergens het minste teeken noch van onreligienoch van petrole, noch van communarderij Een tost werd voorgesteld door M. Dhont waarin deze heer, de laatste kiezing en den ontslag van den Commandant ad-interim herinnerende, hulde bood aan het deflig karakter van M. Van Merris, die onder de orders van zijne vijanden niet wilde geplaatst worden. M. Van Merris, in zijne antwoord op dezen tost, bedankte het gezelschap over de geestdriftige en sijmpalische toejui ching ;en waarmede men de redevoering van M. Dhont onthaald had, en, zich wendende tolde oude pompiers, hij drukte hun in vurige woorden de achting en de erkentenis uil die hij in zijn hert blerf behouden over de manhaftigheid en de edelmoe dige getrouwigheid welke zij hem betoond hadden met hem in zijnen afscheid te volgen. Hij had de overtuiging dat deze wederzijdsche verkleefdheid, als eene onverbreékbare band, het oude pompierskorps altijd zal vereenigd houden. Hierop volgde een donder van vreugdegeroep en handgeklap. liet overige van den avond werd doorgebracht in de leven digste vrolijkheid onder het zingen van kluchtliederen en romancen die al met blijgeestige toejuichingen en met een algemeenen ban chinois vereerd werden. Des anderendags gaf de Philharmonie in hare nieuwe zaal een muziekavond of eene soort van familiefeest, op wijze van een café cliantant, aan de eerleden vergezeld van bun vrouwelijk huisgeziu. Deze feest heeft, gelijk die van daags te vooren, in luister en vreedzaan vermaak alle verwachting over troffen. -C50 stoelen waren rond een ontelbaar getal eslaminet- tafelljes geplaats en meer dan honderd feestelingen moesten nog blijven recht staan. Dit groot gedrang van volk deed iedereen zeggen dat deze uitgestrekte zaal nog te klein was en dat men nog eene nieuwe beuk ging moeten aanbouwen. De damen waren niet min in getal dan de mannen, en een tientaf gartons liepen van den eenen tafel naar den andere met Bavière, Peal-eal, Lambiek, inlandsch bier, eau gazeuse, groseille, suikerwater, enz. Bij het hooren van het verrukkelijk muziek, het vrolijk gezang, de solos en duos begeleid door den behendigen pianist M. Baratlo van IJperen, en hij het zien der frissche toiletten die een nieuwen glans scheenen te ontleenen aan een oneindig getal bekken van de beste Poperingsche gaze, men meende in eene andere wereld overgedragen te zijn. Niemand kon zich inbeelden dat men te Poperinghe was, en al wie Parijs of Brussel gezien heeft meende zich aldaar te bevinden in een der voortreffelijkste cafés-concerts. In de tusschenpoozen had men, om zich te vérkwikken, een prachtig buffe' waar alle slach van lekkerenijen, hesp en koetong te vinden was. Het programma, bestaande uit een twintigtal muziek- en zangstukken waarvan de opening vastgesteld was op 8 lire, is maar ten 12 1/2 ure uitgeput geweest. Ai de damen hebben deze uren op de vermakelijkste wijze doorgebracht, zij zijn al in de grootste tevredenheid naar huis vertrokken en wenschen eenpariglijk nog dikwijls dusdanige feest te mogen bijwoonen. Onze waterpiots doen Donderdag aanstaande hunne eerste sortie, in grande tenue, en dezen keer met fuzieken in plaats van flambeeuwen het is de generale repetitie in costume voor hunnen aanstaanden uitgang met de processie. Er is ook eene cijbelschieting naar de mane, en verschillige prijzen, bestaande in pater-nosters, scapuliers, medaljeii van Salelle, Lourdes, Louise Lateau en andere vrouwen te lang' om te melden, zijn geschonken door den Havermuis, almoe- senier van het korps, aan deze die de mane zullen kunnen geraken. Er is vollen aflaat te verdienen voor al de mededingers. Courage dan, Maneblusschers, gij zult nu nog Mane- schutters worden Men kondigt ons aan dat er ook binnen kort een bedevaart in stad zal plaats hebben opgeleid door Zijne Ilooveerdigheid van Brugge, ten einde de lusschenkomst van den II. Geest te bekomen voor de bekeering. van de 500 geuzen .die Maandag laatst de feest, in den nieuwen tempel gegeven, bijgewoond hebben. Ter dezer gelegenheid zal er, volgens men zegt, eene mis en een sermoen op de Groote-Markt gedaan worden. Zijne Ilooveerdigheid zal eene eerwacht van Maneblusschers hebben, maar voor deze omstandigheid in plaats van fuzie ken, zullen zij gewapend zijn niet flambeeuwen.

HISTORISCHE KRANTEN

De Toekomst (1862-1894) | 1873 | | pagina 2